De wandeling. We stappen vandaag in Born, een deelgemeente van Amel (Amblève) aan de Emmels, een bijriviertje van de Amblève, die hier dus nog Amel heet. We vonden de wandeling op een wandelkaart met als titel Land van St.Vith & Hoger Ameldal, uitgegeven door de plaatselijke VVV's in samenwerking met het NGI. Het werd een tocht van bijna 9 km tocht, bewegwijzerd met een groen kruis op witte achtergrond. Laten we maar meteen toegeven dat van die bewegwijzering niet zo heel veel meer overblijft, alleszins onvoldoende om de tocht alleen op basis daarvan te maken. Daar is de komst van het Wandelnetwerk Ostbelgien vermoedelijk niet vreemd aan. Het gebeurt wel vaker dat het plaatselijke netwerk verdwijnt als de genummerde paaltjes verschijnen. De wandeling van vandaag heet trouwens Gut Eid, en dat is ongeveer het uiterste punt dat je bereikt. Het begint met een langzame klim over de Ravel 48 en zoals meestal kan zoiets ons, wandelaars, maar matig bekoren. Ik begrijp dat fietsers hier volop hun hart kunnen ophalen, maar voor ons was het toch net iets te druk. Gelukkig kun je hier en daar toch over parallelle wegjes stappen, die er veel stapvriendelijker uitzien. Na de klim (zie kaart en grafiek) kom je in het bos terecht en op wat de stafkaart In der Eidt noemt. Het zal wel duidelijk zijn dat ook wij meer genoten van het deel dat buiten de Ravel liep. Mede doordat we zo een hightech fietspad toch als een trage weg beschouwen, ligt de TWQ met 70% toch hoog. En zelfs een Ravel kan niet verhinderen dat je hier die prachtige glooiende weiden geserveerd krijgt die zo typisch zijn voor Ostbelgien. Voor ons scoorde de wandeling 16/20.
Foto's. De Emmels.
Het weer. Zwaar bewolkt, relatief fris. De stafkaarten. 56/3 N (Amel) en 56/3 S (Sankt-Vith). In 2018 kwam een nieuwe uitgave op 1:25.000 tot stand: 56/3-4 (Sankt-Vith). Hoe we er geraakten. De bushalte Born Dorf wordt bediend door buslijn 748 Sourbrodt - Waimes - Sankt-Vith en daar ligt meteen een probleem: deze lijn is op geen enkele manier verbonden met het spoorwegnet en dus moeten we uitzoeken hoe we in Sourbrodt, Waimes of Sankt-Vith geraken. Als aanvoerlijnen voor lijn 748 komen de volgende buslijnen in aanmerking: 394 Eupen - Büllingen - Sankt-Vith (met aansluiting in Sourbrodt of Sankt-Vith), 390 Verviers - Rocherath (met aansluiting in Sourbrodt), 395 Verviers - Reuland (met aansluiting in Sankt-Vith) en 745 Trois-Ponts - Waimes - Büllingen (met aansluiting in Waimes.) Misschien lijkt het nu alsof de mogelijkheden legio zijn, maar dat is schijn. Het wordt heerlijk puzzelen voor de liefhebber van dienstregelingen die ik nu eenmaal altijd gebleven ben, de apps zullen pas ingeschakeld worden ter controle. Uiteindelijk komt een gevarieerde oplossing uit de bus: heen met de trein tot Trois-Ponts en dan met de lijnen 745 en 748 naar Born via Waimes. Terug met de buslijnen 748 en 394, met overstap op de trein in Eupen. Dat vergt wel vroeg opstaan en ongetwijfeld zijn er andere oplossingen, maar we vertrekken nu eenmaal graag vroeg als we daarmee een late terugkeer kunnen vermijden. Een beetje geschiedenis. Je kunt er echt niet naast kijken: Born wordt beheerst door een oud spoorwegviaduct, dat ongetwijfeld ooit zo door de tand des tijds zal worden aangetast, dat het zal worden afgebroken. Nu al ligt het er 75 jaar doel- en zielloos bij. Dat komt zo:
