De wandeling. Vandaag heet onze bron Au Pays de Saint-Hubert en het betreft een wandel- en mountainbikekaart voor Saint-Hubert en ruime omgeving. Zoals wel vaker is ze uitgegeven in samenwerking met het NGI dat zijn kaart op 1:25.000 - de vorige! - ter beschikking heeft gesteld. Je vindt er 25 wandelingen op terug die behalve uit Saint-Hubert zelf vertrekken uit dorpen als Vesqueville, Smuid, Arville, Mirwart en Awenne. Ons oog viel vandaag op een wandeling in Hatrival; ze is net iets meer dan 7 km lang en bestaat eigenlijk uit 2 mooie stroken bos, verbonden door relatief rustige asfaltbaantjes. (Zie kaartje). Dat resulteert in een TWQ van 58 en dat is genoeg om van deze tocht een korte, aangename, rustige wandeling te maken zoals je er zoveel kunt vinden in onze Ardennen.
Les Longs Prés - beneden stroomt de Ruisseau de Leupont.
De brem bloeit volop, zoals hier in de Rue de Saint-Hubert.
Meer foto's vind je hier.
Het weer. Zwaar bewolkt, met een zon die maar af en toe tussen de wolken door scheen. Temperatuur net iets boven de 20°, met een aangename wind. De stafkaarten. 64/4N Bras (2006) en 59/8S Saint-Hubert (2005).Ondertussen zijn de kaarten op 1:25.000 64/3-4 Libin (2020) en 59/7-8 Saint-Hubert (2021) ook beschikbaar. Hoe we er geraakten. Veruit de handigste verbinding is die met buslijn 162b Jemelle - Libramont en dan vooral het deel Libramont - Saint-Hubert waar met een beetje goeie wil een 2-uurcadans te ontdekken valt. Jemelle - Saint-Hubert valt een stuk poverder uit en toch maken we gebruik van die ene voormiddagbus die het volledige traject Jemelle - Saint-Hubert - Libramont aflegt. Zo komen we 5 (vijf!) minuten vroeger in Hatrival aan dan met een bus uit Libramont en die 5 minuten kunnen altijd van pas komen. Een beetje geschiedenis. In Hatrival stopten de eerste treinen op 10 september 1881, een kleine 23 jaar na de opening van de spoorlijn. Zoals dat toen wel vaker gebeurde lag het dorp 2.5km van het station verwijderd. En ook zoals vaak ontstond in de onmiddellijke omgeving van het station een kleine woonkern met wat industrie. Maar dat Hatrival de uitdunning van 1984 niet zou overleven, stond in de sterren geschreven: de halte tussen Poix-Saint-Hubert en Libramont verdween, samen met 14 andere tussen Namur en Arlon, op 3 juni 1984. De redenering zal wel geweest zijn dat niemand nog uit het dorp naar de halte afzakte om daar de trein te nemen; dat gebeurde immers - als het al gebeurde - met de auto en dan kon je evengoed naar Libramont rijden. Nochtans had Hatrival tot dan een tamelijk riante bediening gehad. Door de elektrificatie van lijn 162 en de souplesse waarmee de elektrische motorstellen konden worden ingezet, kon je zelfs rechtstreeks van de kust naar Hatrival sporen, weliswaar niet volgens de gecadanceerde dienstregelingen die we nu gewend zijn. Een voorbeeldje: trein 910 kwam al van Knokke en Blankenberge, met een aantal tweeledige stellen, waarvan er één werd afgehaakt in Jemelle: de 910 reed verder naar Luxemburg, de afgehaakte 5910 reed als stoptrein in het zog van de direct naar Arlon. Dat was in 1983 zo en in 1984 kwam daar abrupt een einde aan. De treinen werden vervangen door een nieuwe buslijn 162b Libramont - Jemelle, al waren de meeste ritten - zoals vandaag nog altijd het geval is - beperkt tot een traject Libramont - Saint-Hubert. Eigenlijk weerspiegelt de tabel vrij goed de hele filosofie achter het iC-IR-plan: er komt een vrij goede dienstregeling, toch op een deel van het traject, en de tabel geeft voorbeeldig de aansluitingen weer in Jemelle en Libramont. Anders dan op veel andere plaatsen was het boerenbedrog in de daaropvolgende jaren beperkt. Deze vervangingslijnen werden immers al snel uitgedund of opgeheven, maar lijn 162a hield enigszins stand. Dat ze instaat voor zowat de enige bruikbare verbinding met Saint-Hubert zal daar wel niet vreemd aan zijn.
