Om er echt een mooi verhaaltje van te kunnen maken, zou
ik moeten kunnen beginnen met: de tekentjes die we vandaag volgen, intrigeerden
ons als enkele tientallen jaren, en het was slechts het toeval dat ons
uiteindelijk op het pad zette van de Gaume
Buissonnière. Maar het is iets ingewikkelder dan dat, want de
oorspronkelijke oranje driehoekjes met de drie witte vinkjes erin zijn
ondertussen vervangen door blauw-witte zelfklevers, die de taak van de baliseurs vele keren eenvoudiger hebben
gemaakt. Dat van het toeval is wel waar. Ik weet niet meer precies welke
plaatselijke wandeling in welk dorp we aan het volgen waren, maar een jogger
hield ons staande en begon meteen de hele uitleg. Hoe hij de Gaume Buissonnière gebruikte als
voorbereiding op een of andere marathon, naar welke tekentjes we moesten
uitkijken, en waar we de nodige documentatie konden vinden. En vandaag doen we
dus onze tweede etappe, van Grandcourt naar Lamorteau. Voor alle duidelijkheid:
toen we op 27 maart 2012 ook al in Grandcourt aankwamen, volgden we een ander
langeafstandswandelpad, namelijk de geel-wit bewegwijzerde Gaumeroute. Onze
tocht van vandaag ligt in het verlengde van de tocht van Aubange naar
Grandcourt van 14 augustus 2009.
Van het mooie Grandcourt, naar het nog veel mooiere Torgny,
naar het niet eens zo tegenvallende Lamorteau, met een flinke strook loofbos
tussen Grandcourt en Torgny: hét visitekaartje van deze streek. We stappen iets
van een 16 kilometer, voor 54 % over trage (bos)wegen, en voelen de soms
venijnige cuesta's in de kuiten. Maar geen gejammer: de bossen hebben hier net
dat ietsje meer (lucht en licht) en buiten het bos bekoren de vergezichten.
Torgny is zonder meer uitzonderlijk, en daar legt men ter plaatse maar al te
graag de nadruk op. Een microklimaat overheerst in dit meest zuiderse dorp van
België, en als we achteraf de bevindingen van het thuisfront vergelijk met de
onze, dan genoten wij inderdaad van beter en mooier zomerweer.
Alle foto's van de wandeling vind je hier.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3905 6:09 6:19 +2 (1827 - 61007,
op Châtelet)
Brussel-Zuid - Arlon 2106 6:33 9:17 +1 (1352 - 61011,
op Brussel-Zuid)
Arlon - Grandcourt [167a] 9:27 10:34 +3 (ab5632-05,
Mercedes O.405, Transports Penning)
Lamorteau - Virton [155a] 17:17 17:34 -4 (ab5621-51,
Mercedes Integro, Les Rapides de la Meuse)
Virton
- Libramont 5989 18:25 19:06 +1 (4182)
Libramont
- Brussel-Noord 2141 19:17 21:18 stipt (1352 - 61011, op Brussel-Zuid)
Brussel-Noord
- Halle 3143 21:21 21:41 +2 (375)
De commentaar:
Ongelooflijk
toch, hoe lang je voor één verplaatsing in België onderweg kunt zijn. Ik durf
niet eens na te kijken hoe ver we in Duitsland, Frankrijk of zelfs Engeland
door zouden kunnen dringen, met de hogesnelheidstreinen die ons dan ter
beschikking zouden staan, maar de Gaume is alleen voor de diehards die we zijn te doen. Toegegeven, Grandcourt en Lamorteau
zijn nu niet bepaald wereldsteden.
Om
de 16 km lange tocht mogelijk te maken als dagreis, is het dus vroeg vertrekken
geblazen. En zelfs dan komen we voor ons doen vrij laat terug.
Ik
ben vooral benieuwd of de 2106 ook in deze vakantieperiode uit hetzelfde heterogene
stel rijtuigen zal bestaan, en dat is inderdaad het geval. Meteen weet ik dat
de kans groot is dat we ook voor de terugreis in hetzelfde stel zullen zitten.