Midden in WO I, toen de Duitsers blijkbaar nog rotsvast overtuigd waren van de eindoverwinning, werden verbindingslijnen aangelegd die in de eerste plaats een militaire bedoeling hadden. Zo werd een verbinding aangelegd tussen de Vennbahn en de lijn Spa - Luxemburg, die we tegenwoordig beter kennen als de lijn 42 (Liège) - Rivage - Gouvy - Luxemburg. Op de kosten werd weinig bespaard: in Vielsalm, ter hoogte van de vroegere halte Rencheux - werd de lijn verbonden met lijn 42 met bogen die zowel richting noorden (Liège) als zuiden (Gouvy) een rechtstreekse verbinding mogelijk maakten. Dat de aanleg niet gemakkelijk was, bewijzen de nog deels op de topografische kaarten zichtbare ongelooflijke kronkel waarmee de lijn uit de vallei van de Salm kroop, de brug van Hermanmont, net buiten Vielsalm, die op 10.05.1940 definitief uitgeschakeld werd en vooral het paradepaardje van vandaag: de immense viaduct die de ingang van het dorpje Born overspant. De brug kreeg de naam van - gun me de pret om het eens helemaal uit te spellen - Friedrich Bernard Hubert Freiherr von Korff, de laatste Pruisische Landrat van Malmedy, die het gebied onder zijn hoede had van 12.02.1908 tot in het Verdrag van Versailles beslist werd dat het gebied Belgisch werd. (Overigens bereik je Born via de N659 die hier de Von Korffstraße heet.) Ze is 285 m lang, telt 11 bogen, is 18 m hoog. (Ik heb het zelf uitgetest: de om toeristische redenen aangelegde trap telt 83 treden…) In totaal werd 19.000 m³ verwerkt, door 4000 werknemers (met 54 locomotieven en 15 graafmachines). De klus werd in 8 maanden geklaard, van 13.03.1916 tot 21.11.1916. De inhuldiging vond plaats op 10.01.1917. (Hier bij ons in de buurt is een brug zwaar beschadigd door een uitbrandende vrachtwagen - ze is verboden voor alle verkeer, behalve stappers en fietsers. Het ongeval gebeurde op 01.08.2018; we zijn dus nu bijna 2 jaar later en er is zelfs nog geen begin gemaakt met de bouw van een nieuwe brug. Studies bij de vleet, dat wel én een actiecomité.) Vanaf 03.10.1948 krijgt Born er nog een halte bij: Born Dorf. Het station Born lag namelijk een eind buiten het dorp, op de plaats waar de lijnen 48 (de Vennbahn) en de lijn 47A (Born - Vielsalm) samenkwamen. Die halte Born Dorf moet ongeveer gelegen hebben op de plaats waar we onze wandeling aanvatten. Het verhaal van de Vennbahn kun je voor de rest terugvinden op de onderaan vermelde site van Paul Kevers.
Viaduct, kerkje en enkele huizen - meer is Born niet.
Lijnen 47A en 48 waren zo gebouwd dat treinen uit Raeren die naar Vielsalm wilden de mogelijkheid moesten hebben om de loc te keren. De ligging van deze draaischijf is een wondertje op zich.
