De wandeling. In 1983 verscheen een wandelfolder Wandelen in Beauvechain onder de auspiciën van de Fédération Touristique du Brabant, met als achtergrond een NGI-kaart uit die tijd en een obligate begeleidende tekst. De beschreven wandelingen begonnen in Tourinnes-la-Grosse, Hamme-Mille, La Bruyère en Beauvechain zelf. Wij combineerden de korte Sint-Ermelindiswandeling uit La Bruyère en de Sint-Bavowandeling uit Beauvechain. Die laatste is op zich al eigenaardig van vorm en de combinatie is zo mogelijk nog eigenaardiger. Dat merk je vast op het kaartje. Het verbindingsstuk kan zich meten met de eigenlijke wandelingen. Samen zijn ze goed voor een goeie 15 km, de TWQ bedraagt grof geschat 37%. Grof geschat, omdat we ook veel over kasseiwegen stapten, waarvan sommige zonder aarzelen trage wegen genoemd kunnen worden. De wandeling loopt door een agrarisch gebied en grote, gaaf gebleven boerderijen, verbonden door enkele prachtige, holle wegen maken het hoofdbestanddeel van de tocht uit. We quoteerden 15.5/20. Foto’s vind je hier. Maar bekijk alvast deze:
Ferme de la Franche-Comté
Ferme de Gérardmont
Het weer. Helder en koud. De mist was nog niet helemaal opgetrokken toen we thuis vertrokken, maar snel werd het erg mooi. De stafkaarten. 32/7-8 Tienen(2019) – 32/5-6 Huldenberg (2019) Hoe we er geraakten. We hadden eventueel een reis kunnen uittekenen met De Lijn tot Hamme-Mille, maar daar zouden we sowieso hebben moeten overstappen op de TEC. En dus kozen we voor heen- en terugreis lijn 18 Leuven - Jodoigne, die als enige TEC-lijn Leuven bedient. Een beetje geschiedenis. De tramlijn Leuven - Jodoigne werd ingehuldigd eind 1892. Meer dan 10 jaar later kreeg Beauvechain een tweede verbinding: Tienen - Tervuren. Het gedeelte Beauvechain - Tourinnes-la-Grosse was gemeenschappelijk. De eerste tramlijn werd al verbust in 1953, voor de tweede was er nog uitstel tot 1959. Tussen Brussel en Hamme-Mille reden er toen al bussen en de tramdienst uit Tienen eindigde dan ook in Hamme-Mille. Eigenlijk vormden de tramlijnen ook de basis voor de latere busverbindingen: 21uit Tienen, 18 uit Leuven. Na de splitsing van de NMVB in 1991 kwam lijn 18 onder het beheer van de TEC-Brabant-wallon. De Lijn zou nog een tijdje een functionele lijn 21 uitbaten, maar die verdween met de invoering van de basismobiliteit. Het belbusgebied 713 (Tienen - Hoegaarden - Boutersem) komt niet ver genoeg om Beauvechain te bedienen. En dus blijft vandaag alleen de Waalse lijn 18 over die Leuven met Jodoigne verbindt, op weekdagen zo goed als elk uur, op zaterdag met een dienst met nu eens intervallen van één uur, soms twee en zelfs drie uur. Op zondag rijden er maar 3 ritten in elke richting. Van de tramlijnen is nog nauwelijks iets terug te vinden, op een verhoogde berm ergens midden in het veld na. Of toch? De oude stationsgebouwen van Beauvechain en Nodebais zijn pareltjes. Dat van Beauvechain lag op de wandeling, dat van Nodebais zagen we vanop de bus. De haltelijst verwijst trouwens nog enkele keren naar de oude tramlijn: Blanden Oud Station, Hamme-Mille Gare d’Autobus op de site van het station, Nodebais Ancienne Station, Tourinnes-la-Grosse Ancienne Station, Beauvechain Rue de la Station. Dat wekt misschien de indruk dat de tramlijn vooral de wegen volgde, maar dat was lang niet overal het geval.