De dienstregeling van de vervangingslijn zoals die inging bij de start van IC-IR.
In 1992 kwam Hatrival toch nog even in het nieuws, toen 5 wagons van een goederentrein loskwamen en na een helse rit tegen de volgende goederentrein botsten. De treinbestuurders komen er met de schrik van af, maar twee locs (2020 en 2307) raken onherstelbaar beschadigd. De 2020 wordt al in 1992 geschrapt, de 2307 krijgt nog respijt tot 1998. Tot overmaat van ramp vervoeren de losgeslagen wagons asbest: het zou maanden duren voor het goedje volledig is opgeruimd. Karakteristieke groene isolatietenten maken maandenlang deel uit van het decor.
De verbinding.
Halle - Brussel-Luxemburg |
3557 |
07:14 07:43 |
+2 |
929 (FSR) |
mr86 Sprinter |
controle: N |
Brussel-Luxemburg - Rochefort-Jemelle |
2107 |
07:56 09:27 |
+2 |
1347 (FNND) - 11836 (FSD) |
I11 |
controle: JJ |
Jemelle - Hatrival |
[162b] |
09:41 10:28 |
-1 |
ab4908-58 |
Iveco Crossway LE |
Transports Penning |
- |
|
|
|
|
|
|
Hatrival - Libramont |
[162b] |
12:28 12:45 |
+3 |
ab4552 |
Jonckheere Transit 2000 |
Amberloup? |
Libramont - Brussel-Luxemburg |
2135 |
13:09 15:04 |
stipt |
1848 (FSD) - 61033 (FBMZ) |
M6 |
controle: JJ |
Brussel-Luxemburg - Halle |
3585 |
15:16 15:44 |
+2 |
950 (FSR) |
mr86 Sprinter |
controle: N |
En wat we beleefden. Omdat we vroeg vertrekken en eventueel bij gemiste aansluitingen ook nog 2 uur later op pad kunnen, kiezen we voor een keer voor een verbinding zonder veel reserve. Zoals wel vaker loopt de S-trein naar Mechelen snel vol, met veel instappende reizigers in zowat alle halten. Twee duikbrillen kunnen op de drukste momenten hun taak eigenlijk maar met moeite aan. In Sint-Job stapt een jongedame op met een echte fiets van vol formaat en die vindt er niets beter op dan zich te posteren op het platform tussen eerste en tweede klas. De hinder is enorm. Ik dacht dat deze duikbrillen anders wel een fietsruimte hadden, maar dan moet je natuurlijk wel in de juiste deur instappen. Een beer van een vent heeft zoveel metaal in gezicht en oren dat het dragen van een masker wel eens onmogelijk zou kunnen zijn. In Brussel-Luxemburg wordt S 4006 Charleroi-Sud - Luchthaven met 3 rijtuigen i.p.v. 6 aangekondigd. De bezetting laat zich raden. Het zou trouwens niet de laatste anomalie van de dag zijn.
