Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
22-07-2008
22 juli 2008
Langzaam maar zeker zijn we wat achterop geraakt met ons wandelschema, en daar is het onstabiele maar interessante weer van de voorbije dagen niet vreemd aan. Maar vandaag lijkt de eerste dag van een betere weerperiode te worden, volgens de voorspellers misschien nog niet in het oosten, en dus trekken wij naar het westen. Er rest ons nog een sluitstukje aan de lang geleden begonnen GR 5A, nl. tussen Koksijde en De Panne. Een sluitstuk, en daarom ook wat korter dan gewend, nl. net iets meer dan 10 kilometer. In het rulle zand van de duinen die hier een goed alternatief bieden voor de waanzin van strand en dijk, kan dat slopend genoeg zijn... Eigenlijk is het bewonderenswaardig hoe de ontwerpers er hier in geslaagd zijn om het beste te halen uit die dunne strook die hier nog aan zachte recreatie besteed kan worden. Het wordt dan ook een aangename tocht, bij ideaal, niet te warm zomerweer. Toch even opletten als je deze tocht zou willen afstappen, want het loopt twee maal fout met de bewegwijzering: één keer waar op een cruciale plek de verfstreepjes ontbreken in het Reservaat Oosthoek. Tot overmaat van ramp vind je op het verkeerde traject nog streepjes van een vorig tracé, die niet allemaal even grondig zijn weggeveegd, wat de twijfel nog doet groeien. Toen we uiteindelijk weer op het juiste tracé kwamen, zijn we een eindje teruggelopen om uit te zoeken waar het verkeerd gelopen was. Uiteindelijk bleek het om één teken te gaan, mogelijk op een omgevallen boom, en bleken onze verwensingen aan het adres van de man met de borstels iets te voorbarig. Ten slotte zou je op het traject naar De Panne (Esplanade) rood-wit doorgestreepte verfstrepen moeten vinden, maar dat is niet het geval. Echt fout kun je niet lopen, maar het is duidelijk dat de belofte in de topogids hier niet waar gemaakt wordt. Met een TWQ van 70 % scoort dit stukje GR on-West-Vlaams hoog.
Erg moeilijk kondigde de verplaatsing zich niet aan: - in Halle namen we om 6:46 de IR 3705, bestaande uit 3 ms 96. Wij zitten in ms 526. We arriveren stipt, m.n. om 6.55 in Brussel-Zuid; - van Brussel-Zuid gaat het om 7:14 met IR 3629 (ms 553). Die maakt (bijna klassiek) wat vertraging tussen Veurne en De Panne, maar de schade bleef beperkt tot 2 minuten. Net voor De Panne blijven we even in de wissel steken, na een korte remming. Ik heb geen idee van wat er gebeurd zou kunnen zijn. In De Panne stappen we over op lijn 0: het is tram 6031 die ons naar Koksijde Ster der Zee brengt. We bereiken die halte om 9.26.
De terugreis verloopt even voorspoedig: tram 6040 zorgt voor de overbrenging van De Panne (Esplanade) naar De Panne (Station): 13:17 - 13:24. Tijd om in De Verloren Gernoare energie op te slaan voor de terugreis. IR 3613 bestaat uit ms 544. Van 13:59 tot 15:46 is dat het onze. We bereiken Brussel-Zuid zelfs even te vroeg. Blijft nog het stukje Brussel-Zuid - Halle, met IR 3737 (16:05-16:14), alweer een trein met ms 96 (535).
We hadden vandaag dus maar 1 treintype, en je zult er ons niet over horen klagen. Toch denk ik met enig heimwee terug aan dezelfde verbinding, jaren geleden met M1, M2, M3 of K-rijtuigen...
Normaal gezien had je hier een verslagje kunnen lezen van onze volgende wandeling, langs GR 56 van de Oostkantons, die we voor de tweede keer aanpakken. Op het programma voor vandaag stond Sankt-Vith - Ligneuville, zo'n 18.6 km. Naar Sankt-Vith kun je met lijn 395 uit Verviers, maar die rijdt op zondag rijkelijk laat, en in Ligneuville rijdt de laatste bus op zondag al om 18:02, net iets te vroeg om met de nodige reserve te kunnen uitkijken naar een rustige, aangename mars langs mooie stukjes Duitstalig België. Gelukkig bestaat er een alternatief uit Eupen, met lijn 394, die ons dat extra uurtje staptijd oplevert. Maar dit wordt een horrorverhaal voor elke rechtgeaarde openbaarvervoergebruiker.
Het begint met 8 minuten vertraging in Halle voor IC 1907 uit Moeskroen, maar dat is niet echt een probleem, want de IR 3907 rijdt wel op tijd (Halle 8:32 - Brussel-Zuid 8:43 - ms 803) en de aansluiting naar Eupen komt nooit in het gedrang. Ook IC 507 heeft er zin in: loc 1355 duwt o.a. 11829, en de trein rijdt zo goed als het hele parcours op tijd. Eupen wordt dan ook stipt om 10:47 bereikt, ook al rijden we tussen Dolhain en Welkenraedt even op tegenspoor. We hadden nog maar net 2 dagen geleden de halte van lijn 394 opgezocht, en er zelfs een bus van deze lijn op aangetroffen, en we konden dus vrij gerust zijn: de bus zou tussen 10:57 en 12:09 de onze worden, een rit door de Venen, die zelf al wat toeristisch te bieden heeft.
Helaas, driewerf helaas: we hebben geen bus van lijn 394 gezien, net zomin als het Nederlandse koppel dat al eerder van deze bus gebruik gemaakt had. Wat er misgelopen is, zal de TEC voor mij in de komende dagen moeten uitzoeken, want de klacht is al verstuurd. Ik zou wat begrip kunnen opbrengen voor een ongeval of een andere calamiteit, maar ik vermoed dat de chauffeur op eigen houtje beslist heeft om de halte niet te bedienen, omdat een kruispunt net voor het busstation omrijden noodzakelijk maakt. Of, minstens zo erg, misschien is daardoor de halte wel officieel geschrapt. Dan is het de TEC zelf die schromelijk tekortschiet, want aan de halte hangt geen bericht, en op de website wordt de hinder evenmin vermeld. Ik hou jullie op de hoogte.
Nog wat ter plaatse improviseren zag ik niet echt zitten, en daarom besloten we maar onverrichter zake naar huis terug te keren. Het was de 2710 die met meer dan 20 minuten vertraging de trein uit Oostende binnen sleepte. Andermaal problemen met een 13 dus; het stel was trouwens ook korter dan de gewone 12 rijtuigen. Uiteindelijk vertrok IC 535 van 12:12 met 13 minuten vertraging en met een rit langs de tragere lijn 36 in het verschiet, en dus nog wat extra vertraging, zag het er wel heel slecht uit voor onze aansluiting in Brussel-Noord (om .08, .12 of .16, en dan een uur niks meer). Maar met een TB die er zin in heeft en een 2710 in topvorm kan blijkbaar alles. Met net geen 5 minuten vertraging kwamen we in Brussel-Noord aan, maar de rit verliep dan ook zo goed als ongehinderd van Eupen tot Brussel-Noord! De TBG had ons net voorbij Liège nog voorspeld dat we in Brussel met 15 à 20 minuten zouden aankomen, en zal waarschijnlijk even opgelucht geweest zijn als wij toen ze in Brussel-Noord onze aankomst kon aankondigen. Uiteraard wierp een heerschap (nu ja, heer, eerder het uitschot van de 21ste eeuw) toch nog een schaduw over deze reis, want hij beschikte over wel bijzonder luidruchtig elektronisch materieel om ons leven nog wat zuurder te maken. Zo begonnen we de reis in rijtuig 11819 en eindigden we hem in rijtuig 11817, waar we vanaf Leuven het gezelschap kregen van Engelstalige Werchtergangers. Die Leiden des jungen Werchters zou als titel maar een fractie van de ellende dekken, die ons vandaag te beurt is gevallen. Oh ja, IR 3935 (Brussel-Noord 14:08 - Halle 14:28 - ms 816) reed gewoon perfect naar Halle. Misschien is dat een reden om het voorbeeld van de jonge Werther toch niet helemaal ten einde toe te volgen.
In de Paasvakantie stapten we langs GR563 van Petit-Rechain naar Baelen, vandaag staat het vervolg Baelen - Raeren op het programma. Ik heb berekend dat de tocht 18.450 km lang is, maar de nieuwe dvd van Lannoo en NGI doen daar nog enkele honderden meter bij. Ik vermoed dat dit komt omdat de dvd de niveauverschillen wel in rekening brengt, en ik dat met potlood en papier niet doe. Dit mag dan wel de GR van het Land van Herve zijn, ik heb de indruk dat we daarvoor al net iets te ver naar het zuiden zijn afgezakt, maar dat maakt de pret er niet minder om: het is een prettige, afwisselende tocht, met stukken over heerlijke veldwegen, met soms prachtige bomen van allerlei slag erlangs, stevige bostrajecten (langs de grenzen van het Osthertogenwald) en wat stroken tussen en door de weiden en de koeien (dus toch Herve!). Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de TWQ op 69 % uitkomt.
Ernaartoe rijden is andermaal niet zo moeilijk: we kiezen voor een aankomstuur even na elven, en dan kun je niet onder IC 507 uit. We gunnen onszelf wat speling in Brussel-Zuid, en daarom nemen we P 7515 van 8:19 in Halle die om 8:31 (een minuutje later dan voorzien) in Brussel-Zuid aankomt. Het is een robuust stel M5 dat geduwd wordt door loc 2142. In rijtuig 51509 is het al voor een stukje vakantie; zalige rust, al zijn de meesten op weg naar het werk. IC 507 (Brussel-Zuid 8:57) bestaat uiteraard uit 12 I11'en, geduwd door loc 1348. We kiezen voor rijtuig 11826, en dat lijkt niet zo'n goede keuze: een kanjer van een vierkant wiel zorgt voor erg storend lawaai. De tocht door de NZV zorgt voor een vijftal minuten vertraging, maar daar blijft in Leuven niets meer van over. En dat is maar goed ook, want vanaf Leuven gaat het over lijn 36 naar Liège. De treinbegeleider roept om dat een technisch defect aan de locomotief deze omweg (die trouwens 2 km korter is...) noodzakelijk maakt, én dat we met een tiental minuten vertraging in Liège zullen aankomen. Om een lang verhaal kort te maken: een vertraagde doorrit in Tienen (werken), een stukje tegenspoor in en om Fexhe (om de 2 L-treinen te ontlopen) en de gebruikelijke hinder tussen Verviers en Eupen monden uiteindelijk uit in 13 minuten vertraging bij aankomst in Eupen. Eupen, waar we de bus van lijn 725 naar... Verviers nemen. In Verviers overstappen zou de busrit aanzienlijk langer maken, en in theorie kruisen beide bussen elkaar ongeveer in Verviers. (Dat blijkt trouwens niet alleen in theorie zo te zijn). Het is ab5649 (Renault-EMI R312) van stelplaats Eupen die ons van Eupen (Bushof: 11:10) naar Baelen (Village 11:18) brengt, en ons daar met 2 minuten vertraging aflevert. Normaal gezien zou die bus in Eupen klaar moeten staan (na het eerste deel van zijn rit (Bellmerin - Eupen Bushof), maar er is geen bus te bespeuren. Gelukkig staan er nog wachtende reizigers, zodat we niet meteen aan een rampscenario moeten denken. Lijn 725 rijdt trouwens om de 30 minuten, dus echte problemen verwachten we niet).
