Het is amper van 18 juli geleden (zie de bijdrage van
toen) dat we langs de Gaume Buissonière Lamorteau bereikten, en vandaag staat
het vervolg al op het programma: Lamorteau - Gérouville. Dat is een tocht(je)
van 13.5 km lang, met een povere 23 % als TWQ, maar het wordt toch volop
genieten langs voor ons onbekende dorpen als Montquintin, Couvreux en Gérouville.
Een zware tocht ook, met vooral in de eerste helft stevige niveauverschillen
zoals je die in de Gaume kunt verwachten. En een open tocht: dat komt doordat
bossen en bosjes slechts sporadisch voorkomen, maar de hellende weiden zorgen
voor vergezichten waarop de regio een patent lijkt te hebben. En het zomerweer
was prettig, met aangename temperaturen, een verfrissende wind en
schilderachtige wolkenhemel.
Foto's van de wandeling hier.
Het
duurt niet lang voor we de cuesta naar Montquintin aanpakken. Even omkijken,
halfweg

Het
dorpje Sommethonne lieten we links liggen, maar uit de hoogte was het ook mooi.

De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 7512 6:57 7:09 stipt (2120 - 53510, op Schaarbeek)
Brussel-Zuid - Libramont 91 7:33 9:44 +10 (1354
- 61 85 1090 224 SBB)
Libramont - Virton 5959 9:51 10:31 +7 (4184)
Virton - Lamorteau [155a] 11:14 11:31 stipt
(ab5621-51, Mercedes Integro, Les Rapides de la Meuse)
Gérouville - Florenville [24] 16:37 17:03 stipt
(ab4454, Jonckheere Transit 2000, Florenville)
Florenville - Libramont 5989 18:42 19:06 +2
(4191)
Libramont - Brussel-Noord 2141 19:17 21:18 +1
(1358 - 61018, op Brussel-Zuid)
Brussel-Noord - Halle 3942 21:32 21:51 stipt
De
commentaar:
Vandaag
zal weer eens blijken dat de TEC-Luxembourg het liefst van al lucht vervoert:
op geen enkele manier wordt hier een poging gedaan om treinen en bussen maar
enigszins op elkaar aan te sluiten, en dat kost ons vandaag veel tijd. Gelukkig
ziet de stationsbuurt van Virton er een stuk frisser uit dan enkele jaren
geleden, en de koffie in Le Métro in afwachting van de bus, is lekker. 's
Avonds stappen we uit in het centrum van Florenville, al moeten we er dan een
wandeling van een tweetal kilometer bovenop nemen. Maar het centrum van Florenville
is net iets levendiger dan de desolate stationsomgeving, waar we nog net kunnen
zien hoe vroeg de bussen de stelplaats Florenville binnenrijden, om er die
avond niet meer uit te komen.
Van
Halle naar Brussel-Zuid nemen we P7512, die in de vakantieperiode een stuk
stipter lijkt te rijden dan erbuiten, nu noch de 6106, noch de 7572 hem voor de
voeten rijden. Dat is wat men bedoelt met robuuste dienstregelingen,
veronderstel ik: zo opgesteld dat zelfs een kleine vertraging aan een trein
niet automatisch ook de rit van een aantal andere treinen beïnvloedt. We
vertrekken zelfs een minuut te vroeg - wat ongetwijfeld ook al in Edingen het
geval was - en dat blijft zo tot Brussel-Zuid.
IC 91
nemen wordt stilaan een routineklus. Toch is er vandaag wat veranderd: het is
niet langer een 20 die ons naar Libramont zal slepen, maar een 13.
Onheilspellende berichten over deze ook al robuuste machines op allerlei fora
en websites lijken nu snel bewaarheid te worden. Ook vandaag wordt het stel Zwitserse
rijtuigen versterkt door 3 Belgische rijtuigen, 2 I6'en en 1 I10.
