Vroeger zouden we er wat melancholisch bij hebben gelopen, want dit zou dan ongetwijfeld
de laatste wandeling van de zomervakantie geweest zijn. Maar de voorbije jaren
is dat alvast een zorg minder. Overigens lees ik in de krant dat Standaardnederlands
in het onderwijs echt niet meer hoeft, meer, dat het een reden zou kunnen zijn
waarom leerlingen het niet altijd gemakkelijk hebben om te volgen. Wat ben
ik blij dat ik er uitgestapt ben, zodra dat kon. Zo had ik het nog niet bekeken:
mijn TBS is gewoon een zegen voor al die leerlingen die anders schooljaren na
elkaar met mijn Nederlands geconfronteerd zouden worden. Je weet wel: noemen en heten, de media zegt, we wouden,
hij heeft me geslaan, meester
Gelukkig willen verlichte geesten van de UA - hoe zou hun eigen Nederlands
zijn, trouwens? - daar nu paal en perk aan stellen.
Maar zoals, gezegd: die last hebben we alvast niet
meer. Al doet het pijn om nu vast te stellen dat je je hele carrière verkeerd
bezig geweest bent. We stappen vandaag in Grune, een combinatie van 2
wandelingen die ons een leuke lus oplevert: die met de blauwe rechthoek, Promenade des Prés, en die met de rode
ruit, Promenade du Chevenys. Vooral
de laatste voert ons langs onvermoed mooie stukken, en de Ruisseau de Chevenys
verdient echt wel dat een wandeling naar hem genoemd is. Beide wandelingen
samen zijn net geen 12 km lang, maar we hebben een aanlooproute nodig van de N4
tot ons beginpunt, en die zorgt voor een extraatje van bijna 2,5 km.
Het is een typische Ardense tocht, rond een dorpje
waar je live kunt meemaken hoe de bloemen voor het beeld van Onze-Lieve-Vrouw
van Beauraing verzorgd en verfrist worden. In het eerste deel ligt de nadruk op
het bos, met een climax bij de oversteek van de Ruisseau de Cheveni (volgens de
stafkaart) of Chevenys (volgens de folder). Tegen het einde wordt het genieten
van bosrijke vergezichten over de reusachtige weiden heen. De TWQ ligt tamelijk
hoog: 67 %. Het leuke is dat enkele wegen die op de topografische kaart als verhard
aangegeven worden, dat in werkelijkheid niet meer zijn. Hier en daar herinnert
een plak asfalt aan de vroegere asfaltweg, maar nu stappen we weer over een
onvervalste grindweg.
Foto's van de
wandeling vind je hier.


Het dorp op de
achtergrond is Bande.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3758 8:58 9:16 +2 (633)
Brussel-Zuid - Marloie 2109 9:33 11:16 stipt
(518)
Marloie - Grune [1] 12:23 12:43 +6 (ab4553,
VDL-Jonckheere Transit 2000, stelplaats ?)
Grune - Marloie [1] 17:24 17:37 +3 (ab4555, VDL-Jonckheere
Transit 2000, stelplaats ?)
Marloie - Brussel-Noord 2139 17:43 19:18 +4
(517)
Brussel-Noord - Halle 3790 19:35 20:02 +2 (664)
De commentaar:
Je merkt het, bij gebrek aan reservewandeling, mocht
er wat verkeerd lopen, voorzien we een ruime overstap in Marloie, ook al
betekent dat een vol uur vroeger vertrekken. Maar we hebben nog enkele
wandelingen liggen in jachtgebied, en daar zal over goed een maand het klassieke
herfstgeweld weer losbarsten
We kunnen het ons dus ook niet veroorloven om een
hele dag door het OV te laten verknoeien.
De CR uit Halle vertrekt met 2 minuten vertraging, en
zal met 3 minuten vertraging in Brussel-Zuid aankomen. Erg gehaast lijkt de TB
van deze trein inderdaad niet te zijn. Je weet natuurlijk nooit waarom er traag
gereden wordt: misschien is het hier wel de macht der gewoonte, want bij stipt
verkeer kun je het hier maar beter traagjes aan doen, zeker tussen Halle en Ruisbroek.
We komen aan op perron 15, en daar zal kort daarna ook de IR naar Ottignies en
dus Walibi aankomen. Er lijkt nog aardig wat volk op de been dat van een
laatste zonnige vakantiedag wil profiteren. Dat zal ongetwijfeld tot toestanden
leiden in het enige vierledige stel dat hier de hele zomer lang om 9:21 de
meutes naar het pretpark heeft gebracht.