Voor de terugreis uit Raeren nemen we een bus van lijn 722. Het is alweer een Renaultbus (ab5651) die ons van Raeren naar Eupen brengt. Op de website heb ik gezien dat er niet minder dan 3 halten Raeren Driesch bestaan, telkens in een andere straat. Je zou verwachten dat die straatnamen ook op het haltebord staan, maar nee hoor, Driesch staat er, in totaal op zes haltepalen. Gelukkig staan de straatnamen hier met Duitse Gründlichkeit aangeduid, en hoeven we dus niet al te erg te twijfelen. Raeren (17:20) - Eupen (17:38) verloopt zonder problemen. IC 514 (die later onze IC 541 moet worden) komt alweer met een dikke tien minuten aan in Eupen, en ja hoor, het is hetzelfde stel met dezelfde 1348 van vanmorgen. We kiezen deze keer voor rijtuig 11834, en dat rijdt wel zacht als een roos. Die 1348 voorspelt niet veel goeds, al vertrekken we stipt op tijd. Net buiten Eupen valt de airco uit, en het lijkt erop dat we naar Welkenraedt rijden zonder enige tractie. Zolang het bergaf gaat is dat niet echt een probleem, natuurlijk, maar we komen toch met een 2-tal minuten in Welkenraedt aan. In Verviers staan we wegens technische problemen wat langer dan voorzien stil, maar het lijkt erop dat die inderdaad verholpen worden. Anders dan gevreesd gaan we zelfs over de HSL naar Leuven. Dat we Brussel-Noord uiteindelijk met een drietal minuten vertraging binnenlopen, heeft vooral te maken met een stukje spoorinfrastructuur dat zich in ijltempo aan het opwerken is tot een nieuwe flessenhals op het Belgische net: de treinen van de lijn van de Luchthaven (36C), de oude lijn 36 en de nieuwe lijn 36N rijden elkaar regelmatig voor de voeten, en dat lijkt ook op dit relatief late uur nog het geval te zijn. CR 1591 (Brussel-Noord 20:17 - Halle 20:37) zal ons ten slotte naar Halle brengen. Vier stellen (waarvan 1 bordeaux) die uiteindelijk met 7 minuten vertraging in Halle aankomen - reden onbekend, want het gros van de vertraging was al opgelopen voor Brussel-Noord. Oh ja, wij zitten in ms 646. Onze eerste vakantiedag buitenshuis zit erop.
In de Wandelvogel van januari 2001 werd een wandeling beschreven in Kwerps onder de titel Wandelen in de schaduw van vliegtuigen. Dat bleek uiteindelijk de overigens voortreffelijk bewegwijzerde Vliegtuigenwandeling te zijn. En wandelen onder vliegtuigen deden we! Zelf treinspotter zijnde had ik al niet veel moeite om vliegtuigspotters te begrijpen, maar sinds vandaag is dat begrip nog gegroeid - al blijf ik tegenstander van luchtvaart als massatransportmiddel, want je kon de vervuiling op bepaalde plaatsen echt ruiken. Een groot voordeel lijkt alvast het compleet ontbreken van graffiti te zijn... Het werd een erg aangename wandeling, ondanks de voortdurend aanvliegende tuigen, die zelfs rust uitstraalde in de kalme kernen van Kwerps en Erps, en vooral langs de vele onverharde veldwegen. Met een TWQ van 50 % ligt de score niet erg hoog, maar de kwaliteit van de wegen was van die aard dat het uiteindelijk veel meer leek te zijn. Geperst tussen een deliberatie en een proclamatie mocht er niet echt veel verkeerd gaan met onze verplaatsing, maar zowel NMBS als De Lijn waren ons gunstig gezind. Echt ingewikkeld was het dan ook niet.
We namen in Halle de CR 3762 (ms 702) van 12:58 (aankomst in Kortenberg voorzien om 13:50, met 3 minuten vertraging, omdat hij bij de Y.Nossegem gehinderd werd door de 4212 in vertraging. Erg was het allemaal niet, je kunt hier zelfs kiezen tussen een bushalte Station Zuid en Station Noord, en dat scheelt al gauw een volle minuut in aansluitingstijd. De bus van lijn 652 (Melsbroek - Leuven) rijdt met wat vertraging (5 minuten, namelijk). Ab 4856 (Jonckheere Transit 2000 met airco) van stelplaats Evere (?) blijkt in Kwerps om te rijden. De Lijn Vlaams-Brabant vindt het niet nodig deze omleiding te melden op haar website.
De terugrit verloopt volledig analoog: om 16:51 pikt ab 4854 ons op aan de tijdelijke halte (zelfs een drietal minuten vroeger, dat is meegenomen, voor de aansluiting in Kortenberg). Deze chauffeur heeft de airco niet aangezet, de dakramen moeten voor verfrissing zorgen. Om 16:59 komen we aan in Kortenberg Station Noord (nog één minuutje te vroeg) en dan is het wachten op de CR 3786 (ms651) naar Braine-le-Comte. De reizigers kijken er aan tegen lelijke geluidschermen. Ter hoogte van de perrons had men toch glas kunnen gebruiken! Kortenberg 17:10 - Halle 18:02 had het moeten worden, maar de IR naar Binche geeft zijn vertraging door aan onze CR, zodat het uiteindelijk 18:06 wordt. Om 19:00 start de proclamatie: tijd om wat stof weg te wassen, andere kleren aan te trekken en nog een boke of 2 te eten. Om 18:54 maak ik mijn opwachting aan het CC 't Vondel, waar de leerlingen - toch zij die uit hun lijden verlost zijn - al staan te wachten. Voor velen zal het vandaag de laatste keer zijn dat ik hen nog zie, hoor, ruik...
Ik ben geboren in Gooik. Als dat goed uitkomt, dan pak ik daar graag mee uit. Zoals nu dus.Vroeger had ik daar ook nog veel familie wonen. Tegenwoordig beperk ik de bezoekjes tot één, ergens begin november, meestal zelfs gewoon op 1 november, feest van Allerheiligen. Maar vandaag wandelen we in mijn geboortedorp. We wandelen langs het "Houtemanpad", zowat een van de eerste resultaten van de vernieuwde aanpak van trage wegen, of moet je dat met een hoofdletter schrijven? De wandeling, amper 5 km lang, is dan ook van het korte, krachtige type, langs een aantal prachtige veld- en voetwegen, over een teloorgegane trambedding, in een gemeente waar duidelijk bewust met plattelandstoerisme omgegaan wordt. Het eindpunt in herberg "De Cam" is bijna uniek; het volkscafé, zoals het zichzelf noemt, wordt bezocht door een bont allegaartje van vroegrijpe senioren, maar de plaatselijke tooghangers vormen de echte achtergrond van dit volkscafé. Bovendien is de geuze van De Cam het drinken waard, al mag het voor mij altijd nog iets zuurder. Zeker eens uitproberen dus, het wordt ongetwijfeld een gedenkwaardige namiddag. Met een TWQ van 62 % scoort deze wandeling meer dan behoorlijk, maar de kwaliteit van de gevolgde wegen is bovendien ook nog uitstekend. De oude trambedding van het trammetje van Leerbeek naar Ninove is zowat de best bewaarde trambedding van het hele land, en het zou zonde zijn om deze te verharden. Zoals ze er nu bijligt, is ze gewoon perfect. Slechts één smet op de hele namiddag: gemotoriseerd ongedierte op de motorfiets weet de trage wegen ook te waarderen; onze waardering voor dit relict uit het pre-Kyoto-tijdperk is een stuk lager.
Het wordt een exclusieve busverplaatsing vandaag: - we nemen "onze" bus van lijn 155 van de halte 's-Hertogenbos tot Halle Station: 12:59 - 13:16 (+3) - de chauffeur is niet op de hoogte van de omleiding in Essenbeek en moet dus terugkeren, maar de dienstregeling is ruim genoeg, om dit te doen zonder noemenswaardige vertraging - we zitten in ab3164 (een Van Hool A600 van Leerbeek); - in Halle stappen we over op lijn 153 van Halle Station (13:35) naar Leerbeek (Stelplaats) 13:55 - ab 3912, met chauffeur van Ukkel, maar vermoedelijk zelf van Het Rad zijnde, kwijt zich moeiteloos van zijn taak; - het is trouwens dezelfde bus die ons langs lijn 162 van Leerbeek naar Gooik (Koekoekstraat) brengt: 14:05 - 14:09 (+3). Op zaterdag rijden de bussen tussen Leerbeek naar Ninove beurtelings langs lijn 162 (Oetingen - Vollezele) en lijn 153 (Neigem). Blijkbaar is het in beide gevallen de bus van lijn 153 die in Leerbeek verder rijdt als 153 of 162.
Zelfde scenario maar omgekeerd voor de terugreis: - lijn 162 van Gooik naar Leerbeek (15:56 - 16:00) +3 - ab 3912 alweer - en verder op lijn 153 dezelfde bus: 16:05 - 16:25 - - en ten slotte lijn 155 Halle - 's-Hertogenbos (16:44 - 17:01) met ab 3947, net zoals de 3912 een Jonckheere Transit 2000.
Gooik, de parel van het Pajottenland, schitterend, dus, maar blijf a.u.b. van die trambedding af.
De Toeristische Dienst van Oost-Vlaanderen is al heel lang bijzonder actief op wandelgebied, en dat heeft geresulteerd in een lange reeks praktische wandelfolders en bijhorende uitstekend bewegwijzerde wandelpaden. Vandaag staat de "Reigerroute" op ons programma, die eigenlijk begint bij het infocentrum van het waterparadijs "De Gavers". Voor ons is het stukken makkelijker als we gewoon in de buurt van het station van Idegem aansluiten, en dat is dan ook wat we doen. Even het internet raadplegen voor je thuis vertrekt, kan nooit kwaad, en zo vernemen we nog net op tijd dat de veerdienst over de Dender alleen nog op zondagmiddag vaart, en dan nog alleen in de toeristische maanden. Deze veerdienst begint op deze manier aardig te lijken op de TEC-busdiensten in de rurale streken van het Zuiden des Lands. Gevolg is wel een ommetje dat door de bebouwing ongetwijfeld minder interessant is dan de Denderoevers, maar het is maandag, er zit dus niet veel anders op. De Reigerroute wordt gedomineerd door de Dender en door het recreatiepark "De Gavers". En de reigers spelen hun titelrol voortreffelijk: we zien er niet minder dan vijf, de bronzen exemplaren langs de Gaverse vijver niet meegerekend. Met een TWQ van 63 % scoort dit pad vrij hoog, en het is dan ook een ideale wandeluitstap als tussendoortje: met net iets meer dan 6 km is het niet meer dan dat.
