De wandeling. Het is altijd bang afwachten wat het wordt met een compostelaroute, maar het deel Gits - Beitem van de Via Brugensis ziet er veelbelovend uit. Langs de Onledebeek lijkt nl. volgens de topografische kaart een niet-verharde weg (onderbroken streepjes) te lopen, wat meteen zou kunnen betekenen dat een flink deel van de route toch zeer wandelvriendelijk is. Spijtig genoeg heeft een of andere Roeselaarse mandataris in het kader van de ontharding van Vlaanderen dat hele traject laten betonneren, niet zomaar een streepje beton maar een heuse fietssnelweg, waar fietsers van allerlei slag het rijk voor zich alleen hebben. De wandelaars springen wel op tijd weg… Dat is trouwens niet het enige minpunt: toen ik thuis het gpx-bestand op de kaart zette, viel op hoe we bijna voortdurend in de buurt van gebouwen liepen, al dan niet onderdeel van de Roeselaarse industrie. We kwamen aan een TWQ van 31%, maar de trage wegen waren op het lijf van de vele fietsers geschreven en waren weinig interessant voor de wandelaar. We quoteerden met een povere 7/20. En dat voor de hele 19km. De echt mooie stukjes waren op een hand te tellen en bij wijze van spreken nooit meer dan een handpalm groot: het Bos ter Kerst, de buurt van de kleiputten, de bedding van lijn 65…
 We volgden de Onledebeek langere tijd, maar dit was ongeveer de enige fotogenieke plek.
 De oude bedding van lijn 65 blijkt gelukkig een aangenaam wandelpad te zijn.
Meer foto's hier.
Het weer. Licht bewolkt en zeker in het begin nog een frisse wind. De stafkaarten. Het centrum van Gits ligt nog net op kaart 20/3-4 (Torhout). Het leeuwendeel van de tocht vind je terug op kaart 20/7-8 (Roeselare) en Beitem ligt nog net op kaart 28/3-4 (Zonnebeke). De eerste twee kaarten uit 2016, de laatste uit 2017. Als wandelaar heb je niet zoveel aan de kaart van Roeselare door de vele wijzigingen, toch wat de gevolgde route betreft. Hoe we er geraakten. Veruit de beste verbinding loopt via Roeselare, maar door de werken tussen Burst en Denderleeuw is de rechtstreekse IC Brussel - Roeselare - Brugge - Oostende opgesplitst en dus wordt het zoeken naar andere mogelijkheden. Omdat het een relatief lange tocht is willen we wat vroeger vertrekken en dus vallen we terug op de Railpass. In eerste instantie dachten we aan een verbinding via Brugge, met de IC 2830 naar Knokke, maar - je weet het nooit - als IC 3407 op tijd zou rijden, zouden we met IC 429 naar Kortrijk reizen en daar overstappen op de geamputeerde IC naar Oostende. De terugrit zou dan via Kortrijk verlopen - al was het maar om de kusttreinen in deze paasvakantie te vermijden - en daar maken we dan dankbaar gebruik van de rechtstreekse IC 3218. Een beetje geschiedenis. Beitem kan terugkijken op een reizigersdienst van 1889 tot 1950. In 1889 werd nl. een spoorlijn geopend die Roeselare verbond met Menen en Frankrijk. De tabel van lijn 63 toont aan dat je dat laatste wel erg ruim moet nemen, al waren er geen doorgaande ritten. Maar blijkbaar was de Europese gedachte toen meer aanwezig dan tegenwoordig… Later zou er een tabel 66A in het spoorboekje worden opgenomen, met als eindpunt Roubaix en Lille. Net voor WO II kreeg de lijn haar definitieve nummer 65. De treinen werden toen al uitgevoerd met autorails, wat inhield dat er alleen derde klas aangeboden werd. Dat was ook nog het geval toen in 1950 de reizigersdienst opgeheven werd. Op dat moment reden er nog 8 ritten van maandag tot zaterdag en 6 op zondag. Maar blijkbaar moest de lijn eraan geloven, zoals zoveel andere regionale lijnen in de jaren 1950. Uiteraard kwam er wel een vervangingsbus: lijn 65, met 2 varianten, één rechtstreeks van Roeselare naar Beitem en zo naar Menen, een andere via Dadizele, Slijpe en Moorslede. Vanaf 1972 wordt de bus 65a genoemd, zoals dat voor alle vervangingslijnen op dat moment geldt: lijnnummer, aangevuld met een kleine letter, ook als er geen spoorlijn 65 of een buslijn 5b meer bestaat. Met de invoering van de basismobiliteit komen er twee varianten van de verbinding Roeselare - Menen: 54 en 55. Met de basisbereikbaarheid komt daar een einde aan. Lijn 54 rijdt voortaan tussen Roeselare en Menen, tussen Roeselare en Beitem zelfs elk half uur. Het verlies van de variant wordt opgevangen door een flexbus en door twee schooldiensten al komen die niet door Beitem (541 en 542).
Wij stapten een kort eind langs de bedding van lijn 65 en konden zelfs iets drinken in een café met de veelzeggende naam Beythem Statie. Dat ligt inderdaad al sinds de 19de eeuw voor het nog herkenbare stationsgebouw van Beitem en sinds corona is de ruimte tussen station en café ingenomen door een ruim terras. (Dat lees ik af van een artikel dat blijkbaar met enige terechte trots in de herberg is opgehangen.) De bedding zelf is gelukkig niet verhard maar wel perfect voor wandelaars én fietsers. En nog dit: Beythem was de spelling in de veelal Frans geïnspireerde spoorboekjes en dat verklaart meteen ook de Y in de telegrafische afkorting van Beitem: LYT.
