GR 128 loopt van het Franse Wissant naar
het Duitse Aken, en wij stappen vandaag van Moorslede naar Kachtem, goed voor
iets meer dan 16 km. Hoe groot moet de frustratie van de ontwerpers zijn als je
door een onbewandelbaar gebied als dat van vandaag moet stappen? Op geen enkel
moment van deze tocht kom je los van soms opdringerige bebouwing; zelfs als je
midden tussen de weiden en de velden staat, wordt het uitzicht ontsierd door
gebouwen van allerlei slag, en de bedrijvigheid lijkt hier maar niet stil te vallen.
De TWQ bedraagt 22 %, maar slechts enkele honderden meters zijn echt te
pruimen. En dan moet je weten dat we de verbeteringen gevolgd hebben, die in
een volgend jaar te verschijnen heruitgave van de topogids worden opgenomen.
Alleen de onmiddellijke omgeving van het Koekuitbos en het Sterrebos vallen
even uit de algemene toon, lees: zijn van enigszins beter kaliber. Tot overmaat
van ramp heeft het nieuwe traject tussen Rumbeke en Kachtem nog een bijkomende
slag te verduren gekregen. De NMBS heeft hier namelijk een overweg afgeschaft.
Zelf ben ik van oordeel dat de enige goede overweg een afgeschafte overweg is
(zoals overweg 13 op lijn 94
), maar géén alternatief voorzien voor voetgangers
is kortzichtig. In dit concrete geval betekent het dat verderop het jaagpad van
het kanaal Roeselare - Leie onbereikbaar wordt; het alternatief is een absoluut
onaangenaam traject langs drukke hoofdwegen. Ik kreeg vandaag nog maar eens de
bevestiging dat grote delen van (West-)Vlaanderen al lang niet meer als
aangenaam wandelgebied in aanmerking komen: dit deel van de Vlaanderenroute
heeft dat spijtig genoeg ten overvloede geïllustreerd.
Wie op zoek is naar meer foto's kan hier
terecht. Zoals wel vaker leverde een niet zo denderende wandeling toch fraaie
plaatjes op. Misschien is dat omdat je dan wanhopig probeert om er dan toch nog
iets van te maken.
Hoe
geraakten we er?
We kunnen Moorslede bereiken via Menen
of Roeselare, maar Roeselare biedt net iets meer mogelijkheden, al moet je erop
rekenen dat het met de aansluitingen allemaal prima verloopt. (Wanneer niet?)
We kiezen voor een route Halle - Brussel - Kortrijk - Roeselare, omdat we de
mogelijk drukke IC naar Knokke/Blankenberge (met overstap in Brugge) niet zien
zitten. Er is zelfs nog een derde mogelijkheid met overstap in Lichtervelde,
maar die brengt ons weer op de potentieel drukke IR naar De Panne.
We komen vandaag onrechtstreeks in
contact met de overblijfselen van 2 spoorlijnen: lijn 64 Roeselare - Ieper,
waarvan de reizigersdienst in 1953 verdween, en lijn 65 Roeselare - Menen die
al in 1950 ter ziele ging. De buslijn 94 die ons van Roeselare naar Moorslede
brengt, is de rechtstreekse afstammeling van de vervangingsbus die hier de
sluiting van de spoorlijn moest opvangen. In Zilverberg liepen we heel even
over de resten van de bedding van lijn 65, maar je moet al een neus hebben voor
dergelijke zaken om die hier nog te herkennen. (Meer info op de erg
interessante site van Paul Kevers.)
Halle - Brussel-Zuid 3107 09:19
09:30 stipt 389
Brussel-Zuid - Kortrijk 2331 09:41 10:45 +1 1837 - 61063
Kortrijk - Roeselare 0831 10:48
11:04 +1 2158 - 58052
Roeselare - Moorslede [94] 11:35
11:49 stipt ab5502-39
Kachtem - Roeselare [81] 17:42
17:51 stipt ab5507-04
Roeselare - Kortrijk 0817 17:55
18:12 +4 2149 - 58049
Kortrijk - Brussel-Zuid 2317 18:15 19:19 stipt 436
Brussel-Zuid - Halle 1590 19:28
19:37 stipt 08519
ab5502-39 = Jonckheere Transit 2000, van Deceuninck
ab5507-04 = Jonckheere Transit 2000, van Mandel Car Toerisme
En
wat beleefden we?
De combinatie wandelen - openbaar
vervoer verloopt in Vlaanderen vele keren vlotter en rustgevender dan in
Wallonië, door het veel betere aanbod van De Lijn. Vandaar dat we vandaag wat
losser omspringen met de aansluitingen.
IR3107 brengt ons naar Brussel-Zuid, en
bereikt dat station een kleine 3 minuten te vroeg. De bezetting is meer dan
behoorlijk: deze IR is blijkbaar niet alleen voor Hallenaren een graag genomen
rechtstreekse verbinding met Mechelen (Planckendael) en de Antwerpse Zoo.