Op weekdagen valt de verplaatsing uit Halle naar Idegem best mee: - we nemen de CR 1581 (Halle 10:39 - Geraardsbergen 11:10) en kunnen zelfs voor een bordeaux stel kiezen: ms 258 - de trein rijdt van begin tot eind erg stipt; dat komt omdat de TBG overal het precieze vertrekuur afwacht; bijna niet te geloven dat dergelijke consciëntieuze mensen (of hun organisaties) ons jaarlijks telkens opnieuw op een aantal rotdagen trakteren. Als stiptheidsactie vond ik deze alleszins geslaagd; - in Geraardsbergen hebben we een zee van tijd: L1782 (ms 202, opnieuw een zalig wijnrood stel) is gepland voor 11:38, en zet ons 7 minuten later af in Idegem.
De terugrit verloopt analoog, zij het deze keer met "maar" 26 minuten overstaptijd in Geraardsbergen. L 1763 (14:17 - 14:24) met ms 762 komt 1 minuutje te laat in Geraardsbergen aan; CR 1564 (14:50 - 15:21) met ms 632 brengt ons stipt naar Halle.
Twee rode en twee purperen treinen, wat zat dat mooi verdeeld vandaag. Doe daar nog een aangename wandeling op een dito zomerdag bij, en je hebt een ideale cocktail.
We wisten eigenlijk niet echt goed wat we moesten verwachten van deze 2 lussen, die ik gehaald had uit een oude folder "Wandelwegen in Lummen", nog uit de jaren 1980. Om te beginnen kan het ontwerp van wandelwegen uit die tijd enorm tegenvallen, omdat vele gemeenten gewoon elkaar na-aapten, en dat leidde er soms toe dat ook absoluut oninteressante gemeenten plots wandelgemeenten werden. Bovendien zijn dergelijke oude folders vaak ook verouderd: dikwijls is er ondertussen veel asfalt en beton gegoten, en in het slechtste geval zijn wegen gewoon afgesloten. Welnu, wij volgden de lussen 1 en 6, en het dient gezegd: Lummen wist ons te charmeren. Natuurlijk duurt het een tijdje voor je het centrum uit bent, (en dat verklaart de TWQ van 41 %, niet echt veel) maar daarna werden we getrakteerd op enkele mooie, roestige beken en op betoverende boswegen, met als absoluut hoogtepunt de Willekesberg. Verrassing van de dag beleefden we op het golfterrein: het pad liep er dwars door, op de topografische kaart was dat duidelijk af te lezen; met wat moeite kon je de oude weg nog duidelijk traceren in de kortgeknipte versie van dit "natuur"gebied. Aan de rand van het golfterrein stond een bordje: Golfterrein - betreden op eigen risico", en dat deden we dus ook. Ik zag niet meteen waarom het risico voor ons groter zou zijn dan voor de spelers zelf. Zowat halfweg kwam plots een van die flashy elektrische wagentjes naar ons toe gereden. De vriendelijke heer aan het stuur probeerde ons ervan te overtuigen dat we wel degelijk gevaar liepen, en dat hij daar niet mee kon leven. Gevolg: even later zoefden we - want dat doet zo'n elektrisch karretje - over het golfterrein en nog wat later stonden we aan de rand ervan, krek op de plaats waar we moesten zijn. Het was de attractie van de dag voor ons, oud geworden kinderen. (Vermoedelijk bestaat de weg dus nog, want anders zouden we ongetwijfeld met klikken en klakken teruggestuurd zijn...)
Het was weer geen sinecure om de weekenddienst van de NMBS een beetje naar onze hand te zetten, en voor de terugreis stond ons opnieuw een overstap van 47 minuten in Brussel-Noord te wachten. Gelukkig rijdt De Lijn tegenwoordig vaak genoeg, om de verplaatsing sowieso mogelijk te maken, en liep ook de heenreis per trein vlot. Enfin, vlot... bijna liep het gewoon verkeerd. Tussen Halle en Brussel-Zuid namen we IC 1906 (7:27 - 7:39) (loc 2131 duwt M4 51034); een kleine hapering bij het binnenrijden van Brussel-Zuid levert 2 minuten vertraging op. Geen probleem... voorlopig. IC 506, die ons van Brussel-Zuid (7:57) naar Leuven (8:25) moet brengen, staat al aangekondigd met 6 minuten vertraging; even later wordt dat 7 minuten in het Nederlands en 6 in het Frans. Loc 1353 duwt I11 11804 (de combinatie van 14 dagen geleden!), en de doortocht door de Noord-Zuidverbinding verloopt zonder al te veel extra vertraging: uiteindelijk vertrekken we in Brussel-Noord met 8 minuten vertraging. Om een of andere reden is een trein uit Lourdes met antiek DR-materieel belangrijker dan onze IC, en die moeten we dus laten voorgaan. Leuven wordt bereikt met 12 minuten vertraging, en met een overstaptijd van 6 minuten is dat onheilspellend. Of toch niet? In Brussel-Zuid heb ik een treinbegeleider aangesproken, en die weet ons bij de latere controle te vertellen dat hij met Leuven gebeld heeft: onze aansluiting zal wachten! En dat gebeurt dan ook. Gelukkig ook, voor dat tiental andere overstappers. Ms 389 doet dienst als L 2458 (Leuven 8:31 - Schulen 9:08); de vertraging wordt niet meer goedgemaakt, en we bereiken Schulen met 6 minuten achterstand op het schema. De aansluiting trein/bus is echter 16 minuten lang, en we kunnen nog genieten van de doortocht van 2 goederentreinen (een met 2 Duitse locs, en een DLC, en ook nog een IR naar Antwerpen) voor onze bus van lijn 90 opdaagt. Ab 4423-25 van Reizen De Valk (een Jonckheere Transit 2000 met Scaniamotor, in pachtersversie) brengt ons keurig op tijd naar Lummen, waar de Frederickxstraat is omgetoverd tot één lange bushalte. Zo rond het half uur is het aantal bussen hier te vergelijken met de bedrijvigheid in een plattelandsstelplaats. Een keurig aansluitingspatroon zorgt ervoor dat reizigers zowat alle richtingen uit kunnen.
Dat laatste bewijzen we in de namiddag, als we lijn 91 (14:32 - 14:54) naar Hasselt nemen. Ab 4420-48 (van Mebis & Co - een Van Hool New A600 met MAN-motor) is de enige bus die met vertraging aankomt, maar alle andere bussen wachten keurig op aansluiting, en vertrekken dus ook met vertraging. Een omleiding in Spalbeek en stroef verkeer in Hasselt zorgen uiteindelijk voor 12 minuten vertraging, en met 13 minuten aansluitingstijd ziet dat er niet echt goed uit. Maar een spurtje (na een wandeling van 13.6 km kan dat nog) en een minuutje vertraging van de IC naar Blankenberge zorgen ervoor dat het toch nog goed afloopt. IC 1537 bestaat uit 2 ms 96, wij zitten in de 532, en in Landen wordt nog een stel uit Liège aangekoppeld. Brussel-Noord bereiken we nagenoeg op tijd (16:22 i.p.v. 16.21) maar met meer dan 3 kwartier overstaptijd kun je dat bezwaarlijk een probleem noemen. In Brussel-Noord wordt het dus eindeloos lang wachten op de IR 3938 naar Binche. Meteen na Brussel-Zuid wordt een reiziger naar tweede klasse gestuurd, maar voor Ruisbroek is die al teruggekeerd en nestelt zich in de knusse zitjes van ms 806. Ik begrijp dat sommige mensen zich echt vergissen, maar in dergelijke gevallen is alleen een klasverhoging plus boete aangewezen. Spijtig genoeg zal hij dit spelletje waarschijnlijk tot in de eeuwigheid kunnen blijven spelen. Profitariërs aller landen, verenigt u!
Dit lijkt wel op een meimaand uit de literatuur, want het goede weer kan voorlopig niet stuk. Dus profiteren we ook van deze Tweede Sinksendag (klinkt zoveel mooier dan Pinkstermaandag, omdat het herinneringen oproept aan een verre jeugd in een gaaf Pajottenland). We trekken nog eens naar de Vlaamse Ardennen, en stappen langs GR122 van Opbrakel naar Ronse. Het lijkt erop dat de vzw Trage Wegen hier nog niet is doorgedrongen, want het traject zoals beschreven in de topogids is op een drietal plaatsen gewijzigd. Dat kan betekenen dat de gevolgde paden niet langer begaanbaar zijn, maar het kan natuurlijk ook gewoon betekenen dat eigenaars (?) bepaalde wegen afgesloten hebben. Met een TWQ van 55% scoort deze GR niet echt hoog, maar het landschap maakt natuurlijk veel goed. De doortochten van Brakelbos en Muziekbos (af en toe echte kathedralen van beuken) zijn zonder meer subliem, en dat het Pottelbergbos afgesloten is, is niet echt een probleem, want de wegen die er rond lopen, zijn minstens zo aangenaam. Buiten het bos krijg je namelijk de mooiste uitzichten. De tocht is zo'n 21 km lang, waarvan iets meer dan 1 km tussen GR122 en het station van Ronse.
Treinen en bussen reden vandaag allemaal stipt. Toch is de verplaatsing geen sinecure. De onhandige concentratie van alle treinen tussen Halle en Brussel-Zuid in een 10-tal minuten is daar de schuldige van. Planners geven zelfs een mogelijkheid met bus 170 tussen Brussel en Halle. Om de lange wachttijd in Brussel-Zuid te vermijden, proberen we deze reisweg uit, volledig reglementair overigens, want we kunnen 2 minuten later vertrekken en 2 minuten vroeger aankomen. Magere troost, want zo komen we nog altijd aan meer dan 2 uur verplaatsing voor een reisje naar onze achtertuin. In Halle nemen we IC 1929 naar Ath (8:34 - 9:00) - loc 2135 sleept o.a. M4 58054. In Ath is er een vlotte aansluiting naar Geraardsbergen met L4879 (9:07 - 9:30); treinstel van dienst is City-Rail 994. In Geraardsbergen is de aansluiting minder goed; 28 minuten wachten - gelukkig staat de trein er klaar: mw 4190 brengt ons van 9:58 in 12 minuten naar Zottegem. Veel valt er op deze 3 treinen niet te beleven. Het worden dus rustige ritten, en dat vind ik nog altijd zalig. In Zottegem nemen we de bus van lijn 21 (10:20 - 10:42) tot Opbrakel met bus 2208-38 van de firma Geenens. In het bushokje aan het station van Zottegem hangt een vervallen dienstregeling. Het is nooit een probleem om De Lijn op foutje ste betrappen.
