Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
28-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 september 2014 (Tervuren - Kortenberg) GR Groene Gordel

De wandeling.

De eerste druk van de topogids van de Streek-GR Groene Gordel dateert van maart 2013; we stappen vandaag dus langs een relatief nieuw GR-pad, en wel van Tervuren naar Kortenberg, dik 17 km, waarvan een verrassende 66 % over Trage Wegen loopt. Dat is op zich een hele prestatie in een gebied met 2 gewestwegen, één autoweg en een dubbele spoorlijn. Je raakt dan ook snel verwend, zodat je de neiging hebt om de delen van de tocht door de onvermijdelijke bebouwing uit te vergroten. Wie houdt van mooie voet- en veldwegen, diepe holle wegen en een tocht langs vijvers en de rustige Voer komt vandaag zeker aan zijn trekken, al is vooral het eerste deel van de tocht (precies langs die vijvers en de Voer) ons iets te druk; dat zal ons leren nog eens op zondag te stappen. Honderden stappers, joggers, fietsers… het is niet eens overdreven. Als die al die kilometers eens functioneel aflegden tijdens de week, zouden de files zienderogen slinken.


Dit is misschien wel het meest typische landschap in deze streek, al zijn dergelijke dellen meestal goed verborgen in bossen als het Zoniënwoud.


Zouden het echt deze koeien zijn die aan de basis liggen van deze erosie?

Meer moois hier.

Hoe we er geraakten.
Er zijn nogal wat mogelijkheden om van Halle naar Tervuren te rijden, maar een overstap van trein naar bus in Zaventem lijkt het meest aangewezen, ook al omdat we een rechtstreekse trein Halle - Zaventem hebben. Dat we niet in de luchthaven overstappen - waar we ook een overstapvrije verbinding mee hebben- , heeft dan weer te maken met de diabolotaks, want zelfs voor een simpele overstap van trein naar bus zouden we die moeten betalen. De terugreis is nog simpeler: de L-trein brengt ons rechtstreeks van Kortenberg naar Halle.
Bij het begin van onze tocht liepen we even voor de voeten van 4 stappers die precies hetzelfde stukje GR stapten. De vanzelfsprekendheid waarmee de aanvoerder ervan uitging dat ook onze wagen in Kortenberg stond, heb ik maar meteen afgestraft, door te zeggen dat wij met de trein waren. Of dat dan ging, wilden ze weten? Een mobiliteitsbeleid zou er in de eerste plaats op gericht moeten zijn dat we voor elke verplaatsing, hoe klein of hoe lang ook, minstens de vraag over de modus zouden stellen. Nu is de wagen de vanzelfsprekende keuze - is het wel een keuze, want voor velen is het de enige optie! Dát inlassen in de leerplannen van het middelbaar onderwijs zou me alvast een stuk zinvoller toeschijnen, dan het obligate afleggen van het theoretische rijexamen.

Een stukje geschiedenis.
Tervuren heeft nooit erg veel te klagen gehad over het openbaar vervoer: het was het eindpunt van de eerste geëlektrificeerde spoorlijn (160) in België en was per tram rechtstreeks verbonden met Leuven. Door Vossem liep de tramlijn Brussel - Jodoigne (wat trouwens voor een overstappunt zorgde met de eerder genoemde lijn) en ook vandaag valt er niet veel te klagen: de complexe situatie uit het tramtijdperk werd bij de verbussing handig opgevangen door de invoering van een reeks buslijnen, waarvan vooral de NL interessante mogelijkheden bood voor de Tervurenaars, met rechtstreekse verbindingen naar Brussel-Noord en Leuven. Pas vele jaren later (een eindje in de 21ste eeuw) werden ook buslijnen ingevoerd, zoals de 830, waar we vandaag dankbaar gebruik van maakten. Ze passen in het vernieuwde denken van De Lijn, om naast axiale lijnen, gericht op Brussel ook lijnen in te richten die in een wijde boog rond Brussel lopen.

De verbinding.

Halle - Zaventem 3658 09:16 09:59 +2 mr08162 desiro
Zaventem - Tervuren [830] 10:18 10:41 +2 ab4848 Jonckheere Transit 2000 Evere?
-
Kortenberg - Halle 3687 15:55 16:45 stipt mr08553 desiro

En wat we beleefden.
Zaventem en Kortenberg liggen beide op het traject van de L-trein Leuven - Braine-le-Comte, die tijdens het weekend een keer per uur rijdt. Dat betekent dat we voor onze verplaatsing uitsluitend op desiro's zijn aangewezen, en eigenlijk zijn we het beu om extra te betalen voor de nepeersteklasse waarmee de NMBS ons tot een meeruitgave probeert te verleiden. Vandaag zitten we een zestigtal centimeter van een rustig keuvelend kwartet zwartjes; mochten we in eerste klasse gereden hebben, zouden we ongeveer zestig centimeter verder van hen af gezeten hebben: dat scheelt nauwelijks in decibels, en zoals gezegd: het gebeurt wel meer dat het in tweede klasse een stuk rustiger is dan in eerste. En de achtervolging waar we in Brussel-Zuid getuige van zijn, zouden we ook in eerste klasse hebben meegemaakt. Een zwarte wordt achternagezeten door een witte, en de eerste zoekt zijn toevlucht in onze trein. De witte beperkt zich tot een ruige scheldpartij, met van die lieve woordjes erin die je zeker kent als je regelmatig naar een film van de gebroeders Dardenne kijkt.
In de NZV worden we over koker 3 geleid; dat zal wel de reden zijn waarom we twee minuten vertraging oplopen. In Diegem is dat trouwens nog 4 minuten, maar 4 minuten rittijd tussen Diegem en Zaventem is echt wel veel: er gaan dus vlot 2 minuutjes af.

De bus van lijn 830 komt - zoals de meeste andere bussen - niet echt aan het station van Zaventem, maar langs een smalle voetweg die genepen zit tussen spoorwegsite en bebouwing is de halte Watertorenlaan snel te bereiken. Dat de bus van de Luchthaven komt, merk je ook aan het publiek: minstens twee koppels sleuren valiezen mee, en dat zal wel niet zijn om in Tervuren de hoogmis bij te wonen. Net zoals de vorige keer volgt de bus nog altijd een lange omleiding, langs een traject zonder huizen en dus zonder klanten, maar toch bereiken we Tervuren Kerk met niet meer dan twee minuten vertraging.

Meteen na het instappen in Kortenberg, waar we dus de terugreis aanvatten, krijgen we controle van een joviale tbg. Hij vraagt waar we naartoe gaan. Halle, antwoord ik, en ik krijg de biljetten opnieuw in de pollen geduwd, zonder commentaar, hoogstens met een lichte frons. Ik zeg dat we wel degelijk een biljet hebben "en terug van Kortenberg", en de man geeft deemoedig toe dat hij daar over gekeken had. Het lettertype van dat ene lijntje is nochtans duidelijk groter dan de laatste keer - misschien lezen ze bij de NMBS deze blog toch aandachtiger dan ik denk. Er is wat eigenaardigs aan de hand met deze biljetten. Verre van mij om te beweren dat we zulke biljetten tientallen keren per jaar kopen, maar de NMBS biedt deze mogelijkheid nu eenmaal aan, en dus zal er ook wel gebruik van gemaakt worden. Toch moet je er nog altijd nog voor naar een loket: aan de automaten en bij internetverkoop kan het niet, en ik weet eigenlijk niet of tbg's dergelijke biljetten kunnen aanmaken. In Diegem krijgen we zes medereizigers - van Turkish Airlines. De tbg is maar al te gretig om één weekendbiljet voor alle zes te maken, tot blijkt dat twee van hen wat langer in Brussel willen blijven. Er zit niets anders op dan 2 biljetten te voorschijn te toveren. Haast en spoed…
Ook nu valt op dat het deel Brussel - Halle eigenlijk een stuk drukker is dan het deel Brussel - Leuven. Dat noopt een vijftal reizigers er blijkbaar toe om toch maar op het platform te blijven staan, alhoewel er nog veel zitplaatsen over zijn. Nu vallen de afstanden nog meer in het nadeel van eerste klasse uit, want de afstand tussen deze luide praters en onze steenharde plaatsen in tweede klasse is nu precies gelijk aan afstand platform en even harde zitjes in eerste. En zo valt er een vreemde rust over mij: geen opwinding over de bedrieglijke verkoop van eersteklasbiljetten voor treinen die eigenlijk geen eerste klasse hebben, geen wrevel over reizigers die waarschijnlijk onrechtmatig in eerste zitten en het gebrek aan controle… een mens zou zowaar een tweedeklasseadept worden, het zou ons alleszins geld besparen, en ergernis.

De treinlectuur.
Willem Elsschot, Lijmen - Het been. Elsschot is wat in de vergeethoek geraakt, vrees ik, maar toen ik in de humaniora zat, was hij nog springlevend. Kaas was een van die dingen waar je niet omheen kon, maar omdat de lectuur ervan verplicht was en eigenlijk te vroeg kwam (in het derde jaar!), drong een vernieuwde kennismaking zich op. Kaas was voor altijd verbrand, maar met de dubbelroman Lijmen - Het been kon je als eerstejaarsstudent Germaanse voor eens en voor altijd vaststellen dat Elsschot wel degelijk een van de grotere was. Lijmen staat hier voor pure oplichterij: Boorman heeft een handeltje opgezet in onverkoopbare tijdschriften, die in grote aantallen gesleten worden aan argeloze bedrijven, die denken dat ze wat meer naambekendheid zullen krijgen door het verspreiden van deze tijdschriften.
Patrick Süskind, Het parfum.

28-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (3)
23-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 september 2014 Nivelles - Ecaussinnes (Via Gallia Belgica)

De wandeling.
De dagen worden korter, en onze verplaatsingen en in mindere mate ook onze stapafstanden volgen die trend. Zo stappen we vandaag van Nivelles naar Ecaussinnes, niet echt in onze achtertuin maar dan toch nog in die van de Waalse buren. We laten ons leiden door de blauwe schelpen van de Vrienden van Compostela, en volgen de Via Gallia Belgica. Deze Compostelaroute begint in Hélécine en loopt door naar Aulnoye. In Nivelles splitst het pad zich in 2 varianten; de eerste, via Seneffe en Godarville tot Waudrez (bij Binche) hebben we eerder al tot een goed einde gebracht, de tweede beginnen we vandaag: die zal ons van de Grand'Place in Nivelles naar Ecaussinnes brengen. Uiteindelijk zal ook deze variant ons in Waudrez voeren.
De tocht van vandaag is een 16 km lang, maar met de verbinding met het station van Ecaussinnes erbij komen we bijna aan 17. De tocht is ongetwijfeld van de kwaliteit van een "echte" GR, en het zal wel geen toeval zijn dat we ook regelmatig de rood-witte verfstreepjes op ons parcours aantreffen. De bewegwijzeraars van de Compostelaroute gebruiken uitsluitend stickers, en dat is een serieuze domper op de betrouwbaarheid van de bewegwijzering. Vaak zie je nog net waar de zeshoekige sticker ooit gehangen heeft, maar in bos en veld is het niet altijd eenvoudig om bruikbare steunpunten te vinden voor de stickers. Het gevolg daarvan zijn onduidelijkheden en hiaten: zonder goed wegbeschrijving of voorbereiding op de stafkaart of de gps thuis ben je gedoemd om verloren te lopen. En dat is toch wat je als pelgrim naar Compostela niet wil?
Interessante stukken volgen elkaar in een redelijk tempo op: de oude bedding van spoorlijn 141, de oever van het oude kanaal Brussel - Charleroi, en Ecaussinnes met zijn kasteel, zijn trambrug en zijn Tunnel des Amoureux zijn echte hoogtepunten, maar verveling onderweg is uitgesloten: je loopt hier in een sterk agrarisch (gebleven) gebied, met erg veel mooie boerderijen, die veelal ongeschonden zijn gebleven. Eigenaardigheid is de Ferme de Bienne waar je over het erf stapt; volgens de topogids moet je de toestemming hiervoor aan de boer vragen, en die kwam dan ook prompt met de tractor aanrijden. Zoals in het boekje beloofd kregen we zonder problemen de toestemming en nog een bonne route bovenop. De TWQ viel al bij al wat tegen: 48 % is niet echt een hoge score, maar laat je hier niet door afschrikken: ook de verharde stukken zijn meestal best te pruimen.

Foto's vind je traditiegetrouw op photobucket.

Deze twee zijn een voorsmaakje:


Altijd mooi om zien hoe deze Waalse stadjes toeristen verwelkomen - en we leren ook nog wat Frans, want Ecaussinnes is blijkbaar meervoud. Ze zijn dan ook met twee: Ecaussinnes-Lalaing en Ecaussinnes-d'Enghien.


Nutteloze bouwwerken zijn blijkbaar van alle tijden: in 1913 werd deze indrukwekkende tramviaduct afgewerkt, maar WO I nam de appetijt van de NMVB om hier ook echt trams te laten rijden weg. De tramlijn Nivelles - Soignies zou nooit worden aangelegd.

Hoe we er geraakten.
Van Halle naar Nivelles gaat af en toe erg goed met de TEC, op voorwaarde dat je er de in Braine-l'Alleud aansluitende bussen weet uit te pikken. Met de bus van lijn 114 en dan aansluitend met de 66 naar Nivelles zou erg vlot moeten lopen; bovendien zet die bus je op de Grand'Place af; per trein (met een overstap in Brussel-Zuid) moet je er nog een kleine km bij nemen van station tot plein.
De terugreis kondigt zich nog eenvoudiger aan: van Ecaussinnes naar Halle gaat het rechtstreeks met de verbinding Binche - Louvain-la-Neuve, die over enkele maanden zal ophouden te bestaan.

Een stukje geschiedenis.
Over lijn 114 had ik het al eerder: tot voor enkele jaren was dit nog lijn 115a, wat er lijkt op te wijzen dat dit een vroegere vervangingslijn was, maar dat was maar gedeeltelijk waar. Spoorlijn 115 liep immers van Tubize naar Braine-l'Alleud; de antenne naar Halle had oorspronkelijk een ander statuut; er is tenslotte nooit een spoorlijn geweest die Braine-le-Château met Halle verbond.
Echt genieten van een stukje verdwenen spoorweggeschiedenis konden we pas net buiten Nivelles: het pad voert ons een tijdje over de oude bedding van lijn 141, Ottignies - Manage. In 1959 reed hier de laatste reizigerstrein. Een tijdje liepen er geruchten rond een mogelijke heropening van lijn 141 (én 115!), maar met geruchten en mogelijk in één zin, weet je wel wat de kansen zijn.

De verbinding.

Halle - Braine-l'Alleud [114] 08:19 08:53 +16 ab9641-67 Van Hool New A330 Picavet
Braine-l'Alleud - Nivelles 2029 09:21 09:31 stipt 1827 - 61029 M6
-
Ecaussinnes - Halle 3914 14:47 15:08 stipt 1886 - 61030 M6

En wat we beleefden.
Acht minuten aansluiting in Braine-l'Alleud, we deden het al eerder en we hopen dat het ook vandaag lukt. De doortocht van Sint-Rochus (Halle) loopt met horten en stoten, maar de dienstregeling is er op berekend. Tot net voor de Quatre Bras in Braine-le-Château loopt het dan ook goed, maar de lichten van het kruispunt laten de auto's van de N28 echt mondjesmaat door (3 à 4 per keer!) en voor je het weet heb je zo 4 minuten vertraging. Dat is nog altijd geen man overboord, maar de echte ellende moet nog beginnen: in Wauthier-Braine wordt aan de weg getimmerd, en het verkeer wordt er geregeld met verkeerslichten: dat leidt tot een onoverzichtelijk lange file in de richting van Braine-l'Alleud, en de vertraging neemt zienderogen toe, met 18 minuten als triest hoogtepunt. Dat er nog twee minuten afgaan, maakt niets meer uit: zonder mirakel kunnen we de bus naar Nivelles wel vergeten, en wat onverwacht zullen we dus toch met de trein naar die laatste stad reizen.
Dat is de IC2029 met M6-rijtuigen. We hadden ons de kosten van een biljet kunnen besparen, want controle komt er op dit korte traject (uiteraard) niet.

De IR Binche - Louvain-la-Neuve heeft al zijn M6'en ingeruild voor desiro's, op één stel na, dat onder andere de IR 3914 bedient. Eerste klasse in een M6 mag dan wel veel te sober aangekleed zijn, en de zetels zijn gewoon vormloos, maar in vergelijking met een desiro biedt hij wel voldoende zitcomfort en ruggensteun. Het is dan ook met enige voldoening dat we de trein in Ecaussinnes zien arriveren. Waar ooit de TA's van lijn 106 op een doodlopend spoor aankwamen, staan nu auto's - als dat geen teken des tijds is. Het erg karakteristieke stationnetje van Ecaussinnes heeft trouwens veel van zijn glans verloren. Het is blijkbaar het trieste lot van al deze typische stations: loketten dicht, seinhuis opgeslorpt… er stoppen nog treinen, maar niemand vertegenwoordigt hier de NMBS nog. En misschien is dat ook wel een beetje onze eigen schuld: we zijn eigenlijk vaak onbetaalbaar geworden; elke uitgespaarde werkkracht is winst, of minder verlies in het geval van de NMBS. Zoals mijn collega economie het altijd uitdrukte: je kunt niet alles hebben, een dikke vrouw en veel plaats in je bed…
Wie me al een beetje vaker gelezen heeft, weet dat de reis zonder veel problemen verliep; dan begin ik nogal eens te filosoferen. Ook vandaag dus…

...dag waarop de astronomische herfst begon… het wandelseizoen bij uitstek. Wij maakten er een prachtige wandeling van; voor één keer was het de bus die het liet afweten. Wat eigenlijk niet verwonderlijk is in een samenleving die zich onder de knoet van de particuliere auto (en de bedrijfswagen) vastrijdt. Wij leveren dan wel onze kleine bijdrage aan een betere mobiele wereld, maar beloond worden we er niet echt voor…


Wat onverwacht namen we toch de trein in Nivelles. Desiro 08159 maakt de dienst uit op de stoptrein 6359 Nivelles - Antwerpen-Centraal. Wij reden wel in de andere richting, weg van Brussel.


En in de namiddag kon ik stel 640 fotograferen in Ecaussinnes: dit is L4384 Braine-le-Comte - Charleroi-Sud.

De treinlectuur.
Prélude de cristal, Bernard Tirtiaux. Dat bleek uiteindelijk een goed gestructureerde en opgevatte roman te zijn, met twee belangrijke motieven , muziek en licht (of glas), in de titel. Alles blijkt uiteindelijk om muziek te draaien, en zowat alle belangrijke momenten in het verhaal hebben een duidelijke muzikale symboliek.
Het parfum, Patrick Süskind.
Overigens hadden we deze keren geen boeken mee... daar was de reis te kort voor.

23-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
16-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 september 2014 - Jallet

De wandeling.
Het lijkt er wat op dat we zo goed als verplicht zijn om de hele Eerste Wereldoorlog nog eens over te doen met al die herdenkingen, Canvasuitzendingen en krantenbijlagen - al zal deze oorlog waarschijnlijk al eindigen in 2014, en pas opnieuw opflakkeren in 2018. Wij hebben er wat afstand van genomen, maar helemaal oorlogsvrij zullen we 2014 ook niet uitzwaaien. Bij Lannoo verscheen in 2006 namelijk Op stap langs historische slagvelden, van de hand van Denise van den Broeck, en hoewel een achttal van de wandelingen verwijzen naar slachtvelden van WO I, kiezen wij vandaag voor een oorlog die toch ook wel tot de verbeelding spreekt: die van de koe, die in de 13de eeuw zowat de hele Condroz op stelten zette, omdat de prins-bisschop van Luik en de graaf van Namen-Luxemburg het niet erg goed met elkaar konden vinden. Bilan: 10.000 à 15.000 gesneuvelden, en verwoestingen van kastelen en hoeven. En wat is er van die koe, zul je vragen: daar zou het allemaal mee begonnen zijn, een gestolen koe in grensgebied, en het spel zat op de ossenwagen…
De wandeling is bijna 17 km lang, met een TWQ van 64 %, wat betekent dat we toch ook nog behoorlijk wat afstand over asfalt aflegden. Maar dat kan de pret niet bederven: de opeenvolging van dorpen die vaak niet meer zijn dan een kerk en enkele boerderijen, van kastelen, kasteelhoeven en grote herenhoeven, van prachtige golvende landschappen maakt dat ruimschoots goed. Bovendien is de begeleidende tekst erg goed geschreven, zodat je echt de indruk krijgt dat je je op een slagveld bevindt waar de kruitdampen nog maar net zijn opgestegen. Overigens pikken we op het einde van de wandeling ook nog een stukje WO II mee, want we passeren langs een monument dat er ons aan herinnert dat hier destijds wapens en andere bevoorrading gedropt werden.
Kortom, we kunnen wel vrij zeker zijn dat we vandaag de interessantste en mogelijk ook de mooiste wandeling van het jaar stapten.


In de buurt van het Château d'Hodoumont lijk je wel in de 19de eeuw terecht te komen. Mooi is het alleszins.


Ook deze Ferme du Château doet mij denken aan een lang vervlogen tijd…

Veel foto's vind je op de vertrouwde plek.

Hoe geraakten we er?
De wandeling ligt pal op de provinciegrens en dat is wel vaker een aanwijzing dat het OV er niet veel soeps is, maar uit onze beschrijving van de wandeling kun je ook wel afleiden dat de rist erg kleine dorpen het zonder bruikbare busverbindingen moeten stellen. Jallet zou ons beginpunt moeten zijn, want daar begint de wegbeschrijving in het boekje, maar dat is onbereikbaar. De dichtstbije bruikbare halte is die van lijn 126a op het grondgebied van Vierset-Barse, Pavillon du Vieux Château, blijkbaar ooit een hotelletje dat de boeken nu dicht heeft gedaan. We pikken de draad van de wandeling op in Vyle, en moeten er heen en terug iets meer dan 3 km extra voor over hebben. Die boekjes van Lannoo zijn allemaal geschreven uit het standpunt van de automobilist…

Een stukje geschiedenis.
Lijn 126a is niet meer of niet minder dan de vervangingsbus voor spoorlijn 126 Statte (Huy) - Ciney. Het reizigersverkeer werd hier opgeheven in het begin van de jaren 1960 en meteen deed de bus zijn intrede. Dat kun je vandaag nog altijd aflezen in de haltelijst: soms zitten er zelfs geen andere halten tussen A gare en B gare. Schaars bediende varianten uit die tijd zijn vandaag verworden tot schooldiensten; dat geldt bijvoorbeeld voor de bediening van Pailhe. De lijn kreeg trouwens meteen ook een variant 126bis van Havelange naar Bois-Borsu en Les Avins, met een redelijke bediening. Ook die beperkt zich vandaag tot enkele doorritten per dag, en dat niet altijd op de best gekozen momenten. Veel later kwam er ook nog een lusvormige bediening Huy - Huy via Belle-Maison bij. Je kunt zo iets verkopen als een verbetering, maar vermoedelijk was het een besparingsmaatregel: op die manier konden ze vermijden dat je telkens het hele erg landelijke traject moet rijden; in de plaats daarvan krijg je een lucratievere stadslijn.
Want dat is uiteindelijk het verhaal van de meeste vervangingslijnen: zeker sinds de overname door de NMVB en later de TEC volgden de bezuinigingen elkaar in hoog tempo op: weg zondagdiensten, weg minder gebruikte varianten… Een tweetal jaar geleden werd de lijn dan opgedeeld in 2 delen: 126a Huy - Havelange en 126b Havelange - Ciney, zeg maar een sterker en een zwakker deel. Eigenaardig genoeg bleven doorgaande ritten behouden. Nog eigenaardiger is dat men de lus in Huy niet vernummerd heeft, zodat nu - zoals in ons geval - 2 bussen met 126a als film naast elkaar staan, die toch wel een stevig afwijkend traject rijden. Erg verwarrend voor de klant, en alweer een bewijs dat verantwoordelijken zich niet kunnen inleven in de geest van de gebruiker. Ideaal zou zijn dat voor deze mensen overlevingstochten per OV zouden worden georganiseerd; dan zouden ze min of meer in de schoenen komen te staan van de doorsnee gebruiker, en misschien eindelijk beseffen wat belangrijk is voor die gebruiker.

De verbinding.

