Vrijdag begaven we ons richting Westhoek, niet naar Dranouter zoals al
die anderen die zich in deze dagen naar de Westhoek verplaatsen, maar
om een deel van GR 5A af te stappen. In de Paasvakantie hadden we
Houtem bereikt, nu zouden we tot Roesbrugge stappen.
We vertrokken, gezien het "betere" weer, eens niet bij het
ochtendkrieken, maar namen om 8:44 de IR 3707 naar de Luchthaven en
Leuven. Twee breaks, die op de website stoeltjes meekrijgen, om aan te
duiden dat deze trein normaal gezien bomvol zit, maar op deze sombere
augustusdag is dat geen probleem. We zitten vooraan in stel 392, met
een duidelijke deuk in het neusje en maar één koplamp. Ik vraag me af
of er een verband is. We komen op tijd in Brussel-Zuid aan, zodat we
daar nog 24 minuten overstaptijd hebben op de IR naar De Panne. Ook die
bestaat uit 2 breaks, en vooraan hangt ms 384. Brave jongens hebben -
verneem ik achteraf - bij het instappen een dametje geholpen met de
bagage, en hebben uit dankbaarheid één zak gestolen. De derde keer,
hoor ik de onthutste mevrouw aan de machteloze treinbegeleider zeggen,
en gelukkig was de zak een uitgekiend afleidingsmanoeuver met alleen
wat geneesmiddelen erin.
De IC naar Oostende heeft wat vertraging maar onze IR heeft daar niet
te veel hinder van. De reis verloopt vlot en rustig. We komen in Veurne
aan om 10:55.
Daar hebben we een afspraak met de belbus Veurne. Het is de 4035
met een vriendelijke en rustige chauffeur die ons naar Houtem brengt,
waar we onze tocht beginnen.
Deze GR 5A, en dan vooral het West-Vlaamse traject is zeker geen onverdeeld succes. Vandaag stappen we zo'n 10 kilometer door hetzelfde vlakke landschap, met altijd weer dezelfde boerderijen en boerderijtjes, en meest van al geasfalteerde wegen, want in West-Vlaanderen lopen de onverharde wegen meestal dood op een boerderij. "Private Weg" is hier dan ook het meest voorkomende straatnaambord. Kan ik deze wandeling dan aan niemand aanraden? Wel, wanneer de wolken zoals vandaag uit mooie rollen stratocumulus bestaan, die laag over het vlakke landschap zweven, dan krijgt de Westhoek plots veel charme, alleszins veel meer dan wanneer je dit pad zou volgen op een snikhete wolkeloze zomerdag. En vanaf Gijverinkhove krijgt het akkerland plots wat reliëf, en Stavele is het beginpunt van een mooi pad langs de IJzer dat ons naar Roesbrugge brengt. Toch maar doen, dus. Bovendien kun je a.h.w. het landschap zien veranderen, van het echte vlakke land, naar de eerste golvingen van de IJzervlakte, en op de achtergrond zie je zowaar het Vlaamse Heuvelland al opduiken.
Ook 's avonds nemen we de belbus, in Roesbrugge, en ditmaal
richting Poperinge (al zou ook Veurne gekund hebben). De 4335 pikt
onderweg nog één reiziger op. Ook nu is het een vriendelijke en rustige
chauffeur, die bovendien wel zin heeft in het babbeltje. Misschien is
het wel een valstrik, denk ik, want er zijn reglementen in de maak die
mensen die praten met de chauffeur kunnen beboeten. Maar hij is gewoon
trots op zijn streek, verbaasd dat we niet met de wagen komen, en blij
dat hij het nog eens over Halle en zijn basiliek kan hebben. We komen
probleemloos in Poperinge aan.
Daar wacht ons een meevaller: de IC2317 wordt gereden met 2 klassieke
motorstellen: ms 189 en 263. We stappen in de 263, die ons naar
Brussel-Zuid zal brengen. het is even wachten op de aankomst van de IC
uit Kortrijk, en zo vertrekken we met 3 minuten vertraging, die in
Kortrijk al helemaal ingelopen is. Daar moeten we wachten op de IC uit
Oostende; opnieuw zijn 3 minuten vertraging het gevolg, maar we
bereiken Brussel-Zuid perfect op tijd. Nog even de CR naar
Geraardsbergen met danig ontsierd ms 658, dat van voor tot achter tot
op halve hoogte vol verf gespoten is, anders kun je deze artistieke
ondingen niet noemen. Om 19:40 bereiken we Halle, stipt, zoals zo vaak
Ik heb ondertussen nog een en ander opgezocht, want dat vlakke land
waar we vertoefden is op het vlak (!) van OV-geschiedenis toch
niet helemaal zonder belang. O.a. Roesbrugge heeft korte tijd over
zowel een trein- als tramverbinding beschikt, en dat is toch wel vij
uniek in een dergelijk dunbevolkt en afgelegen gebied.
Ik heb een en ander nog even geverifieerd op de onschatbare webiste van Paul Kevers http://users.pandora.be/pk/lijnen.htm
en daaruit blijkt dat pakweg tussen 1920 en 1930 een ex-oorlogslijn in
dienst kwam als reizigerslijn. Niet dat de bediening veel betekende,
maar de volgende zomertrein spreekt toch wel tot de verbeelding. Hij
reed o.m. in de zomer van 1925:
Kortrijk 9.08 - Menen 9.24/9.26 - Komen 9.37/9.39 - Houthem 9.47 -
Ieper 10.00/10.02 - Poperinge 10.15/10.16 - Leisele/Izenberge 11.00 -
Adinkerke-De Panne 11.30.
Volgens het spoorboekje liggen Poperinge en Leisele-Izenberge 20
km van elkaar; de gemiddelde snelheid zou dus 27 km/u bedragen hebben,
nog altijd meer dan die van een auto in een middelgrote stad van
vandaag. Opvallend trouwens dat ondanks de beperkte bediening (3
treinen per dag in elke richting in de zomer, anders maar 2) men er toch in slaagde om treinen
onderweg te laten kruisen. Uit Adinkerke-De Panne was er nl. ook een
trein om 10:59 in Leisele.
De terugrit zag er als volgt uit: Adinkerke-De Panne 18:25 - Poperinge
19:34/19:35 - Ieper 19:47/19:49 - Komen 20:07/20:10 - Menen 20:21/20:24
- Kortrijk 20:40.
Dat er nu geen stop was in Leizele-Izenberge laat vermoeden dat de
stop van de ochtendrit eerder een "dienststop" was, om de kruising
mogelijk te maken, dan een commerciële stop om de inwoners van Leizele
en Izenberge ter wille te zijn.
De trambediening, toen onder tabel 353 te vinden, was wat beter
gestoffeerd. Vier trams per dag, mooi gespreid over de gehele dag, er
waren ongetwijfeld streken die minder goed bediend waren. De tram
bediende Poperinge, Watou, Proven, Roesbrugge-Haringe, Beveren,
Leisele, Houtem, Wulveringem, Bulskamp en Veurne. Volgens de GTF-kaart
van zovele jaren geleden was er zelfs een grensoverschrijdende
tramverbinding vanuit Houtem. Mogelijk ging het hier alleen om een
goederenverbinding, ik heb alleszins nergens een dienstregeling terug
kunnen vinden.
|