 Het station van Beitem is niet verdwenen. En hier vind je mooi vergelijkingsmateriaal.
 Dit is een uittreksel uit het spoorboekje van 1 oktober 1900. Grensverkeer verliep toen net iets vlotter dan vandaag.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid |
3407 (IC FTR) |
08:21 08:32 |
+1 |
1905 (NK) - 61001 (FCL) |
M6 |
controle: N |
Brussel-Zuid - Kortrijk |
0429 (IC LK) |
08:37 09:41 |
+3 |
1831 (FSD) - 11801 (FSD) |
I11 |
controle: J |
Kortrijk - Roeselare |
13054 (IC FSD) |
09:55 10:16 |
stipt |
08071 (FML) |
mr08 Desiro |
controle: J |
Roeselare - Gits |
[75] (Torhout) |
10:35 10:54 |
stipt |
ab5509-53 |
VDL Bus&Cars Citea LE |
Van Coillie |
- |
|
|
|
|
|
|
Beitem - Roeselare |
[54] (Roeselare) |
17:00 17:13 |
+19 |
ab635-063 |
MAN Lion's City 10E |
Deceuninck |
Roeselare - Kortrijk |
13043 (IC FZT) |
17:44 18:05 |
stipt |
08112 FML) |
mr08 Desiro |
controle: N |
Kortrijk - Halle |
3218 (IC FDR) |
18:38 20:01 |
+1 |
76004 (FML) - 73200 (FML) |
M7 |
controle: JJ |
En wat we beleefden. Of IC 3407 op tijd zal rijden weet je nooit vooraf, maar dat er in deze treinen bijna nooit controle komt en dat er altijd grijs- of zwartrijders in eerste klas zitten, is wel een zekerheid. Dat is vandaag niet anders. Wat de trein (en de bus) betreft is dit de enige ergernis van de dag. En ja hoor, we bereiken Brussel-Zuid met een minuutje vertraging en halen probleemloos IC 429, met zijn eigenaardige combinatie van I11- en M6-rijtuigen. Hier krijgen we wel controle en het duurt even voor ik onze biljetten terugvind in de app, maar de tbg weet hoe het moet. Blijkbaar moet de QR-code nu altijd aangetikt worden. Het is allemaal even wennen. In Kortrijk komt IC 13054 (Zottegem - Oostende) al snel. Het is een IC met 2 desiro's - de rit naar Roeselare is gelukkig kort en verloopt stipt.
Voor ons wacht in Roeselare de eerste kennismaking met het vernieuwde busstation. Als je ziet hoe vuil de witte bankjes al zijn, dateert de verhuis duidelijk al van een tijdje geleden. Aribus staat verankerd op 16:01. Kwestie dat niemand nog denkt dat dit een uurwerk is… Het staat één keer per dag gedurende 60 seconden wel juist. De bus dropt ons stipt aan de halte Gits Centrum.
Voor de terugrit rekenen we op de bus van 17:27, maar die van 17:00 heeft behoorlijk veel vertraging. De blijkbaar recent ingestroomde bus zou wel eens problemen gehad kunnen hebben: geen film, geen info binnenin. Uiteindelijk komen we met 19 minuten vertraging aan in Roeselare.
Zo kunnen we nog mee met IC 13043, met dezelfde desiro's als vanmorgen. Ook nu verloopt de rit stipt. Eigenlijk zouden we nu met IC 418 via Gent naar Brussel kunnen sporen, maar we hebben onze portie desiro's voor vandaag gehad. En de overstapvrije rit naar Halle wenkt. De trein vertrekt met 2 minuten vertraging, nog een gevolg van de opgelopen vertraging tijdens de vorige rit. Weer rijden er vijf AB-rijtuigen mee: wij gaan voor 73200, meteen het hoogste nummer dat we ooit gehad hebben. Voor de tractie zorgt een glanzende 76004; dat die er opperbest uitziet ondanks het lage nummer, heeft ermee te maken dat de eerste 4 rijtuigen van deze reeks na een proefperiode terug naar de fabrikant zijn gestuurd om ze aan de rest van de reeks aan te passen. Ik ben nieuwsgierig naar wat ik tussen Edingen en Halle zal zien, want daar is een brug ingezakt en wordt verkeer over enkelspoor voorzien. Wij vertrekken op normaalspoor en tot Halle zullen we tegen de gewone snelheid rijden. Ik zit dus aan de zijde van het incident en vermits we wat gewacht hebben op de aankomst van S 3391, vermoed ik dat er wel degelijk een dienst op enkelspoor is tussen Saintes en Edingen. Het zou om een brugje gaan over een beek en die beek heb ik waarschijnlijk wel gezien, maar van enige schade is er vanuit de trein geen zichtbaar spoor. Evenmin als van voorbereidende werken, trouwens…
De treinlectuur. Bret Easton ELLIS, Lunar Park. Alena SCHRÖDER, Bij jullie is het altijd zo ontzettend stil.
 Voor Weyts hoeft de kilometerheffing niet, die 4 miljard heeft hij niet nodig. Hij veegt daarmee de verpletterende resultaten van een tot nog toe goed geheim gehouden studie van tafel en het enige argument dat ik al gehoord heb, is dat hij de hardwerkende Vlaming niet wil straffen. Zoals gewoonlijk bij Weyts moet je dat anders interpreteren: die luie Walen zullen veel minder betalen dan de Vlamingen en dus kan die heffing niet. Zielig ventje…
Uitgedrukt… nen ellestouker - iemand die ruzie stookt en zelf buiten schot blijft
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|