In de plaats van de Vennbahn werd een busdienst ingelegd die het logische nummer 48a kreeg. Die combineerde in eerste instantie een aantal verbindingen, zoals Steinebrück - Sankt-Vith, Weismes - Kalterherberg en Sankt-Vith - Weismes. Diverse reorganisaties en inkrimpingen later vinden we de laatste terug onder de huidige lijn 748. Helemaal in de filosofie van de jaren 1950 schrok men er toen niet voor terug om de spoorlijnen helemaal te verbussen, ondanks de winters die daar in de Oostkantons enkele maanden onverbiddelijk huis konden houden, bemerking die we vandaag nog gemaakt hebben toen we zagen welk parcours de bus volgt. Lockdowns zullen daar toen wel schering en inslag geweest zijn…
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid |
1554 |
05:58 06:07 |
stipt |
08121 |
mr08 Desiro |
controle: N |
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins |
0405 |
06:28 07:29 |
stipt |
1867 - 61074 |
M6 |
controle: N |
Liège-Guillemins - Trois-Ponts |
0108 |
08:07 09:00 |
stipt |
08510 |
mr08 Desiro |
controle: N |
Trois-Ponts - Waimes |
[745] |
09:15 09:55 |
stipt |
ab5010-43 |
Mercedes Citaro LE |
Satracom |
Waimes - Born |
[748] |
10:00 10:28 |
-2 |
ab5011-30 |
Van Hool New A360H |
Autobus Blaise |
- |
|
|
|
|
|
|
Born - Sankt-Vith |
[748] |
14:28 14:39 |
+2 |
ab5011-39 |
MAN's Lion City |
Autobus Blaise |
Sankt-Vith - Eupen |
[394] |
14:45 15:52 |
-4 |
ab5013-06 |
Iveco Crossway LE |
SADAR |
Eupen - Brussel-Noord |
0539 |
16:17 17:53 |
stipt |
1809 - 11808 |
I11 |
controle: N |
Brussel-Noord - Halle |
1939 |
18:01 18:23 |
+1 |
540 |
mr96 - DMT |
controle: N |
En wat we beleefden. Dat het tegenwoordig geen probleem is om overtredingen te scoren, wordt al meteen duidelijk op het perron in Halle: roken in een wachthuisje, zonder mondmasker en onvoldoende afstand houden. Drie op een rij. We zullen vandaag nog voorbeelden zien. Al kunnen we na vandaag toch besluiten dat de meeste reizigers zich toch neerleggen bij de mondmaskerplicht. De ene desiro van S 1554 zit ondanks het vroege uur behoorlijk vol. Maar het is duidelijk dat deze vroege pendelaars zich toch bewust zijn van de ernst van de zaak. Strikt genomen is het mogelijk om met de IC 505 naar Liège te reizen, maar we hebben een half uur reserve genomen en dus stappen we naar IC 405: die is duidelijk minder bezet dan de 1554, maar de trein bestaat dan ook uit veel dubbeldekkers M6. Ik lees de hele weg; de vrees dat dit door het mondmasker erg onaangenaam zou kunnen worden, is snel weggeëbd. Grootscheepse werken in de tunnels tussen Liège-Guillemins en Herstal maken dat er twee maanden lang geen treinverkeer mogelijk is tussen Liège-Guillemins en Herstal; de TEC moet het zaakje klaren. Zoals verwacht is onze IC 108 naar Luxemburg de terugrit van IC 107; zo spaart men al snel personeel en materieel uit. Het zal vandaag de eerste keer zijn dat we met een desiro over de lijnen 43/42 reizen. Zo gaat toch wel veel charme van deze mooie spoorlijn langs rivieren verloren. Het infoscherm in de trein wil ons doen geloven dat we nu in IC 122 zitten; die zal nochtans pas over 14 uur rijden: het is de laatste trein van de dag, beperkt tot Gouvy - in de logica van de 122 worden inderdaad alleen maar halten tot Gouvy aangegeven. Het is het euvel waar we ons allemaal wel eens aan bezondigen het vertrouwen dat er met computers en zo niets verkeerd kan gaan, is zo groot dat we vergeten te verifiëren. Maar de rit verloopt wel stipt, met voldoende fietsen om de toegang tot het toilet moeilijk te maken.
