We stappen vandaag de
Jordaanwandeling die we vonden in een brochure van Natuurreservaten
Oost-Brabant Afdeling Velpe-Mene uit 1996. De wandeling heeft nog niets van
haar pracht of haar kracht ingeboet, maar daar zou nu wel eens snel verandering
kunnen in komen, nu de streek weldra geteisterd zal worden door een ruilverkaveling.
Nu zijn ook de inzichten van de Grote Verkavelaars ondertussen wel wat geëvolueerd,
en ruilverkavelingen zijn al lang niet meer de door duistere krachten opgelegde
kaalslagen van de jaren 1960 en 1970, maar het is toch altijd weer het hart
vasthouden, want verwoestingen staan onvermijdelijk op het programma, ter ere
van de goden van de Landbouw die al lang niet meer Saturnus of Demeter heten,
maar John Deere en andere Fords.
Zelfs vandaag bedraagt de
TWQ niet meer dan 47 %, maar achteraf heb je de indruk dat het meer geweest is.
De bijna 11 km lange wandeling voert ons essentieel door de valleien van de
Jordaan- en de Molenbeek, en vanaf Hoksem gaat het ook even de hoogte in, wat een
ruimere kijk over de beekvallei mogelijk maakt. Je stapt hier door een streek
waar de landbouw alom aanwezig is (geweest). Dat merk je aan de vele boerderijen
van allerlei klasse, waarvan een niet onaanzienlijk deel na restauratie een
compleet andere bestemming heeft gekregen. En uiteraard wuiven de korenaren -
koren, dat is net iets te poëtisch, want het gaat voornamelijk om tarwe - in de
hitte van deze mooie zomerdag. Toch ligt de nadruk op de natuur, en we konden
vandaag volop ons hart ophalen aan valeriaan, moerasspirea, boerenwormkruid,
moesdistel en vooral de alomtegenwoordige wilde marjolein. En zeggen dat je in
de winkel al snel enkele euro's kwijt bent voor een potje snel duf ruikende
kruiden, waarvan hier grote hoeveelheden gewoon gratis en vers te plukken
vallen.
Enkele foto's van het
nochtans mooie pad vind je hier.

Oude molen op de Molenbeek, zoals wel meer gebouwen
hier in de streek prachtig en respectvol gerestaureerd.
De Carolushoeve, een van de vele op ons pad.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3910
11:09 11:19 +1 (818)
Brussel-Zuid - Tienen 1710
11:31 12:10 +2 (2152 - 58064, op Liers)
Tienen - Willebringen
belbus 713 met bus van De Bezembinder, nummerplaats 373-BUR
Willebringen - Honsem [381]
16:57 17:01 -4 (ab3306-82, Mercedes Citaro, Hageland)
Honsem - Leuven [6] 17:15
17:56 +4 (VDL-Jonckheere Transit 2000, Tienen?)
Leuven - Brussel-Noord 1739
18:03 18:20 +1 (2119, 58065, op Liers)
Brussel-Noord - Halle 3939
18:32 18:51 +2 (818)
De commentaar:
Het is al een tijdje
geleden dat we nog eens met een vierledig stel mee mochten, maar vandaag lukt
het nog eens. Een tiener is op stap met moeder, nu met, hij heeft zich veilig
teruggetrokken achter de oortjes van een i-pad die weer eens veel te veel
lawaai doorlaten. Dun gespoelde restklanken van muziek die op zich al niet veel
om het lijf heeft - gelukkig is het nog lekker lawaaierig in een vierledig
stel, zodat dit alleen stoort bij stilstand of bij erg traag rijden. En dat gebeurt
ook op zo een zonnige voormiddag als vandaag. De TB doet bovendien alles strikt
volgens het boekje, zodat we uiteindelijk toch nog dat ene minuutje vertraging
oplopen.
In Brussel-Zuid staan
enkele perrons verder twee Desiro's met 12 minuten vertraging. Als ik goed
gekeken heb, moeten ze naar de Luchthaven.
Van Brussel naar Tienen
nemen we de IC naar Liège-Guillemins, voorlopig nog uit Quiévrain. Het is een
van die lange stellen die absoluut nodig zijn tijdens de spits, maar dan op het
zwakke deel tussen Saint-Ghislain en Quiévrain al te vaak het slachtoffer
worden van vandalisme. In plaats van het vandalisme aan te pakken geeft onze
samenleving er de voorkeur aan om zichzelf aan te passen, en dus wordt de lange
trein binnenkort vervangen door een overzichtelijk tweeledig stel.