Veel valt er over de heenreis per trein niet te vertellen. In Brussel-Zuid
verschijnt op de display van de stilaan bekende M6 61011 "Ce train
s'arrête à Luxembourg". Ofwel zitten we dus in een superdirecte trein
Brussel-Zuid - Luxemburg, ofwel waant het rijtuig zich al in Arlon. Voorbij
Brussel zal de aanduiding verdwijnen - grondig, want er komt ook geen correcte
informatie. De reis lijkt in deze vakantieperiode net iets minder door
snelheidsbeperkingen geteisterd te worden, en o.a. die in Haversin behoort tot
het verleden. Binnenkort kan de overweg hier verdwijnen. De rit verloopt van
begin tot eind erg stipt: minder treinen, en vooral: minder passagiers, het is
de zegen van de vakantieperiode, zeker op dit vroege uur, nu de jeugdgroepen
nog aan het uitslapen zijn.
Van
Arlon naar Grandcourt kan het niet zo frequent: de variant langs Grandcourt is
een schaars gegeven. Tot Athus is deze bus behoorlijk druk. Maar voorbij
Aubange zitten we nog net niet alleen op de bus, en in Grandcourt kunnen we een
chauffeur uitwuiven met een voor de rest lege bus.
Knap
observator, trouwens! En plichtbewust. Aan de halte Weyler Grand-Route stopt
hij, zonder dat het belletje hem daartoe genoopt heeft. Hij draait zich om, en
vraagt zich hardop af waar hij nu
zit. Blijkt dat een jonge klant een ticketje tot Weyler heeft gevraagd, maar eigenlijk
naar Differt Cora N81 moet. Met 58 eurocent extra en een doordringende,
veelzeggende blik, komt de jonge grijsrijder er van af.
Aanvankelijk
rijdt de bus al heel snel met 10 minuten vertraging, maar bij aankomst is die
geslonken tot een drietal minuten.
Voor
de terugrit maken we gebruik van lijn 155a. De NMBS hield het hier - wat de
reizigers betreft - al in de jaren 1950 voor bekeken. Het indrukwekkende
grensstation Lamorteau - alle grensstations waren indrukwekkend, omdat ook de
douane er een onderkomen moest vinden - is een mooi onderhouden gebouw
geworden, en de nieuwe eigenaar heeft zowaar de stationsbenaming in de tipgevel
bewaard.
De
bussen van lijn 155a volgen hier een snelle reisweg (langs de kerkhoven van
Lamorteau en Rouvroy) of een tragere
langs de dorpskernen. De laatste bus van de dag volgt het directe tracé. Het
lijkt een echte TEC-bus te zijn, maar bij nader toezien is het nog altijd een
Franse bus van Les Rapides de la Meuse
die hier voor de TEC rijdt. Ook hier is Veolia al doorgedrongen. Het is een erg
comfortabele bus, die eerder uitgerust is als wat wij een autocar noemen. De
bezetting is minimaal en onderweg zijn er geen instappers meer.
Het
potentieel zal sowieso al laag liggen tussen Montmédy en Virton, maar als je
het koppig vertikt om zelfs maar van ver rekening te houden met reizigers die
ook nog met de trein verder willen reizen, kun je moeilijk verwachten dat de
klanten in trossen arriveren. Ook wij zullen net geen uur moeten wachten voor
we onze reis verder kunnen zetten. Gelukkig is de stationsbuurt van Virton al
iets aangenamer geworden, nu je daar in Le Métro van een frisse pint kunt
genieten, in een aangenaam kader. Tot voor enkele jaren leek je daar wel in een
woestijn te zijn terechtgekomen.
Ik
zal het niet verhelen, heimelijk rekenden we erop om vandaag tussen Virton en
Libramont onze maidentrip in een Desiro te kunnen afleggen. Niet dat ik nog
veel verwacht van moderne, kale treinen, maar het besef dat we met dit
materieel zullen moeten leren leven, noopt toch tot enige nieuwsgierigheid. En
je weet maar nooit, of ze toch niet een beetje meevallen. Maar eilaas, het zal
een doodgewone motorwagen 41 zijn, die stipt het station van Virton komt binnenrijden.