Overigens zal ook de 2109 nogal wat jong en ander volk
naar Ottignies brengen. Blijkbaar is het gemakkelijker om uit de bol te gaan in
allerlei monsterattracties dan om het elementaire onderscheid tussen eerste en
tweede klasse te respecteren. De controle komt onmiddellijk na
Brussel-Luxemburg en niet minder dan 12 reizigers moeten verhuizen naar tweede.
En dan mag een Amerikaanse met 2 dochters na een smeltende desperate housewife blik op haar 3 koffers nog blijven zitten. Het
is een vorm van niet goed te praten willekeur. Waarom wordt in een geval als
dit - wanneer de winst duidelijk voor de toeriste is - niet gewoon voorgesteld
om een supplement te betalen? Ik heb enig leedvermaak als ze na een tijdje
doorheeft dat alleen het eerste stel doorrijdt naar Luxemburg: verhuizen wordt
nu plots erg gemakkelijk. Het volstaat trouwens om zich gewoon in te voegen in
de stroom Japanners die zich naar voren in de trein begeven.
Een Japanse schone doet een ijdele poging om haar elegantie
te verbergen onder een mondmasker. Ja, ja, je vindt er van alle soorten in een
trein. Ze is trouwens meer bekommerd om haar eigen hygiëne dan om die van de
treingenoten, want het toilet doorspoelen was er blijkbaar te veel aan.
Waarschijnlijk haar vinylhandschoenen vergeten
Voor de rest wordt het een rustige rit: over
vertraging hoeven we ons sowieso al geen zorgen te maken met meer dan een uur
tijd in Marloie, maar de trein rijdt ook tamelijk stipt. Alleen tussen Brussel
en Ottignies zitten we blijkbaar opnieuw achter de 3908 aan, maar met vijf
minuten vertraging vertrekken in Ottignies is een succes.
Opvallende cameo's: twee splinternieuwe Desiro's, die
net voor ons vertrokken waren in Brussel-Zuid (en die een vlotte rit door de
NZV verhinderden) zien we terug in Namur en wat later in Marloie. Nog een duo
dat de kudde werkloze treinstellen in Stockem gaat versterken.
Tijd zat dus in Marloie. Het stationsbuffet ziet er erg
seventies uit, met een tot in de details doorgedreven gebruik van groen en
oranje. Waar is de tijd dat we hier nog een koffie of een pint kwamen drinken
bij een al wat oudere waardin, die haar vrije tijd vulde met haken en breien,
en er prat op ging dat haar buffet het enige was dat op zondag nog open was.
Geen oranje en groen toen, behalve in de breiwerkjes
Lijn 1 verbindt Marche met Bastogne, via een niet
onbelangrijk overstapstation als Marloie. Maar dit inspireert de TEC niet tot
het invoeren van een degelijke dienstregeling. Met een vijftal verbindingen per
dag, en met een erg ondoorzichtige bediening door een aantal ritten van
Nassogne en Grune, en een al even wispelturige reisweg in de ruime omgeving van
Amberloup, is het weinig waarschijnlijk dat deze buslijn ooit een voldoende
groot publiek zal aantrekken. Ter illustratie: als we vanmiddag onze bus
missen, is het vier uur wachten op de volgende. En de bus van even na vijven is
meteen de laatste van de dag. De tram bood hier in de jaren 1930 ongeveer
dezelfde mogelijkheden
Nog een slordigheidje: de dienstregeling aan de halte
vermeldt niet dat onze bus langs Nassogne en Grune rijdt. Vermits men dat voor
andere ritten wel doet, is de conclusie duidelijk.
Overigens worden we hier vandaag geconfronteerd met
een typisch Waalse toestand: de N4. Voor de heenrit kunnen we dan wel gebruik
maken van de bus die Grune zelf bedient, de terugrit blijft op de N4. Er is een
halte Grune N4, maar die kun je
alleen bereiken als je vanuit Grune zo een 700 m langs de N4 stapt. Wie eens
aan den lijve wil ondervinden hoe het aanvoelt als je langs een autoweg stapt,
moet dit stukje N4 zeker eens volgen. Het is de ultieme confrontatie met de
waanzin van het wegverkeer: auto's en vrachtwagens die tegen vaak te hoge
snelheden bergaf denderen, twee stappers, gewapend met een wandelstok, die
angstvallig de gaten in de betonnen vangrails in het oog houden, waar al die
zelfverklaarde topchauffeurs tegen zijn gebeukt. De TEC heeft weinig keuze,
maar de bushalten langs deze weg doen me onwillekeurig denken aan bepaalde
attracties in het Walibi van vanmorgen: alleen geschikt voor kickzoekers.