Beauvechain, het mooi opgeknapte tramstation.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid |
1558 |
09:58 10:07 |
+2 |
08131 (FML) |
mr08 Desiro |
controle: N |
Brussel-Zuid - Leuven |
0409 |
10:28 10:56 |
+8 |
1841 (FSD) - 61071 (LK) |
M6 |
controle: N |
Leuven - La Bruyère |
[18] |
11:07 11:46 |
-2 |
ab6224 |
Mercedes Citaro G II |
Jodoigne |
- |
|
|
|
|
|
|
Beauvechain - Leuven |
[18] |
16:36 17:17 |
-4 |
ab6218 |
Mercedes Citaro G II |
Jodoigne |
Leuven - Brussel-Noord |
1539 |
17:21 17:38 |
+2 |
76010 (FHS) - 61015 (FHS) |
M6 |
controle: N |
Brussel-Noord - Halle |
3788 |
17:52 18:19 |
+10 |
08163 (FML) |
mr08 Desiro |
controle: N |
En wat we beleefden. Het was al meteen duidelijk dat een en ander niet naar wens verliep in Halle. Op spoor 1 zagen we nog net de 1908 naar de luchthaven vertrekken met een kwartier vertraging. Op spoor 2 staat de 3359 stil. We horen vaag een mededeling in de trein : het is wachten op de aflos van de treinbegeleider, die we wat later inderdaad zien verdwijnen. Die aflos moet waarschijnlijk met een andere trein uit Brussel arriveren, maar ook de treinen uit Brussel hebben vertraging. Dan lijkt het met onze 1558 nog mee te zullen vallen. Ook in Brussel-Zuid loopt het trouwens allesbehalve vlot: het regent spoorwijzigingen, zelfs wijzigingen van de wijzigingen. De IC’s van de verbinding Liège – Quiévrain zijn in beide richtingen afgeschaft. Ook de ICE staat niet aan zijn gewone perron en de info is niet aangepast: niet instappen, tot het moment waarop de trein het station verlaat. Onze 409 heeft tussen Gent en Brussel een 8-tal minuten bij elkaar gereden. Zoals enkele andere treinen zal hij ook om een duistere reden een hele tijd aan het perron blijven staan: uiteindelijk vertrekken we met 10 minuten vertraging, net genoeg om de aansluitende bus in Leuven te missen. De vertraging krimpt wel nog tot 8 minuten. De enige bus van de TEC is geen plaatsje gegund aan de overdekte perrons. Gelukkig zien we de gelede, kraaknette bus in de verte staan. Het is nipt, maar we halen hem toch! Ondanks het totale gebrek aan samenwerking tussen De Lijn en de TEC. In de trein had ik de perronindeling al eens bekeken op de site van De Lijn, maar van lijn 18 naar Jodoigne is er geen sprake. De TEC zelf vermeldt geen perronnummer. (Het kan nog erger: in Halle wordt al maandenlang elektronisch geafficheerd dat aan de perrons van de TEC de komende uren geen bus komt. Voor meer info wordt de reiziger verwezen naar de site van … De Lijn. Veel succes ermee!) Maar zoals gezegd: we halen de bus. Die blijft op de vesten, met een beperkt aantal halten, maar toch loopt hij wat vertraging op. Die wordt ingelopen op het busstation van Hamme-Mille, waar de bus 3 minuten tijd heeft om de aansluitingen met lijn 32 naar Wavre vlot te laten verlopen. We bereiken La Bruyère uiteindelijk 2 minuutjes te vroeg., veel reservetijd behoort niet tot de geplogenheden van de TEC.
Dat blijkt nog duidelijker bij de terugrit. De chauffeur moet onverantwoord snel rijden. Dat hij uiteindelijk 4 minuten te vroeg aankomt, is het gevolg van de ruim bemeten rittijd van de Naamsepoort tot het station. Daardoor kunnen we nog mee met IC1539 naar Blankenberge, met M7 als tractie en M6 als rijtuigen. Op hyperrail staat een samenstelling met een tiental keren de 2705, met de vermelding dat de samenstelling nog kan wijzigen. Op haltelink bestaat de trein uit 5 M6. Gelukkig, vooral voor de reizigers voorbij Brussel, is de trein een stuk langer. Hij heeft wel een lichte vertraging, genoeg om de erg onmiddellijke aansluiting met S1589 te missen. Maar de S naar Braine-le-Comte volgt snel. Tot Brussel-Zuid is er geen vuiltje aan de lucht, maar daar staan we weer opvallend lang aan het perron. Zes minuten vallen ons te beurt, vermoedelijk omdat IC3738 naar Mons (+13) voorrang krijgt. En dat is niet alles: in Vorst komt IC 1939 naar Tournai over lijn 96A en zo krijgen we er nog 3 minuten vertraging bovenop. In Halle komen we 10 minuten later dan voorzien aan. Oh ironie, als we in Leuven gewoon zoals voorzien - want we hadden met wat vertraging van de bus gerekend - IC539 naar Oostende hadden genomen en in Brussel-Noord IC1939, dan waren we vroeger in Halle geweest. Ons gelukje werd dus uiteindelijk een ongelukje.
De treinlectuur. Johan op de Beeck, Het complot van Laken. Ellen Verstrepen, Kattentijd.
Als alle treinbegeleiders nu eens zouden controleren, dan zou de kans dat de moedwillige reizigers gepakt worden veel hoger liggen en dan zou er bij die laatste geen sfeertje ontstaan dat je uiteindelijk keer op keer kunt ontsnappen aan controle. Dan zouden de treinbegeleiders die wel controle doen, niet de dupe worden van hun lakse collega’s.
Uitgedrukt… Aansluitend bij de uitdrukking van de vorige keer: hij zit op 'ne wier. Het is dezelfde wier: hij blijft maar doorzagen over hetzelfde onderwerp. Figuurlijk zagen dus!
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|