De wandeling. De coronacrisis heeft voor ons alleszins het positieve effect gehad dat we grondiger dan ooit de eigen streek zijn gaan verkennen en dat resulteerde in 11 Thuis-wandelingen, naar de populaire soap van de VRT. Vandaag stapten we voor de derde keer, aflevering 10, voor het eerst in omgekeerde richting. Het is ene tocht die je door 3 bossen brengt: van klein naar groot, het Maasdalbos, het Lembeekbos en natuurlijk ook het Hallerbos, waar de wilde narcissen op dit moment het bedje spreiden voor de boshyacinten die hier weldra hopelijk zoals verleden jaar niet te veel volk zullen lokken. Onze tocht is 15 à 16 km lang en haalt een TWQ van 64%, langs uiteraard de onverharde wegen door de bossen maar ook talrijke andere veld- en voetwegen, die je door een stevig golvend landschap voeren. Kaartje en zomerse foto's vind je op de vertrouwde plaatsen.
Het weer. Fris, rustig, licht bewolkt lenteweer. De stafkaarten. Op 1:10.000 is dat kaart 39/2N Tubize; wie het wat ruimer wil zien kan ook met de kaart op 1:20.000 39/1-2 Rebecq - Tubize op pad trekken. Uit de titels van de kaarten valt duidelijk af te leiden dat je hier duidelijk óp de taalgrens zit. Hoe we er geraakten. De tocht komt langs onze voordeur. Een beetje geschiedenis. Over (verleden en toekomst van) lijn 155 heb ik het al vaker gehad. Net zoals over lijn 114 trouwens.
Van Dedecker verwacht je niet meteen veel verstandige praat - harde smakken op de tatami tasten vermoedelijk het brein aan, maar nu voel ik me persoonlijk beledigd. Waar haalt hij het om de terrassen in zijn gemeente open te verklaren, als tienduizenden mensen nog altijd bereid zijn om de coronaregels te volgen. Ik weet niet of dit het uitdelen van een kaakslag is of regelrecht in het gezicht spuwen van de meerderheid van de bevolking, maar ongetwijfeld zijn ze beide nog verboden in coronatijden.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|