Halle - La Louvière-Sud 3928 07:52 08:32 stipt 08012 mr08 desiro
La Louvière-Sud - Huy 907 08:43 09:53 +7 472 mr96 Deense neus
Huy - Vierset-Barse [126a] 10:42 11:04 stipt ab4175 Jonckheere S2000T Havelange?
-
Vierset-Barse - Havelange [126a] 17:08 17:29 stipt ab4177 Jonckheere S2000T Havelange?
Havelange - Ciney [126b] 17:29 17:50 stipt ab4177 Jonckheere S2000T Havelange?
Ciney - Brussel-Noord 2139 17:57 19:18 +1 508 mr96 Deense neus
Brussel-Noord - Halle 3940 19:32 19:51 +1 08015 mr08 desiro

Wat we beleefden.
Halle - Huy is op minstens 3 manieren te doen, en meestal betekent dat, dat er geen echt goede verbinding is. Als ook de bussen nog slecht aansluiten, is dat al helemaal het geval. We kiezen daarom voor de verbinding die het meest tot de verbeelding spreekt, namelijk met overstap in La Louvière-Sud op de Transversale.
Eens te meer loopt het in de desiro's fout met de halte-aankondiging: we zijn al Lembeek voorbij als we te horen krijgen dat we in Halle aankomen. Misschien rijdt de trein zo stipt, dat het hele systeem van slag raakt; waarschijnlijk komt hij door de bank genomen inderdaad pas nu in Halle aan. Na Tubize krijgen we controle; eerst wordt een scholierster met tweedeklasabonnement naar tweede gestuurd, maar als hij onze railpass in handen krijgt, fronst hij toch even de wenkbrauwen: u gaat van Halle naar Hoei? Maar als ik zeg dat we in La Louvière-Sud overstappen daagt er licht aan de horizon. De reisweg lijkt dus inderdaad tot de verbeelding te spreken.
De bekende driehoek voor Manage wordt grondig onder handen genomen, en dat leidt tot een snelheidsbeperking. Niet dat men daar anders door de bocht tussen Y. Familleureux en Y. Bois-d'Haine scheurt, maar nu gaat het nog wat trager. Maar de trein zal opvallend stipt blijven, ook in de beide La Louvières. Het huidige La Louvière-Centre heette vroeger gewoon La Louvière, maar de naamsverlenging heeft zeker niet voor meer eer en glorie gezorgd. Het seinhuis is dicht, het buffet is dicht, het zou me zelfs niet verbazen mochten ook de loketten dicht zijn. Het hele brandpunt is inderdaad verhuisd naar La Louvière-Sud, dat eerst nochtans een moeilijke start kende, maar nu ontegensprekelijk het belangrijkste van de twee stations geworden is, ook al zullen de roltrappen die hier destijds hadden moeten komen, er wel nooit meer komen.
Ik heb de IC907 gevolgd op mijn gsm, en die deed het behoorlijk goed, maar dat is zonder L4478 gerekend, een vierledig en dus per definitie vrij traag stel, met 8 minuten vertraging. De IC zal er onherroepelijk achter zitten tot Charleroi-Sud, en zal de vertraging van de L-trein erven: op tijd vertrokken in La Louvière-Sud, een piekje van 9 minuten in Charleroi-Sud, en uiteindelijk 7 minuten vertraging bij aankomst in Huy. Ook deze tbg heeft duidelijk zijn dagje niet: hij wil ons doen overstappen in Namur, maar als hij mijn verbazing merkt, verbetert hij zich: ah ja, niet met deze trein. In Tamines zal hij worden afgelost… Links van ons zit een dame met een e-ID-biljet. Tot verbazing van de tbg en van zichzelf heeft ze een biljet dat in het Duits is opgesteld. Haar baas zit in Duitsland en heeft het voor haar geregeld.
In Charleroi-Sud stapt een groep senioren op - het is 9:08. Een van de vrouwelijke deelnemers wil de hele groep in eerste klasse krijgen, want daar is plaats, zegt ze, roept ze, brult ze, maar de kop van het peloton is al in tweede klasse verdwenen. Als er geen plaats is, zal het mijn fout niet zijn, kraait ze nog, maar dan sijpelt het reizigersgewijs door dat ze in eerste klasse staat te roepen. Afdruipen dus maar. Ze doet me al bij al denken aan een van onze 3 Mechelse koekoeken. Eén ervan heeft een wat rodere en rechtere kam, ze trotseert de oudere haan, die het zich allemaal niet meer aan lijkt te trekken, maar ze speelt duidelijk de eerste viool - of hoe noem je dat bij kippen - en terroriseert naar believen de andere kippen. En 's avonds moet ze net als alle andere op dezelfde stok, al durft ze ook daar nog wel eens uithalen naar een kip die toevallig wat te dicht in de buurt komt zitten.
Ook met deze trein krijgen we een uitzicht op belangrijke spoorwerken: in Moustier is er al een eerste vertragingszone, maar tussen Flawinne en Ronet is het alle hens aan dek: dat is de omleidingsroute waarvan sprake op railtime; de invloed op de stiptheid is niet erg groot. Tussendoor zien we ook hoe hier een hele reeks 21'ers staat te verkommeren. Neem het van me aan: als men reeksen buitendienststelt die je zelf nog hebt zien arriveren, dan word je oud.

In Huy komen eigenlijk vrij veel bussen aan en af rijden; dat kunnen we volgen vanuit Le Métro, waar je railtime kunt aflezen van een tv-scherm. Kleine attentie voor de gebruiker, maar dan moet je het wel regelmatig updaten, want hier staan nog altijd de treinen van 7:00 vermeld. Als ik voor het scherm postvat, wordt er wel onmiddellijk ingegrepen. Er staat inderdaad een bus van lijn 126a, maar dat is die van de lus. De chauffeur staat ons erg vriendelijk te woord, en voorspelt dat de goede bus over een tiental minuten vertrekt. Dat klopt! De groene cijfertjes van Aribus worden hier wel genoteerd, en we merken dat we inderdaad maar beter geen rekening konden houden met de aansluiting van 4 minuten tussen de IC Brussel - Liers en deze bus, want de trein staat nauwelijks stil, of de bus krijgt groen. En een koffietje tussendoor - eigenlijk ervoor - is nooit te versmaden. De bus, de hoofdweg en de spoorlijn volg(d)en hier over een langere afstand de Hoyoux. We passeren halten die aan betere tijden doen denken: Marchin Gare, Régissa Gare, Fourneau Gare, Barse Gare, Royseux Gare… Eenmaal uitgestapt kunnen we 100 m verder al meteen onder een mooie spoorwegbrug door.

De terugreis verloopt langs Ciney. We zijn even naar Pont de Bonne doorgestapt, waar de plaatselijke horeca wenkt. Na vijven komen hier 3 bussen vrij snel na elkaar, de eerste rijdt door naar Ciney. Eerst moeten we nog even rechtstaan, maar de chauffeur voorspelt dat we na 2-3 halten plaats genoeg zullen hebben. De bus loopt inderdaad geleidelijk aan leeg. Als hij in Havelange vervelt tot een 126b zullen we alleen overblijven. Ook nu volgt de bus trouwens vrij getrouw de vroegere spoorlijn: we passeren langs de vroegere stations van Modave, Clavier, Les Avins, Havelange en Hamois (met K-rijtuig!).

De IC naar Brussel-Zuid wordt met 6 minuten vertraging aangekondigd. Een verlengde stilstand in Assesse (waar het baanvak tot Naninne wegens werken enkelsporig geëxploiteerd wordt) leidt zelfs tot 10 minuten vertraging in Namur. Boosdoener is een 13 met een stel M5, P8605 naar Jemelle, die Namur inderdaad met een klein kwartier vertraging verlaten heeft. Een deel van de avondspits op lijn 161 is blijkbaar verstoord verlopen. Maar dan niet in de richting van Brussel, want het gaat echt vlot: Namur +9, Gembloux +6, Ottignies +5, Brussel-Luxemburg +2.
In Brussel-Noord rijden we tegelijk binnen met de IR naar Kortrijk/Geraardsbergen, maar we doen geen moeite. Net als vanmorgen bestaat de IR naar Binche uit 3 desiro's. Van de 3 minuten vertraging die we in de NZV oplopen, blijft er in Halle maar één minuutje meer over.

Wat kan september plots verrassen met mooie nazomerdagen. Dat was vandaag zeker het geval, en dat in combinatie met een prachtige tocht, en het uitblijven van OV-beslommeringen : september gouden roos, of hoe zong Bob Benny dat ook weer in het Stenen Tijdperk?

De treinlectuur.
Bernard Tirtiaux, Prélude de cristal. De harpiste Lena komt met de Berliner Philarmoniker naar het woelige België van 1886, breekt de glasharmonica van een van de orkestleden, en trekt naar het nog woeligere Charleroi omdat de glasblazers daar in staat zijn om het instrument te herstellen. Ze wordt hals over kop verliefd op een van hen, Lazare, die zich echter ernstig in de nesten werkt: hij wreekt zich op een buitenlands infiltrant die gebruik maakt van de sociale onrust om geheime, vernieuwende formules voor het glasblazen te stelen.
Het parfum, Patrick Süskind.

 


Deze brug ligt dan wel niet op de eigenlijke wandeling, ze is er niet minder mooi om. Vaak vraag ik me af hoe het mogelijk is dat men destijds geen enkele poging deed om deze infrastructuur, die dikwijls niet eens zo lang had gefunctioneerd, toch ten nutte te maken. En ik bedoel echt niet dat men er dan meer een fietspad moet op aanleggen, want dat is pas buiten proportie.

 

16-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
11-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 september 2014 Houyet - Beauraing GR126

De wandeling.
Het is hier al eerder gezegd: naarmate het aantal GR's steeg, nam ook het aantal overlappende stukken toe. Als we dan net met 2 GR's in dezelfde streek aangekomen zijn, overkomt het ons wel eens dat we hetzelfde traject twee keer kort na elkaar stappen. Dat doen we alleen als we zo in tegenovergestelde richting kunnen stappen, ook al omdat wandelingen in tegengestelde richtingen toch wel sterk van elkaar kunnen verschillen. Er is natuurlijk de verschillende beleving van de hellingen die je op en af moet, maar er zijn ook de omstandigheden, de vorm van de dag en meer van die dingen; de bospaadjes zijn op enkele dagen tijd bijvoorbeeld sterk opgedroogd, wat makkelijker en eigenlijk ook aangenamer stappen mogelijk maakt. We stappen vandaag langs GR126 van Houyet naar Beauraing, en dat is volledig de terugweg van het traject op GR577 van enkele dagen geleden dat ons van Vonêche naar Beauraing bracht. Alleen de doorsteek naar Beauraing (en zijn station) is verschillend, maar die valt dan ook volledig buiten de GR . Het traject langs de GR is dik 18 km lang, de doorsteek naar Beauraing zet nog eens 2 km op de denkbeeldige kilometerteller.


Achterdochtige autochtonen bekijken vanaf een veilige afstand de vreemde doorgangers.


Martouzin.

Meer foto's zijn te vinden op deze plek.

Hoe we er geraakten.
We hebben al complexere toeren uitgehaald om in de Famenne te stappen; Houyet en Beauraing hebben terecht de kaalslag van de jaren 1980 op lijn 166 overleefd. We hadden op het einde ook een bus naar Beauraing kunnen nemen, maar het is geen geheim dat die in de streek dun gezaaid zijn. Bovendien zou de halte op de GR echt in het midden van nergens hebben gelegen, en dus kiezen we voor een niet eens zo lange tocht naar de bedevaartsstad. Daar kunnen we vanaf een terras zien hoeveel bussen hier eigenlijk rijden als de scholen stoppen; wat een massa materieel (en personeel) moet hier overdag werkeloos blijven! Ik ben ervan overtuigd dat hier betere dingen mee te doen zijn… Maar als je je voogdijoverheid moet overtuigen dat je een echte krent bent, moet je natuurlijk geen busdiensten uitbreiden…

Een stukje geschiedenis.
Misschien heel even op Martouzin terugkomen. We hebben vandaag aan den lijve ondervonden welke helse klim de inwoners van Martouzin elke ochtend voor de boeg hadden om zich naar de hoog tegen de helling aangeschurkte spoorlijn te begeven. Het is dan ook niet zo abnormaal dat deze halte vrij snel een aantal van zijn stops zag verdwijnen, en de rest van het verhaal is bekend: door de slechtere dienstregeling haakt zowat iedereen af, zodat de halte uiteindelijke helemaal kan verdwijnen. In 1979 werd de stopplaats gesloten, vermoedelijk omdat niemand nog bereid gevonden werd om elke dag opnieuw tegen de helling op te klimmen: plaats om te parkeren was er niet, en met de fiets is de klim zo mogelijk nog scherper dan te voet.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3657 07:29 07:49 stipt 08067 mr08 desiro
Brussel-Zuid - Namur 2408 08:03 09:09 +1 2723 - 51043 M4
Namur - Dinant 2508 09:17 09:46 +1 407 mr80 break
Dinant - Houyet 6945 09:52 10:08 +1 08552 mr08 desiro
-
Beauraing - Dinant 8681 16:44 17:08 +2 08534 mr08 desiro
Dinant - Brussel-Luxemburg 2538/2438 17:13 18:35 stipt 342 mr80 break
Brussel-Luxemburg - Halle 6140 18:45 19:12 stipt 912 mr86 duikbril

En wat we beleefden.
Als de L3657 Halle buiten rijdt, zien we links en rechts van ons een stel M4 voorbijrijden, richting Brussel. Dat zou twintig jaar geleden zo goed als ondenkbaar geweest zijn, nu behoort het tot de dagelijkse routine. Bovendien lijken beide snelle treinen elkaar niet te hinderen, én geraken wij ook zonder veel problemen in Brussel-Zuid.
Dan wacht ons een ritje in een trein die toch wel tot de verbeelding spreekt: P7520 heeft zijn rit aangevat in Tournai en is dan naar Mons gespoord, met stilstanden tussendoor in halten als Maubray, Callenelle en Harchies die de rest van de dag op de schaarse bussen van de TEC zijn aangewezen. Van Mons gaat het zonder tussenstop naar Brussel. Vanaf Brussel-Zuid zal dit mooie stel M4 doorrijden als IC naar Liers, wat wel een overstap in Namur naar Dinant noodzakelijk maakt. Opnieuw wordt de positie van de eersteklasrijtuigen fout aangekondigd, maar het vooruitzicht op een rit in een A-rijtuig M4 maakt alles goed.
Het is toch verbazingwekkend hoe dom deze rijtuigen destijds ontworpen werden: zo kun je vanaf elk zitje gewoon door een raam kijken, zijn instapdeuren stevig en betrouwbaar, is er een duidelijk onderscheid tussen eerste en tweede klasse. Kortom, het blijft een open vraag waarom het tot de desiro's geduurd heeft om eindelijk komaf te maken met deze slecht doordachte ontwerpelementen. Dat we in Namur moeten overstappen als we naar Dinant willen, wordt ons trouwens stevig ingepeperd: het staat op de schermen in Brussel-Zuid (en ongetwijfeld ook verderop), het wordt omgeroepen in de trein, en bij de controle krijgen we het ook nog eens als een persoonlijke service te horen. De trein rijdt trouwens ook mooi op tijd: in Namur tekenen we 1 minuut vertraging op.
De IC naar Dinant staat op hetzelfde perron te wachten. Net als vorige week heeft ook deze trein een stagiaire tbg mee; ze bulkt van het enthousiasme, dat hoor en zie je. Hopelijk blijven haar de wat minder aangename kanten van het beroep bespaard.
Want dan word je zoals de tbg van T6945: altijd net iets te traag, liever in de stuurpost zitten dan controleren, en de thriller binnen handbereik om de stille momenten nog doder te maken. Deze T-trein komt in Houyet op het doodlopende spoor 4 aan; ik denk dat dit voor ons een primeur is.

De terugrit lijkt eerst wat in het honderd te lopen, want in Paliseul is de P8681 met 8 minuten vertraging vertrokken, maar in Beauraing blijven daar maar 4 minuten meer van over. Beauraing, waar ondanks de inspirerende aanwezigheid van Onze-Lieve-Vrouw Securail toezicht houdt op het gaan en komen van de niet zo vrome scholieren. Al moet ik toegeven dat ze er allemaal al even braaf uitzien. De rit verloopt vlot, ook al omdat de vertragingszones zich blijkbaar vooral op het spoor richting Bertrix situeren.
In Dinant staat de IC zoals altijd op spoor 1 te wachten; ondanks de 2 minuten vertraging van onze trein, kan hij perfect op tijd vertrekken. De tbg schijnt zich plichtsbewust van haar taak te willen kwijten. Een dame krijgt een uitleg over de railpass waarmee ze wat geld kan uitsparen, maar wordt ook aangemaand om met haar biljet in tweede te gaan zitten. Vanaf Namur lijkt de tbg van het toneel verdwenen. We zitten in een gemoderniseerde break en dan is er geen ontsnappen aan het luidruchtige gezelschap van twee Spaans ratelende vrouwen, die zo mogelijk de loef worden afgestoken door drie mannen die blijkbaar voortdurend het lachwekkende van hun uitspraken beseffen. Maar ook deze trein zal vrij stipt rijden, zodat we ons al opmaken voor een vlekkeloze dag.
In Brussel-Luxemburg staat de laatste L-trein van lijn 26 naar Geraardsbergen te wachten. Ik kan meteen mijn goede kant tonen, want in de eersteklasafdeling is een jasje achtergebleven. Ik zoek de tbg op, hopelijk komt het jasje nog terecht. Deze keer gaat het binnenrijden van Halle wel vlot, en we halen het ruimschoots van de IR naar Quévy, die we hadden kunnen nemen als we in Brussel-Noord overgestapt waren. Een mens verheugt zich over twee volle minuten winst…

En zo staan we weer een stapje dichter bij de afloop van ons programma ten zuiden van Samber en Maas. Stilaan worden de ingevette geweren daar bovengehaald om de ingevette buiken te laven…

De treinlectuur.
Hugo Claus, Het verdriet van België. De oorlog is voorbij, het boek is uit. Magistraal zou ik deze roman niet meteen noemen, maar hij is op zijn minst toch bijzonder knap geschreven: de familie Seynaeve met de vele ooms en tantes heeft zich zo goed en zo kwaad als dat ging door de oorlogsjaren geworsteld en gewroet, Louis is vroegrijp uit de oorlog gekomen, en dat heeft tot een zeker cynisme tegenover zijn familieleden geleid, dat onbewust ongetwijfeld ook het onze is: het is moeilijk om geen stelling in te nemen.
Patrick Süskind, Het parfum.

 


Het is desiro 08552 die ons van Dinant naar Houyet brengt, waar we samen met een twintigtal kajakkers gedropt werden op het doodlopende spoor 4.


Het is ongeveer 16:40 als deze 1301, bijgestaan door 1331, een lange goederentrein door Beauraing trekt.


En even een experimentje op het meestal erg rustige spoor 6 in Brussel-Luxemburg: over enkele minuten zal mr912 als E6139 naar Halle en Geraardsbergen vertrekken.

11-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
09-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 september 2014 Torgny

De wandeling.
Torgny. Eigenlijk zou elke Belg er eens geweest moeten zijn, voor hij de toestemming krijgt om buitenlandse oorden op te zoeken. Hoewel, laat ze maar wegblijven, want de charme van dit meest zuidelijke Belgische dorp zit precies in de rust en de stilte. Het is september en we kwamen nog wel wat andere toeristen tegen, maar nooit in dichte drommen zoals wij ze zo veel mogelijk vermijden. Torgny is een unicum en een curiosum, pal in een regio met microklimaat, dat het hier in de zomer behoorlijk heet kan laten worden, en met huizen die zich aan dat klimaat hebben aangepast en Provençaalse allures hebben. We vonden de wandelingen van vandaag (Chiers - Bois - Soir) in een in 1996 verschenen brochure Randonnées nature en pays de Torgny, en de namen van de wandelingen beschrijven precies waar het bij deze drie korte wandelingen, waar wij een lus van 9 km van gemaakt hebben, om te doen is. De Chiers is de grensrivier die we over en op enige afstand volgen, bois staat voor het erg mooie Bois Géline, en soir, tja, ik vermoed dat het een uitnodiging is om 's avonds nog even rustig door dorp en omgeving te kuieren. We kregen alleszins waar voor ons geld, voor zover we daar ooit aan getwijfeld hadden, trouwens, want we kenden Torgny al van vroeger. Met een TWQ van 20 % scoren de wandelingen erg laag - op de boswegen na is alles geasfalteerd - maar alleen het eindje verbindingsweg tussen Lamorteau en Torgny is echt wat storend, voor het overige is het al rust…


Torgny heeft door zijn uitstekende ligging ook mogelijkheden als wijndorp.


Klassiek beeld van de gele huisjes, die hier allemaal een huisnummer dragen in de 1800 - toen straatnamen nog moesten worden uitgevonden.

En meer foto's.

Hoe we er geraakten.
Het gebeurt niet zo vaak, maar de verbinding Virton - Torgny is onlangs verbeterd: het dorp is nu enkele keren per dag vaker dan tot voor 1 september bereikbaar, al vindt de TEC-Luxembourg het niet nodig om dat in infotec te melden. De dienstregeling is wel aangepast, de planner houdt rekening met de nieuwe toestand. Keerzijde van de medaille: de aloude verbinding met Montmédy is voor ons onbruikbaar geworden, want meer dan een schooldienst is er niet meer over. Voordien kon je enkele keren per dag de grens over, maar met het argument dat reizigers hier nog nauwelijks belangstelling voor hadden, is de dienst grondig uitgedund. (Dat houdt o.a. in dat wij een voor volgend jaar gepland traject van Torgny naar Montmédy, en het vervolg van Montmédy naar Orval kunnen vergeten, want ook de treinverbinding van en naar Montmédy stelt niets voor.)
Opvallend is wel dat de opsplitsing van de verbinding in een tabel 155a en 155a/2 behouden bleef. Ze volgen inderdaad een afwijkend traject, maar of dat de ingewikkelde toestand met 2 tabellen verantwoordt, is twijfelachtig.

Een stukje geschiedenis.
Dat Torgny ooit een treinstation heeft gehad, schreven we hier al eerder. Op de SNCF-spoorlijn die hier op hoorafstand ligt, had men inderdaad een halte Torgny-Vélosnes ingeplant.
De busbediening is van veel latere datum: buslijn 155 (later 155a) werd tussen Virton en Montmédy ingelegd, eerst als aanvulling, dan als vervanging van de internationale lijn 155 (Marbehan -Virton - Montmédy), maar Torgny lag net iets te afgelegen om voor een busverbinding in aanmerking te komen. Het zou tot 1970 duren voor een schuchtere schooldienst tot stand kwam, en lange tijd bleef het daar ook bij. Wij hebben ooit in Torgny gestapt, maar vertrokken uit Lamorteau, omdat daar de enig bruikbare busdienst liep. (Nog een anekdote: tijdens een ttb-dag zaliger gedachtenis in de jaren 1980 stapten we in Florenville in de trein met een groep stappers, en troffen daar tot onze verbazing twee toeristen uit Halle aan. Zij hadden een poging ondernomen om Torgny te bereiken - met het goedkope ttb-biljet - maar zelfs op een dag die een feest voor het OV zou moeten zijn, was Torgny onbereikbaar gebleken.)
En nu heeft men dus de bediening van Montmédy ingeruild voor meer bussen naar Torgny. Zonder begeleidende maatregelen is zo een project gedoemd om te mislukken; we zullen wel zien…

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 7572 06:51 07:01 +4 2136 - 53509 M5
Brussel-Zuid - Libramont 91 07:33 09:44 +17 1354 - 11606 I6
Libramont - Virton 5959 09:55 10:35 +9 08530 mr08 desiro
Virton - Torgny [155a] 11:30 11:52 stipt ab5621-51 Mercedes Integro Rapides de la Meuse
-
Torgny - Virton [155a/2] 16:14 16:34 +2 ab5632-85 Mercedes Citaro LE Transports Penning
Virton - Arlon 5965 16:38 17:15 +2 08518 mr08 desiro
Arlon - Brussel-Luxemburg 19080 17:20 19:26 stipt 516 mr96 Deense neus
Brussel-Luxemburg - Halle 6140 19:45 20:12 +2 916 mr86 duikbril

En wat we beleefden.
We hebben voor één keer geen reserve genomen, al steekt de wandeling van 2 dagen later als bruikbaar alternatief in de rugzak. Zien wat het wordt dus, want E91 (of E2107 volgens het spoorboekje) is niet echt een toonbeeld van stiptheid; en de L-trein naar Virton wacht alleen als de vertraging kleiner is dan 11 minuten.
E7572 heeft 4 minuten vertraging in Halle. Opvallend toch hoe de wc's in de gemoderniseerde M5'en bijna altijd geurtjes verspreiden - dat is trouwens ook zo in de breaks. En het is nu bewezen dat je met een niet-plooibare fiets door de benedenverdieping van een M5 kunt. Ongetwijfeld de pedalen kwijt…
In Brussel-Zuid is het even wachten tot de IC naar Basel binnenrijdt. Vooraan hangen twee eersteklas Eurofima's I6, maar de tbg's staan klaar met de deklasseringsstickers. Ik informeer toch maar even: achteraan hangt de echte eerste klas. We hebben weer een hele coupé voor onszelf, en dat blijft zo tot Libramont. Drie purperen gordijntjes vrolijken de sfeer op, bijgestaan door een rood plissé gordijntje. Zich behelpen, noemt men dat.
De loop van deze trein wekt wel enig wantrouwen: Brussel-Zuid +1, Centraal +3, Noord +3, Schuman +5, Brussel-Luxemburg +5, Ottignies +10 (vanaf La Hulpe achter de trage 3906 aan, vermoed ik), Gembloux (+12 - het duurt een hele tijd voor zo een lange, logge trein door de vertragingszone in Chastre is, zone die wel voor de eeuwigheid beschikt lijkt), Namur +11, Ciney +14 (tegenspoor van Naninne tot Assesse, en een supertrage wissel om opnieuw op het gewone spoor te geraken), Marloie +14, Jemelle +15 en uiteindelijk +17 in Libramont.
In Libramont schuiven we enkele rijtuigen naar voren, om wat dichter bij de trap onder de sporen uit te kunnen stappen. Op het platform staat nog een reiziger en een tbg: de reiziger heeft de tbg blijkbaar eerder aangeklampt om de aansluiting naar Virton te redden. Volgens de tbg zou de aansluiting wachten, en als we op spoor 3 aankomen (i.p.v. spoor 1) staat de L-trein inderdaad nog te wachten. Gesteld dat men de IC op spoor 3 binnengetrokken heeft om een aansluiting op hetzelfde perron te realiseren, dan kun je je toch de vraag stellen of er zo enige tijdwinst gemaakt wordt. Het binnenrijden op spoor 3 verloopt namelijk een stuk trager dan op spoor 1.
Maar je zult ons zeker niet horen klagen: de kans is groot dat we Virton halen, en de aansluiting daar is bijna 1 uur groot. Acht minuten vertraging kunnen ons dus niet verontrusten; tussen Florenville en Lahage (kan dat?) gaat het over tegenspoor. Vermoedelijk daardoor komt er nog een minuutje vertraging bij.
In Le Métro, rechtover het station, nuttigt ook de reiziger die mogelijk de aansluiting in Libramont gered heeft zijn welverdiende koffie. Geef toe, die L-trein met twee-uurcadans niet laten wachten zou echt misdadig geweest zijn!

