De wandeling. Tussen 27 april 1980 en 15 mei 2011 bracht ik 103 keer collega's en later ook kennissen en vrienden op de been, zo een 4 keer per jaar, onder de noemer Hacowa. De naam was gevormd volgens de geplogenheden van de jaren zeventig en tachtig en stond voor Halle College Wandelen. Nu we toch nog altijd niet echt de boer op gaan zoals we dat vele jaren gedaan hebben en we de Thuisafleveringen stilaan van binnen en van buiten kennen, is het moment gekomen om de wandelingen in de ruime buurt te recycleren. Dat doen we voor het eerst met een aangepaste (en uitgebreide) versie van onze tocht tussen Edingen en Halle die de moedige stappers van Hacowa op hun bord kregen op 28 januari 2001, nu ruim 20 jaar geleden. De 23 km van toen werden er wel 28 nu, wat veel stappers vermoedelijk al behoorlijk veel vinden. Wie dat wil kan de tocht echter opsplitsen, want buslijn 471 van de TEC loopt zo goed als de hele weg parallel met de wandeling en in Saintes kruisen ons parcours en dat van de bus elkaar zelfs.
Het was even zoeken om toch nog enkele onverharde stukjes bij elkaar te sprokkelen: heel veel landbouwwegen zijn hier gebetonneerd. Met een TWQ van 29% kun je bezwaarlijk van een succes spreken, maar alle wegen zijn wel rustig, smal én de onverharde stukjes zijn bijna allemaal van top(wandel)kwaliteit. Het begint met de oude bedding van lijn 123 (die Geraardsbergen met Braine-le-Comte verbond). Verderop passeer je langs de mooie kasteelhoeve van Les Warelles, waar het wel even zoeken is naar de weg: wees gerust, hij ligt er nog, ook al moesten we op een bepaald moment even de schrikdraad loshaken - zonder probleem voor ons noch voor de boer en zijn schapen. Mooie en minder mooie hoeven volgen elkaar op, tot je in Wisbecq komt, een onooglijk gehucht mét busbediening, iets waar De Lijn de neus voor ophaalt. Op weg naar Saintes werden we voor het eerst geconfronteerd met een in de voorbije 20 jaar verdwenen weg. Het voordeel was wel dat we zo langs de Puits Sainte-Renelde kwamen (of toch in de onmiddellijke buurt) en langs de Brasserie de la Fontaine. Via de buitenrand van Bellingen (dat trouwens geen echte dorpskern heeft) komen we in Beert, het dorp waar ik ben opgegroeid, maar dat in niets meer lijkt op het dorp van mijn jeugd. Zelfs het onderwijzershuis en de school (1957 - 1966 - ik dus) heeft in niets meer de charme van toen. Op weg naar Halle proberen we enigszins uit het vaarwater van de Thuis-afleveringen te blijven en het traject loopt dan ook langs de Mierenberg die we tot nog toe niet hadden kunnen inschakelen. Mijn vrouw en ik quoteerden 14.5/20, zij zoals meestal wat hoger omdat ze minder zwaar tilt aan het ontbreken van onverharde wegen en paadjes.
Het Château de Warelles lijkt echt wel een vergane glorie.
Naast dit kapelletje kijk je niet naast.
De Brasserie de la Fontaine. Het paadje leidt je naar de Puits Sainte-Renelde, met miraculeuze bron. In het Nederlands is Saintes trouwens Sint-Renelde, in ons Beerts dialect Sintjernelle. We hadden zelfs ook een aftelrijmpje In 't kapelleke van Sintjernelleke… maar de rest moet ik je schuldig blijven.
Alle foto's vind je hier.
