De Geul, die Göhl, la
Gueule: hoe je hem ook wil noemen, het is ongetwijfeld een van de best bewaarde
zijtakken van de Maas. Bij het NGI is een overzichtskaart van de Geuldalroute
(en veel plaatselijke wandelingen) verschenen waarop je de loop van dit riviertje
mooi kunt volgen. Wij deden het vandaag écht, en stapten een tweede traject,
van Kelmis naar Gulpen. De bewegwijzering is verre van compleet, maar dat kan
de pret niet bederven. We maalden er iets meer dan 23 km door, en bleven
inderdaad bijna altijd in de onmiddellijke buurt van het rustig voortkabbelende
riviertje. Uiteindelijk berekende ik een TWQ van 66 %: ik heb het twee keer nagerekend,
en kwam telkens bij dezelfde eerder povere twee derde uit, maar wees gerust: je
hebt de indruk dat het quotiënt rond de 95 % zweeft.
Het begint al in Kelmis,
waar je na een kort stukje naast een weinig interessante hoofdweg, meteen de
oude spoorwegbedding opzoekt van de lijn die van Kelmis naar Plombières liep.
De streek heeft een erg boeiende spoorweggeschiedenis. De indrukwekkendste getuige
is nog altijd het spoorwegviaduct van Moresnet. De oude bedding is gelukkig nog
niet bedolven onder een brede en dikke betonlaag, maar brengt je door een echte
oase van groen van uitgraving naar uitgraving.
Vanaf de
Belgisch-Nederlandse grens begint dan een tocht waarvan ik het bestaan nooit vermoed
had. Een zo goed als onafgebroken pad langs de Geul, vaak door de weiden. En we
zijn niet de enigen: zoals het in de buurt van een drielandenpunt hoort, hoor
je Nederlands, Duits en Frans. De koeien hopen hier af en toe waarschijnlijk
net als ik op een regenachtige dag: dan zal het aantal bezoekers wel drastisch lager liggen. Zelf hou ik van regenachtige
vrijdag- en zaterdagavonden in de zomer: dat tempert altijd het enthousiasme
waarmee sommigen zich op de barbecue storten, enthousiasme dat dan later op de
avond proporties aanneemt die niet meer door de beugel kunnen.
Eigenlijk moesten we
achteraf vaststellen dat deze tocht door een toch wel heuvelend gebied van
begin tot einde kon bekoren. Zo sterk dat we er op het einde flink dorst van
gekregen hadden. Ik ken Nederland niet voldoende om er algemene uitspraken over
te doen, maar in de tijd die we op dat terrasje in Gulpen op onze pint hebben
moeten wachten, kun je in een Vlaams dorpscafé gerust een stuk in je kraag
drinken. Gelukkig schuimde de tripel zoals het hoort.
Behoorlijk wat foto's deze keer van een lange en mooie
tocht hier. Voor de spoorwegarcheologen zijn
er deze keer enkele verrassende plaatjes.
Sippenaeken en de Geul
De Geul, wandelen en stoeien
De reuzenbalsemien was overal prominent aanwezig -
prachtige immigrant.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3105
7:19 7:30 stipt (393)
Brussel-Zuid - Eupen 506
7:57 9:55 +1 (1907 - 11823, op Oostende)
Eupen - Kelmis [396] 10:06
10:25 stipt (ab7631-79, Mercedes Citaro LE, Sadar)
Gulpen - Vaals [50] 17:18 17:35 stipt
(Veolia)
Vaals - Eupen [396] 18:03
18:46 +4 (ab7631-78, Mercedes Citaro LE, Sadar)
Eupen - Brussel-Noord 542 19:15 20:54 +5
(1908 - 11824, op Oostende)
Brussel-Noord - Halle 1592 21:19 21:37 +2
(196)
De commentaar:
Soms kan het verrassend snel gaan tussen Halle en
Brussel-Zuid. Vandaag resulteert dat in een rijtijd van 7 ½ minuut. Maar het
ziet ernaaruit dat de IR nu wel eens wat meer problemen zou kunnen krijgen,
want op lijn 124 Charleroi - Brussel zijn er problemen door een defecte trein.
En zoals het zusjes past, zal ook lijn 25 een flink deel van het leed op zich
nemen. (Achteraf zal blijken dat het met deze 3105 nog mee zal vallen.)
Zelfs de 506 kan in deze vakantieperiode vrij goed
op tijd rijden. In Brussel-Noord rijden we met 3 minuten vertraging buiten,
maar dan gaat het stroef tot we in Diegem lijn 36N op kunnen. In Leuven komen
we aan met 6 minuten, maar traditiegetrouw gaan daar twee minuutjes af bij
vertrek. Vanaf Liège-Guillemins rijden we zelfs helemaal op tijd. Nu ja, op
tijd, in Verviers-Centraal is een stilstand van 13 minuten voorzien, omdat er
gewerkt wordt tussen Verviers en Welkenraedt. Maar dat staat keurig aangegeven
op de NMBS-site en dus kun je dit niet als vertraging aanrekenen.
Zoals meestal met trek- en duwtreinen heb ik geen
idee van het locnummer. Vroeger kon je bij het binnenrijden van Brussel-Noord
nog een poging ondernemen om het nummer te lezen, maar sinds enige tijd heeft
men een kastje ingeplant, net op die plek waar het nummer in al zijn glorie
leesbaar zou moeten worden. Tot mijn verbazing zal in Eupen blijken dat het de
splinternieuwe 1907 is die zich behoorlijk van haar taak gekweten heeft.