Voor de terugrit kiezen we toch een reisweg langs Brussel. Mw 4181 brengt ons van Ronse naar Oudenaarde zonder problemen (17:12 - 17:22). In Oudenaarde stappen we over op de IC naar Lokeren, IC 2316, die uit 1 break bestaat: ms 374. Onnodig te zeggen dat dit nauwelijks voldoende is bij het begin van de zondagavondspits.Wat me opvalt is het aantal studenten dat voor de wekelijkse trip naar het kot de eerste klasse ontdekt heeft. De lage tarieven zullen er wel niet vreemd aan zijn, en er wordt ook duchtig gestudeerd. Normaal komt deze trien om 18:25 aan in Brussel-Zuid, en krijgen wij een overstaptijd van 49 minuten in de maag gespitst, maar de IC doet het tussen Denderleeuw en Brussel 4 minuten sneller dan voorzien, zodat we zelfs zonder lopen de L 3689 halen (18:26 - 18:44). Zo hoeven we niet eindeloos lang op onze aansluiting te wachten, en de 3 kwartier tijdwinst zijn op deze zomerdag natuurlijk meegenomen.
Het is wel duidelijk dat deze meimaand 2008 zich opmaakt voor een "specialleke" op weergebied, en daar willen we natuurlijk in de mate van het mogelijke van profiteren. Vandaag stappen we zo'n 16 km langs GR 5 tussen Spa en Stavelot. Je zou deze tocht als volgt kunnen samenvatten: twee keer klimmen en twee keer dalen. Kenners weten dan meteen dat dit geen gemakkelijke tocht is, maar de stapper wordt uitbundig beloond: van Spa gaat het de hoogte in naar de Fagne de Malchamps, dan is het weer zakken naar de vallei van de Roannay, gevolgd door stijgen naar de Fagne de Bellaire, en dan gaat het resoluut naar de vallei van de Amblève, in Stavelot. Spijtig genoeg hebben de droogte en de warmte ook hun keerzijde: de Venen zijn verboden terrein, en dat noodzaakt een verkorting, die trouwens keurig in de topogids beschreven wordt. Ik vraag me trouwens af of het te volgen pad wel echt afgesloten was, want ik kon nergens een rode vlag bespeuren. Met een TWQ van 84 % doet dit stukje GR het echt goed. Als hoogtepunten zou ik willen vermelden: in Spa de Promenade des Artistes (langs de snel dalende Picherotte), het schitterende uitzicht vanaf de Fagne de Malchamps, met terrils op de achtergrond (!), en de Roannay in het gehuchtje Ruy.
De heenreis leek bijna vlekkeloos te verlopen, maar dat was zonder een nukkig treinstel in Franchimont gerekend. Lees maar: - in Halle namen we IC 1906 (ook nu waren we voor IR 3906 gegaan, maar we waren nu eenmaal op tijd om de eerste te nemen), naar Brussel-Zuid (7:27 - 7:39 - 1 minuut vertraging - loc 2129 duwde o.a. 58054); - in Brussel-Zuid konden we profiteren van een van de weinige goede aansluitingspatronen tijdens het weekend: de IC naar Eupen nemen we tot Verviers-Central (7:57 - 9:25) - loc 1353 duwt o.a. 11804. Het binnenrijden van Liège-Guillemins loopt even wat stroever, omdat niet alleen de tegenliggende IC naar Oostende buiten moet, maar ook een trein van 4 breaks, vermoedelijk een extra trein naar de kust. In Verviers resulteert dat nog in 1 minuutje vertraging; - de L-trein naar Spa-Géronstère (5480 - 9:43 - 10:15) staat al keurig te wachten: klassiek stel 254; ik had er eigenlijk heimelijk op gerekend dat hier nog wel een bordeaux stel zou rondrijden, en we hebben dus geluk. Nu ja, geluk: na Pepinster komt de charmante treinwachtster met het bericht dat een trein (vermoedelijk de 5479 dus) in Franchimont in nood staat, en dat we wat vertraging zullen maken, omdat ze ons stel aan de defecte trein zullen koppelen, waarna we verder rijden naar Spa. Geen man overboord, maar in Theux komt ze met een ander verhaal: onze trein zou beperkt blijven tot Franchimont, maar een bus zou ons oppikken en ons naar Spa brengen. Blijkt dat beide stellen (onze 254 en de al even oude 240) wel gekoppeld zouden worden, maar samen terug zouden rijden naar Verviers. Het is de TEC-bus 7551-07 die ons 35 minuten later dan voorzien aan de Géronstère deponeert. Onnodig te zeggen dat de bus meer dan vol zat, maar kom, de schade bleef beperkt tot een dik half uur vertraging, en dat calculeer ik meestal wel in in ons stapplan.
De terugreis verloopt gelukkig wat voorspoediger: - ab 7611-29 (van Wergifosse) brengt ons van Stavelot (Écoles) naar Trois-Ponts (16:30 - 16:39), zij het met 5 minuten vertraging, maar dat is geen probleem; - IR 116 (Trois-Ponts 16:50 - Liège-Guiillemins 17:42) telt 4 rijtuigen, waarvan 3 eersteklasrijtuigen, waarvan er 2 gedeklasseerd zijn. Wij zitten in de echte eerste klasse (rijtuig 11605) en het is de CFL-loc 3002 die ons sleept. Vertraging bij aankomst in Liège: 4 minuten. Dat geklooi met die eersteklasrijtuigen neemt stilaan toch wel dramatische vormen aan, want dit is geen toevallige, kortstondige oplossing: de deklasseringsklevers zijn daar al net iets te verweerd voor. Geen wonder dat niemand nog weet waar hij mag zitten, en dat de treinbegeleider blijkbaar ook niet meer de moeite doet om orde (?) op zaken te stellen; - in Liège is het nauwelijks wachten op IC 540 (dezelfde loc en rijtuigen van vanmorgen, deze keer kiezen we voor 11821), want de trein rijdt behoorlijk vroeg het station binnen; zowel tussen Liège en Leuven als tussen Leuven en Brussel nestelt een bont allegaartje van reizigers met tweedeklasbiljetten zich in eerste, maar de treinbegeleider kwijt zich voorbeeldig van zijn taak. Spijtig genoeg is er een bijna constante verkeersstroom van de ene zijde van de trein naar de andere, zodat dit zeker geen rustige rit wordt. In Leuven komen we 8 minuten te vroeg aan; met de 2 voorziene minuten stilstand betekent dat dus 10 minuten koekeloeren in een station dat ik bijna 40 jaar geleden ten overvloede heb leren kennen. Wat reserve in een dienstregeling kan geen kwaad, maar trop is te veel, en te veel is trop; - in Brussel-Noord nemen we de 3940 (19:08 - 19:28) naar Binche (ms 838), maar blijkbaar is de eerste koker van de NZV buiten dienst, zodat we met enkele minuten vertraging vertrekken, omdat een Thalys eerst de pijp in moet, en ook de IC naar Eupen nog even ons vertrek stremt. Doe daar nog een stilstand net voor Brussel-Zuid en een ommetje langs de 96A aan toe, en het mag een wonder heten dat we net onder de zes minuten vertraging blijven bij aankomst in Halle. Deze Pinksterzaterdag is dus niet echt een onverdeeld succes geworden voor de NMBS. Gelukkig is in de voorbije jaren de wandeling prominent gaan domineren boven de treinreis in mijn perceptie, en zo is dit toch een schitterende dag geworden. (Reis je nog wel graag per trein, vraag ik me soms wel eens af... ik vrees de dag dat het antwoord ondubbelzinnig NEE wordt, al denk ik dat het echte treingebeuren, dat zonder reizigers, me altijd wel zal blijven fascineren.)
Eigenlijk stond deze wandeling op het programma voor de Paasvakantie, maar we prijzen ons gelukkig dat we toen de buien schuwden: vandaag is het echt lente, en de thermometer gaat voor het eerst dit jaar over de 20°. Een schitterende dag is het dus geworden, ook omdat dit traject op GR126 tot de absolute topklasse behoort. Zwaar weliswaar, maar met voldoende ruimte om te recupereren. Niet altijd krijg je het volgende voorgeschoteld: 2 rivieren (Maas en Lesse), prachtige rotspartijen (Freyr, Chaleux en meer van dat moois), 2 kastelen (Freyr en het sprookjesslot van Walzin) en dat met een TWQ van 84%. Voeg daar voor de treinliefhebber nog bij: de oude halte van Walzin (waar enkele klassieke betonnen afsluitingen de tand des tijds hebben doorstaan), en een gedeelde brug over de Lesse, waar zowel de treinen als de stappers en fietsers (netjes gescheiden) gebruik van kunnen maken.
Echt ingewikkeld is de verplaatsing niet, al kan ik me voorstellen dat sommigen de neus ophalen voor een verbinding met 3 treinen. In Halle nemen we om 6:27 de IC 1905 naar Schaarbeek: rijtuig 58044 is niet eens leeg op dit vroege uur; achteraan duwt loc 2139. Zoals meestal waren we eigenlijk naar de IR van 6:32 gekomen, maar vermits we toch op tijd waren, ging de voorkeur naar de M4's van de IC. In Brussel-Zuid stappen we over op de IC naar Dinant (ms 401): 7:03 - 8:39. Door werken tussen Ottignies en Mont-Saint-Guibert maken we wat vertraging en die blijft tot Dinant: 6 minuten. Daar wacht de L (6058 - 8:51/8:55) naar Libramont, met mw 4163. Een groep scouts zorgt voor de ambiance, en het lawaai dringt moeiteloos door tot in eerste. De flinterdunne wanden zijn daar natuurlijk niet vreemd aan. Anseremme, een halte verder, lijkt nog te slapen op dit vroege (?) uur.
De terugrit gebeurt analoog: om 15:59 stappen we in Gendron-Celles in dezelfde mw van de heenrit. Die rijdt met enkele minuten vertraging, maar de aansluiting in Dinant wordt zonder moeite gehaald. IC 2437 (ms 375) staat al klaar. Die moet ons van 16:21 tot 17:48 naar Brussel-Noord brengen, en zal dat ondanks de eerder vermelde werken ook doen. In Dinant komt de onderstationschef er de treinbegeleider zowaar op wijzen dat het tijd is om te vertrekken. Heeft de eerste warme zon de arme man in haar greep gekregen? Onderweg doet hij nochtans goed zijn best. Tussen Namur en Gembloux en tussen Ottignies en Brussel-Luxemburg zitten er luidruchtige tweedeklassers in eerste. De capaciteit van dit ene stel is dan ook op het randje voor een IC tussen Namur en Brussel. Die tussen Ottignies en Brussel vormen samen een gezin (of hoe heet dat tegenwoordig?). Ze zijn helemaal achteraan ingestapt en komen dan met de smoes van de dag: "Pas pu passer!" Gelukkig voor hen, want anders waren ze ongetwijfeld achteraan op de koppeling van het treinstel geëindigd. In Brussel-Noord nemen we nu wel de IR naar Binche, omdat die daar altijd ruimschoots op tijd klaar staat. Treinstel 841 is vandaag IR 3939, en die komt zelfs nog iets te vroeg in Halle aan. Het is opvallend hoe warm het op deze eerste lentedag al is in dit vierledig stel, ongetwijfeld winter en zomer de best verwarmde stellen van allemaal.
