De wandeling. Op regelmatige tijdstippen bundelt Natuurpunt de beste wandelingen in de eigen reservaten en met wat geluk kun je enkele jaren na publicatie de wandelingen ook nog volgen zoals ze in de boekjes beschreven staan. Rijkelijk bejegend met subsidies lijkt Natuurpunt immers tot een belangrijke bouwheer te zijn uitgegroeid die van het aanpassen van de natuur aan de eigen inzichten een levenswerk heeft gemaakt. Wij volgden vandaag de rode wandeling in de Genkse Maten, zoals beschreven in een boekje uit 2006. En ja, voor een keer is het traject nog nergens aangepast. De tocht is 10.650 km lang en loopt voor 64% over onverharde paden. Het heeft de laatste weken wat meer geregend dan we gewend waren geraakt en sommige paadjes zijn "diep". Maar niet getreurd: het is een erg prettige verkenning geworden van een gebied dat getekend wordt door vijvers en beken. De rode wandeling permitteert zich slechts even een excursie naar een woonwijk, maar het geheel houdt als natuurwandeling stand. Kaart en foto's.
De Stiemer bevloeit De Maten. Ook dit is een Nederlandse zin, zoals Maaien abten hooi?
Uitgestrekte vijvers zijn een paradijs voor watervogels die zich wel op de achtergrond houden.
Het weer. Zwaar bewolkt en redelijk fris, Belgische winter, kom…
De stafkaarten. 26/5 N Genk - 26/5Z Langerlo - 25/8Z Hasselt (Oost) - 25/8N Zonhoven
Hoe we er geraakten. De enige keuze die we moesten maken was of we de halte Genk Holeven uit Genk of uit Hasselt zouden naderen. Gezien de onmiddellijke nabijheid van Genk was de keuze snel gemaakt.
Een beetje geschiedenis. De huidige buslijn 1 is een vrij trouwe replica van de vroegere tramlijn 1 die Hasselt met Genk (en enkele mijndorpen) verbond, al is de lijn nu beperkt tot Genk Station. De bediening van Zwartberg, Winterslag en Waterschei valt ondertussen onder andere buslijnen. Genk groeide in enkele decennia uit van een arm schildersdorp tot een stevig uit de kluiten gewassen mijngebied toen begin XXste eeuw steenkool in de ondergrond ontdekt werd. Het duurde enige tijd voor het openbaar vervoer op de bevolkingsgroei en op de nieuwe industrie inspeelde. Lang moest Genk het dan ook stellen met één tramverbinding met Liège en een treinverbinding met Hasselt: lijn 21 liep van Landen naar Eisden (Mijn) en bediende Genk (Steenweg), lijn 21 A verbond Hasselt met Genk en Maaseik. De tramverbinding met Hasselt kwam er in 1936; in 1958 werd de reizigersdienst alweer stopgezet. Vermoedelijk is het een van de weinige tramlijnen (zo niet de enige) die van opening tot sluiting elektrisch is geweest. In Genk werden de mijndorpen lusvormig bediend. Bij de verbussing bleef die lus aanvankelijk behouden. Vandaag stopt lijn 1 bij Genk Station. Als de logica van de basisbereikbaarheid wordt doorgedreven, dan wordt deze succesvolle buslijn met sluiting bedreigd. Ze loopt immers parallel met de spoorlijn Hasselt - Genk, en dat is in de huidige visie op de rol van De Lijn niet langer aanvaardbaar. Laat ons hopen dat het gezond verstand hier (en op veel andere plaatsen) zegeviert. (En dat het in stand houden van deze buslijn niet gaat ten koste van andere lijnen.)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid |
1908 |
09:37 09:48 |
stipt |
553 |
mr96 Deense neus |
controle: N |
Brussel-Zuid - Genk |
1508 |
10:12 11:52 |
stipt |
1922 - 61046 |
M6 |
controle: J |
Genk - Genk |
[1] |
12:00 12:06 |
+4 |
ab5753 |
Iveco Crossway LE |
Hasselt (?) |
- |
|
|
|
|
|
|
Genk - Genk |
[1] |
14:51 14:57 |
+6 |
ab5753 |
Iveco Crossway LE |
Hasselt (?) |
Genk - Brussel-Noord |
1538 |
15:08 16:38 |
+1 |
1915 - 61015 |
M6 |
controle: J |
Brussel-Noord - Halle |
1588 |
16:42 17:02 |
+6 |
08209 |
mr08 desiro |
controle: N |
En wat we beleefden. In Halle staat een van de aribusborden nog altijd vastgeroest op 6:43. Dat illustreert overtuigend de absolute onbetrouwbaarheid van aansluitingen trein/bus. Alleen de aansluitingen bus/trein zijn nog onbetrouwbaarder. Geen wonder dat zo veel pendelaars de auto verkiezen om naar het station te komen, ook al liggen sommige parkeerplaatsen een kwartiertje ver. Goed nieuws is er ook: de perrons in Halle zijn nu allemaal uitgerust met aankondigingsschermen. Opvallend genoeg wijkt dat van perron 3 af qua lay-out. De beide IC's die ons naar Genk brengen doen het vandaag opvallend goed, al loopt het binnenrijden van sommige stations niet altijd vlot. Als in een forum honderden bijdragen gepost zijn over binnenkomen op rood is er wel degelijk een probleem. Het lijkt wat op auto-immuunziekten: het veiligheidssysteem dat het eigen exploitatiesysteem aanvalt.
De bus van lijn 1 moet ons buiten het stadscentrum brengen. Het is een behoorlijk drukke bus. We stappen uit bij de halte Holeven. Wat accommodatie betreft mag deze halte er best zijn. Maar als uitstapper wordt je wel gegrepen door een sterk onveiligheidsgevoel omdat auto's je langs alle zijden belagen op het eerder smalle maar wel verhoogde perron. Autowaanzin aan den lijve ondervinden, doe je hier.
De bus van de terugrit zit zo mogelijk nog voller, zo vol dat we vooraan moeten rechtstaan. Naarmate we Genk Station naderen, komen meer en meer reizigers naar voren om aansluitingen te vragen, want lijn 1 rijdt met vertraging. We verbazen ons over de vlotheid, vriendelijkheid en behulpzaamheid waarmee dit allemaal wordt afgehandeld, met een simpel contact tussen chauffeur en dispatching. Bij ons kan het ook wel, maar het gaat allemaal een stuk stroever en het lukt lang niet overal. De bus zal ons uiteindelijk met een vijftal minuten aan het station neerpoten; nog niet zo lang geleden hoorden we dezelfde commentaren op dezelfde plek: het is vrijdag en de terugkerende studenten zorgen voor chaos.
Ook de terugreis per trein verloopt relatief vlot: IC 1538 komt met 1 minuutje vertraging in Brussel-Noord aan; zo halen we de aansluiting van 4 minuten met de S naar Denderleeuw. Die zal stipt door de NZV rijden, maar in Brussel-Zuid en verder loopt het fout: wat er precies in de weg zit is onduidelijk, maar de vertraging van 3 minuten in Brussel-Zuid groeit aan tot 6 minuten bij aankomst in Halle.
De treinlectuur. Karl MAY, De schat in het Zilvermeer. Rachel JOYCE, De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry.
Een scheutje oprisping. Als een diploma na vier jaar passé is, (dixit Muyters) kunnen we de studies dan niet beter overslaan?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|