Ondanks vertragingszones - zijn ze aan een opmars bezig? - in Leuven, voorbij
Verviers en in Welkenraedt, komen we in Eupen aan met een onooglijk minuutje
vertraging.
Op de site van de TEC heb ik gevonden dat
wegwerkzaamheden in Eupen ook een invloed zullen hebben op de rit van lijn 396,
die internationale buslijn, die destijds Malmedy met Vaals verbond. Nu blijft
daar alleen het blijkbaar goed beklante deel Eupen - Vaals van over. Als ik het
allemaal goed begrepen heb, dan zal de omlegging geen invloed hebben op ons
deel van de rit. De bus komt inderdaad zo goed als op tijd aan rijden. Kelmis
bereiken we zelfs nog iets vroeger dan voorzien.
Voor de terugreis heb ik even gespeeld met de idee
om lijn 50 richting Maastricht te nemen, maar ik vermoed dat een reisweg met
overstap in Vaals minstens even snel en alleszins goedkoper zal zijn.
In Gulpen vraag ik voor alle zekerheid maar even
de weg naar het busstation: een erg handig ingericht pleintje, dat helemaal in
functie lijkt te staan van onderlinge busaansluitingen. De bus komt stipt aan.
Het is een erg comfortabele bus - type autocar. Samen met de kwartierdienst
maakt dat van deze lijn een topper.
Vanaf Vaals bevinden we ons weer op vertrouwd
terrein. Tussen Moresnet en Kelmis zitten we een tijdje achter een strokar. Dat
werkt de chauffeur zichtbaar op de heupen. De manoeuvre waarmee hij voorbij de
strokar (én een fietser of twee, én een wagen of twee) gaat, is niet helemaal
zonder gevaar. Toch mooi wat die mannen riskeren om op tijd te blijven.
Tot hij in Kelmis de garage van de firma Sadar
binnenrijdt: niet de stiptheid, wel het babbeltje lijkt hem te hebben aangezet
tot roekeloos rijden. We verlaten Kelmis met 7 compleet overbodige minuten
vertraging. In Eupen zullen er daar nog 4 van overblijven, want zelfs in de
vooravond is de bus nog goed beklant.
In Eupen staat de IC naar Oostende al klaar. Deze
keer is het de 1908 die het lange stel I11 naar Oostende zal slepen.
In Liège stapt een fietser met fiets in: vanmorgen
werd een fietser in Liège nog verwezen naar de bagageafdeling, helemaal voorin.
Deze zal zich waarschijnlijk ergens in de trein een plaatsje zoeken. We leven
in een tijd waarin reglementen vooral niet nageleefd moeten worden. Dat wordt
ook in de hand gewerkt door de inconsequente houding van handhavers. En leidt uiteindelijk vroeg of laat tot conflicten.
Tot Liège rijdt de trein probleemloos op tijd,
maar in Ans komen we volledig tot stilstand. Een achteropkomende Thalys laat je
nu eenmaal deemoedig voor, ook al kost dat ettelijke minuten vertraging. In
Leuven blijken dat er zes te zijn, in Brussel-Noord noteer ik er vijf, nog net
een statistiekvriendelijke vertraging.
Net voor ons hangt een I10. Zou dat de reden
kunnen zijn waarom het toilet in de I11 bijna voortdurend bezet is? Door een
eindeloze reeks zwartjes dan nog. Het lijkt trouwens echt wel de avond van de eigenaardige
zwartjes. In Brussel-Noord snijdt er een ons de pas af, beladen met twee zware
reistassen, die hij meteen tussen de banken van het tweeledige stel plaatst.
Hij zal verdwijnen en pas na Brussel-Zuid opnieuw te voorschijn komen, zichzelf
nog eens trakterend op twee flinke porties deodorant. Onder de armen, wel te
verstaan. Ik wist dat Jappen 's morgens wel eens twintig minuten in het treintoilet
konden verdwijnen voor een grondige wasbeurt, maar hij is duidelijk geen
Aziaat, en het is nog avond ook.
Een andere reiziger heeft zich voorbij Brussel op
het smalle platform tussen bagageafdeling een eersteklasafdeling op de grond
laten zakken. In Halle vraagt hij: "Zal het lukken?", want hij zit
toch wel in de weg, zo voor de uitstapdeur. - Ik antwoord dan maar: "Ik
zal mijn best doen?" Ik zal nooit begrijpen waarom reizigers soms de meest
gore hoekjes van een treinstel opzoeken, zeker als er nog (zit)plaats zat is. Maar
het gebeurt wel vaker dat ik de mensen niet meer begrijp, eigenlijk zelfs
constant. Die koeien, die de wandelaars langs de Geulroute nauwelijks een blik
waardig achten, die begrijp ik dan weer wonderwel
Ab7631-79
heeft ons net afgezet in Kelmis. De bus is splinternieuw. De nummerplaat is gemonteerd
op een bord met verwijzing naar een garage in
Kobbegem (Asse).
's
Avonds is het de beurt aan de al even nieuwe 7631-78.
En
ook dit is een recent verschijnsel: een loc van reeks 19 op de IC Eupen -
Oostende. Het is "onze" 542, die zich nog even koestert in de stilaan
laagstaande zon.
|