Het aangekondigde weer nodigt uit voor een midweektussendoortje, en dat wordt Kampenhout, met een wandeling die een hanenschrede langer is dan 10 km. Kreo van Vakantiegenoegens zorgt elke maand opnieuw voor enkele wandelfiches: als een beschreven wandeling toevallig langs je voordeur komt, kun je dat de volgende zondagen meteen merken. Wij archiveren de fiches liever, om de wandelingen dan achteraf op een rustig moment te stappen. Deze fiche dateert uit 2001 en kreeg de naam "Door witloofland". Veel witloof hebben we niet gezien, en elke amateur zal je weten te vertellen dat witloof de mei niet mag zien, omdat het anders doorschiet; het aantal telers dat zich hier aan de vroege teelt waagt, is dan ook erg klein. Met een TWQ van 29 % is dit niet echt een denderende realisatie. Dat komt deels omdat de ontwerper hier en daar toch wel een kans heeft laten liggen, maar ook omdat de betonneringsdrang daar de voorbije 10 à 15 jaar voor verharding en verbreding van nogal wat wegen geleid heeft. Dat merk je vooral op de topografische kaart van het NGI, die uit 1994 dateert. Een stukje natuurreservaat (een uitloper van het Torfbroek), een rustig en aangenaam pad langs de Molenbeek en enkele ondertussen opgedroogde veldwegen zorgen voor soelaas.
De reizen heen en terug verlopen vlot. Zowel treinen als bussen rijden hier dan ook met een meer dan behoorlijke frequentie. In Halle nemen we IR 3712 (vandaag ms 329) van 13:46. Die raakt zondre problemen stipt in Brussel-Noord om 14:07. Op busperron 5 vertrekken de bussen van lijn 270 (naar Keerbergen), maar dat perron vijf is behoorlijk lang. Als de bus die komt aangereden dan helemaal tot het einde, tot in de open lucht, rijdt, lijkt het er zelfs even op dat we hem missen. Maar geen nood: andere reizigers weten wel waar ze moeten instappen. Ab 5037 (een gelede Van Hool van stelplaats Haacht) brengt ons in een goede drie kwartier naar Kampenhout (14:18 - 15:05). De bus rijdt behoorlijk op tijd, ondanks het stroeve verkeer in het Brusselse. 's Avonds is het een andere Van Hool (ab 4175, opnieuw van Haacht) die ons naar Brussel brengt. Ook deze bus rijdt stipt, en zet ons zelfs drie minuten te vroeg af aan de NMBS-halte Bordet, want deze hebben hebben we ons oog laten vallen op een ritje langs lijn 26. We halen zelfs nog een vroegere trein dan voorzien (3589, eentje naar Geraardsbergen - duikbril 942) van 18:39, zodat we om 19:12 in Halle aankomen. Dezelfde avond vernemen we dat het weer beter gaat met de stiptheid van de treinen, en dat hebben we vandaag alvast ondervonden. Al zullen de genomen treinen wel niet de vertragingsgevoeligste treinen van het net zijn.
Enkele jaren geleden begonnen we eraan, en nu naderen we langzaam maar zeker onze Vlaamse/Belgische/Europese hoofdstad. We stappen vandaag langs GR 12 tussen Mechelen en Humbeek en dat is net geen 16 km. Bepaalde stukken van dit deeltraject zijn zonder meer aangenaam tot verrassend, maar een flink deel lijdt ook aan de Vlaamse ziekte: te veel bebouwing (en met nog 45.000 woningen meer in het verschiet kan dat alleen maar erger worden) en te veel achtergrondruis, in dit geval van de autoweg die min of meer parallel loopt met de GR. Doe daar nog een doortocht van Mechelen die niet bepaald geslaagd is, bovenop, en je weet meteen dat de tocht geen totaal succes was. Toch wil ik even wat mooie stukjes in de verf zetten: het Vrijbroekpark was met al zijn lentebloemen en het eerste groen aan de bomen erg aangenaam, de Zenne zorgde voor een verfrissend en rustig intermezzo, en de Eglegemvijver zag ik voor het eerst niet vanuit de trein; tegen het einde aan vonden we nog een prachtige ouderwetse voetweg in Humbeek: ouderwets, want geen grind, geen klinkers en net smal genoeg om onbruikbaar te zijn voor alle andere misbruikers. Met een TWQ van 53 % scoort deze GR naar Brabantse normen nog vrij behoorlijk.
De verplaatsing was een fluitje van een cent: heen hadden we op de 3908 gerekend, maar het werd de 1908 (9:27 - 9:39) tussen Halle en Brussel-Zuid (loc 2110 duwt o.a. 51034), en daardoor waren we nog wat vroeger dan voorzien in Brussel. We kregen geen lange overstap in de maag gespitst deze keer, ondanks het weekend, en dat danken we aan de onechte IR naar Antwerpen: 3260 (ms 337) brengt ons van Brussel (10:05) naar Mechelen (10:37). Dat het met de Duitse discipline niet meer is wat het ooit geweest is, bewijst een Duits echtpaar van middelbare leeftijd door met hun tweedeklasbiljetten ondanks de twijfel in eerste te komen zitten.
Voor de terugrit moeten we terugvallen op een lange busrit tussen Humbeek en Brussel-Noord, met lijn 230 (16:12 - 17:06). Het is een Mercedes van de firma De Reys (ab 3017-08) die ons naar Brussel-Noord zal brengen. In de planner van De Lijn stond niets speciaals vermeld, maar toch is de halte Brug verplaatst, en dat moet je ook letterlijk nemen. Het hele schuilhuisje is midden in de werf terechtgekomen, en omdat we toch tijd genoeg hebben, stappen we maar tot de halte Kerk, waar men in De Bogaet bewijst hoe je zo'n etablissement kunt integreren in een bejaardentehuis. Enigszins tegen de verwachting slaagt de chauffeur erin de hele weg op tijd te rijden, zodat onze krappe aansluiting in Brussel-Noord toch gerealiseerd wordt. Om 17:12 nemen we IC 1938 (loc 2151 en rijtuig 58051) en we komen zelfs nog een minuutje vroeger dan voorzien aan in Halle. Enkele regendruppels proberen ons duidelijk te maken dat het KMI niet fout zat met zijn buien, maar het centrum van het land bleef toch grotendeels gespaard. Daar zijn wij alvast erg blij om, al stond er vaak meer wind dan prettig was. Maar als het droog blijft, is het al lang goed...
Nog een wandelingetje staat er op het programma (het zijn er uiteindelijk 3 geworden i.p.v. 5, door het slechte weer in de eerste week). Op een kaart van het Office Communal du Tourisme van Nassogne, gerealiseerd door het NGI, staan 23 bewegwijzerde wandelingen en wij pikken er de "Promenade des Combes" met vertrek en eindpunt in Nassogne uit. De wandeling is iets minder dan 12 km lang. Het is een echte boswandeling. Het eerste deel is een vrij ruige afdaling die ons uiteindelijk in de gezamenlijke vallei van enkele mooie bosbeken brengt, gevolgd door een lange, gestage klim. Daarna krijgt het asfalt spijtig genoeg de bovenhand en is er ondanks het bos niet zo heel veel meer te beleven. De TWQ bedraagt 43 %, wat toch wel een zwakke score is in een bij uitstek natuurlijke streek. Natuurlijk, dat zijn ook de scharrelvarkens die ons speels kwamen toegelopen tegen het eind van de wandeling aan. Het was lang geleden dat we nog eens 25 varkens zo maar vrij in de wei hadden zien wroeten.
Voor de heenreis hadden we geopteerd voor de 8512 van 6:56, maar vermits de 8572 van 6:51 met 6 minuten vertraging reed, werd het uiteindelijk die. De planner suggereert trouwens de IR van 7:15, maar in de ochtendspits lijken 8 minuten aansluitingstijd ons toch wel weinig, en de aansluitende bus van lijn 420 rijdt echt niet zo frequent dat we ons veel fantasietjes kunnen veroorloven. P8572 wordt het dus tot Brussel-Zuid (6:51 - 7:03), dat we met 7 minuten vertraging bereiken. Loc 2114 sleept M4's; wij zitten in een goed gevuld rijtuig 51029. Het hoogtepunt voor de treinliefhebber in mij moet dan volgen tussen Brussel-Zuid en Jemelle. IC 2107 is sinds december nl. de gecamoufleerde EC 91 naar Zürich, en bestaat uit een schitterende sleep rijtuigen, met onze eigen I10'en en enkele SBB-rijtuigen, waaronder eersteklasrijtuig 61 85 1090 262. Loc van dienst is 2001. Heerlijk zitcomfort en een aangenaam interieur, waarom vind je dat bijna nooit meer op het Belgische net dat zijn toenmalige karakter en charme heeft opgeofferd aan metro-achtige toestanden? Het een moet toch kunnen zonder het andere te verwaarlozen? Tussen Brussel en Ottignies lopen we nogal wat vertraging op, en in Jemelle bedraagt die nog altijd 7 minuten. Met 12 minuten aansluitingstijd is er nog geen man overboord. Lijn 420 Aye - Nassogne (9:34 - 9:48) staat nergens op de haltepalen vermeld. Vermoedelijk heeft dat wat te maken met de aartsgevaarlijke provinciegrens tussen Namur en Luxembourg. Volgens een dienstregeling aan een haltepaal komt de 420 aan perron 1, wat in werkelijkheid perron 4 blijkt te zijn. je merkt het: de provinciegrens is ook een mathematische grens. Tot overmaat van ramp afficheert de bus ook nog 166b, maar de chauffeuse bevestigt me dat ze zich vergist heeft en herstelt haar foutje. Een erg recente Mercedes Citaro zonder nummer brengt ons naar Nassogne (9:34 - 9:48).
De terugrit verloopt volledig volgens het boekje: van Nassogne (waar de bussen van lijn 420 in beide richtingen langs dezelfde kant van de straat stoppen, wat gelukkig ondubbelzinnig is aangeduid) met een Mercedes Conecto van Penning (ab 5632-35) tot Jemelle (13:19 - 13:33), met een snelle overstap op de IC naar Brussel: (13:38 - 15:18). De Luxemburgse 3007 sleept M6'en. Helemaal vooraan hangt dubbeldekker 61024, die voor de gelegenheid goed gevuld is, met gelukkig rustige reizigers. Zelfs de peuters houden zich gedeisd. We komen stipt op tijd in Brussel-Noord aan, zodat we ook daar al na 4 minuten een aansluiting hebben met IR 3286 naar Geraardsbergen: 2 breaks; wij zitten achteraan in ms 426. We komen zelfs nog 2 minuten vroeger dan voorzien in Halle aan.
