De wandeling. Lannoo publiceerde in 2015 in een reeks dicht-bij-huisgidsen 10 wandelboeken (één per provincie). Wij gebruiken vandaag het Wandelboek Henegouwen en komen zo terecht in een dorp waar we eerlijk gezegd ook nog nooit van gehoord hadden: Wadelincourt, een deelgemeente van Belœil dat natuurlijk prat kan gaan op een bekend kasteel. Wadelincourt zelf is 304 ha groot en het betreft hier hoofdzakelijk uitgestrekte akkers. Met 337 inwoners (2021) kun je de gemeente bezwaarlijk dichtbevolkt noemen. In het wandelboekje is er sprake van de Église Saint-Vendrégésile, waar een Griekse heilige Sint-Charalampus aanbeden wordt om het vee te behoeden van ziekte. Maar tegenwoordig kun je je die moeite besparen: mocht je toevallig thuis een zieke koe of vaars, of zeug of beer rond hebben lopen, de toegang tot de kerk is verboden, vermoedelijk wegens te gevaarlijk! Mocht je toch wat meer te weten willen komen over de twee vermelde (enn zo goed als onbekende) heiligen: http://www.wadelincourt.net/saints.html. Onze wandeling is zo een 14 km lang, inclusief een excursietje naar de kerk (zie kaart). Voorts kenmerkt ze zich door een lange, onverharde veldweg, een mooie wandeling tot vlak in de buurt van het kasteel van Belœil langs de Grande Avenue, die zijn naam niet gestolen heeft, want het betreft hier een lange rechte onverharde dreef die je in de buurt van Quevaucamps brengt. Met een TWQ van 48% kun je de wandeling niet meteen zwak noemen, maar evenmin echt sterk. Het probleem zou trouwens wel eens eentonigheid kunnen zijn, precies omdat je bepaalde wegen zo lang in rechte lijn moet blijven volgen. Onze score van 14/20 geeft dat vrij goed weer: liefhebbers van uitgestrekte akkers en een mooi domeinbos komen hier zeker aan hun trekken, maar er mocht wat meer afwisseling in zitten.
Alle foto’s vind je hier, maar deze kunnen je misschien al charmeren:
Het kasteel van Belœil in alle glorie, met Neptunus.
Al is niet alles even goed bewaard: les Pavillons, of wat ervan overblijft.
Het weer. Bijna helder, op wat cirrus na. Wel winderig! De stafkaarten. Op 1:10.000: 45/1N Belœil (2000), op 1:25.000 45/1-2 Belœil (2021). Dat er tussen beide kaarten 21 jaar ligt, is in dit geval geen bezwaar. Integendeel, die kaarten op 1:10.000 zijn het beste wat het NGI ooit gemaakt heeft, al moet je wat vaker herplooien. Hoe we er geraakten. Wadelincourt wordt bediend door de bussen van lijn 86A en 86C, maar die laatste lijn is voor ons helemaal onbruikbaar. De meeste ritten gaan naar of komen van Péruwelz. Vaak is er een rit Blaton - Péruwelz die dan aansluiting geeft in Péruwelz. Enkele ritten leggen het traject Blaton - Péruwelz - Leuze (en omgekeerd) volledig af. Voor ons is de verbinding via Leuze vanzelfsprekend. Een beetje geschiedenis. Meestal kan ik voor de OV-geschiedenis van een dorp of gemeente wel 100 jaar teruggaan, maar voor Wadelincourt ligt dat toch wel anders. Grofweg moet men in de tijd gedacht hebben dat een ligging tussen de lijnen 81 Ath - Belœil, 86 (De Pinte) - Leuze - Blaton en zelfs 78 Tournai - Saint-Ghislain-Hornu voldoende waarborgen gegeven moet hebben om Wadelincourt enigszins bereikbaar te maken. Zelfs de komst van een buslijn 86a Ronse - Blaton in 1965 bracht geen soelaas. Het duurde zelfs tot eind jaren 1970 voor het dorp één (1) busrit kreeg op vrijdag. De marktgangers zullen er blij om geweest zijn. Met de komst van IC-IR veranderde de toestand: de spoorlijn 86 Leuze - Blaton (eigenlijk Basècles-Carrières) verdween definitief en zoals overal werd een goede busbediening beloofd om het verdwijnen van de trein te compenseren. Plots kreeg Wadelincourt 11 ritten op weekdagen, deels naar Blaton, deels naar Péruwelz; tijdens het weekend bleef het aanbod beperkt tot 5 ritten. Een jaar later werd er al gesnoeid in dit toch niet zo denderende aanbod, met 9 ritten op weekdagen, 2 op zaterdag en 4 op zondag. Tegenwoordig is het aanbod op weekdagen nog vergelijkbaar met dat van 1985, maar het hoeft nauwelijks gezegd dat de weekenddiensten op lijn 86a al lang afgeschaft zijn, ergens eind 1989, dus nog voor de splitsing van de NMVB/SNCV.. Het moet trouwens gezegd dat ook de treinen tussen Blaton en Leuze stopten met rijden op zondag vanaf 30.05.1965 en op zaterdag vanaf 23.05.1982. Een eigenaardigheid was dat vanaf 22.05.1966 geen treinen meer reden tijdens de jaarlijkse vakantieperiode, die toen trouwens beperkt was tot 3 weken.
De verbinding.