Het
wordt behoorlijk druk in het ijskoude, pas smaakvol vernieuwde
eersteklasrijtuig. Het is opvallend wat een aangepast, wat rijkelijker uitziend
stofje over de comfortabele zitjes kan doen. Behoorlijk druk, dus, met een
groepje van een zevental wandelaars, die intermitterend lol trappen en dan weer
wat ernstiger en rustig worden. Wij zitten in de buurt van twee reizigers (dat
kan ik althans afleiden uit de gele reserveringen) voor Straatsburg. Zij
onophoudend ratelend, hij eerder aarzelend antwoordend, met zijn krant
ostentatief maar ongeopend voor zich. Het zal tot Namur duren voor zij
uitverteld is, en dan duikt hij meteen in zijn Standaard.
Echt
probleemloos verloopt de rit niet. Een eerste bruuske stop komt er al op het korte
stukje tussen Brussel-Schuman en Brussel-Luxemburg. Meteen volgt de mededeling
van een alerte TBG dat je voor je eigen veiligheid de deuren niet mag openen.
Echte vertraging blijft voorlopig uit: we rijden Brussel buiten met 4 minuten
vertraging.
Tussen
La Hulpe en Genval gaan we op tegenspoor. Dat lijkt een manoeuvre te zijn om de
3906 in te halen. Het is bijna ongelooflijk dat dit in volle spits mogelijk is,
maar het zorgt er wel voor dat wij zelfs wat vertraging kunnen inlopen.
Overigens is de opeenvolging van de treinen van reeks 39** en die van reeks
21** tussen Brussel en Ottignies een schoolvoorbeeld van een niet-robuuste
dienstregeling. Om een of andere reden slaagt men er niet in om die 39**
tijdens de spits op tijd te laten rijden, en meestal veroorzaakt dat ook veel
vertraging aan de 21**.
In
Namur lijkt het even wachten worden op het binnenrijden van de 4629. Tussen
Namur en Naninne wordt er nog altijd over één spoor gereden, en dan is dit aan
te raden. Toch blijkt er meer aan de hand. De 4629, een snelle IC naar Brussel,
rijdt dan wel met acht minuten vertraging, achter de 5778, de stoptrein uit
Libramont, aan; zelf vertrekken we met 16 minuten. Ai, ai, dat ziet er niet
goed uit in Libramont.
Zowel
voor de 3906 als voor de 91 is de vertraging te wijten - dixit railtime - aan
het beheer van het verkeer. Wel, wel. Nietszeggendheid is troef. Tenzij je
zoals ik dit duistere zinnetje bewust negatief interpreteert: u, beste reiziger
- de NMBS zegt tegenwoordig altijd jij, alsof we beste vrienden of pubers zijn
- verwacht van ons dat we het treinverkeer beheren. Welnu, beste reiziger, dat
kunnen wij niet: het loopt met dat beheer behoorlijk fout. Een bekentenis die
kan tellen.
Tussendoor
zien we de 1210 Namur binnenrijden, met een sleep I6c. Eerst denk ik aan een
bedevaartstrein, maar de gemiddelde leeftijd van de groep moet dan boven de
zestig liggen, en in dit geval ligt die eerder onder de twintig. Thuis blijkt
dat het om de 18506 Lourdes - Liège te gaan. Bedevaarders lijken jonger en
jonger te worden, of zijn het mijn ogen die ouder en ouder worden?
De
geluidsinstallatie in ons rijtuig heeft het ondertussen begeven: met elke mededeling
sinds Brussel-Zuid is het gekraak wat erger geworden. Nu zien we alleen nog een
blauw flikkerlichtje boven de binnendeur telkens als er vermoedelijk een
mededeling te horen zou moeten zijn. Leuke gadget, en zoals elke gadget meestal
nutteloos. Of defect.
Het
wordt dus uitkijken naar het verloop van de rest van de rit: Namur +16, Ciney
+12, Marloie en Jemelle +11, Libramont +10. We zijn een aantal rijtuigen naar
de kop van de trein opgeschoven, want de trap naar de onderdoorgang in
Libramont weten we ondertussen liggen. Waar de bezetting in eerste klasse
constant rond de 50 % gelegen heeft, stappen we nu door tweedeklasrijtuigen met
een bezetting van minder dan 5 %. Afschaffen, die handel!