De weergoden gunnen ons zowaar nog een tweede mooie dag in deze voorlaatste Paasvakantie uit mijn carrière, maar andere plichten houden me in de voormiddag bezig, zodat we noodzakelijkerwijs overschakelen naar een noodprogramma. Het wordt een wandeling in Werchter van net geen 13 km, die ik destijds uit Info/Kreo van Vakantiegenoegens heb gescheurd. De fiche dateert uit 2003, en het wordt al snel duidelijk dat de term "noodprogramma" niet noodzakelijk pejoratief moet klinken. Meer, we worden geleid langs een reeks erg mooie landwegen (wat in een TWQ van 69 % resulteert, voor Vlaanderen zowat de max), al heeft de regen van de voorbije maand maart hier en daar voor flink veel slijk gezorgd. Maar liever dat dan kilometerlange asfaltwegen. Het wordt een echte rivierenwandeling met Dijle, Demer, Winge en Laak en het niet-verharde jaagpad langs de Demer is gewoon subliem in de eerste echte lentezon, die zich bovendien ook nog in het gezelschap van onschuldige cumuluswolken mag verheugen. Kortom, we hebben er eens te meer van genoten, ook van het prettige Werchter, nu dit even kan genieten van de rust tussen twee megaconcerten in.
We reden er als volgt naartoe:
in Halle namen we de CR 3762 (ms 649) van 12:58, die ons zoals voorzien in Brussel-Zuid om 13:16 deponeert; we kunnen nu min of meer kiezen tussen 2 IC's (die naar Liège en die naar Tongeren), maar de eerste is 4 minuten eerder in Leuven, en dezer dagen ongetwijfeld ook een stuk betrouwbaarder; IC 1712 bestaat uit 2 breaks, en wij nemen de 350. De rit naar Leuven (13:28 - 13:56) verloopt probleemloos; de trein arriveert zelfs 3 minuten te vroeg in Leuven. De bus van lijn 333 komt aan perron 7 - dat weten we uit de planner van De Lijn, en het is toch wel handige informatie. Het infobord vermeldt eerst geen, dan 2, later 3 minuten vertraging, en dat is exact zo. Het is ab 330306 van Staca-Van Mullem die ons naar Werchter brengt: (14:07 - 14:28), maar in Werchter rijdt hij al met 6 minuten vertraging.
's Avonds heeft de bus het makkelijker om volgens de dienstregeling te rijden: ab 330309 (een zusje van die van de heenrit) zet ons met amper 2 minuten vertraging in Leuven af; IC 540 komt net als eergisteren ruimschoots op tijd in Leuven aan; de rit naar Brussel-Noord verloopt zonder veel geschiedenis: loc 1357 sleept o.a. 11808, een rijtuig dat opvallend geruisloos rijdt. In Diegem halen we de CR naar Braine-le-Comte in, waarop we in Brussel-Noord overstappen. Ms 686 rijdt moeiteloos op tijd. Het gesprek tussen 2 treinbegeleiders in rust stoort wel enigszins de rit: zij houdt van katten, hij van honden, en dialoogschrijvers voor soaps hadden hier nog wel wat inspiratie kunnen opdoen. Maar al bij al maken ze er geen kermis van in eerste klasse, zoals het maar al te vaak gebeurt, en we komen dus zonder bloeddrukstijging thuis, na een aangename halvedagwandeling.
Maart 2008 breekt records, en dat zullen we geweten hebben. Onze wandelactiviteiten waren er zowaar stil van gevallen. Nu, mijn KMI-pluviometer heeft hier net de kaap van de 150 l/m² overschreden, en dat wil wat zeggen. Toch kondigt deze zaterdag zich vrij mooi aan, en dan zijn we natuurlijk niet meer te houden. We volgen een stukje van GR563, de cirkelvormige GR van het Land van Herve, en wel tussen Petit-Rechain en Baelen. Tussen Petit-Rechain en Andrimont valt het toch wel wat tegen: de Walen zijn zienderogen in de fase van verkavelen beland waar wij Vlamingen zo'n jaar of 20 geleden in terechtgekomen waren, en zo iets doet pijn in het mooie Land van Herve. Gelukkig wordt het vanaf Andrimont stukken beter, met van die typische trajecten door golvende weiden, die je langs portiekjes binnen- en buitenkomt. Stevig klimmen hoort daar af en toe ook bij en nu we toch wel meer dan een maand hebben stilgelegen, laat zich dat ook voelen in de kuiten. Met net geen 16 km is deze tocht dan ook lang genoeg geweest. Met een TWQ van 46 % scoort deze GR niet echt goed, en even volgen we zelfs een stukje drukke en gevaarlijke hoofdweg, maar in zijn geheel is dit toch een aangenaam en interessant traject.
We reden er als volgt naar toe: in Halle namen we IC 1906 (rijtuig 51039, met loc 2155) tot Brussel-Zuid (7:27 - 7:39) - een leeg Thalysstel verhindert vlot binnenrijden in Brussel-Zuid en dat levert 4 minuten vertraging op. Gelukkig is onze aansluiting ruim genoeg; Brussel-Zuid - Verviers-Central IC 506: loc 1357 duwt o.a. rijtuig 11817. Het wordt een heerlijk rustige rit. Dat de loc achteraan hangt is deze keer geen probleem voor het noteren van haar nummer, omdat we genoeg aansluitingstijd hebben in Verviers: ik kan dus rustig achteraan gaan kijken. In Verviers konden we volgens de planner een stadsbus van lijn 702 nemen, maar die komt niet voor het station. Daarom opteren we voor een bus van lijn 38b, die vertrekt om 9:40. Het is ab 5.593; bij kenners doet dit ongetwijfeld een belletje rinkelen, want die heeft wel een erg bijzondere schildering: donkerpaars is de hoofdkleur. Ik vraag me af hoe je die uit het drukke verkeer moet pikken als je ergens onderweg langs een halte op je bus staat te wachten. Hier voor het station van Verviers is dat natuurlijk geen probleem. Ik tik twee maal twee zones in, en realiseer me pas als we al zitten dat de reis tot Petit-Rechain 3 zones lang is. Als een voorbeeldig burger stap ik opnieuw naar voren; de chauffeur moet zelf eens op zijn fascicule kijken voor het aantal zones, maar het zijn er inderdaad 3. Twee keer +1 indrukken dus, en we zijn weer in regel. Op hetzelfde moment rijden honderden Belgen zwart of grijs op trein, tram en bus. Kom ik echt uit een ander tijdperk? In Petit-Rechain stappen we uit aan de halte Orphéon. Dat zou fanfarekorps moeten betekenen volgens mijn woordenboek, maar we stappen er even anoniem uit als altijd, geen bazuingeschal voor onze blije intrede in deze deelgemeente van Dison, een van de armste van België volgens recent onderzoek. GR563 kruist hier letterlijk het traject van lijn 38b, zodat we ons geen beter beginpunt kunnen dromen.
Voor de terugrit hebben we de keuze tussen 2 mogelijkheden. Je kunt lijn 725 immers zowel in richting Verviers als richting Eupen nemen, en toch op dezelfde trein aansluiten. Die naar Verviers rijdt door om 14:47, die naar Eupen om 14:48. De tariefsystemen van onze Belgische OV-maatschappijen maken de omweg van een 20-tal km goedkoper, want minder TEC-zones. Met de Railpass van de NMBS maakt het niet uit of je vanuit Eupen of vanuit Verviers vertrekt. Deze bussen rijden een halfuurdienst, en de bus is gezellig gevuld. De bus (ab5664, net zoals die van vanmorgen een Renault R-312) is onmiskenbaar van de stelplaats Eupen. Dat merk je aan de Duitse mededelingen in de bus. Even vrezen we dat we de verkeerde keuze gemaakt hebben, want de bus rijdt met een 6-tal minuten vertraging, en van het Bushof tot het Bahnhof is het toch nog zo'n 8 minuten stappen. Maar we houden uiteindelijk nog 2 minuten over. IC 538 naar Oostende wordt gesleept door loc 1355. Wij kiezen voor rijtuig 11815, waarin het vanaf Liège net iets te rumoerig wordt om aangenaam te blijven. Een groep Oost-Vlaamse wandelaars is duidelijk nog niet moe, en een vader-treinfanaat brengt zijn dochtertje op de hoogte van de problemen met het Hellend Vlak van Ans, de snelheid van treinen op de HSL en meer van die interessante dingen. Ik kan hem niet op een foutje betrappen. In Brussel-Noord staat ms 826 al te wachten als trein 3938. Een vlotte overstap tijdens het weekend, wij van Halle zijn het nu al 2 jaar anders gewend. We bereiken Halle zoals voorzien om 17:28.
In 1996 al verscheen Voettocht in het Pajottenland, kortweg VIP, en zoals dat onze gewoonte is stappen we stukje na stukje, langzaam maar zeker, het gehele ringvormige pad van 205 km. Vandaag staat Vlezenbeek - Pepingen op het programma, en voor een Pajot zoals ik, geboren in de Parel van het Pajottenland (Gooik), zou dat een hoogdag moeten worden, ook al omdat we door Beert komen, het dorp waar ik zowat mijn hele jeugd heb doorgebracht. De tocht voert van Vlezenbeek langs Sint-Pieters-Leeuw, Halle, Beert en Bellingen naar Pepingen, en dat is net iets meer dan 19 km. De verwachtingen waren redelijk hoog gespannen, en toch bleek dit deel van het Pajottenland als wandelgebied wat overroepen. Akkoord, de gemeente Sint-Pieters-Leeuw spant zich danig in voor het behoud van de vele voetwegen, maar vaak is er net iets te veel koterij om mooi te zijn. Halle heeft zijn basiliek, maar de doortocht is voor de rest steriel, en na Halle wordt het landschappelijk plots allemaal erg mooi, maar een ruilverkaveling oude stijl (niet dat de nieuwe zoveel beter zijn), de grijpzucht van de boeren en later van de inwijkelingen hebben er hier dan weer voor gezorgd dat zo goed als alle voetwegen verdwenen zijn en dat de veldwegen verhard zijn. Niet dat dit traject nu echt waardeloos zou zijn, maar het is ook geen topper, al zullen de meeste stappers uiteindelijk wel enigszins bevredigd huiswaarts keren. De TWQ van 32 % is toch wel een indicatie dat het beter zou moeten. Het pad is bewegwijzerd met blauw-gele streepjes. Bij de bewegwijzering werden de richtlijnen van de GR's strikt toegepast, wat het pad makkelijk te volgen zou moeten maken. Er werd echter veel gebruik gemaakt van zelfklevers en die hangen op vele plaatsen los, als ze al niet helemaal verdwenen zijn. Op een plaats word je naar rechts gestuurd, waar het links moet. Ik ontdekte er wel een nieuw wegje mee, maar belandde uiteindelijk op de Ninoofsesteenweg, en dat is niet meteen gezellig.