IC2331 wordt met M6 gereden - onnodig te
zeggen dat de capaciteit van deze trein (een terugrit van een spitsuur-IC)
ruimschoots voldoet. We kiezen eerst voor het benedendek, maar als daar ook wat
NMBS-personeel op de terugweg opduikt, verhuizen we naar het bovendek. Daar
zitten dan wel weer 3 Russen, van wie één in dat taaltje dat voor Engels door
moet gaan een lang gsm-gesprek voert, blijkbaar over een pakket dat dringend
geleverd moet worden. Ze stappen uit in Oudenaarde; onwillekeurig vraag je je
dan af: wat zoeken die begot in Oudenaarde?
Het wordt even aarzelen aan de Y.Zandberg; vermoedelijk is de trein die we zo
meteen in Kortrijk hopen te nemen daar de oorzaak van. Ik hoop, eerlijk gezegd,
dat die supersnelle aansluitingen er vanaf eind 2014 allemaal uit gaan. (Wij
zouden vandaag trouwens met de L naar Blankenberge dezelfde aansluitende bus
kunnen halen.)
De IC naar Oostende staat inderdaad al
te wachten. We hebben de trap kant Ieper gekozen, zodat ik in de vlucht nog net
het nummer van de locomotief van IC831 kan opslaan. Het volstaat blijkbaar dat
Frank en Sabine in hun weerberichten een getal lager dan 20 uitspreken, om de
dagelijkse volksverhuizing richting Belgische Kust te doen stilvallen. De
bezetting van deze trein is dan ook eerder mager. Zal ons worst wezen
In Roeselare bouwt men onder en rond het
NMBS-station. Het goedgelegen busstation is een eind opgeschoven, en het vraagt
wat zoekwerk voor we dat door hebben. Aribus is (nog) niet in dienst. De bus
van lijn 94 komt ruimschoots op tijd aan en we genieten van een relatief korte
rit naar Moorslede. Eenmaal buiten de invloedssfeer van het Roeselaarse
wegverkeer slaagt de chauffeur er makkelijk in de 3 opgelopen minuten vertraging
weg te werken. We arriveren stipt aan de halte Moorslede Plaats.
Voor de terugrit willen we gebruik maken
van een van de schaarse bussen van lijn 81. Zoals verwacht zijn we de enige
reizigers. Je kunt je afvragen wat de zin is van deze buslijn, die het tussen
Roeselare en Izegem moet stellen met één ochtendrit en één avondrit in beide
richtingen. Al kan de vakantie het beeld vertekenen. Wij houden angstvallig de
rit van deze bus in het oog, want met 4 minuten aansluitingstijd in Roeselare
hebben we niet bepaald veel reserve. Maar het lijkt er al gauw op dat alles in
orde komt.
Roeselare mag dan wel over roltrappen
beschikken, de weg ernaartoe lijkt me niet bepaald veilig: donker en
onafgewerkt. Maar we komen zelfs nog voor de IC aan het perron. Het probleem
van vanmorgen stelt zich opnieuw: als we in Kortrijk de IC naar Dendermonde
willen halen, kunnen we niet snel even naar achter lopen om het nummer van de
loc te bepalen. Maar als de tbg komt, vraag ik vriendelijk of zij misschien
weet welke loc achteraan hangt. Ze hoeft er niet eens over na te denken, en ik
krijg meteen de gevraagde info. Zij ziet er zichtbaar blij uit dat ze me zo
prompt kan helpen, al zal ze zich wel afvragen waarom ik dat nummer zo ijverig
noteer. We halen Kortrijk niet zonder 4 minuten vertraging: het is het scenario
van vanmorgen, maar dan omgekeerd: deze keer is het de 2317 die voor de wielen
van de 817 rijdt. Maar we halen de aansluiting: de IC neemt gewoon braaf de 4
minuten vertraging van de IC uit Oostende over. Ik maak me dezelfde bedenking
als vanmorgen. Het duurt trouwens een hele tijd voor die vertraging opgelost
is, maar tussen Denderleeuw en Brussel-Zuid worden de resterende minuten er
gemakkelijk af gereden.
De L naar Geraardsbergen bestaat uit een
Desiro. De achterste buitendeur (eigenlijk bedoeld als snerend grapje want er
zijn geen binnendeuren!) is defect. Zoals de tbg ons meteen na vertrek komt
zeggen: we zullen langs een andere deur moeten uitstappen want deze deur is
afgezonderd. De charme van het spoorwegjargon.
Opnieuw hebben we kunnen genieten van de peis en de
vree die in deze vakantieperiode over de NMBS is neergedaald. Hoewel, peis en
vree: terwijl ik dit neertokkel proberen twee houtduiven hun stukje territorium
(of elkaar?) te veroveren, en daar komt regelmatig het betere vleugel- en
stoerebinkborstwerk bij kijken. Misschien proberen ze wel een nieuwe CEO te
vinden
|