De bus van lijn 155a is tot onze verbazing nog altijd een Franse bus in TEC-kleuren, van Les Rapides de la Meuse. De verbinding met Montmédy mag dan al opgeofferd zijn, blijkbaar wilde de TEC deze buitenlandse pachter tegemoetkomen door hem ook enkele binnenlandse ritten toe te schuiven. Als je het comfort van deze bus vergelijkt met die van ons, is het trouwens duidelijk waarom de Fransen hun bussen autocars noemen. De rit verloopt zonder problemen, en wat meer is: met ons reizen nog 2 andere reizigers mee, al zijn wij de enigen die helemaal tot Torgny mee moeten. De TEC heeft van de gewijzigde dienst gebruik gemaakt om nieuwe halteborden te hangen. Alleen bij de halte Torgny Lavoir is de haltepaal compleet verdwenen. Gelukkig weten we waar de bus hier - in het centrum - stopt.
De terugrit wordt wat spannender: we hebben maar 4 minuten overstaptijd in Virton, en de bus komt al met wat vertraging in Torgny aan, met een kleine vracht scholiertjes. Dan hou ik altijd bezorgd de dienstregeling in het oog, maar de 3 minuten vertraging slinken snel, tot de bus in Harnoncourt om duistere redenen volle 2 minuten stilstaat. Aansluitingen zijn hier niet, dus is het waarschijnlijk een fantasietje van de chauffeur. Maar bij aankomst in Virton hebben we wel nog altijd die domme twee minuten.

Gelukkig staat de trein ook nog niet binnen, dat merk je aan de groepjes scholieren die hier nog rondhangen. De L-trein zal nog net binnen de voorziene minuut vertrekken; daar zijn 3 minuten stilstand altijd handig voor. Ook deze trein kan trouwens maar beter op tijd blijven, want we rekenen op de aansluiting (5 minuten) met de E18090 in Arlon.
Net als vorig jaar rijdt het materieel van de 2140 ook dit jaar een tijdje met de dienstregeling van E90, die op zijn buurt de rol van de 2140 overneemt. Twee Deense neuzen, met alleen stilstanden in Libramont en Namur, zo een aansluiting wil je niet missen. Met werkzones tussen Stockem en Marbehan (buurt Habay), in Neufchâteau, tussen Assesse en Naninne, in Ottignies en uiteraard ook tussen Ottignies en Brussel, lijkt het op het eerste gezicht bijna onmogelijk om op tijd in Brussel-Luxemburg aan te komen, maar we doen zelfs sterker dan dat: van de 9 minuten bij vertrek in Libramont blijven er maar 3 meer over in Namur, en we komen zelfs drie minuten te vroeg in Brussel-Luxemburg aan. Gerekte dienstregelingen zijn eigenlijk een zegen, ook al krijgen ze vaak veel kritiek.
Blijft dan nog een ritje langs lijn 26. Het is de laatste stoptrein naar Halle, en veel volk moet er niet meer mee.

Toen we vanmorgen vertrokken hielden we er echt rekening mee dat een en ander fout kon lopen, bij de heenreis én bij de terugreis. Maar misschien waait de oude wind met gezond verstand bij het verzekeren van aansluitingen wel opnieuw, en misschien draait het toch allemaal weer wat beter. Onze dag zit er op: om 9 km te stappen hebben we 500 km op trein en bus gezeten. En ik vind dat niet gekker dan al dan niet met de bedrijfswagen naar Torgny te rijden om daar wat kilometertjes rond te stappen…

De treinlectuur.
Hugo Claus, Het verdriet van België.
Thomas Rosenboom, Zoete mond.


Op de weg Lamorteau - Torgny komt ab5632-56 aangereden op lijn 155a/2.

09-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
05-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 september 2014 Gedinne (Ferme Jacob)

De wandeling.

Vandaag stappen we in Gedinne. Dat lijkt op het eerste gezicht een eenvoudige opdracht, maar de wandeling waar het ons vandaag om te doen is, heeft haar beginpunt bij de Ferme Jacob. Het is een raadsel hoe men destijds deze hoeve heeft ingeplant in een bijna ontoegankelijk bosgebied, maar voor ons betekent het wel dat we uit Gedinne al meteen een lange aanloop moeten nemen om de start van wandeling 41 Fagne de l'Abîme te bereiken. We combineren dan ook enkele andere aangeduide wandelingen, zodat we in totaal niet zo een 7 km stappen - want zo lang is wandeling 41 - maar wel 25 km. Openbaarvervoergebruikers moeten beschikken over een stevige conditie…
Wandeling 41 is echt wel de moeite waard: ze voert langs een moerassig gebied (fagne!) dat toegankelijk is gemaakt met een prachtig knuppelpad, en voor en achter dat pad is het al bos dat de klok slaat. De TWQ over de volledige 25 km bedraagt 50 %, wat eigenlijk verrassend laag is in een gebied waar buiten de kampen in de zomer bijna geen kat woont.


Het grootste deel van de tocht liep door het bos, maar deze mooie veldweg in de buurt van Rienne was de foto zeker waard.


De Fagne de l'Abîme is een zompig natuurgebied; zonder deze knuppelpaden is de doorgang hachelijk.

Meer foto's vind je hier.

Hoe we er geraakten.
Gedinne lijkt op het eerste gezicht een makkie, want elke treinreiziger die zichzelf respecteert weet dat hier om de twee uur een stoptrein van de verbinding Dinant - Libramont stopt. Spijtig genoeg liggen station en centrum 3 kilometer van elkaar, en dat extraatje kunnen we vandaag wel missen. De omgeving rond het station is de voorbije decennia sterk achteruitgegaan - de horeca is hier zo goed als verdwenen - maar voor de TEC is dat geen reden om voor een goede verbinding met het centrum te zorgen. Eigenlijk zijn er maar 2 bussen die we kunnen gebruiken, en het is eens te meer lijn 9 Beauraing - Bohan die ons uit de nood helpt. De overstap is deze keer gepland in Gedinne, en dus nemen we deze keer - zoals enkele dagen geleden - geen uur reserve.
Voor de terugkeer permitteren we ons een fantasietje door niet naar Gedinne terug te keren, maar wel naar Louette-Saint-Pierre, dat op schooldagen bediend wordt door een bus van lijn 66 - lijn 9 zou eventueel ook kunnen, maar dan moet je er halfweg de namiddag bij zijn. Gelukkig past onze afstand perfect tussen de aankomst van lijn 9 in de voormiddag en het vertrek van lijn 66 in de namiddag.

Een stukje geschiedenis.
De bezuinigingsdrift die de TEC-Namur de laatste jaren in haar greep heeft gekregen, is eigenlijk al enkele jaren geleden begonnen in de streek rond Gedinne, toen de buslijn 41, die zowat alle dorpen tussen Beauraing en Gedinne bediende, vervangen werd door een reeks varianten (141, 241, 341 en 441) die het wat doelloze rondrijden tussen de verschillende kernen moesten opvangen. Spijtig genoeg verslechterde de bediening van de dorpen (Rienne, Willerzie, Vencimont… en meer andere) omdat ritten overdag bijna allemaal sneuvelden. Vooral Rienne had ons in het geval van vandaag enkele kilometers kunnen uitsparen, maar iets bruikbaars was er niet te vinden. De vallei van de Houille, nochtans een prachtige wandelstreek, is namelijk virtueel onbereikbaar geworden.
Lijn 66 is een vervangingslijn die er kwam met de invoering van het allereerste IC-IR-plan. Zoals de meeste van de buslijnen die toen werden ingevoerd om het leed van de afgeschafte treinhalten te verzachten, werd ook deze lijn snel uitgedund, zodat vandaag alleen nog op schooldagen gereden wordt, helemaal in functie van de schooluren. Niet Louette-Saint-Pierre maar Louette-Saint-Denis had een treinhalte op lijn 166, niet eens zo heel ver van het station van Gedinne, en al even ongelukkig gelegen. In die zin zou je buslijn 66 (destijds 166b) als een geschikte aanvulling kunnen beschouwen van de bediening door de eerder genoemde lijn 41, maar de toestand is helemaal afgegleden naar schooldiensten, die het bezit van een eigen wagen in een erg ruime streek noodzakelijk maken.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3104 06:19 06:30 +1 332 mr80 break
Brussel-Zuid - Dinant 2407/2507 07:03 08:46 +8 397 mr80 break
Dinant - Gedinne 6058 08:52 09:29 +6 08514 mr08 desiro
Gedinne - Gedinne [9] 09:38 09:42 +3 ab4567 Jonckheere Transit 2000 Menuchenet
-
Louette-Saint-Pierre - Gedinne [66] 16:53 17:03 +2 ab4574 Jonckheere Transit 2000 Menuchenet
Gedinne - Dinant 6088 17:30 18:08 +2 08580 mr08 desiro
Dinant - Brussel-Luxemburg 2539/2439 18:13 19:35 stipt 323 mr80 break
Brussel-Luxemburg - Halle 6140 19:45 20:12 +1 917 mr86 duikbril

En wat we beleefden.
De IR naar Antwerpen van 6:19 heeft wat vertraging, genoeg om ons mee te pikken. Daardoor hebben we uitzicht op ruim een half uur overstap in Brussel-Zuid, en de mogelijkheid om in Sam's Café de tweede koffie van de dag op de kop te tikken, al zijn het hier kartonnen bekertjes.
Voor de IC naar Namur en Liers/Dinant worden ons 3 breaks beloofd (met 6 rijtuigen voor Liers en 3 voor Dinant), maar de trein bestaat uit maar 2 breaks. Op zich niet zo dramatisch voor deze trein, maar je vraagt je af op welk moment van de dag dat ontbrekende stel voor het eerst voor ondercapaciteit zal zorgen. (En dan hebben we nog geluk, want de kruisende IC 2428 is zelfs gehalveerd, omdat de IC2528 niet gereden heeft tussen Dinant en Namur: 5 M6-rijtuigen minder vanaf Namur, dat scheelt een slok op een borrel…)
We vertrekken met 1 minuutje vertraging in Brussel-Zuid; misschien is dit wel een van de beruchte Cornu-minuutjes, weet je nog? De hele rit door zullen we met 2 à 4 minuten vertraging blijven rijden - dat we tussen Lustin en Yvoir op tegenspoor rijden helpt de zaak natuurlijk niet vooruit, maar meer dan 4 minuten vertraging halen we niet. En dan gaat het plots erg stroef bij het naderen van Dinant. Blijkbaar past de tb bijzonder rigoureus de bepalingen van infrabel toe, en de 4 minuten vertraging die er bij komen, zijn dan ook helemaal toe te schrijven aan die strenge bepalingen. Zo duurt het een hele tijd voor je in Yvoir de voet van het groene sein bereikt, zeker als je dat aan iets van een 20 km/uur doet, en binnenrijden op bezet spoor duurt ook erg lang: vanaf Bouvignes-sur-Meuse tot Dinant is een hele trek als je nauwelijks sneller dan stapvoets rijdt. Misschien moet men hier toch eens over nadenken, al kun je natuurlijk ook 11 minuten rittijd voorzien tussen Yvoir en Dinant.
Gelukkig staat de aansluitende L-trein te wachten; hij zal braaf 4 minuten van de vertraging van de IC overnemen. In Anseremme stappen zelfs nog kajakkers in. Met de snelheidsbeperkingen op lijn 166, vooral in de richting Bertrix, loopt de vertraging op tot 7 minuten, 6 bij aankomst in Gedinne. De bus van lijn 9 heeft deze keer niet gewacht in Beauraing, we hebben hem vanuit de trein gezien in de buurt van de kerk, op weg naar Bohan. Normaal gesproken zouden we het met de trein sneller moeten kunnen doen, en zou de aansluiting - ondanks onze vertraging - dus toch in orde moeten komen. Je moet er wel rekening mee houden dat de bushalte zich aan de andere zijde van de overweg bevindt, en we willen de tb niet op de kast jagen door voor zijn neus de sporen over te steken.
Samen met ons is er een derde reiziger (zelfs een vierde: die zit al in de bus), maar wij zijn de eerste uitstappers na de lange afdaling richting centrum. Oef, we kunnen onze 25 km mooi op het voorziene uur beginnen.

Voor de halte Louette-Saint-Pierre Kerk verlaat de bus even de hoofdweg; je moet de reizigers oppikken waar ze zijn. Reizigers, dat zijn wij tweeën dus, maar in de bus zit ook nog een 15-tal scholieren, die er hun eerste schoolweek hebben op zitten. Het Prodata-toestel is eens te meer nukkig: ik krijg er wel vaker het kaartje niet in. De chauffeur heeft de truc wel te pakken, en de tweede keer lukt het wel. Met een brede glimlach vindt hij dat ik het snel geleerd heb; weet hij veel hoe vaak ik al geoefend heb.

De L-treinen kruisen elkaar in Gedinne; solidair worden ze allebei met 5 minuten vertraging aangekondigd. Die naar Dinant komt het eerst; we vertrekken uit Gedinne met 4 minuten, in Houyet zijn we al op tijd, al komt er traditioneel altijd weer wel een minuutje of twee bij voorbij Anseremme.
Dat zal ons niet beletten op tijd te vertrekken met de IC naar Brussel; IC2539 bestaat uit een gemoderniseerde break. Het toilet is onbruikbaar, want het deurslot lijkt levendig uit de deur gerukt. Op de koop toe hangt er daardoor een geurtje in de trein. De meest opvallende verschijningen in het eersteklascoupé zijn drie Duitsers die meteen een aantal raampjes openschuiven en bijzonder luidruchtig uitpakken. Gelukkig komt er snel controle; ze moeten verhuizen naar tweede, samen met nog twee anderen. De NMBS moet echt eens leren op een opvallende manier de klasse aan te duiden. Net voor Ottignies krijgen we een onverwachte oproep: in het eerste stel zijn de 3 wc's onbruikbaar - doortastende vandalen - wie hoognodig moet, kan dat in het tweede stel, al kan de verhuis alleen in een station.
Van Namur tot Brussel staat een familie op het platform: zij hebben het fluisteren duidelijk verleerd; dat zou nochtans op het leerprogramma van alle kleuterscholen moeten prijken. Waarom ze niet gewoon een plaatsje in tweede opzoeken, zullen we wel nooit te weten komen. Vooral de uithalen van de kleuter zijn zenuwslopend. De loop van de trein: op tijd tot Namur, +4 vanaf Namur, omdat het treindeel uit Liers vertraging heeft, Gembloux +3, Ottignies +2 en Brussel-Luxemburg: stipt.
Daar staan de 2 duikbrillen naar Halle op perron 6 te wachten. Het tweede stel is gemoderniseerd; het ziet er in elk geval een stuk frisser uit dan de oorspronkelijke editie, en de plissé gordijntjes zijn een streling voor het oog, tot ze op een hete zomerdag allemaal zwarte vegen zullen krijgen van het uit het raam hangen. In Halle wordt onze trein gekoppeld aan 2 duikbrillen die daar al een tijdje werkloos staan; ze zullen als losse rit vertrekken, maar daar willen we echt niet meer op wachten.

De tweede langste wandeling van het jaar zit er op, en dat binnen één week. Stilaan raakt het programma twintigers voor zestigers uitgeput, al zijn die laatste dat nog lang niet…

De treinlectuur.
Hugo Claus, Het verdriet van België. Het moet gezegd, dit is een stevige roman. De Tweede Wereldoorlog evolueert nu snel naar een faliekant einde voor de Duitsers, en dus ook voor de meeste familieleden van Louis Seynaeve, die allemaal op een of andere manier de vingers verbrand hebben. Tegelijk zien we hoe Louis aankijkt tegen deze door de oorlog vervreemdende wereld van volwassenen, en tegelijk op een intelligente manier leert omgaan met hun strapatsen.

Thomas Rosenboom, Zoete mond.

05-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
03-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 september 2014 Daverdisse

De wandeling.

Misschien is het toch niet zo een goed idee om een wandeling op te vissen uit de allereerste uitgave van het Groot Wandelboek Ardennen van de in de vergetelheid geraakte Vlaamse wandelgoeroe Julien van Remoortere. Dat de wandeling uit latere versies verdween, had misschien ook tot enig scepsis aan moeten zetten. Maar misschien was de reden daarvoor wel dat de wandeling niet eens door het centrum van Daverdisse liep, en dus waagden we het er toch maar op. Woud en Lessedal, belooft de titel ons, en dat is ook wat het geworden is. Spijtig genoeg liep de wandeling vaak over boswegen die zelf ook al in de vergetelheid geraakt zijn, en was de wegbeschrijving duidelijk gedateerd. Tot overmaat van ramp zorgden onzorgvuldig gekapte bomen voor extra belemmeringen op de zo al onduidelijke wegen en had de gps kuren, zoals wel vaker het geval is als je tegen een steile, beboste helling oploopt. We waren dan ook opgelucht toen we het keerpunt van de wandeling bereikt hadden, want dat zou een kommerloze terugtocht worden over de tot fietsweg omgetoverde trambedding, ik zou zeggen uiteraard zonder hindernissen. De eigenlijke wandeling was iets meer dan 7 km lang, de TWQ bedroeg 100 % (!) al vind ik dat zelf nogal vleiend, voor een tocht die vaak uit te moeilijke wegen bestond, en voor de helft uit een fietspad dat op bepaalde plekken inderdaad bekoorlijk was, maar op andere net iets te dicht bij de rijweg liep.

Foto's.

Hoe geraakten we er?
Tja, geraakten we er eigenlijk wel? De meest nabije halte is Hôtel Finet in Halma, maar dan is het nog bijna 4 km stappen tot het beginpunt, en die 4 km komen er op het einde nog eens bij. Dat gaf een totaal van net geen 17 km. En Halma bereiken is op zich ook al geen peulschil: we moeten andermaal gebruiken maken van een bus die alleen op woensdag rijdt (tussen Wellin en Grupont), maar eigenaardig genoeg ook tijdens de schoolvakanties. Het is een rit die op zich een studie waard is, al is de kans klein dat iemand nog weet waarom die oorspronkelijk alle dagen reed, zonder overstap in Wellin, op een bepaald moment alleen nog reed op woensdag, zaterdag en zondag - een tijdje zonder aansluiting gevende rit uit Jemelle, en op een bepaald moment dan weer wel met zo een rit, maar met de opmerking dat de aansluiting niet verzekerd was - en nu al vele jaren alleen op woensdag, sinds enkele jaren alweer met overstap in Wellin. De terugrit is dan weer een stuk eenvoudiger: zelfs op het gedeelte Wellin - Grupont is er een redelijke avondspits (hm…), al geven de bussen alleen in Jemelle aansluiting op de treinen. Aan de andere kant van de lijn, in Grupont, lijkt men er zijn uiterste best voor te doen om aansluitingen tussen bus en trein zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. De TEC-Luxembourg is eigenlijk hét voorbeeld van een lethargische overheidsdienst, waarbij geen vragen worden gesteld: niet waarom dit zo gegroeid is, niet of we hier niets zinvollers mee kunnen aanvangen? Dat de bus nog altijd eindigt in het onbeduidende Grupont is daar een allerduidelijkste illustratie van: ook de tram had daar tot bijna 70 jaar geleden zijn eindpunt…

Een stukje geschiedenis.
Halma en een deel van de wandeling die we vandaag volgen zijn hoe dan ook lekkere kost voor tramliefhebbers. Uiteraard rijdt hier geen enkele tram meer, maar de bedding is een fiets- en wandelpad geworden en geeft een duidelijk beeld van hoe de tramlijn hier vrolijk de loop van de Lesse en de hoofdweg volgde: nu eens op gelijk niveau, dan weer eens een stuk lager dan de weg, en wat later dan weer hoger, met een duidelijk te herkennen overweg als toemaatje: zo ving men de golvingen van de hoofdweg op. Zelfs de brug over de Lesse, de Pont Maria, is gebleven, al zal het huidige kunstwerk voor voetgangers en fietsers ongetwijfeld geen tram meer kunnen torsen.
Halma zelf is trouwens een curiosum op het vlak van tramgeschiedenis. Hier kwamen immers 2 tramlijnen samen, Grupont - Wellin, vervangen door de huidige buslijn 29 Grupont - Wellin, en Rochefort - Wellin - Graide, waarvan het deel Rochefort - Wellin ook overgenomen is door het andere deel van lijn 29, Jemelle - Wellin. Het stukje Jemelle - Rochefort heeft nooit een tram gehad - de tram had zijn terminus bij het treinstation van Rochefort. En voor wie het ondertussen nog niet geraden had: de huidige tramlijn Han - Grotten was een aftakking van de lijn Rochefort - Graide.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3758 08:57 09:15 +1 08529 mr08 desiro
Brussel-Zuid - Jemelle 2109 09:33 11:24 +7 518 mr96 Deense neus
Jemelle - Wellin [29] 12:31 13:00 +11 ab4578 Jonckheere Transit 2000 Wellin
Wellin - Halma [29] 13:03 13:05 +10 ab4576 Jonckheere Transit 2000 Wellin
-
Halma - Jemelle [29] 18:00 18:31 stipt ab4576 Jonckheere Transit 2000 Wellin
Jemelle - Brussel-Noord 90 18:33 20:18 +17 1353 - 11612 I6 Eurofima
Brussel-Noord - Halle 3742 20:53 21:14 stipt 1840 - 61026 M6

En wat beleefden we?
L3758 zou volgens de display de hele weg met enkele minuten vertraging rijden, maar de realiteit is eens te meer anders dan de fictie, en deze keer nog beter ook. Alleen tussen Vorst-Zuid en Brussel-Zuid komt er een bijna klassieke minuut vertraging bij. Het blijft een vreemde toestand: de hele weg tijd op overschot en dan helemaal op het einde plots te weinig.
IC2109 bestaat uit 2 ms 96, zoals we dat vele jaren gewend zijn geweest. Buiten de vakantie, zonder jeugdgroepen, is dat een comfortabele samenstelling. Alleen is het een van die treinen waarin terugkerend personeel van P-treinen contact zoekt en vindt met het treinpersoneel, en tot Jemelle zullen ze in wisselende samenstelling het leven van de tbg becommentariëren, uiteraard vooral de negatieve kanten ervan. Gewoontegetrouw gaan ze ook wat uit elkaar zitten, zodat het gesprek toch wel enkele rijen ver gehoord kan worden. Tijdens de jeremiade komen onderwerpen als foute treinsamenstellingen - met te veel of zonder eerste klas -, gebrek aan communicatie en meer van die leuke dingen aan bod. Gelukkig lijkt de instructeur die een zestal stagiairs begeleidt die van Ciney tot Jemelle meerijden, een positiever verhaal te serveren. Je moet natuurlijk niet blind zijn voor de mankementen, maar dergelijke verhalen zijn de kortste weg naar demotivatie; en je moet ze al helemaal niet zo luid vertellen dat een blogschrijver ze bijna woordelijk kan meepikken.
De werken tussen Namur en Ciney lijken wel wat op te schieten; wij rijden er een tijdje op tegenspoor voor. We waren nochtans stipt vertrokken in Namur, maar het gaat op bepaalde momenten zo traag dat we 5 minuten vertraging optekenen in Ciney. In Jemelle zullen we uiteindelijk zelfs met 7 minuten vertraging aankomen. En dan denk je al: als die van het uur hierna hetzelfde presteert, is het niet eens zeker dat we de bus gehaald hadden. (Blijkbaar hebben andere reizigers dezelfde voorzorgsmaatregel genomen als wij.) En zoals wel vaker, komt de IC2110 krek op tijd in Jemelle aan; we hadden dat uurtje reserve dus kunnen weglaten.
In Jemelle is het oude buffet nu vervangen door een kersverse broodjeszaak; gelukkig kun je er ook nog gewoon wat drinken. De mannen aan de toog die zich op dit vroege uur al wagen aan Orval (2…), Rochefort en Chimay, lijken nog bij het interieur van het vroegere buffet te horen. De toog is wel van plaats veranderd, maar zij lijken gewoon meegedraaid te zijn.