Geen trein deze keer, maar wel twee tamelijk goed aansluitende bussen: we reden van Halle (Station) naar Lot (Station) met een bus van lijn 154, een mij wel bekende Jonckheere Transit 2000 van de stelplaats Ukkel (3944) met Elvis aan het stuur; we vertrekken om 8:50 en komen om 9:04 in Lot aan. Daar is het even wachten op de bus van lijn 172 van 9:13. Die komt om 9:25 in Vlezenbeek aan. het is opnieuw een Jonckheere Transit 2000, de 3026-22, en dan weet je dat pachter Modern Toerisme op deze lijn rijdt. De terugkeer is nog eenvoudiger: in Pepingen nemen we lijn 153 (ab 3942 - opnieuw Ukkel met een Jonckheere Transit 2000), en die komt 8 minuten te laat aan te Halle Station. Zeker op zaterdagen kan de doortocht van Halle met veel hindernissen verlopen. Maar het deert ons niet echt: we hebben een schitterende, zonnige dag achter de rug, en het besef dat het morgen even goed en mooi wordt stemt ons gelukkig. Dan stappen we immers Hacowa 91, met 30 deelnemers onder onze hoede. We doen een tocht die we vorig jaar deden nu eens met de groep over, nl. langs GR122 van Moortsele naar Munkzwalm.
Wie meer foto's van de tocht Vlezenbeek - Pepingen wil bekijken kan hier terecht: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/vlezenbeek%20-%20pepingen/ . je vindt op deze site trouwens ook nog massa's andere foto's.
Een van de eerste streek-GR's in ons land was de "Mol-Om". We stappen hem tegenwoordig al voor de 2de keer. Vandaag zijn we alweer aan Mol - Postel toe. Mol is een enorm uitgestrekte gemeente, en zoek ons beginpunt dus vooral niet in het centrum. On startpunt vandaag ligt ergens tussen Mol-Rauw en de Stevensvennen. Het wordt een tocht door een bij momenten heus stiltegebied, langs een eindeloze reeks boswegen. En daar ligt misschien precies de zwakte van dit tracé: de relatieve eentonigheid, die nog geaccentueerd wordt doordat veel van de boswegen ook nog geflankeerd worden door die smalle (of minder smalle) geasfalteerde of gebetonneerde fietspaden, waar Limburg een patent lijkt op te hebben. Misschien zou men maar eens moeten proberen om het hele staptracé te hertekenen, en de kleinere paadjes op te zoeken, al zal dat geen sinecure zijn, want heel wat bossen en wegen lijken hier privé. De eerste warme uitnodiging om wat kleinere paadjes op te zoeken kregen we zowaar van ons aller Albert II, die een deel van de wegen, beheerd door de Koninklijke Schenking, openstelt voor wandelaars. Met een TWQ van 76 % scoort deze wandeling erg hoog, al geeft dat een enigszins vals beeld van de kwaliteit ervan. Let wel, dit is nog altijd een traject dat best te doen is, en na 19 km heb je dan ook erg genoten; aan de Abdij van Postel vind je trouwens voldoende gelegenheid voor een waardig orgelpunt.
Op weekdagen is een reis naar de verre Kempen best doenbaar. Dat is te danken aan de rechtstreekse IC Brussel - Turnhout, die sinds december ook nog eens een goede aansluiting geeft in Herentals met de IR naar Mol en Neerpelt. Als je de wijziging aan de dienstregeling in de Kempen in december jongstleden nu eens niet door de enge oogkleppen van enkele Turnhoutse forensen bekijkt, dan kun je maar je tot een conclusie komen: de verschuiving met een half uur van de IC Brussel-Turnhout is een hele stap vooruit. We deden het als volgt:
Halle - Brussel-Zuid IR 3256 (ms 393, met nog 2 andere) 7:15 - 7:25. De trein vertrekt stipt op tijd in Halle, maar loopt tussen Lot en Ruisbroek zo'n 9 minuten vertraging op. Gelukkig gaat het voorbij Ruisbroek opnieuw vlot, zodat we de beoogde aansluiting toch nog halen. Bovendien is er een overstap op hetzelfde perron; Brussel-Zuid - Herentals IC 3407 (loc 2148 duwt een stel M5); wij zitten in 51502. Het is al een tijdje geleden dat we voor zo'n een lange rit nog eens in deze oude dubbeldekkers gezeten hebben, maar de bezetting is van die aard, dat het nog wel meevalt. We moeten zowaar onze halveprijskaarten tonen, maar mij zul je daar niet over horen zeuren; in Herentals wordt de IR 3208 naar Mol aangekondigd met een vertraging van 12 minuten, als gevolg van een wisselstoring in Lier. Mogelijk is dat ook de reden waarom wij een tijdje op tegenspoor reden tussen Lier en de vertakking Nazareth, maar erg zeker weet je dat nooit. Mw 4152 verkleint de vertraging tot 11 minuten in Mol. De aansluiting is ruim, zodat we niet in de problemen komen. Het is ab4412-25 (Bronckaers, ik bedenk Bronck Cars als frimanaam, heeft een Jonckheere Transit 2000 uitgestuurd) en die zet ons met 3 minuten vertraging af aan de halte Kiezelweg.
De terugweg is nog iets complexer. Omdat ik meestal een vrij nauwkeurige berekening maak van de staptijd, maar niet altijd correct de pauzemogelijkheden kan inschatten, heb ik nog geen belbus gereserveerd. Dat zal ervan afhangen of we een vroege koffie kunnen nemen aan/in De Blauwe Kei, en die blijkt inderdaad al vanaf 10:00 open te zijn. Het is vandaar dat ik de belbus reserveer voor 16:45.
Postel ligt in een van die belbusgebieden die nergens aansluiten op de trein. Belbusje 1007-02 van Kroon Reizen (een Mercedes Sprinter) zal ons dan ook naar Retie moeten brengen, waar we over kunnen stappen op een "reguliere" lijn naar Mol. Zoals gewoonlijk ontspint er zich een gesprekje met de vriendelijke bestuurster, die vraagt of we verder naar Turnhout of Mol moeten. In functie daarvan zet ze ons aan de juiste kant van de straat af. Het is dankzij deze belbus dat we de Mol-Om niet meer hoeven op te splitsen in deeltrajecten van soms wel 35 km, en de Limburgse chauffeur van deze Antwerpse belbus hoort me dat met veel plezier zeggen. In Retie hebben we onverwacht snel aansluiting met een bus van lijn 470 naar Mol(17:01 - 17:17). Het is ab3589 (een Van Hool A600 van stelplaats Mol). Even ziet het ernaar uit dat we zelfs nog de L-trein van 17:17 in Mol halen, maar de gesloten overweg beslist daar anders over. Het wordt dus de geplande terugrit: eerst IR3238 (mw 4143) van Mol naar Herentals (17:57 18:15): stipt, aangenaam warm en rustig; dan IC3439 (ms 373 - zie zondag) van Herentals naar Brussel-Noord (18:21 - 19:13) en nog onverwacht CR 1590 (ms 646) naar Halle (19:17 - 19:37). Eigenlijk zit de Vastenvakantie er voor ons al op. Met drie dagen stappen zonder neerslag mogen we niet klagen.
Alhoewel de Vastenvakantie voor ons een uitgelezen periode is om ook eens tijdens de week te stappen, verkiezen we deze keer op zaterdag én zondag te stappen, want de weersvooruitzichten zijn eerder somber voor de komende vakantieweek. Nummer 1201 wordt een tocht langs de GR Kempen, alweer een vervolg op een wandeling uit 2007, namelijk tussen Arendonk en Dessel. Ten westen van Arendonk bleek de vorige keer een gebied te liggen dat niet bepaald een schitterend wandelgebied genoemd kon worden, maar ten oosten ligt een aantrekkelijk watergebied, met de Wamp in de hoofdrol. Die loopt nog in een keurslijf door het gemeenteparkje, maar eenmaal in de vrije natuur is het een rustig riviertje, dat zijn overschotten deponeert in min of meer grote moerassen of vijvers. Die waren meteen een eerste markant punt op deze 17 km lange tocht. Later volgden we een tijdje het kanaal Dessel - Schoten, geprangd tussen fantastische bomenrijen, die in de winter nog extra fotogeniek worden. En ten slotte was er nog een rustig en aangenaam traject langs De Gracht, een artificieel afleidingskanaal, dat zich wondergoed heeft weten te vermommen als een natuurlijke waterloop. Alleen op het einde werden we even ontgoocheld door een trajectwijziging. Een ongetwijfeld interessante trage weg langs de Voorste Nete is afgesloten, en een rechtzaak brengt voorlopig geen soelaas. Toch scoort deze GR met een TWQ van 62 % niet echt slecht, als is elk bijkomend stukje (onverharde) trage weg meegenomen. Alles samen werd het een wandeling die best te doen was: zwakke punten zijn nu eenmaal zo goed als onvermijdelijk, maar als hij af en toe echt interessant stukjes gepresenteerd krijgt, is een mens al snel tevreden.
Het ontbreken van een rechtstreekse Brussel - Turnhout tijdens het weekend maakt de verplaatsing natuurlijk wel wat complexer. Maar voor een keer is de aansluiting in Brussel geen werk van lange adem door de zondagsdienst tussen Halle en Zuid. We nemen de IC 1906 (met loc 2139 vooraan - verrassend, want deze IC's reden tot in december allemaal met de loc achteraan naar Brussel - en rijtuig 51036 en nog een stuurstandrijtuig achteraan) en komen zo goed als op tijd (+1) in Brussel-Zuid aan. Tussen Brussel-Zuid en Antwerpen-Berchem willen we de 3258 (ms413) nemen, een semi-direct van vroeger pur sang, dachten wij, maar vanaf Mechelen begint hij plots ook als stoptrein te rijden, net als tussen Brussel en Mechelen. Papieren spoorboekje, aankondigingsbord in Brussel-Zuid en ARI waren nochtans unaniem: rechtstreeks van Nekkerspoel naar Berchem, met voorziene aankomst om 9:00. Blijkt dat deze trein o.a. vandaag als stoptrein rijdt. Gelukkig is er een bereidwillige treinbegeleider die Berchem van onze komst op de hoogte stelt, want de aansluiting met de IR naar Turnhout zou anders ongetwijfeld vertrokken zijn. Op spoor 9 (op hetzelfde perron dus) staat de IR 4929 (ms 373) mooi op ons te wachten. Tijd om beide treinbegeleiders en onderstationschef te danken voor deze service is er nauwelijks, maar we slagen er toch nog net in, en willen onze dank graag nog eens langs deze weg bevestigen. Vier minuten vertraging kost dit, maar vanaf Herentals is die vertraging geheel ingelopen. Achteraf bleek dat ik de werfinfo had moeten raadplegen: dan had ik geweten dat er werken waren op lijn 25 en dat de treinen tussen Mechelen en Antwerpen volgens een bijzondere dienstregeling reden. Binnenkort moet ik een dag vakantie nemen om uit te pluizen waar de dienstregelingen gewijzigd zijn, en waar de GR's verlegd zijn. Maar kom, dankzij de goede wil van het NMBS-personeel komen we op tijd in Turnhout aan, waar we de bus van lijn 480 naar Arendonk (Reusel) nemen. Het is een gelede Van Hool van stelplaats Turnhout (ab 4798) op dit vroege zondaguur in die richting wel erg ruim bemeten. Dat is ook de dienstregeling van deze lijn, blijkbaar, want we komen 6 minuten vroeger dan voorzien in Arendonk aan.