Halle - Leuze |
3232 |
10:58 11:37 |
+4 |
1817 (FSD) - 61069 (LK) |
M6 |
controle: N |
Leuze - Wadelincourt |
[86A] |
12:11 12:30 |
stipt |
ab3002-11 |
Mercedes Citaro LE C2 |
Voyages François Lenoir |
- |
|
|
|
|
|
|
Wadelincourt - Leuze |
[86A] |
16:07 16:25 |
+3 |
ab3008-03 |
Iveco Urbanway 12 |
Roman |
Leuze - Edingen |
1916 |
16:56 17:24 |
stipt |
08168 (FSR) |
mr08 Desiro |
controle: J |
Edingen - Halle |
3367 |
17:33 17:44 |
+7 |
08108 (FML) |
mr08 Desiro |
controle: N |
|
|
|
|
|
|
|
En wat we beleefden. Dit zou nu eens een verplaatsinkje moeten worden zonder zorgen en toch: als we op de gewone aansluiting (tussen IC 1932 en bus 86A) gerekend hadden, zouden we eraan geweest zijn voor de moeite, want IC 1932 reed met voldoende vertraging om de aansluiting te kelderen. Gelukkig nemen we als dat kan altijd enige reserve en die bestaat vandaag uit een extra half uur aansluitingstijd door IC 3232 te nemen. Die rijdt trouwens ook niet helemaal op tijd, maar de gevolgen zijn in dit geval gelukkig minder drastisch. Slechter zijn de verwachtingen voor de mensen die in Leuze op de trein naar de luchthaven staan te wachten: terwijl we nog op het perron staan, klinkt de mededeling dat het vertrek van die trein nog moet bevestigd worden. Niet dus, want meteen daarna wordt een aanrijding gemeld tussen Leuze en Tournai. Later zal ik lezen dat het “ongeval” gebeurd is in Havinnes, volgens de Waalse kranten niet eens aan een overweg! De bus van lijn 86A zal ons probleemloos naar de halte Wadelincourt Aubette brengen. Dat zal achteraf een inschattingsfout blijken te zijn, want de halte Rue de Ramignies ligt iets dichter bij het vertrekpunt. Dat deze bus ook bruikbaar kan zijn als alternatief voor de trein naar Tournai (met overstap in Péruwelz) wordt niet gezegd.
Voor de terugrit is de halte Aubette wel gunstig: het bespaart ons een eindje zonder betekenis naar het beginpunt. Om 16:07 verwacht je al wat volk op de bus, maar we blijven tot Leuze de enige reizigers. Net als vanmorgen moeten we over een afschuwelijk slecht stuk weg: de Mercedes van de middag verteerde de zware slijtage van de verharding nauwelijks en met de Iveco van de terugrit gaat het al evenmin goed. De chauffeur lijkt zich half te verontschuldigen: de wegen zijn verschrikkelijk en dit stuk moet het slechtste van Henegouwen zijn. Als we in Leuze aankomen, staat het jonge volkje te drummen: geen lege, maar een volzette rit wordt het nu.
We hebben uiteraard al angstvallig in het oog gehouden hoe het ondertussen het treinverkeer vergaat, maar waar de zaak eerst nog opgelost zou worden tegen 17:00, wordt er nu geen eindduur meer vermeld. Zelfs uit Leuze naar Ath hebben er weinig treinen gereden: veel ruimte om treinen te keren is er natuurlijk niet met 3 perrons. Maar we lijken geluk te zullen hebben, want IC 1916 zal uit Leuze vertrekken: twee desiro’s staan klaar om naar de luchthaven en dus naar Halle te rijden. In Edingen komen we nog altijd perfect op tijd aan, maar dan horen we dat de treinbestuurder een bericht krijgt en die roept meteen daarna de treinbegeleidster op: deze keer is iemand onder de trein gelopen in Ruisbroek en de trein kan voorlopig niet verder rijden. Daar gaat de hoop op een stipte aankomst in Halle. Er wordt vermoedelijk druk overlegd, maar aan dé oplossing voor veel reizigers wordt niet gedacht: S 3367 staat te wachten op het nevenspoor: voor ons is dat een goed alternatief, al lijkt de tbg dat niet te geloven, maar als men wat sneller geweest was zouden nogal wat reizigers voor Brussel ook deze trein hebben kunnen nemen, via Brussel-Schuman en de metro dan. Maar daar wordt met geen woord over gerept. In deze tijd van internet, apps en AI wordt het redeneringsvermogen blijkbaar uitgeschakeld. Wij doen de overstap wel. S 3367 zal wel met 7 minuten vertrekken, volgens de tbg omdat de voorgaande trein het spoor nog vrij moet maken. Nu, die voorgaande trein staat nog voor langere tijd stil, dat kan dus niet de oorzaak zijn. Maar de voortdurende roep om informatie in kranten e.d. maakt dat men tegenwoordig liever foute info geeft dan geen info. We komen 7 minuten later dan voorzien in Halle aan, een kwartier later dan oorspronkelijk te verwachten. Drie hebben we er nu meegemaakt, op twee dagen, we zijn er al bij al zonder al te veel problemen uitgekomen. Dat kan niet gezegd worden van al die reizigers die vanmiddag naar Brussel of godbetert naar de Luchthaven moesten. Ik hoop dat wij onze portie voor dit jaar ondertussen gehad hebben.
De treinlectuur. Dorothy L. SAYERS, In the teeth of the evidence. Emily BRONTË, De woeste hoogte.
Naar verluidt zijn er te weinig studentekoten. Zou het kunnen dat er te veel studenten op kot willen? Of dat er te veel studenten zijn tout court? Of te veel die al te veel jaren aan hun studies besteden,
Uitgedrukt…
Kakken gaat voor bakken (al is de oven heet). Als je dringend moet, moet je niet wachten, wat je ook aan het doen bent. De uitdrukking geldt trouwens niet alleen voor bakkers…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|