Het weer. Licht bewolkt, fris, met een onaangename NO-wind. De stafkaarten. 38/3-4 (Bever - Enghien) en 39/1-2 (Rebecq - Ittre) als je de oude kaarten op 1:20.000 gebruikt. Al even oud zijn die op 1:10.000, maar daar heb je er wel een handvol van nodig: 38/4N Herne - 39/1S Rebecq - 39/1N Saintes - 31/5Z Pepingen - 31/6Z Halle. Hoe we er geraakten. De mogelijkheden om van Halle naar Edingen te reizen zijn legio: 2 IC's en 3 S-treinen die bovendien ook nog tamelijk goed gespreid zijn en het halteloze traject in ongeveer 10 minuten afleggen. Een beetje geschiedenis. We komen op onze weg nogal wat punten tegen die vanuit spoorweghistorisch standpunt interessant zijn. Allereerst is er de oude bedding van het gedeelte van de lijn 123 tussen Edingen en Braine-le-Comte. In de aanloop naar IC-IR van 1984 was er even zelfs sprake van dat ook het deel tussen Edingen en Braine-le-Comte geëlektrificeerd zou worden, vooral ten behoeve van het goederenverkeer dan, maar uiteindelijk werd voor een verbinding via Ath en Jurbise gekozen. De opstart van IC-IR op 03.06.1984 beloofde dan ook weinig goeds: een magere P-dienst was al wat overbleef van wat ooit een zeer nuttige verbinding was tussen Vlaanderen en de mijnstreek van La Louvière en Mons. Meer dan een doodsreutel was dit niet: op 29.05.1988 viel definitief het doek over deze erg landelijke verbinding tussen 2 niet zo belangrijke stadjes. (Zoals dat bij stervenden wel vaker voorkomt, was er nog even een heropflakkering: een van de pronkstukken van IC-IR was de IR Halle - Geraardsbergen. Toegegeven, dat was een erg tijdelijke oplossing in afwachting van de elektrificatie van het deel Edingen - Geraardsbergen en van lijn 94. Die heropleving kwam er toen de IR's een tijdje niet uit Halle maar uit Braine-le-Comte vertrokken, wegens de moderniseringswerken op lijn 94.) Tegenwoordig ligt de bedding er (gelukkig) vrij wild maar frequent gebruikt bij. Er is geen spoor van ravelisering en we moeten maar hopen dat dit zo blijft. Voorbij de N7 is de bedding trouwens over langere afstand onbruikbaar. Min of meer halverwege kruisen we lijn 94, ter hoogte van Saintes, tussen de vroegere stations van Beert-Bellingen en Saintes. Bij de modernisering en elektrificatie in de jaren 80 werd de refertesnelheid van deze lijn op 140 km/u gebracht, maar bij het naderen van Halle loopt de snelheid stelselmatig terug, naar 130, 120 en 90. De twee foto's werden genomen waar de snelheid van 140 naar 130 gaat.
Achteraan IC 3212 Kortrijk - Sint-Niklaas hangt stuurstandrijtuig 65045.
Uit de andere richting komt mr 355 met IC 3235 Sint-Niklaas - Kortrijk.
Tot slot is het binnenkomen van Halle nog interessant: de lange boog vanaf het Ziekenhuis (zie kaart) is een vroegere trambedding die de trams uit Brussel de gelegenheid bood in lusvorm rond en door Halle te rijden. Het oude onderstation van de NMVB is nog duidelijk aanwezig ter hoogte van het kruispunt dat bij de oudere Hallenaars nog altijd de Bareeltjes heet. Dat verwijst naar de vroegere loop van lijn 94 (over enige afstand perfect te volgen) die met de aanleg van de zwaaikom in het kanaal verlegd werd. Tegenwoordig worden belangrijke werken uitgevoerd voor de nieuwe bruggen over spoorweg en kanaal, wat het uitzicht hier ongetwijfeld sterk zal wijzigen. Een oude spoorwegbrug over de Zenne is ondertussen verdwenen.
De verbinding.
Halle - Edingen |
1930 |
09:24 09:34 |
+2 |
2752 - 61055 |
M6 |
controle: N |
En wat we beleefden. Eigenlijk is zo een reisje te kort om veel te beleven. Ongetwijfeld zal het elan waarvan de NMBS genoot voor corona achteraf stilgevallen blijken te zijn, zowel wat reizigersaantallen als subsidies betreft. Onze trein reed zo goed als leeg.
De treinlectuur. Ook voor treinlectuur is er geen plaats tijdens zo een korte reis, maar thuis is er des te meer leestijd:
Gerbrand BAKKER, Jasper en zijn knecht. Een dagboek, als je het mij vraagt om een writer's block te verdoezelen. Wat heeft die vent een onnoemelijke pretentie, ook al klaagt hij meermaals dat niemand hem lijkt te herkennen. Annelies Verbeke, Dertig dagen.
Er komt dus een minimumdienstverlening in geval van staking bij De Lijn, schrijven De Morgen en de Standaard. Laat die staking maar weg, met de invoering van de basisbereikbaarheid krijgen honderdduizenden Vlamingen vanzelf een minimumdienstverlening.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|