De terugkeer uit Dessel wordt wel getroffen door de gekke weekenddienstregeling tussen Brussel en Halle. Het begint nochtans goed (?) met een bus van lijn 470 die 3 minuten te vroeg in Dessel aankomt, en in Mol al 6 minuten voor zit op zijn schema. Het is een standaard Van Hool deze keer: ab3590 van stelplaats Mol. In Mol hebben we nu eindelijk de tijd om het nieuwe station te keuren. In vergelijking met dat van La Louvière de dag voordien lijkt dit luxueus. De rit naar Antwerpen-Berchem verloopt rustig met drie mw41: wij zitten in de middelste, de 4140. Het vierkant wiel krijgen we er gratis bij. (15:57 - 16:39; de trein rijdt probleemloos op tijd.) In Antwerpen-Berchem hebben we 5 minuten overstaptijd naar de IC naar Brussel-Zuid. Tot mijn verbazing, ontroering en blijdschap komen drie bordeaux stelletjes aangereden. Doorsnee reizigers zullen wel anders reageren wanneer ze dit zien, maar ik wil best nog wel eens tussen Antwerpen en Brussel sporen zoals vele jaren geleden. Ms 667 komt daar uitstekend voor in aanmerking. Ondanks 2 werven (Kontich en Vilvoorde) blijft de vertraging beperkt tot 3 minuten in Brussel-Noord.
Geen nood want we hebben er 51 minuten aansluitingstijd. De Hermes is op zondag gesloten, en de schaarse etablissementen in de middengang dito of sowieso te goor, dus wordt het wachten op een harde bank in de grote stationshal. Twee sudoku's en een interview met Stevaert later stappen we in stel 812 dat vandaag de IR naar Binche doet: 18:08 - 18:28. Een minuutje later dan 18:28 stappen we in Halle uit, heimelijk hopend dat we in de komende week nog eens op uitstap kunnen.
De laatste wandeling is echt wel al een tijdje geleden nu, maar vandaag trekken we voor de 1200ste keer onze wandelschoenen aan. Ik heb er eerlijk gezegd geen idee meer van hoeveel paren Meindl, Lowa en dies meer we al versleten hebben, sinds we in 1976 begonnen met stappen door het hele Belgenland. Nummer 1200 ligt in Wallonië op ons te wachten. Het is een deel van de GR 12 (Amsterdam - Parijs) tussen Seneffe en Mariemont. Dat is net geen 16 km. Op ons parcours worden we getrakteerd op een kasteel (Seneffe), een oud kanaal mét tunnel (een Kanaaltunnel, dus), een schitterend stuk langs de Ruisseau de Scailmont en een fraai kasteelpark annex museum in Mariemont. Dat het pad langs de Ruisseau de Scailmont ons verrast, heeft een dubbele reden: niet alleen is het van een onverwachte schoonheid, het komt ook niet voor in de topogids, want het is een wijziging na het verschijnen ervan. Eigenlijk zou je dat altijd eerst eens moeten nakijken, en de trajectwijziging in Godarville had ik wel gevonden op de website van de SGR, die in de buurt van La Hestre niet. Natuurlijk moet je in deze streek ook rekening houden met minder fraaie stukjes, maar de ontwerpers zijn er erg in geslaagd om die tot een minimum te beperken. Het TWQ bedraagt 70 %.
Eigenlijk ligt de bestemming bij de deur, maar met het openbaar vervoer wil dat niet altijd zeggen dat je er ook snel komt. Toch gaat het vandaag vlot: De planners suggereren een verbinding via Manage, met een overstap aldaar tussen 2 bussen, maar de verbinding met een treinoverstap meer, en maar één bus, duurt nauwelijks langer, en zo vermijden we ook nog een half uur overstap aan het station van Manage. Het wordt het volgende: - van Halle (8:16) naar Brussel-Zuid (8:34) nemen we de L naar Leuven (3657 - vandaag ms 978, een gemoderniseerd klassiek stel, dat nu pronkt in de GEN-kleuren); - in Brussel-Zuid (8:45) nemen we de IC naar Charleroi-Sud (2029) tot Nivelles (9:11) - vierledig stel 833 kwijt zich keurig van haar taak als manusje-van-alles - de treinbegeleider begint een babbeltje over wandelen langs oude spoorlijnen en over de oude lijn 141 die in Nivelles zwaar toegetakeld is in het kader van het GEN; het enige wat op dat vlak voor vandaag op het programma staat is een kort stukje langs de vroegere lijn 113 Manage - Piéton, waar ik destijds nog over tufte in L-rijtuigen, M1's en autorails van de reeksen 45 en 46. Ik zal pas vandaag ontdekken door welk schitterend strookje bos deze lijn liep tussen Manage en Bellecourt. Ik betrap er me zelf trouwens op dat ik al even moet nadenken over de haltes van deze lijn; het is dan ook weldra 25 jaar geleden; - in Nivelles nemen we de bus van de TEC-Brabant-Wallon van lijn 72 naar Manage. Het is ab 6683, een Irisbus Agora S, van stelplaats Nivelles, voor ons een eerste kennismaking met dit type bus. De bus zit aardig vol, want het is markt in Nivelles, en de lijn loopt in een wijde boog rond dit stadje, zodat eerste nogal wat reizigers kunnen opgepikt worden. Het gros stapt uit in de buurt van de markt, en ze worden natuurlijk afgelost door marktbezoekers op de terugweg. Ondanks de drukte slaagt de chauffeur erin ons stipt op tijd (9:52) aan de halte Seneffe Centre te deponeren.
De terugreis verloopt redelijk eenvoudig, al had het nog eenvoudiger gekund, mocht de treinhalte Mariemont nog bediend worden, maar die is net als lijn 113 gesneuveld onder het bewind van een baardige smurf die zichzelf expert in alles waant/waande. Nu wordt het dus de bus van lijn 82. We staan met drie te wachten, wij twee en een dame met een schattig accent dat met het mijne mag wedijveren. De bus komt eraan met nauwelijks 3 minuten vertraging en volgens onze medereizigster mogen we van geluk spreken, want deze bussen hebben vaak veel vertraging. Ik bedenk dat wat vertraging me eigenlijk niet echt kan schelen: de week voordien is er nog een bus van deze lijn gewapenderhand afgeleid naar Gosselies, wat uiteraard een staking tot gevolg had in de voorbije week. Het is ab3605 (een Van Hool A500, van stelplaats La Louvière) en deze keer is het staan geblazen, want we zijn niet de enigen die naar La Louvière willen. Morlanwelz (Saint-Arthur) 15:14 - La Louvière 15:32. Aan de halte Carrefour du Gazomètre (lekker verwarrend want vlakbij het station) is de vertraging al opgelopen tot 8 minuten, maar geen nood: onze trein vertrekt pas om 15:59; de IR 3915 (ms 825) brengt ons rechtstreeks naar Halle, waar we zoals voorzien om 16:31 aankomen. Het wordt een ritje zonder geschiedenis, maar met een vriendelijke treinbegeleidster.
Sneller dan voorzien binden we vandaag al opnieuw onze wandelschoenen aan. "Ze" voorspellen dan ook een mooie zondag, en zo aan het eind van een vakantie is er wel wat tijd op overschot. In De Wandelvogel van januari 1997 verscheen een taalgrenswandeling met de naam Rond d'Hoppe en Bos-te-Rijst. Ze is net geen 11 km lang, en brengt de wandelaar langs enkele pareltjes: het Bos-Terrijst (zo spelt het NGI het), het golvende landschap, de lange onverharde weg naar de Caplette met de imposante zandstenen in de holle weg. Eigenlijk zou daar ook nog een deel van Pottelbergbos moeten bij zitten. Maar het bos is sinds 2001 privé geworden, en bron van conflict tussen natuurbeschermers en de snode eigenaar die de uitgegraven zandgroeven liefst van al met afval vol zou willen storten. Van deze toestand zijn vooral de liefhebbers van prachtig beukenbos, de GR-wandelaars en een VRT-cameraman de dupe. De beschreven weg is langs beide zijden met poorten afgesloten. Met een TWQ van 48% scoort deze wandeling niet eens erg hoog op dit vlak, maar wees gerust: het is een pareltje, en het beton en asfalt worden ruimschoots goedgemaakt door de vele vergezichten op o.a. het Muziekbos en Ronse.
In Halle rijden de treinen tijdens het weekend nog altijd gegroepeerd over enkele minuten (3 treinen in een tiental minuten en toch bijna geen enkele goede aansluiting in Brussel) en dat ondervinden we vandaag ook weer aan den lijve. We vertrekken in Halle om 8:27 (8:32 was onze doeltrein, maar we waren ruim op tijd) met IC 1907. Dat zal nog wel gebeuren, want als je kunt kiezen, kies je natuurlijk voor de M4's van deze IC, liever dan de nochtans ook knusse vierledige stellen van de IR uit Binche. Loc 2128 duwt o.a. het stuurstandrijtuig 58038. Ik merk dat deze IC's nu via lijn 96A rijden, wat in het spoorwegjargon uit de streek de "ceintuur" heet, omdat deze lijn zich zo mooi rond de spoorweginstallaties van Vorst legt. Door deze trein te nemen is de overstaptijd in Brussel-Zuid nu al 57 minuten lang, in plaats van de voorziene 52. Het is toch wat van het goede te veel. Om 9:35 komt IC 2331 aangereden (ms 409). Die zal ons probleemloos op tijd afleveren in Zottegem, waar we 7 minuten overstaptijd hebben naar bus 21 Zottegem - Ronse. Het is (alweer) een Jonckheere Transit 2000 (ab2290-54), van de firma Geenens, die haar garage pal bij onze afstaphalte heeft liggen.
De terugreis zou analoog moeten verlopen, opnieuw met een reuzeoverstap in Brussel-Zuid. Dezelfde bus met dezelfde chauffeur brengt ons stipt naar Zottegem (15:13 - 15:40). Daar stappen we over op de even stipte IC 2314 (1 break, nl. de allereerste: 301). Tussen Denderleeuw en Brussel-Zuid zijn 4 minuten extratijd in de dienstregeling geïnjecteerd, want weldra moeten ook daar de werken voor het GEN beginnen. Zolang er geen hinder is, zijn die minuten eigenlijk overtollig, en dat blijkt ook: we komen om 16:21 aan in Brussel-Zuid i.p.v. om 16:25. Zo halen we zelfs nog de IC naar Moeskroen van 16:21, die nu aan de kant van de perrons met de lage nummers komt, op weg naar lijn 96 A. Met loc 2107 en rijtuig 51043 komen we 55 minuten vroeger dan voorzien in Halle aan. Ik geloof niet dat we ooit nog eens zo veel geluk hebben met deze verbinding.