De bus van lijn 29 komt enkele minuten voor het voorziene vertrekuur aan gereden. Dat vertrekuur valt 7 minuten na aankomst van de IC uit Brussel (niet onze 2109, maar de 2110 dus…), maar eigenlijk heb ik de indruk dat trein-busaansluitingen hoe langer hoe onbetrouwbaarder worden. Dan blijkt dat onze bezorgdheid op zijn minst voorbarig was. Onze bus wacht namelijk op niet minder dan 3 bussen van lijn 420, klaarblijkelijk uit Marche, en allemaal met 10 minuten vertraging. Wij vertrekken dus ook met 10 minuten vertraging, met een erg goed bezette bus, vol scholieren en toch ook nog enkele toeristen die een dag in de Grotten willen doorbrengen, of meer dagen in de Famenne, zoals 4 Vlaamse deernen die tot in Wellin mee zullen rijden. Met een bus die aan bijna elke halte moet stoppen valt er natuurlijk niet veel vertraging in te lopen, ook al omdat lijn 29 geniet van een dienstregeling die nauwelijks trager is dan die van een rit zonder reizigers. We komen dan ook met dezelfde 10 minuten vertraging in Wellin aan, waar een aansluitende bus naar Grupont staat te wachten. We hebben die bus nog niet tijdens de schoolperiode genomen, en zitten er meestal zo goed als alleen op, maar vandaag stappen er nog een vijftiental scholieren mee over. Onder hen een attent en zorgzaam meisje dat blijkbaar denkt dat we op den dool geraakt zijn, maar ze tovert een frisse glimlach op het gelaat als ze hoort dat we naar Halma moeten.

De terugrit zal zonder overstap kunnen. Onze grootste bekommernis is nu dat de aansluiting van 2 minuten in Jemelle niet zal volstaan, zeker als de bus al met 2 minuten vertraging opduikt. Maar veel volk is er niet meer onderweg; zelfs in Han stapt niemand meer in. Overigens hebben we onszelf snel gerust gesteld: E90, die enkele weken de rol van E2140 overneemt, rijdt met een twintigtal minuten vertraging; zelfs met een doodsimpele Nokia tover je deze info tegenwoordig te voorschijn. Het kwaad is op het Franse net geschied, en dat wordt ook met veel plezier in Jemelle omgeroepen.
Ook omgeroepen wordt dat het eersteklasrijtuig zich in laatste positie bevindt. Ik betwijfel dat, en we blijven dus veiligheidshalve halverwege het perron hangen. En inderdaad, in eerste positie hangt een gouwe ouwe I6 Eurofima. En dan moet je wat geluk hebben: het allereerste coupé is leeg. Het zou niet zo leuk zijn als we ergens in een coupé bij een suffende reiziger zouden moeten aansluiten, maar nu belooft het een rustige, aangename reis te worden, in rijtuigen die ooit echte topklasse waren, maar die nu toch wel veel rolgeluiden laten horen, ook al omdat we een duidelijk vierkant wiel hebben. In het plafond heeft iemand geprobeerd om de luidspreker te ontmantelen; hij zal het knopje boven de deur, waarmee je hetzelfde effect kunt bereiken, niet gezien hebben. Vanaf Namur klinkt plots klaar en duidelijk de aankondiging van het volgende station. Waarschijnlijk zien we de man die ze inspreekt: in een flits zien we de tbg langslopen, maar controle komt er niet.
De vertraging in Jemelle bedraagt 25 minuten; het ziet er zelfs naar uit dat hier nog een flink stuk afgaat: Marloie +25, Ciney +24, Namur +17, Gembloux +15, Ottignies +14. Maar je ziet het zo gebeuren: de tragere IR naar Binche rijdt nu voor ons, en ook zonder spoorboekje is het vanaf La Hulpe duidelijk waar die allemaal stopt. De voorziene aansluiting tussen onze IC en deze IR die ons naar Halle moet brengen, zal dus wel in het water vallen, tenzij iemand de IC in Brussel-Luxemburg de kans zou geven voor de IR te komen. Niet dus; in Brussel-Noord klokken we af met 17 minuten vertraging. Op hetzelfde perron staat de L naar Braine-le-Comte te wachten, maar zelfs die mag eerst door de NZV. Dat geeft mij de kans om de samenstelling van onze trein te noteren: 2 I6 en 4 I10: 11612-12764-12771-12747-12766-12640.
Het wordt dus wachten op de IR naar Quévy. Het eersteklasrijtuig hangt helemaal achteraan, wat niet normaal is in deze treinen. Vier uur vroeger is het trouwens gedeclasseerd geweest, waarschijnlijk om de capaciteit van een uitgevallen tweedeklasrijtuig te compenseren. Hopelijk regent het klachten, al hebben abonnees met een eersteklasabonnement niet eens recht op terugbetaling wanneer het eersteklasrijtuig ontbreekt. Het minste wat de tbg zou kunnen doen is de sticker wegnemen, maar die hangt nog altijd te schitteren. Je kunt je afvragen hoeveel reizigers weten dat ze in de 3742 zitten en niet in de 3738, en dat de declassering dus niet meer van toepassing is.
Net voor het uitstappen zie ik in het vorige rijtuig de tbg toch controleren. Tot bij ons is hij niet meer geraakt, zodat we op onze Railpass twee maagdelijke ritten Jemelle - Halle hebben staan. Dat 8 van de 10 ritten op een Keycard niet geknipt worden, is nog ergens te begrijpen, dat je zelfs met een Railpass aan controle ontsnapt is al wat ergerlijker. Hoewel, dankzij de structuur van de NMBS-tarieven kun je die Railpass al net zo goed gebruiken voor een ritje Halle - Leuven als voor een rit Oostende - Arlon, soms ben je zelfs met een railpass verbazend snel ter bestemming.
We komen dus dik 20 minuten later dan voorzien in Halle aan. Voor het eerst sinds lang lijken mijn eigen stiptheidscijfers de hoerakreten van Infrabel en NMBS - het is hun gegund - niet te volgen. Toeval is absoluut niet uitgesloten, want ik lijk elk jaar wel minder treinen te nemen. En die fikse vertraging van de E90 zal met veel plezier op het conto van de SNCF geschreven worden; niet dat dit voor ons veel verschil maakt…

De treinlectuur.

Het verdriet van België, Hugo Claus. De oorlog vordert en voorlopig ziet het er nog naar uit dat die in het voordeel van de Duitsers zal worden beslecht. Louis Seynaeve groeit op in een omgeving van opportunisten (zijn ouders) en Claus weet erg goed te beschrijven hoe de adolescent, op zoek naar een plaats in een ongewone samenleving, zijn plaats in de wereld probeert te veroveren. Omgeven door ooms en tantes die allemaal wel op een of andere manier eigenaardig gedrag vertonen, is het jonge cynisme nooit ver weg. Eindelijk lees ik eens iets van Claus dat ik ook weet te appreciëren.

Zoete mond, Thomas Rosenboom.

De bedding van de vroegere tramlijn Graide - Rochefort volgt hier de N857. In gedachten - en spijtig genoeg alleen zo - hoor je de trammetjes hier rijden.

De Pont Maria was een trambrug over de Lesse. De oorspronkelijke brug werd vervangen door een exemplaar dat ongetwijfeld geen tram meer zou kunnen torsen.

03-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
01-09-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 september 2014 Vonêche - Houyet (GR577)

GR577 is onmiskenbaar wat wij Vlamingen een Streek-GR noemen. We zouden ze ongetwijfeld met geel-rode streepjes bewegwijzeren, maar bij de Walen heersen nu eenmaal andere gewoonten en zeden: voor hen is deze GR er een zoals al de andere, en ze wordt dan ook consequent met wit-rode streepjes aangeduid. Niet dat dit ook maar een jota aan de kwaliteit van deze GR afdoet. We stappen vandaag tegen de 27 km van Vonêche naar Houyet, en we krijgen inderdaad bijzonder veel moois gepresenteerd. De streek is nu eenmaal een stuk opener dan vele echte bosgebieden, en dat leidt tot fantastische vergezichten waar de ene bosgordel in de andere lijkt over te gaan, en tot erg mooie panorama's over dorpen als Martouzin en Wiesme. De TWQ bedraagt 69 %, deels over wegen die na de overnatte voorbije zomer op het randje van begaanbaar zijn, maar dat kan de pret niet bederven.

Foto's op de vertrouwde plek, maar geniet alvast van deze:

Martouzin lijkt wel uit een plakboek geknipt. Lange tijd was het panorama dat je hier uit de trein op lijn 166 zag, het mooiste van het hele net. Helaas zijn de bomen op de spoorweghelling ondertussen zo hoog gegroeid dat er nog nauwelijks wat van te merken is.

En dit soort panorama's kregen we vandaag regelmatig te zien; daar willen we best wel een lange, gestage helling voor verwerken.

Hoe geraakten we er?
Vonêche heeft een erg gespreide busbediening: de bus van 9:16 op lijn 9 Beauraing - Bohan is de enige van de dag die Vonêche bedient, en de functionele ritten van de lijnen x41 komen nauwelijks in aanmerking. We bouwen dus reserve in. Overigens vertrekt de bus in Beauraing 1 minuut na aankomst van de L-trein; of er aansluiting is, hangt me net iets te veel af van de goede wil van de chauffeur. Op deze lange tocht komen we welgeteld nog een punt tegen met een min of meer bruikbare halte, ten zuidoosten van Beauraing, maar dat valt net iets te vroeg. En dus zit er niets anders op dan in een ruk tot Houyet te stappen, waar de NMBS redding brengt.

Een stukje geschiedenis.
Vonêche, Martouzin, Wiesme: het lijkt wel alsof we vandaag een halve eeuw openbaarvervoerbeleid aan de kaak stellen. Decroo senior ging er onlangs in een interview nog prat op dat hij de NMBS gered had in de jaren tachtig; de vergelijking met een chirurg die opschept met een levensreddende amputatie van beide benen, dringt zich op. De bediening van Martouzin was al voor het IC-IR-plan op een lager pitje gedraaid. Wiesme (of Wiesmes voor de NMBS) verdween met de grote kaalslag en Vonêche (en Pondrôme) kregen nog respijt tot 1995. Tegenvallende instapcijfers werden als argument aangehaald om beide ondertussen tot stopplaatsen gedegradeerde stations te schrappen. Het blijft trouwens een betwistbaar criterium, die instapcijfers. Als in een dorp als Pondrôme of Vonêche elke morgen honderd reizigers zouden vertrekken, zou dat gewoonweg betekenen dat de huisjes daar voor de rest van de dag grotendeels leeg staan, tot de kudde des avonds naar de gezelligheid van de huiselijke kring terugkeert. Zelfs met 25 instappers per dag halen ze dan ook waarschijnlijk percentages die grotere steden (met enkele duizenden instappers, maar ook met veel meer bewoners) niet halen. Nu beschikbaarheid het toverwoord is, kan men misschien eens enkele forse stappen terugzetten, al vrees ik dat men dat hoe dan ook zal doen, in een afwijkende richting. Decroo beloofde destijds trouwens een leger vervangingsbussen; die vormen het kluitje in het riet, want vandaag is daar nog nauwelijks wat van terug te vinden. Integendeel, vooral de TEC-Namur heeft nu zijn eerste uitgebreide blinde OV-vlekken, wat ons vandaag noopt tot de langste tocht op ons programma. Enkele jaren geleden genoot de streek rond Gedinne de twijfelachtige eer om de bediening van dorpen als Rienne, Willerzie en Vencimont te zien verschrompelen, verleden jaar werd het aanbod in de driehoek Dinant, Jemelle, Ciney grondig opgekuist, en onlangs verdween ook nog lijn 31 Dinant - Falaën zo goed als volledig van de kaart. Tot overmaat van ramp zijn ersatzproducten als huurfietsen, autodelen en taxi's zo mogelijk nog minder beschikbaar. Leve de auto!

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3704 05:45 05:55 stipt 485 mr96 Deense neus
Brussel-Zuid - Dinant 2406/2506 06:03 07:46 +8 325 mr80 break
Dinant - Beauraing 7683 07:52 08:15 +6 08541 mr08 desiro
Beauraing - Vonêche [9] 09:16 09:27 +2 ab4573 Jonckheere Transit 2000 Menuchenet
-
Houyet - Dinant 6088 17:53 18:08 +1 08557 mr08 desiro
Dinant - Brussel-Luxemburg 2539/2439 18:13 19:35 +1 420 mr80 break
Brussel-Luxemburg - Halle 6140 19:45 20:12 +2 926 mr86 duikbril

En wat we beleefden.
Je verwacht het niet meteen, maar op deze maandagmorgen staan de eerste twee treinen van Brussel naar Halle al meteen met een half uur vertraging aangekondigd. Symbool van een samenleving die van weekend naar weekend leeft, en zich elke maandag opnieuw moeizaam op gang trekt? In de richting Brussel ziet het er gelukkig beter uit. We zijn naar IC1904 gekomen omdat die net wat vroeger in Brussel-Zuid aankomt dan de IR van 5:45; drie minuutjes vroeger uit bed zijn het eind van de wereld niet, maar bij een overstap kunnen ze cruciaal zijn. En beide treinen hebben het goed gedaan. Maar als het sein op perron 2 halsstarrig rood blijft, als dat op spoor 4 al schitterend groen staat te flonkeren, kiezen we toch maar eieren voor ons geld. Blijkt dat de IC onderweg is opgehouden door nog maar eens een storing op lijn 94 - pleonastische formulering - en in Brussel-Zuid zien we dat de vertraging te bepalen is. Wat een geluk dat we hier twee treinen zo vlak na elkaar hebben. Erg verrassend krijgen we zelfs controle in de IR, door een tbg die duidelijk geen last heeft van maandagochtendblues.
In Brussel-Zuid heeft men 3 breaks aan het perron gezet voor de IC2406, maar het laatste stel is afgehaakt. Ik spreek een tbg aan, die beweert dat er meestal wel 3 stellen terugrijden, maar waarom dat vandaag niet het geval is, weet hij ook niet; het is dan ook niet zijn trein. We krijgen de raad om de chef de bord aan te spreken. De toestand is trouwens op zich verwarrend genoeg: ter hoogte van de eerste break (die naar Liers rijdt) hangt keurig uit dat dit de IC naar Liers en Dinant is; maar het volgende aankondigingsbord probeert ons met alle middelen uit de trein te houden (niet instappen), terwijl dit tweede stel toch dat naar Dinant moet gaan. We stappen toch in; in het coupé zit al iemand met een tas van Transcom, en die mannen weten alles - dat stelt ons gerust.
Zoals wel vaker loopt het tussen Brussel-Luxemburg en Ottignies niet zo vlot, als is het vooral de IC naar Luxemburg die in dat bedje ziek is. Deze keer is het L6555 die ons al vanaf La Hulpe voor de voeten rijdt, want ook deze trein is de week met een defect ingereden, dat hem een klein kwartier vertraging kost. Wij erven 7 minuten vertraging van dat kwartier, maar in Namur blijft daar na de ontkoppeling maar 2 minuten meer van over. Maar ook op lijn 154 gaat het bij momenten erg traag: in Jambes hebben we de vertraging al verdubbeld, in Yvoir verdriedubbeld en in Dinant zullen we met 8 minuten vertraging uitstappen: het binnenrijden op bezet spoor, al even bekend en hardnekkig als de Couque de Dinant, zorgt voor nog 2 minuten extra.
Gelukkig staat de P-trein naar Bertrix op het tegenoverliggende perron op aansluiting te wachten: we vertrekken met 4 minuten vertraging, die eigenaardig genoeg op haar beurt zal groeien tot 6 minuten bij aankomst in Beauraing.

Erg is dat niet: de bus vertrekt pas om 9:16, al staat die al klaar op het vroegere emplacement. Gelukkig is Le Pourquoi Pas op dit vroege uur al open; de koffie smaakt heerlijk. Daarna lopen we terug richting station, omdat we wel eens willen weten of we de aansluiting gehaald zouden hebben als we een uur later vertrokken waren. Ondertussen stellen we vast dat de modderplassen, waarvan zwaluwen bij onze vorige passage zo ijverig gebruik maakten om er een eigen nestje mee te bouwen, opgevuld zijn met grint. Putten graven en vullen zit nu eenmaal in 's mensen lijf, en de rechtmatige verzuchtingen van zwaluwen betekenen daar niets tegenover. En ja, stipt om 9:15 komt de L-trein aan, en het lijkt er warempel op dat de buschauffeur rekening houdt met eventuele overstappers. Die zijn er niet, tenzij je ons tweeën ook als overstappers beschouwt; met 3 reizigers is de chauffeur waarschijnlijk al best tevreden. Het prodata-toestel doet nukkig, zoals wel meer: de chauffeur schiet te hulp, hij heeft wel de kneep te pakken om het kaartje correct in de gleuf te laten verdwijnen. Na het bekende ommetje door Beauraing (ook langs het Atheneum en een ander Institut, wat eigenlijk niet voorzien is), gaat het toch wel erg snel naar Vonêche. De chauffeur wuift ons nog even na…

De terugrit is dus noodzakelijkerwijs busloos. L6088 rijdt perfect op tijd, maar ook hier is de couque de Dinant niet ver weg: tussen Anseremme en het bezette spoor 1 in Dinant heb je net een minuut meer nodig dan de voorziene 4. Maar precies door de aankomst op spoor 1 is de toestand erg overzichtelijk. Even later zitten we helemaal vooraan in stel 420 dat ons naar Brussel zal brengen. Ook deze tbg zal (tot Brussel!) regelmatig controleren. Zelfs dan glipt een profiteur door de mazen van het net: in Lustin stapt hij in, komt in eerste klas zitten, maar net voor Jambes komt de tbg langs. De klant kent duidelijk het klappen van de zweep, want hij meldt zich meteen voor een biljet Lustin - Jambes. De tbg zou eigenlijk zonder verpinken een eersteklasbiljet moeten maken, maar vraagt voor alle zekerheid toch maar of meneer in eerste klas wil blijven? Op dat ogenblik remmen we al af voor de stop in Jambes. De rest van het verhaal is te raden.
Tussen Namur en Gembloux krijgen we het gezelschap van 2 jongelui; ik ga ervanuit dat het vogelaars zijn, uitgerust met driepoot, verrekijker, fietshelm en meer van die dingen: alles bij elkaar zo veel dat het zelfs onze nochtans ook aan obesitas lijdende rugzak doet verbleken. Ik schrijf vogelaars, maar het zouden net zo goed ferm uitgeruste treinspotters kunnen zijn, die zich per fiets een goede spotplaats hebben gezocht. Niet eens een slecht idee…
In Brussel-Luxemburg staan 2 duikbrillen te wachten op spoor 6. Veel valt er niet meer te beleven in deze laatste trein van de dag tussen Brussel-Luxemburg en Halle. Op deze lijn krijg je bijna altijd controle, zo ook vandaag. Binnenkomen op bezet spoor gebeurt ook in Halle; hier kost dat 2 minuten vertraging, maar daar malen we niet om…

Onze langste tocht van het jaar zit er op; moe maar tevreden zijn we huiswaarts gekeerd, al verdenk ik er die ene braambes van onderweg toch wel van dat ze wat ollebolleke gespeeld heeft met mijn verteringsstelsel. Daar is bij aankomst in Halle gelukkig niets meer van te merken…

De treinlectuur.
Hugo Claus, Het verdriet van België. Tegen de 500 bladzijden ver, Wereldoorlog II woedt. Claus geeft ons inzage in de wereld van Vlaamse collaborateurs, die zich nog altijd van geen kwaad bewust zijn, al is het duidelijk dat het tij aan het keren is. Louis Seynaeve zoekt zich een plaats als adolescent in een wereld waarin vrijwel alle relaties ondertussen gedomineerd blijven door het oorlogsgebeuren.

Thomas Rosenboom, Zoete mond.

De bus staat lang vooraf in Beauraing op zijn vertrek te wachten. De chauffeur ligt waarschijnlijk op de achterbank te dutten… uit de lijnfilm kun je afleiden dat deze bus van lijn 9 van Bohan terugrijdt naar Alle-sur-Semois, zij het nu onder lijnnummer 43. Enfin, eigenlijk kun je dat hier allemaal niet uit afleiden, maar ik weet het toevallig. En jullie vanaf nu dus ook…

01-09-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (2)
29-08-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 augustus 2014 Testelt - Kaggevinne GR Hageland

We hebben het hier al eerder over overlappende GR's gehad, en ook vandaag volgen we zogezegd de GR van het Hageland, maar de hoofdmoot van het traject van vandaag - van Testelt naar Kaggevinne - loopt samen met GR5, die we al eerder stapten. De ontwerpers kennende heeft dit veel minder te maken met een gebrek aan inspiratie dan met een diepgaande verschraling van het Vlaamse landschap: er is gewoon niets anders te bedenken dat ook nog voldoende kwaliteit biedt.
Klagen over het traject van vandaag ga je ons dan ook niet horen doen: de sterk gezwollen Demer zorgde zelfs nog voor een extraatje, en voor de rest was dit een tracé met voldoende onverhard (TWQ 69 %!) en voldoende afwisseling, door een landschap waar je af en toe wel de tactiek van de oogkleppen moet toepassen: selecteren wat mooi is, en bewust naast de soms storende bebouwing kijken. De GR loopt rakelings naast Scherpenheuvel, wat ons ertoe aanzette om Onze-Lieve-Vrouw toch met een bezoekje te vereren. Als je de N2 bereikt, nog net in Kaggevinne, heb je er bijna 14 km op zitten.

Alle foto's vind je hier. Maar bekijk eerst deze eens:


Bijzonder stemmig plekje langs een stevig gezwollen Demer in Testelt.


Misschien wel het mooiste deel van de tocht: langs de Demer.

Hoe geraakten we er?
Terwijl de afbraak van het landelijke openbare vervoer in Wallonië onverminderd doorgaat (de TEC-Namur heeft de bediening van de Condroz en de Famenne volledig afgebouwd, op wat zogenaamd functionele en voor de toerist onbruikbare ritten na), is reizen met trein en bus in Vlaanderen (voorlopig?) nog altijd vrij goed doenbaar. De GR Hageland passeert zelfs voor het station van Testelt; de uurdienst wordt door sommigen dan wel als pover aangezien, maar voor ons rustige zestigers volstaat zo iets wel. We maken bovendien gebruik van de enige rechtstreekse en min of meer directe trein tussen Halle en Leuven, wat de heenreis tot een aangenaam akkefietje maakt. Voor de terugreis kunnen we gebruik maken van de halte Galgeveldstraat op lijn 370 Diest - Leuven; we nemen de bus richting Diest dat zich al tot hier heeft uitgebreid, langs een van die lelijke warenhuisconcentraties waarmee de West-Europeanen de US proberen te imiteren.

Een stukje geschiedenis.
Testelt is een van die dorpen met een spoorlijn die dwars door het centrum liep. Tegenwoordig zou zo iets niet meer kunnen, maar vele generaties hebben ongetwijfeld geprofiteerd van deze gunstige ligging. In De Heren van Zichem, Vlaamse productie naar het werk van Ernest Claes, werd Testelt gebruikt als stand-in voor het station van Zichem. De trein, die Herman Coene en Lisa van Berckelaer naar Herentals moet brengen, lijkt te vertrekken uit Zichem, maar eigenlijk is het Testelt dat de show steelt. De NMBS maakte trouwens van de gelegenheid gebruik om een (kleuren)filmpje te maken over het stoomtijdperk, filmpje dat steevast geprojecteerd werd bij een bezoek aan het Spoorwegmuseum in Brussel-Noord. De trein bestond uit een type 64 met een stel GCI-rijtuigen, die toen nog niet eens zo lang uit de dagelijkse dienst verdwenen waren.
Lijn 370 Leuven - Tielt - Diest volgt nog altijd vrij getrouw de loop van de vroegere tram D, die nog net 1960 kon meemaken, althans gedeeltelijk, want het gedeelte Tielt - Diest was al eerder verbust.
Vast interessant is dat we tussen Zichem en Scherpenheuvel een tijdje de bedding van de vroegere spoorlijn 30 volgden, een van de kortste lijnen van het net. Opvallend is dat de bedding niet over de hele afstand behouden is, wat misschien wel de reden is waarom vooral het eerste stuk een bijzonder aangename wandelweg is gebleven. Daar heb je echt geen uitgebreide betoninfrastructuur voor nodig.

