Na de storm en de regen van de voorbije dagen, waren de voorspellingen voor vandaag al een stuk gunstiger. Dat lokte ook ons naar buiten, en inderdaad: we begonnen en eindigden in de zon, en over wat daartussen zat kunnen we kort zijn: buien met regen, hagel, smeltende sneeuw, wat de weerman zo treffend winterse buien noemt. We trokken naar Ressegem, een onooglijke deelgemeenten van Herzele, gewapend met een wandelkaart van de gemeente die ik al in 1992 op de kop kon tikken, na een andere wandeling in Herzele. Zoals wel meer in onooglijke dorpjes werd het een bijzonder knappe wandeling, met een kasteel, een windmolen en een schitterend klimmend (ja, ja) pad tussen de weiden. Alleen waren de paadjes wel erg diep door de regen en het seizoen; de landbouwers die blijkbaar nog niet zo lang geleden met hun zware machines een deel van het pad hadden verkend, maakten het geheel tot een modderige boel. Maar het is een schitterend pad, net geen 8 kilometer lang, dat gerust mag figureren in de top van de beste lusvormige paden in Vlaanderen. In Ressegem konden we daarna nog even binnenwippen in praatcafé 21, rookvrij, gelukkig, kraaknet en stijlvol, en het was dan ook met enige schroom dat we binnengingen, met modder tot net onder de knie. Gelukkig begreep de baas wat wandelen was, en we werden warm ontvangen, met een leuke babbel erbij en een erg goede biersuggestie: Ondineke, uit de Kapellekensbaan, de Oilsjterse tripel. Een bijzonder rijk bier, dat vermoedelijk wel wat sterker is dan de 8.5° die op de fles vermeld staat. We kregen er zelfs nog een recente uitgave van de wandelfolder bovenop.
Onze verplaatsing had iets vreemd. Sinds december hebben we er in Halle een trein bij in het weekend, maar IC en IR rijden zo goed als zij aan zij naar Brussel, in een wilde achtervolging op de L-trein; kortom, ze komen alle 3 in een tijdsbestek van 7 minuten aan in Brussel-Zuid, wat maakt dat we nu eigenlijk maar 1 verbinding per uur meer hebben. Je zult deze klaagzang in volgende bijdragen nog wel meer horen, want het is bovendien triest gesteld met de aansluitingen, die ofwel krap ofwel buitensporig lang zijn. Vandaag moeten we in Zottegem geraken, waar we belbus 90 naar Ressegem besteld hebben. Daarom lijkt 5 minuten aansluitingstijd in Brussel-Zuid me net te weinig; als je een gewone bus moet nemen, kun je zonder problemen de volgende nemen, maar met een belbus ligt dat natuurlijk anders. Bellen dat je de bestelde niet haalt, en meteen de volgende bestellen, het is allemaal niet evident. Ik heb evenmin zin om 58 minuten te wachten in Brussel-Zuid, want zo nipt missen we de aansluiting, en dus maken we van de nood een deugd. Het is geen voor de hand liggende oplossing, alleen verteerbaar voor freaks, maar ze is wel reglementair. Halle - Ath wordt het, met IC 1931 (10:35 - 11:00), gesleept door de 2744 met 7 M4 op sleeptouw. We zitten helemaal achteraan in rijtuig 58060. De treinbegeleider knipt zonder verpinken ons biljet Halle - Zottegem. In Ath stappen we over op de L 4881 naar Geraardsbergen: gemoderniseerd stel 736, met Nederlandstalig personeel, dat zich evenmin stoort aan de eigenaardige reisweg (11:07 - 11:30). Alleen in de laatste trein L 1882 (mw 4187) naar Gent-Sint-Pieters fronst de treinbegeleidster even de wenkbrauwen, maar ook hier worden de internetbiljetten zonder vragen geknipt. We delen de krappe eersteklasruimte met een priester van de oude stempel, die vocaliserend breviert. Zalig rustgevend; met de gepaste publiciteit erachter wordt dit het alternatief voor luidruchtige gsm's of verdoken muzikaal lawaai. We komen om 12:08 in Zottegem aan. De belbus is besteld voor 12:30. Zoals altijd komt die wat vroeger dan voorzien; hij pikt onderweg nog een jeugdige reizigster op aan het sportcomplex in Zottegem, wat onze reis nog wat langer maakt, maar ja, daar is de belbus voor, en dat nemen we er graag bij. Het is het Mercedes Sprintertje 2017-03. Ook voor de terugreis komt dit busje opdagen, weliswaar met een andere bestuurder, en ook nu zijn er nog andere reizigers. Het is prettig om vast te stellen dat het hele belbusproject dus wel functioneert. De terugreis is eenvoudig, omdat we nu wel durven rekenen op de krappe aansluiting in Brussel-Zuid. Missen is nu eenmaal minder erg bij de terugrit, al zullen pendelaars daar wel anders over denken. In Zottegem nemen we IC 2315 (1 break 341), met een halfvolle maar rustige eersteklasafdeling (16:50 - 17:25), die probleemloos op tijd rijdt; in Brussel-Zuid nemen we de L 3688 (ms 655) naar Braine-le-Comte, waarmee we om 17:48 in Halle arriveren. Vijf treinen op tijd, en vijf controles. De NMBS op haar best...
|