Gelukkig
wacht de L-trein hier wel nog op aansluiting: met een twee-uurdienst is dat ook
maar best. Uiteraard pakt de L-trein daardoor ook vertraging (7 minuten) maar
die nemen we er graag bij. De aansluiting in Virton is ruim genoeg.
Les
Rapides de la Meuse maken hier de dienst uit op lijn 155a. Zelfde bus als in
juli, andere chauffeur. De bus komt hier aan om 11:13, en vertrekt al opnieuw
om 11:14. We worden tot de orde geroepen als we meteen willen instappen: eerst
moeten de machines aangepast worden. De chauffeur kan maar niet begrijpen dat
we weten dat het zijn bus is die naar Lamorteau gaat. Hoe kan dat nu, op een
plek waar voortdurend cars in alle
richtingen komen? Hij begrijpt nog minder dat je die dingen gewoon op infotec kunt opzoeken. Als we al een
tijdje zitten, wil hij weten waar we in Lamorteau willen uitstappen. Alsof dit
zo veel uitmaakt in dat piepkleine dorpje. Ik vrees dat zijn verbazing wat
geïnspireerd is door de ronduit trieste toestand van het busvervoer in de
Franse landelijkheid. Reizigers zoals wij worden dan al snel een curiosum. Toch
stappen in het centrum van Virton ook nog 2 oudere dames in. Als ik de bus
later tussen Lamorteau en Ecouviez fotografeer, blijken die ook al uitgestapt,
hoogstwaarschijnlijk in Torgny, want deze bus maakt een ommetje langs dat mooie
dorp. Hoe die dames terug naar Virton reizen is raadselachtig, want er is
gewoon geen bus terug. Het kan niet moeilijk zijn om een lijstje op te stellen
van 100 TEC-domheden in dit deel van het land.
Overigens
lijkt het er ook op dat de chauffeur niet de voorziene reisweg gevolgd heeft:
van de halte Harnoncourt Écoles heb ik niks gemerkt, en tot mijn verbazing
rijden we wel langs de halte Lamorteau Cimetière, halte die uitdrukkelijk niet
bediend wordt volgens de dienstregeling. Als er toch nooit klanten opduiken,
maakt het niet zo veel uit langs waar je rijdt. En door die handelswijze kan
het aantal klanten alleen maar verder zakken en dus ...
Liefst
waren we doorgestapt tot Orval, wat voor ons een tocht van 24 kilometer betekend
zou hebben, maar sinds door de noeste inspanningen van de Kempenaars de eerste trein
Manage - Turnhout - de eerste uit Halle naar Brussel - opgedoekt is, kunnen we
redelijkerwijs de eerste IC naar Luxemburg van 5:33 niet meer halen. En dat is
nodig om wat vroeger in Lamorteau te kunnen aankomen en om nog op tijd in Orval
af te kloppen voor de laatste bus. Vandaar dat we het al in Gérouville voor bekeken
houden. Aardig plekje, trouwens, langs lijn 24 Virton - Florenville. Het
verdient zeker een betere bediening dan de huidige. Overigens heeft de TEC zich
ook hier een fantasietje veroorloofd: om 16:35/16:37 ontmoeten de bus uit
Florenville en die uit Virton elkaar op de Place du Tilleul (die een olm blijkt
te zijn), om daarna meteen terug te keren naar hun vertrekpunt, na de
aansluiting. De verklaring zal wel zijn dat dit gewoon beter uitkomt voor de
inzet van materieel en personeel, maar mogelijk is het gewoon ook een wat goedkopere
manier om de lijn tussen Gérouville en Virton deels lusvormig te bedienen,
zodat meer dorpen aan de bak komen.
Beide
chauffeurs zijn joviale gasten. Wij hebben gekozen voor een terugrit via Florenville.
Zo passeren we ook langs Orval - gezien de drukte op het terras aldaar, lijkt
er alleen een schaarste te bestaan boven de taalgrens. En dan nog. We stappen
uit aan de Place du Miroir, de centrumhalte van het gezellige stadje dat
Florenville probeert te zijn.