IC 2107 gaat eigenlijk nooit voluit en dat resulteert in 4 minuten vertraging in Ottignies. Tussen Gembloux en Namur en in Namur raakt het probleempje opgelost, al blijven we nadien langer dan voorzien staan in Marloie. Vlak na Namur hebben we trouwens te horen gekregen dat we niet verder zullen rijden dan Arlon, volgens de treinbegeleider pour une raison totalement inconnue! Het is trouwens iemand die het tbg-hart op de rechte plaats draagt. Hij is ingestapt na Namur en wil alle reizigers nog eens controleren, ondanks een eerdere controle door een collega voor Namur. Mij niet gelaten, liever een controle te veel dan een te weinig. En opnieuw beginnen de moeilijkheden met het biljet (2 ritten RailPass) op mijn gsm, bij gebrek aan dekking. Dat wordt gecontroleerd door de tbg op zijn eigen gsm en hij zegt dat hij later terugkomt. Het duurt nog een hele tijd voor ik mijn biljetten te voorschijn kan halen, ik begin de procedure te kennen: opnieuw aanmelden maakt er onderdeel van uit. De charmes van de informatica…
In Jemelle komt bus 162b een drietal minuten te vroeg voor rijden, samen met ons stappen nog 2 vrouwen in. Het blijft me verbazen dat zelfs onzinnige busdiensten van de TEC nog reizigers moeten oppikken. Want voor Saint-Hubert maken nog andere reizigers hun opwachting en vanaf Saint-Hubert kun je van een normale bezetting spreken. We komen 1 minuutje te vroeg in Hatrival aan.
De bus van twee uur later naar Libramont moet de onze worden: twee uur tijd voor 7 kilometer, dat zou moeten kunnen. Deze keer is het een bus van de regie, volgens een bijdrage op het tecforum van stelplaats Amberloup. Het zou kunnen, ik geef het voor wat het waard is. In Libramont (eigenlijk nog Recogne) moet de bus door omvangrijke wegenwerken.
IC 2135 heeft een voorziene stilstand van 6 minuten in Libramont. Deze trein bestaat uit een negental M6-rijtuigen: plaats zat. Bovendien stappen we in het eerste rijtuig in, meer dan 1 medereizigster zullen we tot Brussel-Luxemburg niet hebben. De rit verloopt naar behoren al is Ottignies altijd goed voor enkele minuten vertraging. Ook nu worden we twee keer gecontroleerd: een keer voor en een keer na Namur.
In Brussel-Luxemburg ligt een heerschap in een van de wachtruimten. Vanmorgen was hij in een hevige strijd gewikkeld met een donsdeken dat zijn voeten maar niet wilde bedekken, maar dat heeft hij nu opgegeven. Mijn beroep? Ik hou de wachtzalen proper, want hier durft niemand meer binnen te komen. Op perron 3 maakt een drietal jongeren luidruchtige muziek; dat hoort erbij in Brussel-Luxemburg, dat een onstuitbare aantrekkingskracht uitoefent op allerlei ongewenste sujetten.
De S-trein naar Edingen bestaat uit één duikbril i.p.v. twee. Dat wordt niet aangekondigd. De tbg houdt zich onledig met andere aankondigingen - één in 4 talen - maar van controle is er geen sprake. In Moensberg krijgen we te horen dat de trein om technische redenen niet verder zal rijden dan Halle. Achteraf blijkt het om een door een bermbrand beschadigde bovenleiding te gaan. De reizigers worden verwezen naar de IC 3237. Het is maar de vraag of die in Edingen geraakt. Achteraf zal het nogal meevallen: deze trein vertrekt met 3 minuten in Halle, komt in Edingen aan met een vol kwartier. De twee breaks volstaan anders al nauwelijks, met nog wat reizigers van de S-trein erbovenop, ziet het er niet naar uit dat die nu meer plaats zullen hebben dan in de duikbril.
Twee van onze 4 treinen bereikten vandaag hun eindbestemming niet… Wij gelukkig wel.
De treinlectuur. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks. Saskia DE COSTER, Nachtouders.
De vakbonden voeren weer actie. Dat is begrijpelijk. Tenslotte hebben we maar 4 keer opslag gekregen in iets meer dan een jaar tijd…
Uitgedrukt… De uitdrukking die ik in mijn jeugdjaren misschien wel het vaakst gehoord heb, is doetj â de(r)vuren, iets als doe je devoren. Het is een leenuitdrukking uit het Frans: je herkent er het Franse devoir(s). Ik heb versies gehoord met en zonder r, vandaar de haakjes. Ik vermoed dat het veelal in schoolverband gebruikt werd, zowel als aanmoediging dan als goedkeuring achteraf. A ê goe' zên de(r)vuren gedoen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|