We
zitten zelfs niet alleen in eerste klas: een dame doet haar beklag bij de TBG
over de overrompeling van haar treinen door de groepen die zich dezer dagen
massaal verplaatsen, en haar keuze voor eerste is dus een soort vlucht. De TBG
wijt de problemen aan het feit dat ze niet reserveren, niet kunnen reserveren
met een GoPass, en dat die goedkoper is dan de groepsreis. Dat laatste is niet
waar: de maximumprijs van de groepsreis ligt bewust een fractie lager dan de
prijs van de GoPass, maar de aanvraagprocedure zal er voor velen te veel aan
zijn. Ik hoop voor de dame dat ze zich de meeruitgave niet beklaagt. Dit is een
rustige avondrit, maar of ze voor elke rit de garantie kan krijgen dat ook de
kleine eersteklasafdeling nooit overrompeld zal worden door het alles verwoestende
jonge grut, is een andere kwestie.
Terloops:
in Virton kun je nog altijd het kadaver bewonderen van een goederenwagon die
enkele maanden geleden in Lahage het eind van zijn carrière beleefde. Ik vraag
me af of de zes - op het eerste gezicht niet beschadigde - VTG-wagons die er
ook nog staan, uit dezelfde ongelukstrein komen.
Van
Virton tot Brussel-Noord verloopt de reis volgens het boekje. Tijd om de
ochtendkranten te lezen. De ervaring leert me dat ik me 's morgens beter in de
literatuur kan verdiepen en 's avonds in de kranten. Die laatste geven meer
aanleiding tot woedeoprispingen, en daar blijf je beter wakker van.
Vanmorgen
las ik dus in "De wereld een dansfeest" van de ondertussen spijtig
genoeg vergeten Arthur van Schendel. In het begin van mijn carrière kon ik mijn
leerlingen van het vierde jaar nog laten wegdromen bij de verhalen van de verre
wereldreizen (Jan Compagnie - Het
fregatschip Johanna-Maria). Hoe snel de wereld verandert, moge blijken uit
deze passage die ik jullie niet wil onthouden: Ik herinner het mij als den dag van gisteren. Het was een buitengewoon
warme dag, zodat ik, in Brabant gekomen, daar ik toch alleen zat in de coupé,
mijn jas en vest uittrok. De warmte had mij dommelig gemaakt en ik schrok
wakker toen de deur geopend werd en een heer binnenstapte, dat was in den
Bosch. Ik bood hem mijn verontschuldigen aan dat ik mij in ongepaste kleding
vertoonde, maar hij stelde mij gerust en trok eveneens jas en vest uit. Een
zomer als die van 2012 is alleen al daarom een zegen, dat de kwabben en de
billen nu net iets zediger verpakt blijven, zodat ze minder aanstootgevend het
beeld van de toonbank van een slagerij oproepen.
De
aangewezen aansluiting in Brussel-Noord is die met de IR naar Binche, maar als
de IC uit Luxemburg ons op tijd lost, kunnen we nog net mee met de IR naar
Geraardsbergen. Drie minuten overstaptijd en een tweetal minuten vertraging aan
de IR zorgen ervoor dat we 10 minuten vroeger thuis zullen zijn. Tien minuten?
Ik zie nog net dat de IR naar Binche afgeschaft is. Wat de oorzaak was, weet ik
niet. Thuis zie ik dat railtime wel braaf de vertragingen aangeeft, maar buiten
een defecte trein vind ik niet zo meteen waarom onze geplande IR afgeschaft zou
zijn.
Het
is de enige smet op een daguitstap die voor de rest voortreffelijk is verlopen.
Vanmorgen
lees ik in de krant het overlijdensbericht van Antoine Martens, lang de
rechterhand van Etienne Schouppe. Ik heb destijds nog even het genoegen gehad
met deze man aan tafel te zitten, met enkele andere bestuursleden van wat toen
nog de TTB heette. Ik herinner me een kordaat, bezadigd maar wijs man, die
begaan was met zijn treinen en zijn reizigers. Nog net een generatie of twee
jonger dan Van Schendel, maar al even voltooid verleden tijd. Spijtig.
Samen met onze bus komen ook
nog enkele andere bussen rond hetzelfde tijdstip aan het station van Virton. Onnodig
te zeggen dat ze net zomin als de onze aansluiting geven met de trein, al kan
dat in het geval van de 167a en de 155b misschien te wijten zijn aan meer voor
de hand liggende aansluitingen met de trein in Arlon resp. Marbehan.
En
zo ziet het spoor- en treinloze station van Lamorteau er vandaag uit:
|