De verbinding.

Halle - Leuven 7515 08:27 09:19 +9 2149 - 53510 M5
Leuven - Testelt 2459 09:34 09:56 stipt 553 mr96
-
Kaggevinne - Diest [370] 14:22 14:28 +9 ab4425 Jonckheere Transit 2000G Tielt?
Diest - Leuven 2485 14:56 15:26 +1 763 tweeledig stel
Leuven - Brussel-Noord 537 15:37 15:54 stipt 1865 - 11817 I11
Brussel-Noord - Halle 3686 16:02 16:31 +6 08510 desiro

En wat we beleefden.
Erg vaak zullen we P7515 Moeskroen - Leuven wel niet meer gebruiken, want vanaf december verdwijnt deze aangename P-trein. Nu ja, we krijgen er een klokvaste overstapvrije uurdienst voor in de plaats, wat zouden we klagen? P7515 is een van die treinen waarvan je nooit vooraf weet met hoeveel vertraging hij in Leuven zal arriveren. Het begint allemaal mooi, met dat ene kleine minuutje vertraging in Halle, maar Brussel-Zuid bereiken we pas na een stilstand voor het station, en we zullen het Zuid uiteindelijk buiten rijden met 7 minuten vertraging. We zijn zelf met 4 minuten vertraging aangekomen, en men heeft de L naar Louvain-la-Neuve op tijd laten vertrekken. Het vervolg laat zich raden: Centraal en Noord + 8, Schaarbeek +7, Diegem + 11 en Zaventem +13. De trein heeft trouwens een opvallende dienstregeling: tussen Schaarbeek en Zaventem moet het onmogelijk snel gaan, en dan is er plots een zee van tijd tot Leuven; we halen dan ook 4 minuten vertraging in, want plots gaat het vlot, zodat we de verhoopte aansluiting met de L-trein naar Hasselt toch moeiteloos halen. De L-trein uit Hasselt (die dan zal terugkeren naar Hasselt) rijdt trouwens gelijk met onze P-trein Leuven binnen. Opvallend: tussen Diegem en Zaventem krijgen we nog controle; als we het treinnummer op de tang van de tbg moeten geloven, zitten we in de 3133… Die vertrekt om 10:36 in Antwerpen-Centraal…
De rit naar Testelt verloopt geschiedenisloos. We genieten van deze rit in Deense neuzen…

Van een praatgrage maar sympathieke madam vernemen we dat de bus in Bekkevoort rond moet rijden en dat hij wel wat vertraging zal hebben. Dat klopt als een (auto)bus: de gelede bus rijdt met 7 minuten vertraging en die vertraging zal uiteindelijk oplopen tot 9 minuten in Diest. Ik heb me al vaker de bedenking gemaakt: op bijna alle geëlektrificeerde tramlijnen van vroeger moet De Lijn nu geledes inzetten, wat overduidelijk illustreert dat de afschaffingspolitiek van de jaren 1950 en 60 een miskleun van formaat was.

In Diest is het even wachten op de L-trein naar Leuven; deze bestaat uit 2 tweeledige stellen. Dit materieel wordt zo zeldzaam dat het bijna een verademing is, zeker op een Belgische zomerdag als vandaag, waarop de wolken de zon enigszins in bedwang houden.
Ook de rit van Leuven naar Brussel-Noord verloopt trouwens zonder enige vorm van onheil. In Brussel-Noord lezen we dat er een seinstoring is in Testelt. Die hebben we dus net gemist; niet dat we daar rouwig om zijn. De IC naar Charleroi-Sud is om een andere reden afgeschaft, de P-trein naar Jemeppe-sur-Sambre moet zijn rol overnemen.
Onze L-trein naar Braine-le-Comte hebben we in Leuven en in Zaventem al gezien: twee desiro's van de 085xx variant. Hoewel de spits nog maar net begonnen is, gaat het wat minder vlot dan normaal door de NZV; daar is de IC Liers/Dinant - Brussel-Zuid verantwoordelijk voor: die rijdt met 11 minuten vertraging en zit dus voor ons in de pijp. Het resultaat is 4 minuten vertraging bij aankomst in Brussel-Zuid, maar die zouden eigenlijk met deze desiro's verdwenen moeten zijn in Halle. We worden echter opgehouden voor hét sein in Buizingen en dat kost ons uiteindelijk 6 minuten vertraging bij aankomst in Halle. Onderweg kunnen we volop genieten van het geknoei met de info op de displays: onderschatte vertraging, stations die plots opnieuw opduiken en meer van die dingen die reizigers meer in verwarring brengen dan dat ze ze helpen. De charmes van de informatica, zou collega Marc het destijds genoemd hebben…

De treinlectuur.

Hugo Claus, Het verdriet van België. Sommigen zullen er ongetwijfeld schande over spreken dat ik als leraar Nederlands pas nu voor het eerst deze alom bekende en alom geprezen Claus lees. Eigenlijk heb ik het altijd wat moeilijk gehad met Claus, omdat ik in hem eerder een gehaaide zakenman of marketeer zag dan een groot schrijver, maar ik besef dat ik met die mening vaak alleen stond en sta. Het verhaal van Louis Seynaeve - ik zit nog in het eerste deel, waarin de jeugdige fantasie nog volop haar gangen gaat - mag er anders best wezen.

Thomas Rosenboom, Zoete mond.


Een truukje dat vaak helpt: als het tegenlicht al te uitbundig is, maak je er een zwart-witfoto van. Tussen Testelt en Zichem kwamen we deze 2823 met een lange goederentrein tegen.


Lijn 30 verbond Zichem met Scherpenheuvel. Meteen bij de start van deze lijn, lag deze brug over de Demer.

 

29-08-2014 om 09:59 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
17-08-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 augustus 2014 Nijlen

Echt oud is mijn Toeristische Wandelgids Nijlen nog niet, maar van het Tibourpad dat we vandaag willen volgen is nog nauwelijks enige bewegwijzering te velde te vinden, en het is zelfs duidelijk dat de vroegere bordjes gewoon werden weggenomen of op een andere manier onherkenbaar gemaakt. Tja, met de komst van de wandelnetwerken, i.c. dat van de Kempense Netevallei, vindt men blijkbaar dat die goed aangeduide wandellussen geen nut meer hebben nu de wandelaar zelf naar hartenlust zijn parcours kan samenstellen. Oh, teken des tijds: zelfs hier is het zelfbeschikkingsrecht van het individu doorgedrongen; die mag nu in alle vrijheid zelf knoeien, zonder enig besef of hij de interessante stukjes echt met elkaar verbonden heeft, of anders gewoon wat doelloos (?) als een kip zonder kop van knooppunt naar knooppunt stapt. Binnenkort volgen we er trouwens zelf een…
Maar vandaag houden we ons aan het Tibourpad, zoals in de wandelgids beschreven. Dat is nog geen 7 km lang, maar het startpunt ligt een dikke kilometer van het Nijlense station, zodat we vandaag uiteindelijk toch nog net 9 km wandelplezier zullen noteren. Van het eigenlijke pad voert 33 % ons langs onverharde wegen en dat valt dus nog best mee. Het is een pretentieloze wandeling die vertrekt aan de parkachtige bedoening die de Tibourschrans is, en ons dan door een gebied voert dat doorsneden wordt door de Nijlense Beek, en even ook haar bijbeek de Kleine Beek. Het is een tocht langs akkers en weiden, met nu en dan wat bos of Kempense hoeven, die spijtig genoeg niet allemaal de tand des tijds doorstaan hebben.

Foto's vind je zoals altijd hier.


We kruisen wel drie keer de Nijlense Beek. De wandeling had even goed Nijlensebeekwandeling kunnen heten.


Typische luchten voor deze augustusmaand…

Hoe geraakten we er?
De belbus heeft een halte Tibourschrans, en die zou ons dus vlak bij ons vertrekpunt kunnen brengen, maar eigenlijk is een busloze verbinding via het station van Nijlen een veel eenvoudiger oplossing. Die hebben we dus ook gekozen.

Een beetje geschiedenis.
Nijlen is een van die gemeenten die al vrij vroeg aan een van de groote spoorwegen kwam te liggen - een internationale lijn Antwerpen - Duitsland! -, en die die status ook onafgebroken heeft kunnen behouden. De rechtstreekse verbinding met Antwerpen is nog nooit in vraag gesteld; in oostelijke richting werd ooit tot Hamont gereden, maar de verbinding met Turnhout is van constantere aard gebleken, al was Turnhout op een bepaald moment echt niet verwend door ons aller NMBS.
Al voor de Tweede Wereldoorlog werd de treindienst dan ook nog aangevuld door een buslijn Lier - Herentals, die eigenaardig genoeg eerst in het spoorboekje opduikt als 15a, dan - na de oorlog - opgenomen wordt in de reeks aanvullende busdiensten onder het nummer 223, en later opnieuw verschijnt als lijn 15a. Geleidelijk zou deze lijn er wat varianten (o.a. naar Vorselaar) bijkrijgen, wat vandaag nog enigszins terug te vinden is in het bedieningspatroon van de lijnen 150 en 151. De hele vervoerspolitiek van De Lijn van het voorbije decennium vind je hier trouwens prachtig geïllustreerd: Nijlen wordt nu ook bediend door lijn 3, eigenlijk een stadslijn van Lier, en door een belbus. Of hoe je een gemeente die deels verstedelijkt, deels landelijk is, toch op een zinvolle manier kunt bedienen. Alleen is lang niet iedereen het hiermee eens.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3706 07:57 08:06 stipt 975 klassiek stel
Brussel-Zuid - Antwerpen-Berchem 2007 08:32 09:17 +10 08037 desiro
Antwerpen-Berchem - Nijlen 4929 09:31 09:50 stipt 440 break
-
Nijlen - Antwerpen-Berchem 4912 13:10 13:29 stipt 328 break
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord 2035 13:43 14:19 stipt 08118 desiro
Brussel-Noord - Halle 3735 14:44 15:03 stipt 461 mr96

Wat we beleefden.
Het is zondagmorgen: op het perron in Halle is een hoogoplopende ruzie aan de gang: vier jongeren, van wie twee desperate pogingen doen om de twee anderen, bij wie alle pillen blijkbaar nog niet uitgewerkt zijn, uit elkaar te houden. Krijg dit als tbg maar op je trein.
Die trein, dat is de IR naar Leuven via de Luchthaven, en enkele keren per dag kun je hier nog klassieke tweedelige stellen aantreffen, tijdens het weekend dan toch. Wij nemen het eerste - ver van de opgehitste gemoederen - maar het coupé van stel 975 wordt verstoord door luide gesprekken. Zoals meestal is het één iemand die het hoge woord voert, en hoog is in dit geval erg hoog. Beseffen al die NMBS'ers die gratis reizen dan niet dat sommige reizigers betalen voor de rust van eerste klasse? Maar lang duurt het niet: ook deze oude stellen hebben voldoende aan de 9 minuten rittijd van Halle naar Brussel.
Terwijl we al wachtend de winkeltjes van Brussel-Zuid verkennen, herkennen we in de verte onmiskenbaar de luide verwijten heen en weer die we ook al in Halle hadden gehoord. Straffe pillen!
De IC naar Antwerpen bestaat uit 3 desiro's: daarmee is al minstens het capaciteitsgebrek dat zich op een weliswaar beperkt aantal ritten tijdens het weekend voordoet, opgelost. De tb weet perfect hoe snel (hoe traag) hij moet rijden om al te lange stilstanden in Vilvoorde en Mechelen te vermijden. Maar vanaf Mechelen dreigt het mis te lopen: we zitten helemaal vooraan, en horen dus perfect dat een onderstationschef de tb sommeert om overal te stoppen. Desiro's op een omnibus, zoals het hoort… Het is de 2558 die afgeschaft is, en dat moeten wij opvangen. Overigens is het de 2578 die het al in Antwerpen-Centraal begeven heeft.
Op zo een moment komen de sterke kanten van de desiro's natuurlijk beter tot uiting: we vertrekken met 2 minuten vertraging in Mechelen maar ondanks de 7 extra stilstanden komen er maar 8 minuten vertraging bij. In bepaalde stations staan we dan nog redelijk lang stil; toch doen we het nog altijd 4 minuten sneller dan de reguliere stoptrein. Bang dat we naar onze aansluiting zullen mogen fluiten zijn we eigenlijk nooit. Overigens staat op de NMBS-site dat de aansluiting gegarandeerd wordt als de vertraging minder dan 11 minuten bedraagt. Dat komt er eigenlijk op neer dat de aansluitende trein nooit wacht, vermits dat betekent dat de aansluiting niet gerealiseerd wordt als de IC om 9.28 of later aankomt. Zo kan ik het ook… Zou het trouwens niet beter klinken als men gewoon schreef: als de vertraging 10 minuten of minder bedraagt? Marketing genoeg, maar taalkundigen, ho maar, die kunnen maar beter in alle talen zwijgen.
We halen de aansluiting dus toch nog; hier en daar zwermen wat Pukkelpoppers rond. Zelfs deze oeroude break is een verademing na de desiro's.

De terugreis begint met een gemoderniseerde break. Niet dat ik dan meteen in juichen uitbarst, maar kom, je hebt tenminste de indruk in een trein te zitten, ook al maken de onderstellen vandaag nog meer lawaai dan anders. En de overgang naar de desiro's is niet zo groot. Veel valt er niet te beleven, ook al omdat je vanaf de meeste plaatsen toch nauwelijks naar buiten kunt kijken, en omdat je die eer aan je vrouw gunt.
In Brussel-Noord krijgen we deze keer Deense neuzen voor de IC die ons naar Halle moet brengen. Het aantal Pukkelpoppers ligt nu beduidend hoger dan vanmorgen. Hoe zei mijn grootmoeder dat ook alweer? 's Avonds grote Jan, 's morgens kleine man. Niet dat de twee stellen nu meteen overbezet zijn, al is dat duidelijk niet wat de drie zwarten denken die aan de tbg de toestemming vragen om in eerste te mogen zitten. Dat wordt hen zonder probleem toegestaan. Zelf reizen we vandaag met een gratis eersteklasbiljet dat ik als abonnee voor mijn verjaardag heb gekregen. Voor mijn partner zat er alleen een gratis klasverhoging in, haar weekendbiljet tweede klasse moesten we wel betalen. Hemeltergend toch, dat anderen die extra luxe zomaar in de schoot geworpen krijgen. Bij het uitstappen in Halle merk ik dat de trein nog minder bezet is dan ik dacht: naar schatting 60 lege zitplaatsen in de 2 rijtuigen achter ons, en die zijn echt niet allemaal vrijgekomen in Halle. Maar ja, ook in onze westerse beschaving zit het profitariaat ingebakken. Ongetwijfeld is dat een van de zoete vruchten die deze heren lang geleden met de kolonisering hebben opgelepeld…

 

De treinlectuur.

Ivanhoe, Sir Walter Scott. Het ergste wat me als tienjarige kon overkomen, was dat Belgische ploegen het te ver schopten in de Europese voetbalcompetities van de jaren 1960, want toen werden al die matchen gespeeld op woensdagavond, en dat ging stelselmatig ten koste van de geplande aflevering van Ivanhoe, een ridderreeks met een jonge Roger Moore in de hoofdrol. Voetbal interesseerde me in die tijd even veel als nu - in het geheel niet, al heb ik tussenin gespeeld en gefloten. Maar Ivanhoe, dat was het einde.
Nu ben ik de klassieke roman aan het lezen, en vele herinneringen komen terug. Richard Leeuwenhart die na een kruistocht terugkeert naar Engeland, en die daar te maken krijgt met zijn trouweloze broer John, die zelf op de koningskroon aast. Ivanhoe die zich aan de zijde van Richard schaart, samen met regelrechte outlaws onder leiding van Robin Hood (!), en uiteraard mag ook het vrouwelijk schoon (Rowena en Rebecca) niet ontbreken. Er wordt gevochten dat het een lieve lust is, maar zoals dat hoort zijn het de goeden die overwinnen. Opvallende nevenmotieven die eigenlijk ontbraken in de reeks: de Saxons die onder de knoet leven van de Romans, na de nederlaag in Hastings - zeg maar stevige tegen verfijnde manieren, en toch ook wel een altijd aanwezige Jodenhaat. Isaac van York is de voornaamste in het verhaal, en hij wordt beschreven als een onverbeterlijk woekeraar, die zich te gepaste tijde wel aan de kant van de goeden schaart.

Zoete mond, Thomas Rosenboom.


Break 440 bij het station van Nijlen; we zijn net aangekomen met IR4929 naar Turnhout.


Mw4163 als IR3230 Neerpelt - Antwerpen-Centraal tussen Nijlen en Bouwel.


En op dezelfde plaats Mw 4171 met IR3210 Antwerpen-Centraal - Neerpelt


We keren terug richting station - mw4187 met IR3232 Neerpelt - Antwerpen-Centraal

17-08-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (3)
31-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31 juli 2014 Spa - Nonceveux GR15

Toen we in de jaren 1970 begonnen met dagtochten op het GR-net, was dat een vrij eenvoudige bedoening: in Vlaanderen bestonden er nog geen GR-paden en in Wallonië had men zich beperkt tot een basisnet , vooral langs de rivieren. Gaandeweg zag men ook in Vlaanderen in dat nog niet alles verloren was op wandelgebied, en in Wallonië bracht men onophoudelijk nieuwe topogidsen uit. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië koos men vaak voor kwaliteit boven verscheidenheid: mooie deeltrajecten werden opgenomen in twee of meer GR's, wat een ernstige bedreiging was voor de overzichtelijkheid van het net. Wij volgen vandaag een stukje GR15, dat langere tijd samenloopt met een eerder gelopen deel van GR5, gelukkig in tegenovergestelde richting.
Maar je zult ons niet horen klagen: we verlaten Spa snel langs de wat protserige kasteeltjes die hier in betere tijden werden opgericht, en dan volgt een bijna onafgebroken reeks bos- en veldwegen, langs akkers en weiden, wat tot een gesmaakte TWQ van 77 % leidt. De afdaling van de Ninglinspo is een schitterend orgelpunt van een toch wel vrij zware tocht. En wie gemakkelijk wegglijdt moet de afdaling van de Ninglinspo liever omzeilen…

Zoals altijd vind je foto's in dit emmertje.


Machtige landschappen, waarin zelfs de koeien in het niets lijken te verdwijnen.


De Ninglinspo stort zich van het ene bad in het andere, pas bij het naderen van Nonceveux wordt het rustiger, maar dan is het einde, de Amblève, ook nabij.

Hoe geraakten we er?
Spa bereiken is nog altijd een vrij eenvoudige bezigheid. Vanuit Verviers, eigenlijk vanuit Pepinster, loopt de kronkelende lijn 44, die destijds niet opgedoekt werd, omdat ze geëlektrificeerd werd als compensatie voor de elektrificatie van Landen - Hasselt. De vaak verguisde Belgische wafelijzerpolitiek heeft wel tot meer realisaties geleid die ik als OV-gebruiker alleen maar kan toejuichen. Wat je krijgt als de stekker van het wafelijzer uitgetrokken wordt, merk je aan de steeds verder uitgeholde plattelandsbediening van de TEC, al zal nog moeten blijken wat gouwgenoot Weyts voor ons in petto heeft. Hoe dan ook, vandaag wordt ons nog altijd een uurdienst naar Spa aangeboden, al is de aansluiting met de IC uit Oostende en Brussel niet optimaal. De planner blijft trouwens obstinaat beweren dat deze reisweg alleen toegelaten is met nettreinkaart en via-biljet.
Ook de terugreis is vrij eenvoudig: lijn 142 Gouvy - Comblain-au-Pont houdt stand met een tamelijk goed gestoffeerde bijna-uurcadans, en we hoeven ons dus weinig zorgen te maken. Alleen de aansluiting in Aywaille baart ons wat zorgen: vijf minuten aansluitingstijd voor een bus die door Remouchamps en Aywaille moet, is echt niet veel. Volgens de dienstregeling van de TEC komen we aan om 17:05 en vertrekt de aansluitende trein om 17:13, maar dat is buiten de NMBS gerekend. Die heeft de inderdaad krappe dienstregeling van de IR wat extra zuurstof gegeven, wat maakt dat de IR nu al om 17:10 vertrekt, maar de TEC is niet gevolgd. In de jaren 1970 waren er plannen om heel België met één allesomvattend OV-bedrijf te bedienen, maar zoals wel vaker was deze stap te groot voor de vakbonden, in casu die van de NMVB-SNCV, die vreesden geheel opgeslorpt te worden door de veel grotere NMBS. Spijtig, al hoeven we ons geen illusies meer te maken: de duistere krachten die noord en zuid uit elkaar drijven, zouden ongetwijfeld ook hun vernietigende krachten botvieren op een unitair OV-bedrijf.

Een stukje geschiedenis.
Het ooit mondaine Spa is vandaag misschien maar een schim van zichzelf, maar het blijft verbazen dat het eigenlijk nooit een rechtstreekse verbinding met Brussel heeft gehad. Op een korte periode na, toen een stel van de semi-directe Mons - Brussel - Welkenraedt in Pepinster via een toch vrij ingewikkelde frontwissel - het sporenplan leende zich niet echt tot een simpele - op het goede spoor terechtkwam, was overstappen in Pepinster dus de boodschap. Spa lag immers aan lijn 44 die vanuit Pepinster o.a. Francorchamps, Stavelot en Trois-Ponts bediende. Om van te watertanden, al was het gedeelte voorbij Spa zo mogelijk nog bochtiger (en trager) dan het nu resterende deel tussen Pepinster en Spa, waar de snelheid, ondanks een volledige make-over, nog altijd tot 70 km/u beperkt is. Vanuit Spa vertrok overigens ook nog een elektrische tramlijn naar Verviers en de huidige lijn 395 lijkt de rechtstreekse afstammeling te zijn van een buslijn die al voor de Tweede Wereldoorlog reed en Verviers via Spa met Malmedy verbond.
De halte Ninglinspo van buslijn 142 ligt zowat halfweg tussen de vroegere treinhalte Nonceveux en het station van Quarreux. Mocht er nog een stopdienst gereden hebben op spoorlijn 42, zouden we ongetwijfeld onze tocht hebben afgebroken in Nonceveux (of misschien zelfs doorgestapt zijn tot Remouchamps). Ondertussen is het al meer dan 30 jaar geleden dat Quarreux en Nonveceux uit het spoorboekje verdwenen: de parallelle buslijn 42a is intussen vernummerd tot 142 en bedient nu al de halten die tussen Aywaille en Coo verdwenen. Dat deed ze trouwens al jaren gelijktijdig met de stoptreindienst op lijn 42.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 7515 08:27 08:37 +1 2154 - 53510 M5
Brussel-Zuid - Verviers-Central 0507 08:57 10:23 +15 1867 - 11804 I11
Verviers-Central - Spa 5481 10:46 11:10 stipt 964 mr
-
Nonceveux - Aywaille [142] 16:41 17:05 +1 ab7601-10 Jonckheere Transit 2000 Satracom
Aywaille - Liège-Guillemins 0116 17:10 17:42 +2 3015 - 11703 I10
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 0540 18:00 18:54 +11 1806 - 61071 M6
Brussel-Noord - Halle 1590 19:19 19:37 stipt 08128 desiro

En wat beleefden we?
Hoewel het in deze vakantiedagen wel mee wil vallen met de drukte op de IR naar Antwerpen en de zogenaamde L naar Dendermonde, kiezen we ook vandaag de P-trein naar Leuven. Het valt trouwens op hoe vlot deze treinen elkaar opvolgen, nu er beduidend minder tijd verloren gaat in de stations, met het in- en uitstappen. Het ene minuutje vertraging is dan ook verwaarloosbaar. Wat onverwacht is het trouwens drukker in deze trein dan gewoonlijk. Misschien wagen wat meer reizigers dan anders om 10 minuutjes later te vertrekken. Het sein in Halle op perron 2 licht mooi groen op, maar de 6 (van max. 60 km/u) verbaast me wat. Ik dacht dat de normale reisweg van perron 2 naar lijn 96 tegen 120 km/u bereden mocht worden.
In Brussel-Zuid laat niets uitschijnen dat we in de rustigst denkbare periode van het jaar zitten: we tekenen vooral de onheilspellende vertraging op van de IR 3606 van De Panne naar Antwerpen, die wel vaker voor hinder zorgt voor de IC Oostende - Eupen. Vandaag zijn er problemen met de locomotief, vermoedelijk ergens tussen Gent en Brussel, en zoals gevreesd: onze IC deelt in de klappen. We vertrekken in Brussel-Zuid met 12 minuten vertraging, nadat we ook nog de IR 3907 naar LLN zien passeren met een kleine 3 kwartier vertraging, mogelijk als gevolg van een daad van kwade wil tussen Charleroi en Châtelet in de vroege ochtend.
De IC-trein mag dan wel samengesteld zijn uit snellere I11-rijtuigen (max. 200 km/u), echt vlot gaat het niet: Centraal +15, Noord +16, Leuven +16. Het lossen van een twintigtal fietsen in Leuven verhindert dat er wat vertraging afgaat. Het station van Liège-Guillemins wordt trouwens met dezelfde 16 minuten vertraging bereikt, omdat we op spoor 3 binnenrijden i.p.v. op spoor 1. Als de achtervolgende Thalys de reden is voor deze versporing, is het een slag in het water, want vrij snel vertrekken we (met 13 minuten), zonder dat de Thalys zijn opwachting gemaakt heeft. Tussen Liège en Verviers maken we het kwartier vertraging opnieuw vol. Of hoe een lange aansluiting plots erg aantrekkelijk wordt.
Op spoor 1 wacht ons een klassiek stelletje in CityRail kleuren op. Het is altijd een prettige ervaring, dit korte reisje over de bochtige lijn 44 die vrij trouw de loop van de Wayai volgt. De kruising in Theux verloopt vlot, we bereiken Spa stipt. Hier lijkt de ruimte die voor reizigers toegankelijk is telkens weer wat kleiner te worden. Ik ben benieuwd hoelang het stationsgebouw nog overeind blijft. En wie op een koffie rekent, is er aan voor de moeite: de 2 horecazaken zijn gesloten, het is tenslotte nog maar net 11:00; en van een stationsbuffet is alweer geen sprake meer, nadat het enkele jaren geleden nochtans een opfrisbeurt en een heropening had gekregen.