Het stel is zo lang dat
alleen de eerste helft (zes rijtuigen) toegankelijk zou moeten zijn voor de
reizigers. Dat leidt onvermijdelijk tot verlengde stilstanden in de stations
van de NZV omdat de meeste reizigers uiteraard aan het gesloten deel staan te
wachten. Maar het valt allemaal nog mee. In Leuven geldt een snelheidsbeperking
tot 60 km per uur, en zo komen we uiteindelijk toch nog met 2 minuten
vertraging in Tienen aan.
De TBG is duidelijk
Franstalig, maar toch spreekt ze Ans uit als [ã], zoals de Grotten van Han, die
door onze leerlingen dan weer als de Grotten van 'An uitgesproken werden, maar
dat was omdat hun lerares An heette.
Het is dus 12:12 als we in
de Suikerstad landen, en dat is ruimschoots op tijd voor een belbus die ons om
13:00 komt oppikken. Maar als we de belbus nemen, voorzien we waar mogelijk een
wat ruimere reserve, en dat biedt ons de kans om de boterhammetjes aan te
spreken (Hallo, Bo!) en een koffie te drinken in het stationsbuffet, een van de
laatste echte. Maar dat is buiten de waard (van het buffet) gerekend. Het
buffet is sinds 21 juli dicht en dat lijkt akelig definitief te zijn. Heb ik
niet eens ergens iets gelezen over de modernisering van het Tiense stationsgebouw?
Over enkele maanden zal ook hier wel weer een Panos uit de grond rijzen.
Om 12:50 staat er al een
busje te wachten, maar dat is duidelijk geen busje dat voor De Lijn rijdt. Het
is net aan komen rijden met een chauffeur die de bestuurder van de echte belbus
zal aflossen. We moeten naar Willebringen en dat is ver tegen het eind aan van
de lange lus die de belbus hier ten zuiden van Tienen maakt: we nemen volk op
in Bost, Goetsenhoven en Meldert. De bus zet ons 7 minuten vroeger dan voorzien
in Willebringen af, langs een rit over flinke stukken kassei die het uiterste vergen
van onze vering (en van die van de bus).
Voor de terugrit zouden we
net zo goed opnieuw de belbus kunnen oproepen, maar we proberen het anders. In
de avondspits wordt Willebringen namelijk bediend door 3 bussen van lijn 381,
en die geven aan de halte Honsem Kapel aansluiting met de uitgebreide Leuvense
stadslijn 6. We nemen de 381 van 16:57, die een fractie te vroeg komt - dat heb
je met lege bussen. De afstaphalte Honsem Kapel is er een waarvan je het
bestaan niet meer zou vermoeden: je staat meteen tussen het gras (en de
netels). De halte van lijn 6 is nauwelijks beter onderhouden: het betonnen bushokje
is vuil, en gaat gebukt onder een dikke laag klimop die voor guirlandes zorgt,
die het betreden ervan iets feestelijks geven. De haltepaal met info staat dan
weer tussen de valeriaan en de puntwederik: de gemeente Boutersem en De Lijn,
samen voor meer groen. Ik weet dat lijn 6 een erg strakke dienstregeling heeft:
de bus rijdt al met 3 minuten vertraging als we instappen, en op een bepaald
moment groeit de vertraging tot 6 minuten. Eigenaardig genoeg is het precies in
de Leuvense smalle straatjes dat de vertraging opnieuw wat terugloopt, zodat we
toch nog op tijd in Leuven aankomen voor onze voorziene aansluiting met de IC
naar Quiévrain. Dubbele pech: die vertrekt van spoor 2, en het
eersteklasrijtuig hangt helemaal achteraan. Als we instappen, voelen we meteen
waarom het een goed idee was geweest om bij de modernisering ook enige airco te
voorzien, maar de rit verloopt stipt, dus waarom zouden we klagen nu we nog
eens in een M4 zitten die we meer dan 30 jaar enthousiast onthaalden.
Van Brussel-Noord naar
Halle zitten we in hetzelfde vierledige stel als vanmorgen. Even denken we dat
er een minibar meerijdt: een pronte dame brengt twee blikjes Jupiler bij een
reiziger die ze ongetwijfeld kent, en ze spreekt zelfs ons aan, al is het niet
om te vragen of we iets wensen te gebruiken. Maar ze vindt dat we er een goeie
dag uitgekozen hebben om te gaan stappen. De Minibar, waar je wel eens wil van
dromen op een warme dag als vandaag, zal echter wel voor altijd van de
Belgische sporen verdwenen zijn.
|