Een kwartier overstaptijd in Trois-Ponts volstaat dan ook ruimschoots al maakt de voor ons nieuwe voetgangerstunnel onder de sporen dat het busstation nu verder van de perrons lijkt te liggen. Kwart over negen is trouwens een druk busmoment, met bussen van lijn 142, 745 en 294. Op de bussen van de TEC is ontwaarden opnieuw verplicht, maar dat kan duidelijk nog niet op alle bussen. Het ontwaardingstoestel is onbereikbaar. We staan onderweg even voor een mobiel verkeerslicht, maar Waimes zullen we toch stipt bereiken; de kans is trouwens groot dat de bussen hier op aansluiting wachten. In de bus van lijn 748 is ontwaarden wel mogelijk. Afstand houden kan hier moeiteloos, want we zijn de enige reizigers. Het is al volop genieten van Ostbelgien, want de bus volgt een prettig parcours.
Voor de terugrit maken we met het stukje Born - Sankt-Vith het plaatje van lijn 748 compleet. De chauffeuse is een erg vriendelijke dame, ook als een dame met kind vaststelt dat ze niet meer kan betalen: sinds 1 juli is net als bij De Lijn het aankopen van een biljet op de bus onmogelijk. Ze krijgt 2 minuten uitleg en mag uiteindelijk gratis mee. In Sankt-Vith staat wel een automaat, maar je bent niets zonder mobib, en die tover je niet zo maar uit je hoed. Bus vier komt net op tijd An den Linden. Het is de enige bus van vandaag met enige bezetting. Een jongedame zal de hele trip tot Eupen maken met nu eens één dan weer twee voeten op de mooie leren stoel voor haar. Wie het destijds in zijn hoofd heeft gehaald om zitjes in de tegenrichting te plaatsen moet niet goed bij dat hoofd geweest zijn. Mensen worden er ziek van, onverlaten kunnen er hun voeten (en schoenen) op leggen en je zit voortdurend in elkaar gezicht te kijken, wat in deze coronatijden nog eens extra slecht uitkomt. Vooral tegen het einde van de rit loopt de bus uit; Botrange en Baraque Michel krioelen van het volk (arme Venen), meer dan we hier ooit al samen gezien hebben. Maar denk vooral niet dat de bus hier moet stoppen om volk op te laden. Toeristen die anders met het vliegtuig aan het andere eind van de wereld geraken, slagen er niet in om een tripje naar de Venen zonder auto uit te tekenen.
De IC naar Oostende staat zoals verwacht klaar. De drukte die je vooral vanaf Liège-Guillemins op deze treinen kon hebben, blijft nu uit. Zelfs de injectie aan passagiers waar Leuven anders voor zorgt, blijft uit. De titel van topidioot gaat naar die jongeman die in Verviers is ingestapt en die vrolijk zwierend met zijn mondmasker door de trein trekt. Er is voldoende domheid in de wereld om een volledig zwart gat te vullen. Blijft nog dat laatste stukje naar Halle. Het is duidelijk dat niet eens de helft van het normale aantal reizigers opdaagt. Het is toch godgeklaagd dat je nauwelijks maskers ziet in winkels en warenhuizen, in drukke winkelstraten, maar dat de vrees om bus en trein te nemen, mét mondmasker, immens groot blijft.
De treinlectuur. Mr. A. Roothaert, Doctor Vlimmen. In 1972 aangekocht in de GB van Halle, ook omdat het boekje, een Zwart Beertje, zo aangenaam in de hand lag. Nergens vermeld in literatuurlijsten, maar wel verfilmd: het verhaal van een plattelandsveearts die de strijd aanbindt met Rome (en de plaatselijke kerk!) om zijn niet geconsummeerd huwelijk te laten ontbinden. Hubert LAMPO, Zeg maar Judith.
Als de vaderlandse pers er nu eens in zou slagen om elke wind van de heer W. uit D. in de kolommen en bulletins op te nemen, dan zou die niet zo veel moeite moeten doen om met de dwaaste voorstellen in de gazet te komen. Hij begint meer en meer te lijken op de heer D. uit B. in zijn gloriedagen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
|