Voor de terugreis kunnen we opnieuw gebruik maken van lijn 142, met een bushalte die Ninglinspo heet, en inderdaad ideaal gelegen is voor wie net heelhuids uit de afdaling gekomen is. Met ons tweeën erbij tel ik drie instappende reizigers. Eigenlijk is het een schande dat de omgeving vol geparkeerde auto's staat en dat niemand inziet dat je je trappist op het terras van Le Ninglinspo ook risicoloos kunt drinken als je daarna maar de bus neemt. Men heeft het vaak over integratie, maar dit bewijst vooral hoe slecht het openbaar vervoer in ons leefpatroon verweven zit. Gelukkig kunnen middelbare scholieren nu hun rijbewijs via de school halen: dat zal over enkele jaren een slok op een borrel schelen! Het zou verdomme beter zijn als ze eens zouden leren om trein en bus op een efficiënte manier te gebruiken, en vooral ook als men hen eens zou leren nadenken over hoe we onze mobiliteit afwikkelen.
Maar ja, is dat OV altijd wel zo bruikbaar? Met vijf minuten aansluitingstijd in Aywaille en mogelijk 2 uur wachten op de volgende trein komt het misschien niet echt tegemoet aan de verzuchtingen van de verwende (bedorven) automobilisten. Als de bus ons met 4 minuten vertraging oppikt, en met de doortocht van Remouchamps en Aywaille in het verschiet, ziet het er niet goed uit, en ik begin al aan plan B te denken: doorrijden tot Comblain-au-Pont en dan een kwartier stappen tot Rivage, waar we de L-trein Jemelle - Liers kunnen nemen. Zo reduceren we de vertraging tot 1 i.p.v. 2 uren. Welke slimmerik heeft destijds trouwens de treinhalte Comblain-au-Pont gesloten? Dan zou de aansluiting bus/trein perfect kunnen zijn.
Maar de busrit verloopt onverhoopt vlot: we komen met 1 minuut vertraging aan in Aywaille, en sinds de bouw van de onderdoorgang, heb je echt niet zo heel veel tijd meer nodig om van bus naar trein over te stappen.
De IR heeft trouwens ook 3 minuten vertraging. Operatie geslaagd. Twee instapsters blijven op het platform staan, maar mogen van de tbg in eerste gaan zitten. Als je weet hoe een I11-rijtuig er uitziet, dan weet je dat er minder dan 2 meter ligt tussen een instapdeur van een eersteklasrijtuig en een tweedeklasrijtuig. Wat een mooie beloning voor een gebrek aan oplettendheid!
In Liège staan 2 treinen uit Brussel aangekondigd met een te preciseren vertraging: de IC naar Visé en een P-trein naar Welkenraedt. Ook nu is er sprake van een defecte loc en ook nu zullen we in de prijzen vallen, want de treinen staan stil tussen Ans en Liège. De IC naar Oostende komt dus wel op tijd aan, maar zal pas na de bijna stipte aankomst van de Thalys naar Köln vertrekken, en dat betekent dat we met een kwartier vertraging zullen rijden. Pas na vertrek krijgen we excuses en de oorzaak van de vertraging te horen: een Thalys in vertraging, wat dus niet correct is: de Thalys is nauwelijks 3 minuten te laat aangekomen. Over de defecte IC wordt met geen woord gerept.
Controle komt er pas na Leuven en een vijftal reizigers wordt verzocht naar tweede te migreren. Wie een railpass koopt, is dus verstandig genoeg om zo goedkoop mogelijk te reizen, maar blijkbaar toch te dom om te weten dat je daarmee niet in eerste mag gaan zitten. Overigens worden de vrijgekomen plaatsen snel weer ingenomen door twee Spaans sprekende reizigers, die ter hoogte van Kortenberg opduiken.
Onze aansluiting met de L naar Braine-le-Comte kunnen we wel vergeten, al heeft de IC een stuk van zijn vertraging goedgemaakt. In Leuven vertrekken we met 11 minuten, maar van de L-trein, die we meestal ter hoogte van Zaventem voorbijrijden, is geen spoor meer te bekennen; zelf worden we over lijn 36N Brussel binnengeloodst; het is niet eens ondenkbaar dat we de L-trein op die manier ongemerkt inhalen.
De L naar Geraardsbergen zal ons maar 8 minuten later dan voorzien naar Halle brengen; deze trein rijdt immers wel stipt en we rijden om 19:37 Halle binnen, wat - het moet gezegd - met de klassieke stellen bijna nooit haalbaar was.

Twee keer hebben we vandaag de gevolgen gedragen van een defecte trein, gelukkig zonder veel erg. Nu het echt beter lijkt te gaan met de stiptheid, is dit toch iets waar men maar beter veel aandacht aan kan besteden. Het blijft ergerlijk, zeker nu men de oorzaak niet meer bij het verouderde materieel kan leggen, en zeker ook omdat de gevolgen meestal niet van de poes zijn.

De treinlectuur.
Zwart Havana, Georgina Jiménez.
De roman is uit, maar ik weet nog altijd niet wat ik er moet van denken. Meestal krijgt een goed verhaal me vrij snel in zijn greep, maar dat is hier niet gelukt. Daar leek het net iets te goed op een goedkoop filmscenario voor. Even leek het een historische roman te zullen worden, maar halfweg het boek kun je dat spoor wel opgeven. Het motief van de duistere krachten uit de Afrikaanse religies duikt op het einde wel opnieuw min of meer op, als gesuggereerd wordt dat Patricia's volledige nederlaag nog een gevolg is van de door haar moeder Caridad uitgesproken vloek, maar ook dat motief blijft meestal zwakjes op de achtergrond. Het derde deel van het boek, dat zich opnieuw in Havana afspeelt, lijkt dan nog het meest op een wat simpel gangsterverhaal: de relatie van Patricia en Max loopt op de klippen. Max heeft, ook al onder de invloed van drugs en alcohol, al te losse handjes. Patricia laat zich voor veel geld fotograferen met Lucky Luciano, en daardoor moet die Cuba verlaten. Als Patricia weigert haar geld met Max te delen, dreigt die ermee haar bij de maffia te verraden. Ze schiet hem uiteindelijk dood, wordt veroordeeld tot een jarenlange gevangenisstraf, kan vrijkomen door de bemoeienissen van de maffia, die haar liever zelf terechtstelt. En zo eindigt het boek, bij gebrek aan personages…

Zoete mond, Thomas Rosenboom.

31-07-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
23-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 juli 2014 Salmchâteau - Gouvy GR571

Er zijn zo van die regio's waar de tocht bijna niet tegen kan vallen, en een ervan is ongetwijfeld dat ruime gebied van de Amblève met zijn bijrivieren. Vandaag stappen we van Salmchâteau, waar we nog niet zo lang geleden met de GR571 arriveerden, naar Gouvy, helemaal aan de Luxemburgse grens. Tot Cierreux flaneren we langs de Glain (want zo lijkt de Salm hier plots te heten), en dan gaat het richting Gouvy. Het is een erg mooie tocht: Salmchâteau is een schitterend dorp, voorlopig nog altijd met bruikbaar café, waar we ons een aanloopkoffie permitteren, Cierreux is nog kleiner en nog gezelliger, en voor de rest baant de GR zich een weg door een afwisseling van weiden en bossen. We stappen bijna 12,5 km, de TWQ bedraagt 69 %, maar zelfs de asfaltbaantjes in en voorbij Cierreux kunnen de pret niet bederven.

Erg veel foto's vind je deze keer hier. Je kunt er eventueel zelfs een volledige kruisweg volgen…

Maar deze kunnen misschien al wat van je beeldenhonger stillen.

Wegtrekken uit de vallei van de Salm en uit Salmchâteau: het is een echte calvarie, de eerste op onze tocht.

Ook Cierreux ligt in de diepte, maar de beloning voor de klim is dit prachtige panorama.



We zijn Gouvy nu echt dicht genaderd; op Cierreux na hebben we nauwelijks mensen gezien…

Hoe geraakten we er?
Salmchâteau wordt eigenlijk behoorlijk goed bediend, o.a. door de directe lijn 89 Vielsalm - Bastogne, het type lijn waarvan er (veel) meer uit de grond gestampt zouden moeten worden, en lijn 142, vanouds de buslijn die parallel loopt met spoorlijn 42 tussen Comblain-au-Pont en Gouvy, en die destijds het gedroomde excuus vormde voor de afschaffing van het merendeel van de haltes tussen Rivage en Gouvy - tussen Vielsalm en Gouvy verdwenen ze zelfs allemaal: Salmchâteau, Cierreux en Bovigny. Niet getreurd dus, de verbinding uit Vielsalm naar Salmchâteau is een makkie, en eigenlijk zouden we de 2 km die we nu met de bus afleggen, ook gemakkelijk te voet kunnen doen.
De terugrit is zo mogelijk nog eenvoudiger: Gouvy ligt langs de internationale lijn Liège - Luxemburg, en wordt om de 2 uur bediend door de IR die deze beide steden verbindt. Spijtig genoeg zit er nog altijd niet meer in dan deze 2-uurdienst - ongetwijfeld verklaart dat het beperkte succes van deze nochtans erg handige verbinding.

Een stukje geschiedenis.
Salmchâteau had destijds een treinhalte pal in het centrum, maar dat mocht niet baten: de invoering van het IC-IR-plan was ook voor deze halte dodelijk: de inderdaad trage en onaantrekkelijke stoptrein moest het loodje leggen, maar eigenlijk is de combinatie van een snellere IR met een parallelle buslijn niet eens een slechte oplossing.
Gouvy overleeft ongetwijfeld dankzij deze internationale dienst tussen Luxemburg en Liège. De glorierijke tijden van een Amsterdam - Luxemburg, een Avignon - Amsterdam/Düsseldorf of een Basel - Amsterdam liggen dan wel definitief achter de rug, als grensstation en als overstapstation trein/bus zou het eigenlijk een evidentie moeten zijn dat het station behouden blijft, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het aantal reizigers er niet bijster hoog ligt.
Interessant is dat we onderweg de treinbedding van lijn 163 kruisen. Ik moet toegeven dat we zonder stafkaart niet eens vermoed zouden hebben, dat we deze ooit dubbelsporige spoorlijn kruisten. De geschiedenis van deze lijn werd grotendeels bepaald door de beide wereldoorlogen. Ze werd aangelegd in het verlengde van de spoorlijn Gouvy - Bastogne - Libramont (de oorspronkelijke lijn 163) door de Duitsers als aanvoerlijn voor het front, via lijn 165 Libramont - Bertrix en lijn 163A Bertrix - Muno - Carignan. Tijdens WO II werden belangrijke bouwwerken ten zuiden van Sankt-Vith zo zwaar beschadigd dat herstelling niet meer mogelijk was. De aldus wat nutteloos geworden verbinding tussen Gouvy en Lommersweiler werd dan ook opgeheven in 1952. Geen wonder dus dat we 60 jaar later niets meer aantroffen in het uitgestrekte bosgebied ten NO van Gouvy.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3107 09:19 09:30 stipt 351 break
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 508 09:57 11:00 +2 1872 - 11812 I11
Liège-Guillemins - Vielsalm 115 11:18 12:22 +17 3002 - 11703 I10
Vielsalm - Salmchâteau [142] 13:01 13:05 +4 ab7601-20 Mercedes O405 Satracom
-
Gouvy - Liège-Guillemins 118 18:26 19:42 +8 3015 - 11709 I10
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 542 20:00 20:54 stipt 1872 - 11820 I11
Brussel-Noord - Halle 1592 21:19 21:37 stipt 08055 desiro

En wat we beleefden.
We kunnen nog mee met de IR3107, wat uitzicht biedt op een ruime en dus veilige overstap. In de eerste break is er nog voldoende plaats in eerste klasse, maar een aantal plaatsen is spijtig genoeg onaantrekkelijk geworden omdat rangeerders met hun vettige gele jasjes de rugleuningen onherstelbaar vervuild hebben. En we krijgen zelfs controle, ook al staat de kniptang van de ijverige tbg verkeerd afgesteld.
De IC naar Eupen zou normaal gezien op dit moment stipt moeten rijden, maar volledig vlekkeloos loopt het niet: Brussel-Zuid +4, Brussel-Centraal +6, Brussel-Noord +6, Leuven +5. Maar het gaat erg snel naar Liège dat we met 2 minuten vertraging bereiken.
De IR naar Luxemburg komt erg stipt het station van Liège-Guillemins binnengereden, maar dan weerklinkt de onheilspellende boodschap dat we met 5 à 10 minuten vertraging zullen vertrekken, omdat we de aansluiting voor de reizigers uit Namur en Huy zullen opwachten. Inside info krijgen we omdat er een bijna onvermijdelijk tweetal NMBS'ers in eerste klasse heeft plaatsgenomen: we wachten op de 21, de 24 en de 900. Dat eerste zal wel een fantasietje zijn, want die 21 is de IC Brussel - Luxemburg, en die heeft hier niets te maken, de tweede lijkt al plausibeler. Ik heb absoluut niets tegen het wachten op aansluitingen, gezien de verbindingen die we vaak gebruiken, maar dit is verrassend: de enige verklaring moet wel zijn dat een belangrijk iemand de IR naar Luxemburg wil nemen. Opvallend: op railtime is een dag later geen spoor van deze vertragingen terug te vinden! We vertrekken uiteindelijk met 10 minuten vertraging, maar de L-trein naar Jemelle is wel op tijd vertrokken, en die zal ons vanaf Esneux voor de voeten rijden. Ik vind dit een tamelijk dubieuze regeling, al rijdt die L-trein natuurlijk elk uur, en de IR maar om de 2 uur, en dus is het niet zo evident dat de L-trein wacht. Maar de vertraging gaat van +10 in Angleur naar +16 in Poulseur. In Vielsalm komen we uiteindelijk met 17 minuten vertraging aan; gelukkig speelt dat in ons geval van vandaag geen enkele rol. Erger is dat busaansluitingen in Aywaille en Trois-Ponts op die manier de mist ingaan. Aansluitingen realiseren bij vertraging, volledig akkoord, maar dan moet je dat volhouden tot het einde van de ketting, en dat is vandaag duidelijk niet het geval. Tussendoor kunnen we in Aywaille nog een bus van lijn 65b naar Chevron zien. Deze lijn is nu toch al geruime tijd vernummerd, maar toch rijdt deze bus nog altijd onder de oude nummering, en dat ondanks de elektronische en dus gemakkelijk aan te passen lijnfilm.

In Vielsalm hebben we de keuze tussen een korte busrit naar Salmchâteau of een extra wandeling van dik 20 minuten. We kiezen voor de bus. Aan de halte Rue de la Gare staan twee Oostendenaars die naar Gouvy moeten, vermoedelijk het Lac de Cherapont. Geen van beide spreekt Frans, en van het openbaar vervoer hebben ze al helemaal geen kaas gegeten. Ondanks mijn hulp blijven ze in Vielsalm achter, ze zullen le Lac de Cherapont waarschijnlijk nooit bereiken. Openbaar vervoer nemen zonder degelijke voorbereiding: begin er niet aan! Zelf bereiken we snel het 2 km verder gelegen Salmchâteau, waar de treinhalte destijds pal in het centrum lag.

Voor de terugrit maken we gebruik van IR118, die plots met meer dan 5 minuten vertraging aangekondigd wordt. Dat is een nietszeggende aankondiging want alles tussen 6 en oneindig behoort nu tot de mogelijkheden. Uiteindelijk blijkt het om acht minuten vertraging te gaan. Met een trage jeugdgroep die er in Vielsalm in moet en in Rivage uit, en met een niet te onderschatten aantal klanten in Coo erbovenop, blijft de vertraging haperen op 8 minuten bij aankomst in Liège, ook al omdat we extra lang stilstaan in Aywaille, blijkbaar omdat de tbg en een reizigster het niet eens geraken.
Maar dat is uiteraard geen probleem, want de aansluiting is gelukkig ruim genoeg. De reis naar Brussel-Noord verloopt bijna perfect, op een merkwaardig incident ter hoogte van de sluis 3kV/25kV ter hoogte van de tunnel onder de E40 na: het wordt een heuse noodremming van naar schatting 180 naar 0 km/u in enkele honderden meter afstand. We staan dan nog een tijdje stil, en we horen de tbg de hele toestand samenvatten in een krachtig godverdekke, maar wat er precies fout is gegaan, zullen we wel nooit te weten komen. Veel invloed op de rit heeft dit voor de rest niet: in plaats van de gewone lange stilstand in Leuven wordt het wel een hele korte, en we bereiken precies op tijd Brussel-Noord.
Rest ons nog het ritje naar Halle, met de L-trein naar Brussel-Centraal - Geraardsbergen. Is er nu echt niemand die de onzin van dergelijke aanduiding inziet? Voor een keer verloopt de hele rit stipt, en we komen dan ook precies op tijd in Halle aan. Het werd een prachtige dag: weer dat net niet te warm was, wolken die net niet tot buien uitgroeiden, een wandeling die zelfs met een derde verharde wegen niet stuk kon, en een verplaatsing die zelfs met 2 niet onbelangrijke vertragingen kommerloos kon gebeuren. Er blijft maar een vraag meer over: zijn die twee mensen uiteindelijk aan het Lac de Cherapont (veronderstel ik) geraakt, of hebben ze zich met dat van Vielsalm tevreden moeten stellen?

Voor de liefhebbers nog snel een extra portie openbaar vervoer, nu dit in ons kersverse rechtse landje ongetwijfeld zwaar onder druk zal komen te staan.

Treinlectuur.

Zwart Havana, Georgina Jiménez. Als de definitie van een historische roman is, dat die zich afspeelt in een reëel segment van de geschiedenis, inclusief historische personages, maar met in de hoofdrollen fictieve personages, dan is deze roman onmiskenbaar een historische roman. Onder de historische figuren vinden we o.a. de beroemde tenor Caruso, de Cubaanse despoot Batista, de Amerikaans-Italiaanse gangster Lucky Luciano en vele anderen. Het verhaal begint in het Havana van de jaren 1920, waar we Caridad leren kennen. Die heeft een verhouding met Richard, maar als die terugkeert naar zijn vrouw Angelina roept ze duistere machten op die inderdaad de oorzaak lijken te zijn van al het onheil dat het herenigde gezin treft. Zelf heeft ze een kortstondige verhouding met Sidney, die echter terugkeert naar de VS.
Dan verplaatst het verhaal zich naar Chicago: in 1943 is de marinier Max Higher definitief uitgerangeerd na een reeks avonturen op een Amerikaans marineschip in WO II, dat door een Duitse onderzeeër getorpedeerd werd. Max overleeft de ramp, samen met de homoseksuele Frank Milton. Maar op een bepaald moment kruist hij het pad van  - je raadt het niet - Patricia, die de dochter blijkt te zijn van Caridad. Er ontspint zich een passionele relatie met de weinig toegankelijke rumbadanseres.
Dan verschuift het verhaal weer naar Havana (1946) waar Patricia haar diensten (allemaal) inzet voor Lucky Luciano die vanuit Cuba de heroïnehandel in de USA onder controle houdt.
Ik weet niet goed wat ik van deze roman moet denken: bij het lezen stel ik me voortdurend de vraag of dit nu literatuur is, of gewoon een wat veredeld stationsromannetje. Bepaalde passages doen aan dat laatste zeker denken, maar misschien is de roman als geheel toch te knap geschreven en gestructureerd om zomaar meedogenloos neergehaald te worden. Ik hou jullie verder op de hoogte.

Charly, Patrick de Bruyn.

Aan de voorzijde van het station van Gouvy wacht deze bus op zijn volgende vertrek.

Ook in het station zelf is er een en ander te zien: mr08507 is hier net aangekomen als P4016 Liers - Gouvy. Een desiro zonder graffiti, wie had dat ooit gedacht?

De CFL steekt hier af en toe de grens over, om het leed van de twee-uurdienst op het Belgische net wat te verzachten.


Elk nadeel heb zijn voordeel: omdat onze trein vertraging heeft, kan deze er ook nog snel op. Dit is IR121 Liers - Luxemburg.


En dan duikt met een achttal minuten vertraging onze IR118 Luxemburg - Liers op.

23-07-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
16-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 juli 2014 Lennik - Neigem GR512

Dag op dag een maand tussen twee wandelingen, het overkomt ons niet zo vaak. Maar af en toe zijn er dringender noden, en dat verklaart deze lange etherstilte. Maar nu zijn we hopelijk weer op weg, op pad voor een regelmatige fikse of minder fikse wandeling in ons soms nog mooie landje. We doen het deze keer nog even voorzichtig, in eigen streek en over niet te lange afstand, en die voorwaarden vonden we voldoende vervuld in een 13 km lange tocht van Sint-Kwintens-Lennik naar Neigem, over de GR512 die dan wel "Vlaams-Brabant" heet, maar waar we vandaag toch de provinciegrens met Oost-Vlaanderen mee kruisen. Burgemeesters uit de streek noemen dit Pajottenland een ideaal wandelgebied, maar zoals ik al eerder schreef: dat durf ik te betwijfelen, en dat zal na vandaag niet anders zijn. De TWQ bedraagt bijvoorbeeld maar 49 %, toch niet bepaald schitterend. Natuurlijk lopen we over stukjes wandelpad die verfrissend intact zijn gebleven, zoals de (spijtig genoeg verharde) trambedding van Sint-Kwintens-Lennik naar Sint-Martens-Lennik, enkele mooie, onverharde veldwegen, zeker voorbij Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, en uiteraard de afsluiter in het Neigembos, dat meteen ook de provinciegrens markeert. Maar erg vaak ook is de druk van de bebouwing te zwaar om van een onvervalst wandelgebied te kunnen spreken. Het toverwoord is dan aansluiting, aansluiting met name tussen al die zeer waardevolle, vaak kleine paradijsjes, waar het mis dreigt te gaan. Dat Gooik bovendien ook nog een ruilverkaveling in de la heeft liggen, voorspelt verdere aftakeling voor de toekomst.

Alle foto's.


Het marktplein van Lennik wordt sinds enige tijd wat minder overwoekerd door auto's. Nog niet zo lang geleden zou deze foto niet te maken zijn geweest.


Sommige veldwegen zijn hier behoorlijk door de voorbije regen- en onweersperiode geraakt, en ook de kollebloemen, de klaprozen, hebben het overleefd.

Hoe raakten we er?
Erg moeilijk was het niet. Toch heeft de besparingsdrift van Crevits ervoor gezorgd dat de rechtstreekse verbinding Halle - Sint-Kwintens-Lennik (en zelfs Pamel) voor de bijl ging, zodat we nu, nog meer dan voor de uitbreiding van het net in het Pajottenland, telkens via Leerbeek rond moeten. Eigenaardig toch dat in 2004 de invoering van deze rechtstreekse lijn 163 als een zegen voor zowel Halle als Lennik werd voorgesteld, dat het traject vrij snel werd uitgebreid richting Lombeek en Pamel, en dat het bij de eerste besparingsronde al uit was met die levensbelangrijke verbinding tussen Lennik en Halle.
Voor de terugrit kunnen we dan wel nog genieten van de aanpassingen van het busnet uit 2004: in dat jaar werd de lange lijn 153 Drogenbos - Halle - Ninove ingevoerd, en dat maakte eindelijk een einde aan de isolatie van Neigem dat waarschijnlijk het slachtoffer was van zijn ligging pal op de provinciegrens. De eigenaardige onderbreking in Pepingen hebben we gewild: die bewijst dat je ook met het OV wisselende doelen kunt combineren, in casu de wandeluitstap en even binnenwippen bij de moeder, wat nogal eens als vaak vals argument wordt aangehaald om toch maar de auto te nemen.