Voor de
terugrit dringt een reisweg via Libramont zich op. Maar ik heb de gewoonte om
mijn eigen uitvindsel nog eens af te toetsen aan die van de planners, en deze
keer is het railtime dat serieus de mist in gaat. Die willen ons per se via
Dinant sturen, wat ons meteen flink wat extra reistijd zou opleveren, en dat
kunnen we best missen in deze avonduren. Ik heb railtime trouwens al op de
hoogte gebracht van deze fout, kreeg prompt na 2 uur een retourmail waarin
stond dat ik gelijk had, maar heb tevergeefs naar de correctie uitgekeken in de
voorbije dagen.
De
terugreis in een paar momenten: in Marloie stappen enkele moeders met bijzonder
luidruchtige peuters in. Gelukkig schuiven ze door naar tweede klas. Ik begrijp
dat er een nijpend tekort aan kleuterleid(st)ers dreigt. Bij het buitenrijden
van Ciney komen we bruusk tot stilstand. Je vreest dan meteen het ergste, maar
na een minuut wordt de rit hernomen. In Gembloux staat de 2119: later zal
blijken dat de trein daar 18 minuten stil heeft gestaan voor hulp aan een reiziger. Dat is al wat
duidelijker dan beheer van het verkeer.
Toch
nog even deze mooie: tussen Gembloux en Ottignies krijgen we een tweede
controle van een controleploeg. In Ottignies stapt een jongedame in. Als de TBG
een laatste maal door de trein stapt - het moet gezegd: we hebben hem minstens
4 keer gezien tussen Libramont en Brussel - haalt ze doodgemoedereerd haar portefeuille
boven en bestelt een biljet van Ottignies naar Brussel. Blijkt dat de juffrouw
niet weet dat je in België een biljet in een station moet kopen, noch dat er
twee klassen zijn in Belgische treinen. De TBG spelt haar kordaat de les, verwijst
nog even naar de controleploeg, die haar een boete van zestig euro zou aangerekend
hebben, want die mannen hebben geen medelijden, en haalt geleidelijk bakzeil.
Uiteindelijk zal hij van het wicht dat de onschuld zelve etaleert, eisen dat ze
een biljet eerste klasse koopt. Dat kan ze trouwens niet betalen, want ze heeft
maar vijf euro op zak. En dus krijgt ze een attest waarmee ze binnen de
veertien dagen naar een station moet trekken. Wie zich ondertussen een beeld
gevormd heeft van de juffrouw en denkt dat het hier om een of andere sukkel van
een immigrante op den dool ging, moet dat beeld meteen bijstellen. Je ziet zelden
iemand die er zo autochtoon uitziet.
En nog
is het verhaal niet ten einde. De laatste rit in de IR naar Binche lijkt
geschiedenisloos te verlopen, maar dat is zonder een bende straalbezopen
heethoofden gerekend. Bij het uitstappen in Halle moet een van hen zonodig een
afscheidnemende zwarte wat toeroepen, en vermits het dialectische beis (kus) in het Frans niet altijd helemaal
hetzelfde betekent, wordt dat als een grove belediging opgevat. Als je dan
zwart bent en ook nog in het Frans riposteert, vliegen de heetgebakerde in alcohol
gedrenkte Vlaamse leeuwen voor je het weet door de lucht, afgewisseld met de
schrille kreten van twee meisjes van rond de 10 die papa smeken om niets te
doen, aldus bevestigend dat papa niet aan zijn proefstuk als vechtjas is.
Vlaanderen boven? Ook in de onderlagen van de maatschappij
In Virton heb je altijd de
indruk dat de TEC-bediening daar optimaal is. Je kunt altijd wel een wat bussen
fotograferen. Maar toch is het hier altijd behelpen, als je de bus wil nemen.
Ab5632-84 wacht zijn volgende rit af.

We konden onze bus van lijn 155a
fotograferen, nadat die Lamorteau en Torgny bediend heeft, net voor hij de Franse
grens oversteekt in Ecouviez.

En in Gérouville geven de bussen
van lijn 24 aansluiting met elkaar. De rechtse zal ons naar Florenville
brengen.

|