Een doemscenario duikt op: stel dat de bus achter een
vrachtwagen zit en ons helemaal niet ziet staan. Maar gelukkig komt de bus open
en bloot aan rijden, en hij laat ons al van ver met de richtingaanwijzers
merken dat hij ons zien staan heeft. Dat vind ik altijd een prettige attentie
van de buschauffeur, en een terechte beloning voor onze gewoonte om altijd goed
op tijd de hand op te steken. Nu ja, gelukkig, de bus heeft zes minuten
vertraging, en dat ziet er niet zo goed uit voor de aansluiting in Marloie,
temeer omdat we vanmorgen al op twee plaatsen opgehouden werden door mobiele
verkeerslichten. Maar die zijn na de dagtaak aan de kant geschoven:
uiteindelijk komen we in Marloie aan met 3 minuten vertraging. Als dan meteen
blijkt dat de IC naar Brussel met zes minuten vertraging rijdt, kunnen we ons
beginnen voorbereiden op een zorgeloze terugreis.
Uiteindelijk zal IC 2139 trouwens met 9 minuten in
Marloie vertrekken. Tot Ottignies wordt die vertraging geleidelijk afgebouwd,
maar voor een keer gaat het niet vlot tussen Ottignies en Brussel. We zullen
dan ook met een restvertraging van 4 minuten in Brussel-Noord aankomen. In Ottignies
vinden zes Vlaamse bakvissen het bijzonder knus in eerste klas. Ze beschikken
trouwens over wonderbare gaven, want als ik boos opmerk dat tweede klas meer
naar voren in de trein is, antwoordt eentje dat er geen plaats is. (Alsof dat
een argument is
) Als ik nog bozer antwoord dat ze niet eens gaan kijken zijn,
en als ook de TBG zich ermee bemoeit - de omgekeerde wereld, ik weet het -
druipen ze af.
Dat we uiteindelijk met 4 minuten vertraging in
Brussel-Noord aankomen, is niet zo erg. Wel verdacht: de IR naar Binche staat
niet vermeld op de aankondigers op het perron. Ruim laat klinkt het
onheilsbericht: door een defect aan de locomotief rijdt deze trein vandaag
niet. Gelieve blablabla. De Franse computerstem doet hetzelfde verhaal, alsof
ze aankondigt dat vanaf nu alles peis en vree zal zijn, overal ter wereld. Ik
moet eerlijk zeggen dat die jolige luchtigheid van de stem me steeds weer
enerveert als ze een vertraging of een andere vorm van onheil aankondigt. Deze
3940 bestaat uit een reeks 18 met M6-rijtuigen. Zie je wel dat met de instroom
van recent materieel alle problemen van de NMBS opgelost zijn
Het wordt dus de CR naar Braine-le-Comte. Dat werd
trouwens ook gesuggereerd aan de reizigers voor Halle, Tubize en Braine-le-Comte.
Met één tweeledig stel kan dit - zeker tot Halle - een aardig gevuld treintje
worden. Maar het valt allemaal nogal mee. Eerste klas is half vol, en in tweede
zit men dicht bij de 100 procent aan, maar al wie dat wil kan zitten. Tijd voor
wat avondfilosofie. Tussen Ruisbroek en Lot heb je ofwel uitzicht op het kanaal
ofwel op de tuintjes achteraan de huizenrij die hier dicht bij de spoorweg
aanleunt. Toen ik hier als jongeman voor het eerst langs spoorde, waren zo goed
als al die smalle achterstrookjes goed verzorgde groentetuintjes, prachtige
seizoenskalenders voor wie er oog voor had. Twintig jaar geleden verdwenen veel
van die tuintjes: keurig, kortgeknipt gras kwam in de plaats - dat was nu
eenmaal de trend in die tijd, onbegrijpelijk voor mensen die gras in de eerste
plaats zagen als koeienvoer. En nu zijn zelfs de grasperkjes verdwenen: veel
groentetuintjes uit de oude tijd liggen er nu compleet verwaarloosd bij: het
gras is hoog opgeschoten en biedt nu welgekomen bescherming voor wat sommigen
onkruid plegen te noemen. De noeste werkmens, die na de dagtaak zijn tuintje
verzorgt, waar zit hij. Zeker niet waar Yvan Heylen hem situeerde: hie'!
En bij aankomst in Halle hebben we opnieuw recht op
een dispuut tussen reizigers, één instappend, één uitstappend. Gelukkig loopt
het minder uit de hand dan verleden keer. Maar je zou je toch beginnen afvragen
of je sommige individuen niet beter aan een leiband zou houden
Een foto van
een ongewone trein, die nu toch al enkele maanden rijdt, maar die vroeg of laat
weer van onze sporen zal verdwijnen: de 1358 sleept een gemengd stel I6 en M6:
E2133 Luxemburg - Brussel-Zuid in Marloie.

|