Een stukje geschiedenis.
De Lennik (tram L) haalde eind 1972 niet meer. Toen werd ook deze elektrische tramlijn verbust; kwade tongen beweerden toen dat de lijn al enkele jaren uitstel van executie had gekregen omdat de Lenniksebaan, die tram L over langere afstand volgde, er in erbarmelijke toestand bij lag en het was dus wachten op heraanleg. Met de bus groeiden ook de mogelijkheden doordat dorpen als Gaasbeek en Vlezenbeek nu ook een busbediening (een variant van de nieuwe bus Lk) kregen.
Anders heeft het altijd gelegen voor het dorp Neigem. Doordat de tramlijn Leerbeek - Ninove andere dorpen bediende, via een erg bochtig, lang en weinig direct tracé, viel Neigem volledig uit de boot. Het zou tot begin jaren 1950 duren voor de buslijn Zottegem - Ninove zou doorgetrokken worden tot Neigem (tot de grens…), en dan nog was de verbinding erg mager: ritten op dinsdag (marktdag in Ninove) en zondag. Dat laatste is nu onvoorstelbaar. Vanaf de jaren 1970 werd de bediening uitgebreid met ritten op alle dagen van de week, en gespreid over de hele dag. Opeenvolgende besparingsrondes maakten dat deze min of meer bruikbare verbinding toch weer verschrompelde, en de genadeslag volgde met de invoering van lijn 153, wat trouwens zonder meer een flinke vooruitgang betekende in de ontsluiting van Neigem. Er was trouwens nog een tweede opvallende bediening van Neigem: onder tabel 524 (bus LN, Leerbeek - Ninove) vond je één ochtend- en één avondrit, waarvan het succes voorspelbaar klein was.

De verplaatsing.

Buizingen - Halle [155] 10:01 10:16 stipt ab3937 Jonckheere Transit 2000 Ukkel
Halle - Leerbeek [153] 10:35 11:00 stipt ab3177 Van Hool A600 Leerbeek
Leerbeek - Lennik [141] 11:05 11:13 stipt ab3961 Jonckheere Transit 2000 Het Rad
-
Neigem - Pepingen [153] 15:46 16:18 stipt ab3154 Van Hool A600 Leerbeek
Beert - Halle [164] 17:09 17:26 stipt ab3040-18 Mercedes Citaro LE Flanders Bus
Halle - Buizingen [155] 17:34 17:56 +2 ab3040-01 Jonckheere Transit 2000 Flanders Bus

Wat beleefden we?
Het wordt vandaag een treinloze verbinding, maar met des te meer bussen. Onze thuislijn is de 155 die nog altijd een omlegging volgt in Essenbeek. Die is nu plots weer opgedoken in de lijst met de omleggingen, want enkele weken geleden was die ten onrechte geschrapt. Na een melding van mijnentwege prijkt ze nu weer in de lijst, met als einddatum 14 augustus. Dat is voor één keer wel erg precies, want meestal moeten we het stellen met tot het einde der werken. De omlegging maakt de rit eigenlijk korter dan normaal, en we komen dan ook vroeger dan voorzien in Halle aan, waar we een kleine 20 minuten overstaptijd hebben.
De bus van lijn 153 rijdt met enkele minuten vertraging, maar geplande en nog altijd niet gestarte werken op de Ninoofsesteenweg in Pepingen zorgen voor toegevoegde rittijd, weliswaar wat minder in de vakantieperiode, maar toch nog altijd ruim voldoende. Buiten de vakantieperiode loopt het hier de spuigaten uit: bussen rijden hier vaak 8 minuten en meer te vroeg. Maar vandaag loopt het niet zo een vaart.
In Leerbeek staat de aansluitende bus van lijn 141 (dat is de variant die het nauwkeurigst de loop van tram L volgt) al klaar. We vertrekken wel wat later dan voorzien omdat het even wachten is op de 153 uit Ninove, die onderweg een dertigtal jongeren op kamp heeft opgepikt. Die moeten gelukkig niet met ons mee, er is maar één overstappende reiziger. We komen dan ook stipt aan in Sint-Kwintens-Lennik , dat hier in de buurt steevast Lennik genoemd wordt, in tegenstelling tot Sint-Martens-Lennik, dat altijd Sint-Martens - Sintje-Mettes - genoemd wordt. Zalige pre-fusietijd.

Voor de terugrit komt de halte Neigem Neep prima in aanmerking. Die ligt namelijk pal op de GR. De bus rijdt vrij stipt, en dat is vooral belangrijk omdat Leerbeek een echt knooppunt is van zowat alle buslijnen uit de streek. Spijtig genoeg sluit niet altijd alles op alles aan, omdat men gekozen heeft voor 2 knoopmomenten, eentje op het volle en eentje op het halve uur. Maar dat is al erg veel, voor het boerengat dat Leerbeek tenslotte altijd gebleven is. Traditiegetrouw is het wachten tot Leerbeek tot er een aanvaardbare bezetting te noteren valt. En we onderbreken onze reis dus even onderweg.
Voor de terugreis kunnen we kiezen tussen lijn 153 en 164; we gaan voor de tweede, die ook het Ziekenhuis in Halle bedient, en waar we dus vlot over kunnen stappen.
Lijn 164 maakt hier een lus in mijn jeugddorp Beert. De bus in kwestie is een vrij recente Mercedes Citaro van Flanders Bus, ongetwijfeld de comfortabelste busreeks die hier aan deze kant van het Pajottenland rondtoert. Ook nu weer heeft de chauffeur onderweg een achttal reizigers opgepikt (mogelijk meer, maar dat kunnen we moeilijk vaststellen), en het is des te onbegrijpelijker dat ook deze buslijn zwaar uit de besparingsronde van Crevits is gekomen.
Blijft voor ons nog een laatste stukje huiswaarts, ook met een bus van Flanders Bus, die echter stukken minder comfortabel en veel warmer is, op deze eerste van een reeks zomerse, zelfs tropische dagen. Traditiegetrouw komen nog enkele klanten aanlopen die net uit de trein gestapt zijn. De goede aansluitingen in Leerbeek hebben als grote nadeel dat het eigenlijk onmogelijk is om in Halle goede trein-bus-treinaansluitingen te realiseren. Aribus is hier dan ook een wat nutteloos decorstuk; in 2 van de 3 schermen is de verlichting trouwens uitgevallen, en dat al enkele weken en al minstens één onderhoudsbeurt lang. Geen haan die er naar kraait…

In Leerbeek staan er altijd wel enkele bussen te schitteren in de zon. Zelfs deze 20 jaar oude Van Hool A600 valt nog goed mee. Deze bussen beleven hier hun laatste maanden, en dat wordt stilaan tijd. Blijkbaar is men met het onderhoud gestopt en alle bussen hebben wel enkele ramen met ondoorzichtige ruiten.


En deze A600 heeft een wel erg stevige bezetting voor een bus van lijn 161. Even later zal hier trouwens ook nog de 153 aankomen, met een even goede bezetting. Jeugdkampen en openbaar vervoer, een verhaal apart.

 

16-07-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (2)
11-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ttb map 27 (deel1)

Map 27 is de eerste map waarin een reeks foto's wordt gepresenteerd die genomen zijn tijdens wat ik zelf een fotosafari ben gaan noemen: ergens langs een spoorlijn een goede standplaats zoeken en gewoon het dagelijkse reilen en zeilen langs een welbepaalde lijn fotograferen. Zoveel jaren later geeft dat dan een uitstekend beeld van het verkeer op die lijn. Ik hoop dat jullie het weten te appreciëren.

De twee laatste foto's uit de vorige map waren al genomen langs lijn 90, meer bepaald in Eichem, en ik kon nog 13 andere treinen vastleggen in dezelfde buurt op 5 mei 1982. De eerste is HLD 6266 met Z 8216 Aalst - Geraardsbergen. De trein is samengesteld uit een zestal M3-rijtuigen; het derde rijtuig is een ABD-rijtuig; als ik het goed voorheb waren de M3's de enige reeks met een combinatie van pakwagen, eersteklas- en tweedeklasafdeling in één rijtuig. Ze werden ingezet vanuit Aalst, op de toen nog talrijke niet-geëlektrificeerde lijnen. (kp 34.6)

HLD 6297 sleept Z 8240 Denderleeuw - Ath, twintig minuten later dan de 8216. Ondanks de korte opeenvolging lijken de treinen goed gevuld. Ook deze trein is samengesteld uit M3-rijtuigen. De staart van het laatste rijtuig is er spijtig genoeg afgeknipt: ik maak me sterk dat dit in de ontwikkelcentrale gebeurd is, want ik lette er altijd op dat de trein zo volledig mogelijk op de foto stond.

De gele 6220 heeft dan weer een stel K1-rijtuigen aan de haak: Z 8241, een van de beide snelle treinen tussen Denderleeuw en Geraardsbergen van de avondspits, met alleen een stilstand in Ninove. Het eerste rijtuig is een AD-rijtuig; de meeste van deze rijtuigen kregen bij een onderhoud klapvenstertjes, wat er vooral toe leidde dat ze veel heter waren op zonnige zomerdagen. Maar het oogde wel wat meer bij de tijd.

En alweer een 62, deze keer HLD6332 met Z 6791 Oudenaarde - Geraardsbergen (via Denderleeuw). Vierentwintig keer moest deze trein stoppen op zijn traject. Met wat pech moest de treinchef dus een veelvoud daarvan aan deuren dichtslaan, want lang niet alle reizigers waren bereid om dat zelf te doen. Je kon trouwens ook maar beter uitkijken dat je niet tussen zo een deur terechtkwam: ze waren zwaar en bepaald onbuigzaam…

In de volle zon: HLD 6221 met Z 8239 Aalst - Geraardsbergen. Ook dit is een trein met een indrukwekkende capaciteit. Ik vraag me af hoe het met de huidige capaciteit zit op deze verbinding, want het aantal treinen ligt nu niet alleen lager, ik heb ook nog de indruk dat elke trein op zich minder plaatsen biedt.

 

5 mei 1982 was een dag met wisselende cumulusbewolking, en naast opnamen in de mooie lentezon, zul je af en toe dus ook slecht belichte foto's zien, ook al omdat ik te blindelings vertrouwde op de belichtingsmeter van mijn Olympus OM-1 en te weinig ervaring had met belichtingscompensatie. HLD 6204 sleept K2-rijtuigen, als Z 8242 Aalst - Geraardsbergen. Anders dan de K1-rijtuigen hebben deze K2-rijtuigen geen zware dubbele klapdeuren maar veel lichtere vouwdeuren, die nochtans ook manueel dichtgeslagen moeten worden. Het was het opvallendste onderscheid met de K1-rijtuigen, al waren ze ook een stuk lichter, wat zich uitte in een minder stabiel rijgedrag. Met de invoering van het IC-IR-plan werden deze rijtuigen overbodig: ze belandden uiteindelijk in Marokko.

Treinen die je als fotograaf graag ziet komen, ook al omdat je ze zelden verrassen: je hoorde deze kranige diesels lang op voorhand komen. We staan nu even in de halte Eichem, waar de vrije ruimte op het perron op dat ogenblik wel bijzonder klein was. HLD5906 met een onbekende goederentrein.

HLD 6280 met Z 8214 Aalst - Geraardsbergen. Blijkbaar zitten de foto's verre van chronologisch in deze map, want dit is nog geen trein van de avondspits. Dat merk je ook aan mijn standpunt: aan de andere zijde van de spoorweg: de zon volgt onverbiddelijke haar dagelijkse gang, hier dus in reverse…

HLD 6104 heeft een 7-tal M3's aan de haak: een kwaadwillige wolk heeft me hier parten gespeeld en ik ben er maar gedeeltelijk in geslaagd om de foto toonbaar te maken. En het wil natuurlijk lukken: van de reeks 62 kon je naar hartenlust foto's nemen, reeks 61 was een stuk bescheidener aanwezig op het spoorwegnet. Murphy beslist dan dat het net deze foto is die de mindere moet zijn. Z 8245 Denderleeuw - Geraardsbergen.

Nauwelijks lichter en bovendien in een wat rommelige omgeving: 2 locs die me verrassen. De laatste is die van foto 4, de kans is groot dat ook de 2de loc uit Geraardsbergen terugkeert nu haar trein ter bestemming is geraakt.

HLD 6221 in Eichem; ik heb geen treinnummer maar dit is uiteraard het stel van foto 5 dat terugkeert naar Aalst.

En daarmee hebben we de foto's van lijn 90 gehad. And now for something completely different: HLE 2325 en een zusterloc slepen op 10 mei 1982 een goederentrein door Sint-Joris-Weert (lijn 139 Leuven - Ottignies)

11-07-2014 om 11:49 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ttb map 27 (deel 2)

Enkele dagen later (21 mei 1982) sleept HLE 2228 haar stel recente M4-rijtuigen door het Erps-Kwerps van toen. Onnodig te zeggen dat de omgeving hier een complete metamorfose ondergaan heeft. De trein in kwestie is E 1615 Liège-Guillemins - Mons, die nog niet zo lang geleden zijn M2-rijtuigen ingeruild heeft voor de nieuwe M4's. Het is een spitstrein van de reeks semi-directen die normaal gezien door de dag samengesteld zijn uit tweeledige stellen, maar er was toen een rit 's morgens richting Liège en een rit 's avonds richting Mons met een gesleept stel om het capaciteitsprobleem op te lossen. Dat hield wel in dat het traject dat normaal gezien tussen Welkenraedt en Quévy/Saint-Ghislain-Hornu liep, beperkt werd tot Liège - Mons, wat overstappen in Liège, Landen (voor de reizigers uit Genk) en Mons inhield.

Op dezelfde lijn 36, maar aan de andere kant van Leuven (kp 38.7) fotografeerde ik vanaf een brug ms 228 met E 1909 Saint-Ghislain - Welkenraedt die meteen mijn opmerking over de samenstelling van de treinen van reeks 1600/1900 bevestigt. Na een ontkoppeling (in 3 minuten!) zal het eerste stel doorrijden naar Liège-Guillemins, vanwaar het als stoptrein naar Welkenraedt zal rijden. Het tweede stel rijdt naar Genk, zonder stilstanden vanaf Hasselt, dus geen Kiewit, Bokrijk of Boksbergheide. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet zo vaak foto's vanaf een brug over een geëlektrificeerde spoorlijn neem, omdat er altijd wat te veel draden in de weg hangen. Maar al bij al vind ik dat het resultaat er nog mag zijn.

Kort daarna, aan de andere kant van de brug: HLE 2225 met E 810 Welkenraedt - Oostende. Wie denkt dat de indrukwekkende samenstellingen van deze treinen een recent verschijnsel zijn, moet maar eens een poging ondernemen om het aantal M4's te tellen.

En mag het ook even een busje zijn: we kruisen ab5641 op lijn 17 ter hoogte van Opvelp. Dit is een Van Hool A120, ongetwijfeld een van de comfortabelste bussen die de NMVB/De Lijn ooit in dienst gehad heeft. Bovendien had je een erg logische zetelindeling, zonder trapjes, zonder hinderlagen, zonder zitjes in tegenrichting… Tegenwoordig kun je maar beter uit je doppen kijken. En toch is dat naar het schijnt allemaal een verbetering…

Vanaf de kasteelruïnes van Franchimont heb je een mooi panorama met lijn 44 Pepinster - Géronstère in een bescheiden rolletje, zoals het een spoorlijn past. We schrijven 29 juni 1982.

De halte Beert-Bellingen was in 1982 op sterven na dood. Toch was er elke zaterdagavond nog wel iets te beleven: een 51 sleept de auto-slaaptrein Schaarbeek - Quimper door de altijd rustige halte op 10 juli 1982. De duisternis is dan nog niet echt compleet, maar veel licht is er niet meer. Beschouw het eerder als een uniek document dan als een goede foto, die ik trouwens uit de hand genomen heb.

Terug naar de dagelijkse sleur dan: op 20 juli 1982 rijdt ms 267 als E 2962 door Bokrijk. De trein zal er niet stoppen, in de bediening van de halten tussen Genk en Hasselt wordt voorzien door een stoptrein met een twee-uurcadans. In Landen zal dit deel van de trein gekoppeld worden aan een treindeel uit Liège naar Mons en Quévy/Saint-Ghislain-Hornu. Omdat de trein in Mons gesplitst wordt is hij getooid met bestemmingsborden.

En dan gaan we opnieuw op uitstap met GTF op 23 juli 1982. Deze keer is de Vennbahn aan de beurt. De liefhebbers mogen mee met ar4906 die al een hele mooie carrière achter de rug heeft, en nu mag zorgen voor vertier en plezier van de veelal Waalse treinliefhebbers. Deze reeks loopt door in map 28. We stopten o.a. in Roetgen; de lader - toen nog aanwezig! - bekijkt het allemaal en denkt er ongetwijfeld het zijne van.

Lammersdorf. De hectometerpaal neemt een flink stuk van de charme van de 4906 weg. Deze keer is het een plaatselijke schone (met rode pull) die het spektakel gadeslaat.

Konzen. De zon laat het wat afweten. Voor je het weet sta je hier in Duitsland, want de spoorlijn 48 loopt hier als een lang lint door Duitsland, maar behoort wel tot België. De overwegsignalisatie is dus van het Duitse type.

Het bekende viaduct van Bütgenbach. Het zijn deze kunstwerken die laten aanvoelen hoe spijtig het is dat de spoorweg in dit deel (en in vele andere delen) van het land verdwenen is. De spoorweg zal het hier nog wel een tijdje uitzingen, met de nadruk op uit.

Een stilaan klassiek geworden foto op het einde van het filmrolletje: lijn 48 in Bütgenbach met metalen dwarsliggers. Vandaag vind je die hier en daar als afsluitingspaal in deze weiderijke streek. En het vervolg dus eerlang in map 28.

11-07-2014 om 11:47 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
07-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ttb map 26 (deel 1)

Vandaag is map 26 aan de beurt, met een reeks foto's genomen tijdens een gtf-uitstap naar Chimay en Anor; ongetwijfeld herkennen oudere treinliefhebbers zichzelf en de opnamen, want bij gtf bestond een redelijke traditie om de fotografen in het gelid op te stellen, zodat dezelfde foto op kleine verschuivingen na enkele honderden keren genomen werd.
Na 25 complete mappen slaat het noodlot toe: foto 26.1 moet ik jullie schuldig blijven. Ik heb hem ongetwijfeld eens voor iemand laten afdrukken samen met enkele andere foto's en ik vrees dat het mapje met de originelen verloren gegaan is. Er volgen er nog, en ik zal later eens proberen om de negatieven te recupereren, wat normaal gezien moet lukken. Ik hoop dat het me vergeven wordt dat ik dit niet meteen voor elke foto afzonderlijk doe.

01. Had dus HLD 6024 in Halle moeten zijn op 27 maart 1982.

02. Op dezelfde dag rijdt stel 207 Halle binnen als E2417 La Louvière - Ottignies-Louvain-la-Neuve.

03. En dan volgt een reeks foto's, allemaal genomen tijdens een van de talrijke gtf-excursies uit die tijd, meer bepaald naar Chimay, Momignies en Anor. GTF maakte er in die tijd een gewoonte van om enkele keren per jaar spoorlijnen te verkennen die niet meer voor het reguliere reizigersverkeer gebruikt werden. Dat lokte telkens weer vele tientallen amateurs, die op die manier vooral lijnen en lijnstukken konden verkennen waar ze anders nooit meer konden komen. Autorails van dienst waren de 4501 en 4503, die op dat ogenblik trouwens ook nog echte reizigersdiensten verzorgden. De eerste is interessant voor heel wat dingen: de aankondigingsborden, de oranje vierledige stellen, de reclame voor klassieke internationale treinreizen, en ik vergeet nog wel wat.

04. In Mariembourg begint de echte ontdekkingstocht, nadat we de lijn 132 tussen Charleroi-Sud en Mariembourg, toen nog eindpunt van de reizigersdienst, bereden hebben.

05. Boussu-en-Fagne.

06. Lompret.

07. Viaduct over de Eau Blanche

08. Kp 17.5 (Virelles)

09. Virelles. Lieve mensen zijn ze wel, de verzamelaars. Toen we terugkeerden was het haltebord al verdwenen…

10. Virelles.

11-12. Chimay

07-07-2014 om 12:04 geschreven door overweg13  


>> Reageer (1)
06-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ttb map 26 (deel 2)

13. Chimay, nog een laatste foto: de zon is ondertussen doorgebroken.

14. Seloignes-Monceau.

15. Seloignes-Monceau, met een voor een keer niet blauwe hectometerpaal.

16. Het toch wel erg somber ogende gebouw in Momignies.

17. En de eerste Franse overweg op het parcours.

18. De Franse CC14140 in Anor.

19. En dan opnieuw naar het normale leven: op 14 april 1982 stapten we in Sterpenich, de kans om een foto te nemen van dit grensstation dat de meesten waarschijnlijk alleen maar kennen/kenden als de grensovergang die op de internationale biljetten een vast onderdeel uitmaakte van de (verplichte) reisweg.

20. Met een trein dan: ms 613 als 5992 Luxemburg - Arlon.

21. Een dag later, op 15 april 1982, fotografeerde ik de 2375 met E38142 Clabecq - Schaarbeek. De trein wordt hier over spoor 1 ongetwijfeld naar lijn 26 geleid. Ik bekijk deze foto toch wel met enig heimwee: behalve de huizen is zowat alles voorgoed verleden tijd, zelfs de tv-antennes op de daken.

22. Dit is een experimentje, voor iemand denkt dat ik hier tussen de sporen stond om deze trein te fotograferen. Ik stond nl. achteraan een trein en nam de foto vanuit die trein, die over een zeldzaam proper raam in het deurtje naast de stuurpost van een klassiek stel beschikt moet hebben. Ms669 rijdt hier als E5716 van Leuven naar Liège-Guillemins, over lijn 36 ter hoogte van kp 46.6. (15 april 1982)

23. En dan krijg je nog de eerste twee foto's van een fotosafari langs lijn 90, voornamelijk in de buurt van Eichem: 4602 ter hoogte van kp 34.1. Splinternieuwe bi-blocs liggen klaar om de oude houten dwarsliggers te vervangen. Ik heb geen treinnummer genoteerd destijds, vermoedelijk ging het hier dus om een losse rit.

24. En de laatste foto van deze reeks toont deze stoere 5131 aan de kop van een goederentrein, op dezelfde plek gefotografeerd als foto 23.

06-07-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
04-07-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 juli 2014 treinlectuur

Een kleine heelkundige ingreep heeft me de laatste 14 dagen wat minder wandelgeneigd gemaakt, maar er komt in zo een periode des te meer tijd vrij om te lezen. En aangezien ik die korte bijdrage nu niet kan verwerken in een reisverslag, doe ik het maar op deze manier.

Moritz RINKE, Der Mann, der durch das Jahrhundert fiel.

Wat op het eerste gezicht een absurde roman zou worden, met huizen en beelden die wegzinken in het moeras- en turfgebied van Noord-Duitsland, blijkt achteraf een bijzonder knappe roman over de manier waarop we met ons verleden en dat van de natie omgaan, en hoe dat verleden al dan niet lange tijd zijn invloed op ons dagelijkse bestaan blijft uitoefenen. We manipuleren de geschiedenis vaak naar hartenlust, en terwijl sommigen proberen om het verleden weer naar boven te spitten - in deze roman erg letterlijk te nemen - doen anderen er alles aan om het boeltje gedekt te houden.
Het overkomt me niet vaak meer, maar bij het lezen van deze (debuut!)roman overviel me wel eens de gedachte dat deze roman zich zeer goed tot een erg grondige lectuur in de klas zou lenen, in de veronderstelling dat er in het hele Vlaamse onderwijs nog leerlingen zitten om deze roman in het Duits te lezen. En anders moet het maar in het hoger onderwijs...

04-07-2014 om 15:14 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
16-06-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 juni 2014 Hamme

Lannoo en Pasar brachten in 2012 nog een reeks wandelboeken uit (één per Vlaamse provincie) die gelukkig een mooi alternatief vormen voor al de wandelingen die tegenwoordig gedownload kunnen worden of op een andere manier van het internet kunnen worden gehaald. Al vrees ik dat het wel eens de zwanenzang zou kunnen zijn van de klassieke wandelboeken, zeker als je verplicht bent om het erg mooi uitgegeven werkje in zijn geheel mee te nemen. In het boekje met 20 wandelingen in Oost-Vlaanderen vonden we een luswandeling in Hamme, waar de Durme in de Schelde stroomt. De wandeling, net geen 9 km lang, (maar wij moeten er twee keer een halve kilometer als aanlooproute aan toevoegen,) haalt een voor Vlaanderen bijna ondenkbare TWQ van 97 %. Ze voert langs de Durme, de Schelde, langs het Monument voor de wat vergeten maar belangrijke romancier Filip De Pillecyn, door het domeinbos De Drie Goten, door het waterrijke gebied van de Bunt terug naar het beginpunt, de Mirabrug, die als stand-in fungeerde voor de echte Mirabrug in de buurt van Avelgem en Ruien in de film Mira, de eerste belangrijke rol van Willeke van Ammelrooy, door schalkaards ook wel eens Billeke van Ammelrooy genoemd. Aan de basis van de film lag Streuvels' De teleurgang van de Waterhoek; in de jaren na 1960 was het bon ton om wat meewarig te doen over Streuvels en over deze roman in het bijzonder, maar deze ecoroman avant la lettre is ongetwijfeld een van de beste die in de eerste helft van de 20ste eeuw in Vlaanderen op de markt gekomen is. De Mirabrug kreeg trouwens ook de (elektrische) tramlijn Hamme - Zele - Antwerpen over zich, en dat tot de verbussing in 1959. En op maandag zijn al de etablissementen langs de route gesloten, toch een belangrijk element bij de beoordeling, zou ik durven zeggen…

Foto's van de wandeling vind je op deze plek.


