Het was al een tijdje geleden maar zaterdag 8 juli trokken we er opnieuw op uit, en
dat ging meteen naar de Gaume, een reis die tegenwoordig langer duurt dan
een naar Parijs of zelfs Londen. Doel van de reis was Châtillon , waar we
zouden wandelen over de bewegwijzerde paden 17 en 18. Bepaalde delen van de
wandeling waren ronduit mooi, maar de ontwerpers van de paden hebben zich af
en toe wat te veel laten leiden door de gebetonneerde oude trambedding van
de lijn Arlon - Ethe. Voor wandelaars kan zo iets wel even, maar al te lang
mag zo iets niet duren, want betonnen linten gaan snel vervelen.
Hoogtepunt van de 2 lussen is ongetwijfeld de "Ermitage de Wachet" waar eeuwenlang gebeden werd voor ons aller zielenheil. De Gaume is natuurlijk een prachtige streek, al zijn heel wat wegen in de loop van de tijden geasfalteerd geraakt. Maar de bossen mogen er altijd zijn, de niveauverschillen kunnen verrassend en de uitzichten verbluffend zijn. Ik heb de wandelingen georrud uit "Lopen, rijden, fietsen, draven , wandelen in het hartje van het Gaumeland", dat al enkele jaren oud is en waarschijnlijk niet meer te verkrijgen. De wandeling 18 liep trouwens helemaal anders dan ik het boekje beschreven.
We namen in Halle om 9:01 de IR naar Brussel-Noord tot Brussel-Zuid waar we
om 9:18 arriveerden, één minuut later dan voorzien. Tussen Ruisbroek en
Vorst-Zuid moesten we voor een keer niet wachten op een Thalys of TGV en dus
verliep de rit vrij moeiteloos. Stel van dienst was de 810, het stel met de
steriliseerbokaalglazen.
In Brussel-Zuid stond de IC naar Luxemburg al te wachten. We namen gewoontegetrouw plaats in het laatste stel (ms 507). Behalve wat
luidruchtige allochtonen tussen Brussel-Luxemburg en - naar ik schat - La
Hulpe, het moment waarop de Security optrad, verliep de rit rustig. Als ik
zeg dat het allochtonen waren, zullen sommigen me van racisme verdenken, doe
ik het niet, dan doe ik de waarheid geweld aan; er klonk zelfs Arabisch
geïnspireerde muziek door het rijtuig. In wat voor maatschappij leven we
toch als zowat elk pretpark of domein (Huizingen, De Ster in Sint-Niklaas,
Walibi, Wégimont...) voor problemen zorgt, en alleen strak toezicht de
toestand enigszins onder controle kan houden?
In de Gaume heerste gelukkig de gewone rust: ab 4716 (ex NMVB 2503 - een Van
Hool A600 van de eerste lichting) van stelplaats Aarlen bracht ons
probleemloos naar Châtillon, met de bron van de Ton, en de restanten van de
hoogovens van destijds. De dienstregeling: Arlon Station 12:27 - Châtillon
(Cercle Saint-Pierre) 12:50.
Voor de terugrit hadden we een andere bus van dezelfde familie: ab 4713 (ex
NMVB 2500 - opnieuw van Arlon) om 16:18. We kwamen stipt aan in Arlon om
16:31. Tot mijn verbazing stond de IC naar Brussel al te wachten op perron
2: de CFL-loc 3007 met 5 M6-rijtuigen. Pas achteraf zou ik vernemen hoeveel
geluk we vandaag gehad hadden: een bovenleidingsbreuk tussen Jemelle en
Libramont, en voor ons toch geen enkele hinder: dat is bijna niet te
geloven. Uit Luxemburg kwamen twee ms 96 die blijkbaar de IC tussen Arlon en
Luxemburg en terug vervangen hadden. We zaten in rijtuig 61030, vlak achter
de loc, meteen een goede positie om het zwoegen van de 3007 (verre van
constant op deze lijn van stijgen en dalen) te horen. Een meisje van een
jaar of 12 zat naar een walkman te luisteren, die je in de hele
bovenverdieping van de dubbeldekker kon horen: oervervelend en binnenkort
draaien we met zijn allen op voor heer beschadigde oortjes. We bereikten
Brussel-Noord precies op tijd om 19:15, en moesten alleen nog even in ms 802
met de IR naar Binche (19:34 - 19:59). Deze keer moesten we wel wachten in
Vorst op een Thalys in vertraging (mogelijk als gevolg van een ongeval in
Nederland, waardoor ook de Beneluxtreinen beperkt waren tot Roosendaal?) en
dat leverde 2 minuten vertraging bij aankomst in Halle op. Maar wie maalt
daar om?
|