In 2013 verschijnt een nieuwe versie van de topogids van GR 575 Tour du Condroz
Namurois. Die laatste wordt meteen gekoppeld aan GR 576 Tour du Condroz
Liégeois, zodat een overzichtelijke Condroz-GR ontstaat. De trajectwijzigingen
zijn van die aard dat we op de website van de Waalse GR zelfs de raad krijgen
om voorlopig niet over beide GR's te wandelen. Maar wij sluiten vandaag toch de
GR 575 oude versie af met een tocht tussen Mozet en Andenne, en nemen er enig
ongemak met de bewegwijzering graag bij. Er is inderdaad een verbetering net voor Goyet, maar voor de
rest valt het allemaal mee. We stappen iets meer dan 13 km over de GR (en nog
eens 1.2 km van de GR tot het station van Andenne), en de TWQ bedraagt 51 %.
Tochten in de Condroz vallen zelden tegen, ook al zijn
vele veldwegen hier verhard. Het soms sterk golvende landschap, de vergezichten
en de stroken restbos zorgen voor veel afwisseling, die je soms meer naar het
zuiden wel eens moet ontberen. Dat is ook vandaag zo. In Goyet krijgen we er
een echt kasteel bovenop, Strud is een onooglijk dorpje met een prachtig gelegen
kerkje op de hoogte, Groynne heeft nog een kasteelhoeve, die waarschijnlijk
geen kasteel en geen hoeve meer is, en Andenne heeft rond de Collegiale
Sinte-Begga een rustig en aangenaam stadshart, vooral omdat de auto er zo goed
als verbannen is. Voor de afwerking zorgt de nazomerzon.
Foto's van de wandeling vind je hier
.
Het
kasteel van Goyet, zoals je het niet meer zult zien langs het nieuwe
GR-parcours. Je kunt niet alles hebben: een dikke vrouw en veel plaats in bed.
(Oei, is dat seksisme?)
Groynne,
kasteel en boerderij, nu een gedeelde woonst met veel brievenbussen
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3759 9:58 10:16 stipt
(695)
Brussel-Zuid - Namur 2110 10:33 11:39 +1 (508)
Namur - Mozet [42] 12:25 12:58 stipt (5061-19,
Mercedes Citaro LE, Bus et Cars Roquet)
Andenne - Brussel-Luxemburg 2438 17:33 18:35 +1
(404)
Brussel-Luxemburg - Halle 6139 18:45 19:12 stipt
(920)
De
commentaar:
Vermoedelijk
heeft buslijn 42 een heel aparte geschiedenis. Voor WO II lijkt er helemaal
geen bediening geweest te zijn van de dorpen Loyers, Mozet, Faulx, Haltinne en
enkele andere, maar begin 1950 duikt plots een particuliere buslijn op in de
tabellen. Wanneer die precies door de NMVB is overgenomen, heb ik niet teruggevonden,
maar de kans is groot dat de huidige pachter ook de uitbater geweest is van de
oorspronkelijke private dienst. In 1975 is dat Vve. J. Roquet (uit
Strud-Haltinne), vandaag heet diezelfde firma officieel Bus et Cars Roquet.
Maar
eerst moeten we in Namur geraken. Stilaan zijn we wat voorzichtiger geworden:
het inbouwen van wat reserve is niet alleen goed voor het bange hart, het biedt
gewoon ook meer kans op succes. Daarom wordt het de CR naar Brussel van 9:58 en
niet de IR van 10:09. Veel avontuurlijks is er niet aan onze verplaatsing. De
CR rijdt stipt Brussel-Zuid binnen, en de 2110 staat keurig op tijd aan het
perron. De stellen van Stockem lijden tegenwoordig erg onder het misdadig maar
blijkbaar nooit bestrafte wangedrag van de verfspuitsponsors en ook vandaag is
het resultaat niet om aan te zien. Alleen tussen La Hulpe en Ottignies rijden
we weinig vlot, al weet ik niet of ik dat deze keer opnieuw in de wielen van de
3909 moet schuiven. Vier minuten vertraging zijn het resultaat, maar in Namur
is de vertraging zo goed als weggevlakt.
De bus
van lijn 42 moet nog even door de Naamse agglomeratie
maar na enkele kilometers kiest ze resoluut voor het platteland. Opvallend: zo
goed als alle zitplaatsen zijn ingenomen. En onderweg kruisen we een bus van
lijn 66 met een meer dan behoorlijke bezetting. Spijtig dat Wallonië niet eens
wat geld tegen sommige streeklijnen aan wil gooien. Het potentieel is er - zij
het niet overal. Wat gps-cijfertjes voor de aardigheid: we leggen 16 km af tussen
Namur en Mozet, tegen een gemiddelde
snelheid van 28,4 km/uur. (Ik weet het: ik zou met moeten schrijven, maar het klinkt ongelooflijk slecht
). We
halen even 81,8 km/uur. En nog even een eigenaardigheidje: vooraan in de bus,
in het zicht van de chauffeur, is een oranje lampje aangebracht dat aanfloept als
een halte aangevraagd wordt, blijkbaar ter ondersteuning van het gezoem dat de
chauffeur verwittigt. (Voor de Nederlanders: waarschuwt. Ik lees in een
interview met Drs P. dat hij verwittigen
zo een prachtig Vlaams woord vindt.)
Voor de
terugreis kunnen we gebruik maken van de rechtstreekse verbinding tussen Andenne
en Brussel. Je hoort wel eens kritiek op die lange, niet altijd even logische
lijnkoppelingen, maar vaak zijn ze toch erg handig voor de gebruiker. Anders
dan de tegenligger uit Brussel rijdt onze trein tamelijk stipt. Althans, tot
Namur, want het treindeel uit Dinant strooit roet in het eten. Toch vertrekken
we met maar 5 minuten vertraging, na een vlotte koppeling. In Brussel-Luxemburg
is de vertraging trouwens grotendeels ingelopen. Ik heb altijd van de breaks
gehouden, ook al omdat ze destijds bijna revolutionair anders waren, maar
vandaag steekt een van hun zwakke punten luidkeels de kop op: de raampjes staan
open, en vanaf een bepaalde snelheid wordt het lawaai oorverdovend. Ik durf
zelfs wedden dat in de tunnel van Sclaigneaux de normen van Schauvlieghe niet
gehaald worden.
Anders
dan de breaks kunnen de duikbrillen mijn sympathie niet wegdragen. Toch kiezen
we voor een overstap in Brussel-Luxemburg, gewoon omdat die meer voor de hand
ligt. Qua rijkwaliteiten doen deze stellen me altijd aan M1-rijtuigen denken. Behalve
dat je daar nog een echte eerste klas in had, schudden en zwieren deze nochtans
vijftig jaar jongere stellen zoals de M1's in hun beste dagen, vaak dan nog
over beter onderhouden spoorlijnen. Misschien heeft het wat te maken met de
positionering van eerste klasse pal boven een bogie. We rijden Halle binnen parallel
met de IR naar Quévy, die we met een overstap in Brussel-Noord gehaald zouden
hebben. Voor de tijdswinst hoefden we het dus niet te doen. Maar het comfortverschil
is wel gigantisch
|