Aan de overzijde van de gevolgde dijk ligt Tielrode, met voetveer.


De Durme mag dan wel een belangrijke rol spelen, de Schelde neemt die rol met plezier over: we kijken hier in de richting Temse.

Hoe we er geraakten.
Soms kan de combinatie wandelen - openbaar vervoer ook eenvoudig zijn, al vergt een verbinding met twee overstappen misschien al te veel van de doorsnee Belg, die daarmee mijn stelling bewijst dat veel mensen het openbaar vervoer niet gebruiken omdat ze er te dom en te onhandig voor zijn. De halte Hamme Roodkruisstraat bereiken we uit Dendermonde met de buslijnen 91 en 92, die samen - afgezien van een verschillende reisweg - voor een comfortabele halfuurdienst zorgen.

Een stukje geschiedenis.
Tot 1957 zouden we ongetwijfeld gebruik gemaakt hebben van spoorlijn 56 Dendermonde - Sint-Niklaas, die eigenlijk in Grembergen aftakte van de nog steeds gebruikte lijn 57. Deze spoorlijn liep wel langs een voor ons ongunstige westkant van het dorp, wat de aanlooproute voor ons aanzienlijk verlengd zou hebben. Buslijn 56 verving de spoorbediening, en van het begin af liepen er 2 varianten tussen Hamme en Dendermonde, een min of meer rechtstreekse en een wat langere via Moerzeke. De buslijn werd uiteindelijk 56a, en het zou duren tot de NMVB met een hernummering, ter gelegenheid van een grondige, herstructurering rond Sint-Niklaas in 1982, uitpakte voor dat nog zou veranderen: de lijnnummers 91 en 92 maken sindsdien het onderscheid tussen beide varianten duidelijk. [Met dank aan Unimogtom die me via www.zone01.be op een fout wees in de oorspronkelijke tekst.]
Hamme mocht met nog 3 bijkomende tramlijnen geenszins klagen over ontsluiting: zo was er een tram die Hamme met Baasrode verbond, met als niet eens zo eigenaardige eindpunt het Veer van Baasrode; al in 1937 werd deze lijn gesloten. Een andere lijn liep van Hamme naar Wetteren, tot 1953. En de belangrijkste lijn was ongetwijfeld de verbinding Antwerpen - Hamme, waarvan het gedeelte Hamme - Temse in 1937 geëlektrificeerd raakte, in het verlengde van de eerder elektrisch geworden lijn Antwerpen (Linkeroever) - Temse. In 1959 zou de laatste tram van deze lijn over de Mirabrug denderen.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3707 08:45 08:56 stipt 533 mr96
Brussel-Zuid - Dendermonde 2307 09:21 09:53 +5 400 mr80 break
Dendermonde - Hamme [91] 10:10 10:30 +2 ab4241 Van Hool A330K Hofstade?
-
Hamme - Dendermonde [92] 13:54 14:22 +4 ab3668 Jonckheere Premier Sint-Niklaas
Dendermonde - Halle 1586 14:37 15:37 +1 08070 mr08 desiro

En wat we beleefden.
Eigenlijk zouden we perfect met de rechtstreekse L-trein naar Dendermonde kunnen sporen, maar voor een keer kiezen we niet voor de overstapvrije verbinding: een vol uur desiro is niet meteen het meest appetijtelijke op spoorweggebied. Het lijkt er trouwens op dat het relatief korte traject naar Dendermonde wel eens een hindernissenkoers zou kunnen worden: tussen Asse en Opwijk zijn verscheidene overwegen gestoord, en dan mag je algauw op een half uur vertraging rekenen. (Die overwegen passen trouwens perfect in het rijtje Tournai - Leuze, Halle - Edingen en Leuven - Aarschot, waar de overwegen er ook met de regelmaat van een spoorwegklok de brui aan geven.) Maar het lot is ons gunstig gezind: in Brussel-Zuid lezen we dat de problemen opgelost zijn en de IC uit Poperinge komt van te ver om nog het slachtoffer te zijn van vervolgvertragingen, tenzij er een andere trein voor hem komt te zitten, natuurlijk. Het binnenrijden van Brussel-Zuid (met de 3707) en van Dendermonde (met de 2307) gebeurt in beide gevallen pas na een volledige stilstand, wat niet zo erg is voor de 3707, maar die de 2307 met 2 extra minuten vertraging opzadelt. Gelukkig hebben we voldoende overstaptijd, want Aribus is hier (alweer? nog altijd?) uitgevallen.

De examens woeden nog, en dus zit er al wat meer jong volk op de bussen dan normaal. De zitplaatsen zijn zelfs ongeveer allemaal ingenomen als we Dendermonde buitenrijden. Zoals dat bij oudere Van Hools normaal lijkt te zijn, zijn ook van deze bus een aantal ruiten doorwasemd. Het is een mooie paradox: vuil door te veel poetsen. Een van de passagiers is van het speciale type: hij biedt kersen aan, én zijn gsm, geeft zijn plastic zakken bevelen alsof het honden zijn, en schiet naar de bel met een denkbeeldige revolver. Een jongen van Slavische oorsprong is er blijkbaar niet erg gerust in, en gaat wat verder uit de buurt zitten. Vooral dat schieten lijkt herinneringen op te roepen. De speciale moet naar Antwerpen en zal dus overstappen in Hamme, aan het Tweebruggenplein. Dat ligt buiten de dorpskern; het lijkt erop dat de bussen hier al vele jaren uit de dorpskern geweerd worden. Wij kunnen alleszins moeilijk beweren dat we iets van Hamme gezien hebben als we aan de halte Roodkruisstraat uitstappen.

Tegen het einde van de wandeling gaat het licht regenen; dan gaat alles als vanzelf iets gesmeerder, en het ziet er zelfs naar uit dat we een vol uur vroeger de bus kunnen nemen dan voorzien. Dat zou opnieuw een 91 moeten worden, die van 13:24. Realtime-informatie is er niet: dat zijn we de laatste maanden gewend geraakt. Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe vaak het systeem plat ligt, en daarbovenop rijden er ook nog veel bussen rond die blijkbaar onvindbaar zijn voor de gps. Dat is ook nu het geval. Erger is nog dat je in zo een geval, waarbij alleen het theoretische doorrituur wordt aangegeven, in het geheel niet weet of de bus wel degelijk rijdt. Op het voorziene doorkomstuur verdwijnt de bus van het scherm, en dan kan hij net zo goed met enkele minuten vertraging toch arriveren als compleet afgeschaft zijn. Na 20 minuten lijkt het erop dat dit laatste ook het geval is; het is een 92 die ons een half uur later dan voorzien oppikt.

Dat zou nog niet eens zo erg zijn, maar dat betekent meteen dat we in Dendermonde als aansluitende trein de L-trein naar Geraardsbergen zullen vinden. We kunnen nu proefondervindelijk vaststellen dat een uur desiro de rug even erg belast als bijna 10 km stappen, al was de wandeling natuurlijk niet de zwaarste van het jaar. En door het gebrek aan een degelijke binnendeur kunnen we moeiteloos klanken uit het Nabije Oosten opvangen van een ruziënd koppel. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat deze eerste klasse toch nog min of meer volloopt vanaf Brussel, zoals wij ons trouwens ook afvragen hoe het mogelijk is dat we voor de 51 km van Halle naar Dendermonde met (bescheiden) winst een lijntje op het langeafstandsbiljet bij uitstek, de Railpass, kunnen invullen. Ergens zou er toch iemand bij de NMBS moeten zitten die inziet dat dit op zijn zachtst uitgedrukt een anomalie is in de tarievenstructuur. Zoals er ongetwijfeld ook iemand bij de NMBS zit, die nu zegt: als de treinen op tijd rijden, dan beginnen ze maar wat te zagen over eerste klas of over tarieven…

De treinlectuur.
Duizend schitterende zonnen, Khaled HOSSEINI. Van Japan (zie vorige bijdrage) komen we in Afghanistan terecht, waar de belevenissen rond Mariam, de bastaarddochter van de rijke Jalil, ons meteen ook een blik gunnen op de periode voor, tijdens en na de Russische bezetting. Na de zelfmoord van haar labiele moeder Nana wordt Mariam uitgehuwelijkt aan Rasheed, omdat dit de beste manier lijkt te zijn om de schande van het onechtelijk kind in de doofpot te stoppen.

16-06-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
13-06-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 juni 2014 Ucimont

Vermoedelijk is Bouillon een van de eerste steden waar wandelkaarten werden uitgegeven, die toegang gaven tot een uitgebreid wandelnetwerk, met net geen 100 aangeduide wandelingen. Wandelnetwerk in de geest van de jaren 1960, weliswaar, niet in de geest van deze dagen waarin vrijheid blijheid de bovenhand heeft gekregen: het staat de wandelaar nu vrij zelf zijn eigen lus of lijn samen te stellen aan de hand van de nummers op de kaart die onderweg op palen worden herhaald. In Bouillon mag je nog altijd braaf de aangeduide wandelingen volgen, en dat doen we vandaag met de wandelingen 90 (Notre-Dame des Qwés) en 92 (Moulin du Rivage). Die (water)molen vinden we nog wel maar van Onze-Lieve-Vrouw in een verloren hoekje van het bos is er geen sprake meer, tenzij we wel erg slecht gekeken hebben. Beide wandelingen mogen pronken met een hoge kwaliteit: mooie bospaden, steile afdalingen en beklimmingen, een adembenemend uitzicht op Le Tombeau du Géant, een fantasietje van de Semois, die we op die manier toch even te zien krijgen, en rustige dorpen als Ucimont en Botassart, waar de tijd lijkt stil te staan. Beide wandelingen samen vormen een mooie lus van iets meer dan 8 km en met een TWQ van 71 %.

Hoe geraakten we er?
Het kostte wat zoeken en tasten voor we een aanvaardbare oplossing (?) vonden voor de verbinding Halle - Ucimont, als we een kilometerlange aanlooproute wilden vermijden. Uiteindelijk bestond de enige oplossing erin te reizen op de schaarse dagen waarop schoolritten zowel op de middag als in de vooravond worden uitgevoerd: dan spreken we van de examenperiodes: middagritten worden toegevoegd die Ucimont bereikbaar maken, en omdat de gewone ritten van de niet-woensdagen dan 's avonds blijven rijden, ontstaat zo de mogelijkheid om dit dorpje toch te bereiken en opnieuw te verlaten op dezelfde dag.
En zeggen dat ik al jarenlang - en sinds enkele jaren ook met deze blog - probeer te bewijzen dat je overal met het openbaar vervoer kunt geraken, ook om er als toerist te gaan stappen. Soms vraag ik me af of ik niet eerder voor antireclame zorg dan voor promotie, want een verbinding als deze is echt onbruikbaar: met wat pech vallen de examens midden in een slechtweerperiode, en dan kun je je wandeling alleen maar enkele maanden uitstellen, tot het jonge volkje opnieuw zijn hersens moet pijnigen over vragen die eigenlijk eenvoudiger zijn dan het plannen van een trip met trein en bus.

Een stukje geschiedenis.
Je moet niet verder dan de jaren 1990 teruggaan om Ucimont voor het eerst terug te vinden in de busboekjes: voor die tijd leek Ucimont een van de vergeten dorpen te zijn; toen werd lijn 7 Poix - Paliseul - Bouillon blijkbaar uitgebreid met een bediening van o.a. Ucimont, en als in 2009 de bediening van de Semoisregio ter gelegenheid van de opening van de nieuwe stelplaats Menuchenet wordt herdacht, krijgt Ucimont een bediening die helemaal op de scholen gericht is, met een lus van en naar Menuchenet en een verbinding met Bouillon. Maar zoals je al kon lezen: behalve als schooldienst stelt deze lijn 45 nauwelijks iets voor.

Alle foto's vind je hier. Deze twee geven alvast een voorsmaakje.


Een wel erg klassieke foto van Le Tombeau du Géant, tot de dames op het bankje toe.


En een wat minder klassieke foto van Botassart.

 

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3707 08:45 08:56 +1 466 mr96
Brussel-Zuid - Libramont 2109 09:33 11:45 +3 503 mr96
Libramont - Menuchenet [8] 12:27 12:55 stipt ab4567 Jonckheere Transit 2000 Menuchenet
Menuchenet - Ucimont [45] 13:00 13:08 +4 ab4568 Jonckheere Transit 2000 Menuchenet
-
Ucimont - Menuchenet [45] 16:52 17:00 -7 ab4162 Jonckheere S2000T Menuchenet
Menuchenet -Libramont [8] 18:27 18:58 stipt ab6051-10 Scania Omnilink II Poncin & Clébant
Libramont - Brussel-Noord 2141 19:15 21:18 +1 1357 - 61012 M6
Brussel-Noord - Halle 3143 21:21 21:41 stipt 330 mr80 (break)

En wat we beleefden.
Zeker de heenrit mag er - afgezien van de verplichting om in een examenperiode te reizen - eigenlijk nog best wezen, al zal de lange overstap In Libramont er voor velen wat te veel aan zijn. Wij kunnen daardoor toch nog rijkelijk laat vertrekken, en dat wil met uitstappen in de provincie Luxemburg wel eens anders uitdraaien.
De IR uit Quévy vertrekt stipt in Halle, maar haalt pas snelheid vanaf Buizingen. Vermoedelijk is het de IC Moeskoen - Schaarbeek, die we even voor het instappen op spoor 2 voorbij hebben zien rijden, die ons hindert. Met 11 minuten rittijd resulteert dit in niet meer dan 1 minuutje vertraging bij aankomst in Brussel-Zuid. De bezetting van deze trein (en andere) lijkt trouwens lager te liggen dan normaal: sinds enkele jaren nemen blijkbaar meer en meer ouders verlof tijdens de exmenperiode van hun jonge wondertjes; als ze zo samen met hun kinderen blijven studeren, zullen we het nog meemaken dat de ouders slimmer worden dan hun pubers, en dat is wel het laatste wat die willen.
De rit naar Libramont verloopt zonder al te veel problemen. Tussen Brussel-Luxemburg en Etterbeek eist de reuzenberenklauw zich opnieuw een plaatsje op. Deze prachtige planten staan hier al minstens 40 jaar, maar de laatste jaren willen de bio-racisten deze reuzenschermen weg, want wie hun sap op de huid krijgt en die dan laat beschijnen door de zon, kan wel eens last krijgen van kwalijke blaren. Wie zijn huid verbrandt, zit met de blaren. Je kunt zo moeiteloos nog wel enkele tientallen planten bedenken die je met enige achtzaamheid moet benaderen, maar of je die daarom allemaal uit moet roeien, is een andere vraag.
Zelfs de werken tussen Rhisnes en Namur, waar de snelheid ondertussen beperkt is tot 40 km/u, zorgen nauwelijks voor vertraging. Wie wel voor vertraging kan zorgen is IC 4629 die met 14 minuten vertraging aangekondigd staat, maar daar nog eens 5 minuten aan toevoegt voor hij Namur binnenrijdt. Wij vertrekken dan wel op tijd, in Naninne is het wachten, want eerst moet deze IC het tijdelijk enkelsporige vak Naninne - Assesse vrij maken. In Ciney komen wij daardoor 4 minuten later dan voorzien aan, in Libramont zullen er daar nog 3 van overblijven.

In Libramont hebben de meeste scholieren er de examens - voor deze week dan toch - op zitten. De cafés rond het station doen gouden zaken. Voor ons is het wat uitkijken naar de juiste bus: om 12:27 vertrekken hier 2 bussen tegelijk van lijn 8, een met bediening van Bertrix, een met een rechtstreekser parcours naar Menuchenet. Even hopen we dat de tweede bus 8 gewoon de aansluitende 45 zal worden, maar de vriendelijke en behulpzame chauffeur bevestigt toch de overstap. Rond 13:00 staat een reeks bussen te wachten in Menuchenet, die de door lijn 8 aangevoerde veelal jonge klanten naar al de dorpen in de buurt brengen. Zelfs hier krijgen we nog wat extra info van de chauffeur: hij weet precies dat onze 45 in tweede positie staat te wachten om het depot buiten te rijden.
Het is trouwens wachten op de tweede bus van lijn 8 (via Bertrix), zodat we toch met 5 minuten vertraging vertrekken. Maar dankzij de examens zijn we er toch in geslaagd deze wat speciale bestemming te bereiken.

De bus van lijn 45 van de terugrit rijdt 7 minuten te vroeg als hij ons oppikt in Ucimont. Het aantal scholieren dat deze bus neemt, zal wel een stuk lager liggen dan op een gewone schooldag; vandaar. Een tweede chauffeur doet blijkbaar tellingen; je zou bijna gaan denken dat ze hier zo een overweldigend aantal reizigers verwachten dat één chauffeur niet volstaat om ze te tellen. Opvallend: naast enkele scholieren, wordt deze bus gebruikt door een 5-tal reizigers die de schoolbanken overduidelijk al een tijdje ontgroeid zijn. Over enkele weken gaan de boeken op deze lijn voor de volle twee maanden dicht. Onbegrijpelijk toch dat men hier koppig alles op scholierenvervoer blijft inzetten.
De nieuwe tariefstructuur en de slechte aansluiting in Menuchenet maken de reis voor ons wel duurder: een Horizon geeft recht op 90 minuten bus, maar het is al 87 minuten wachten in Menuchenet op de bus naar Bouillon, dus zit er niks anders op dan het korte traject Ucimont - Menuchenet afzonderlijk te betalen, tegen Next-tarief. Ik pols nog even bij de chauffeur, maar die is onverbiddelijk: 90 is 90.
In Menuchenet is het rond 17:00 trouwens al net zo druk als tijdens de middag. We zien ook onze vriendelijke chauffeur terug, en die vindt het ook maar sneu dat we geen snelle aansluiting hebben. Maar hier rijden waarschijnlijk al zo veel bussen in alle windrichtingen dat eentje naar Libramont - lijn 8 vormt nochtans de ruggengraat van de busbediening in deze regio - er niet meer af kan.
En dan doet zich het eerste van enkele incidentjes en bijna-incidentjes voor. De bus van lijn 8 naar Bouillon staat voor onze neus te wachten; bij de chauffeur staat een habitué (die pik je er zo uit) rustig te keuvelen, als plots het raam in de deur waartegen hij leunt, met een droge knal en zonder aanwijsbare oorzaak begint te splinteren. Uiteraard valt zo een hedendaagse ruit dan niet meteen aan diggelen, maar voor de chauffeur - verbouwereerd, meest nog omdat hij ook niet begrijpt waarom die ruit het zo plots begeeft - zit er niets anders op dan een gelukkig nog beschikbare bus uit de stelplaats te halen. Tijd voor incidentje nummer twee dan; tijdens het manoeuvreren met de te vervangen bus, rijdt die achterwaarts tegen een andere bus aan. Ook dit levert een korte, stevige tok op, maar de schade is erg beperkt.
Als je het aantal lijnen bekijkt dat hier in Menuchenet aankomt en vertrekt, dan kun je gerust van een belangrijke stelplaats spreken. Het is des te onbegrijpelijker dat hier nauwelijks enige wachtaccommodatie aanwezig is (twee hokjes met in totaal 4 zitplaatsen); hetzelfde geldt trouwens voor het totaal ontbreken van enige dienstregeling onder welke vorm dan ook. En de indeling in 3 perrons is onoverzichtelijk, al is de kans dat je hierdoor je bus mist eerder klein. Onnodig te vermelden dat een verwarmde wachtruimte ontbreekt, toch wenselijk in een buurt die enkele jaren geleden nog geregeld de verkeersbulletins haalde op winterdagen, door overvloedige sneeuwval en onmogelijk geworden verkeer. Wie naar het toilet moet, kan maar best rekenen op een wat afgeschermd plekje in het bos, waarin de stelplaats hier is neergepoot.
Je verwacht hier eigenlijk een bus van de regie op lijn 8, maar het is een bus van de firma Poncin et Clébant die ons stipt naar Libramont zal brengen. De bus is van een type dat we niet zo heel vaak tegenkomen; mede doordat de rit niet echt snel gebeurt, wordt het een comfortabele reis over de aartslelijke N89.

De IC naar Brussel-Zuid bestaat uit 5 M6-rijtuigen, het eersteklasrijtuig hangt vooraan. Dat is vaak een garantie op een rustige reis, zonder veel doorgaande reizigersbeweging, en dat is ook zo. Onze medereizigers (en wij zelf) houden het heerlijk rustig. De werf tussen Namur en Rhisnes zal voor 3 minuten vertraging zorgen; over enige afstand zijn de langgelaste rails doorgezaagd en het spoor ligt er alles behalve genivelleerd bij, wat doet denken aan een rit in oude rijtuigen over een jarenlang niet onderhouden want te sluiten spoorlijn in de jaren 1970. Kedeng kedeng…
Bijna-incident nummer 3 zit er aan te komen in Brussel-Schuman waar een onverlaat zich een comfortabel plekje heeft opgezocht op de perronrand, met de benen in het treinprofiel. Vrijdagavondblues. Maar dat zal wel niet de reden zijn waarom we uiteindelijk toch met een minuutje vertraging in Brussel-Noord aankomen.
De IR naar Geraardsbergen is nog niet te zien als we uitstappen, maar lang zal hij niet meer weg blijven. We horen nog net hoe hij van spoor 12 naar 11 verspoord wordt: zo ruimt hij baan voor de IC1253, die met dik 20 minuten vertraging toch nog voorrang krijgt. De tbg van IR3143 is wel bijzonder gehaast: de trein staat nauwelijks til, of er wordt al gefloten, en in dezelfde fractie van een seconde gaan de deuren dicht. Dat helpt allemaal niet: het doorgang verlenen aan de Hagenees zal voor 2 minuten vertraging zorgen, al zal dat ons niet beletten op tijd in Halle aan te komen. Op tijd? Eigenlijk zelfs 10 minuten vroeger dan redelijk is, want 3 minuten in Brussel-Noord is niet echt wat je een aansluiting noemt. In Brussel-Zuid is het dan tijd voor incidentje nummer 4: op perron 21 ligt een jongeman uitgeteld en uitgestrekt, omringd door 4 stuks Securail. Ik zeg niet dat er een verband is; een van de Securailmensen doet zelfs verwoede pogingen om de bewusteloze (?) jongen wakker te krijgen, maar alle pogingen daartoe mislukken. Hoe het afliep, moet ik jullie schuldig blijven.

Voor ons zitten de examens er op! Voor het eerst in bijna 40 jaar openbaar vervoer hebben we handig gebruik gemaakt van de uitgebreide busdienst op die enkele dagen per jaar. Eigenlijk zou het anders moeten kunnen, maar je vraagt je af of de wil daartoe eigenlijk wel aanwezig is bij de Waalse politici. Het wordt weer afwachten wie deze keer over het wel en vooral het wee van de TEC's zal mogen beslissen. Misschien schrijf ik hem of haar wel eens een briefje…

De treinlectuur.

Memoirs of a geisha, Arthur Golden. Alles bij elkaar heb ik nog volop genoten van deze vlot leesbare roman, die ons een blik gunt in een wereldje dat voor ons westerlingen op zijn minst mysterieus overkomt. Net als de rest van Japan wankelt de geprivilegieerde omgeving, gedomineerd door vrouwen, waar mannen een vorm van blijkbaar aanvaard vertier komen zoeken, onder de gebeurtenissen van WO II.

 

13-06-2014 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (3)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • Lijnen 712/714 (Etienne Tas)
        op 17 augustus 2023 Herne - Bever (Voettocht in Pajottenland)
  • OTW 4670 (Sebastiaan Van Hoof)
        op 18 juli 2023 - Lesve
  • IC's in Sinaai en Belsele (overweg13)
        op 27 december 2022 - Sinaai - Belsele (GR Waas- en Reynaertland)
  • Inhoud blog
  • 21 maart 2024 Belsele - Nieuwkerken-Waas
  • 14 maart 2024 - Sint-Idesbald - De Panne
  • 7 maart 2024 - Veerle
  • 4 maart 2024 - Leuven - Sint-Joris-Weert (GR Dijleland)
  • 27 februari 2024 - Weerde

    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!