Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
12-05-2008
12 mei 2008
Dit lijkt wel op een meimaand uit de literatuur, want het goede weer kan voorlopig niet stuk. Dus profiteren we ook van deze Tweede Sinksendag (klinkt zoveel mooier dan Pinkstermaandag, omdat het herinneringen oproept aan een verre jeugd in een gaaf Pajottenland). We trekken nog eens naar de Vlaamse Ardennen, en stappen langs GR122 van Opbrakel naar Ronse. Het lijkt erop dat de vzw Trage Wegen hier nog niet is doorgedrongen, want het traject zoals beschreven in de topogids is op een drietal plaatsen gewijzigd. Dat kan betekenen dat de gevolgde paden niet langer begaanbaar zijn, maar het kan natuurlijk ook gewoon betekenen dat eigenaars (?) bepaalde wegen afgesloten hebben. Met een TWQ van 55% scoort deze GR niet echt hoog, maar het landschap maakt natuurlijk veel goed. De doortochten van Brakelbos en Muziekbos (af en toe echte kathedralen van beuken) zijn zonder meer subliem, en dat het Pottelbergbos afgesloten is, is niet echt een probleem, want de wegen die er rond lopen, zijn minstens zo aangenaam. Buiten het bos krijg je namelijk de mooiste uitzichten. De tocht is zo'n 21 km lang, waarvan iets meer dan 1 km tussen GR122 en het station van Ronse.
Treinen en bussen reden vandaag allemaal stipt. Toch is de verplaatsing geen sinecure. De onhandige concentratie van alle treinen tussen Halle en Brussel-Zuid in een 10-tal minuten is daar de schuldige van. Planners geven zelfs een mogelijkheid met bus 170 tussen Brussel en Halle. Om de lange wachttijd in Brussel-Zuid te vermijden, proberen we deze reisweg uit, volledig reglementair overigens, want we kunnen 2 minuten later vertrekken en 2 minuten vroeger aankomen. Magere troost, want zo komen we nog altijd aan meer dan 2 uur verplaatsing voor een reisje naar onze achtertuin. In Halle nemen we IC 1929 naar Ath (8:34 - 9:00) - loc 2135 sleept o.a. M4 58054. In Ath is er een vlotte aansluiting naar Geraardsbergen met L4879 (9:07 - 9:30); treinstel van dienst is City-Rail 994. In Geraardsbergen is de aansluiting minder goed; 28 minuten wachten - gelukkig staat de trein er klaar: mw 4190 brengt ons van 9:58 in 12 minuten naar Zottegem. Veel valt er op deze 3 treinen niet te beleven. Het worden dus rustige ritten, en dat vind ik nog altijd zalig. In Zottegem nemen we de bus van lijn 21 (10:20 - 10:42) tot Opbrakel met bus 2208-38 van de firma Geenens. In het bushokje aan het station van Zottegem hangt een vervallen dienstregeling. Het is nooit een probleem om De Lijn op foutje ste betrappen.
Voor de terugrit kiezen we toch een reisweg langs Brussel. Mw 4181 brengt ons van Ronse naar Oudenaarde zonder problemen (17:12 - 17:22). In Oudenaarde stappen we over op de IC naar Lokeren, IC 2316, die uit 1 break bestaat: ms 374. Onnodig te zeggen dat dit nauwelijks voldoende is bij het begin van de zondagavondspits.Wat me opvalt is het aantal studenten dat voor de wekelijkse trip naar het kot de eerste klasse ontdekt heeft. De lage tarieven zullen er wel niet vreemd aan zijn, en er wordt ook duchtig gestudeerd. Normaal komt deze trien om 18:25 aan in Brussel-Zuid, en krijgen wij een overstaptijd van 49 minuten in de maag gespitst, maar de IC doet het tussen Denderleeuw en Brussel 4 minuten sneller dan voorzien, zodat we zelfs zonder lopen de L 3689 halen (18:26 - 18:44). Zo hoeven we niet eindeloos lang op onze aansluiting te wachten, en de 3 kwartier tijdwinst zijn op deze zomerdag natuurlijk meegenomen.
Het is wel duidelijk dat deze meimaand 2008 zich opmaakt voor een "specialleke" op weergebied, en daar willen we natuurlijk in de mate van het mogelijke van profiteren. Vandaag stappen we zo'n 16 km langs GR 5 tussen Spa en Stavelot. Je zou deze tocht als volgt kunnen samenvatten: twee keer klimmen en twee keer dalen. Kenners weten dan meteen dat dit geen gemakkelijke tocht is, maar de stapper wordt uitbundig beloond: van Spa gaat het de hoogte in naar de Fagne de Malchamps, dan is het weer zakken naar de vallei van de Roannay, gevolgd door stijgen naar de Fagne de Bellaire, en dan gaat het resoluut naar de vallei van de Amblève, in Stavelot. Spijtig genoeg hebben de droogte en de warmte ook hun keerzijde: de Venen zijn verboden terrein, en dat noodzaakt een verkorting, die trouwens keurig in de topogids beschreven wordt. Ik vraag me trouwens af of het te volgen pad wel echt afgesloten was, want ik kon nergens een rode vlag bespeuren. Met een TWQ van 84 % doet dit stukje GR het echt goed. Als hoogtepunten zou ik willen vermelden: in Spa de Promenade des Artistes (langs de snel dalende Picherotte), het schitterende uitzicht vanaf de Fagne de Malchamps, met terrils op de achtergrond (!), en de Roannay in het gehuchtje Ruy.
De heenreis leek bijna vlekkeloos te verlopen, maar dat was zonder een nukkig treinstel in Franchimont gerekend. Lees maar: - in Halle namen we IC 1906 (ook nu waren we voor IR 3906 gegaan, maar we waren nu eenmaal op tijd om de eerste te nemen), naar Brussel-Zuid (7:27 - 7:39 - 1 minuut vertraging - loc 2129 duwde o.a. 58054); - in Brussel-Zuid konden we profiteren van een van de weinige goede aansluitingspatronen tijdens het weekend: de IC naar Eupen nemen we tot Verviers-Central (7:57 - 9:25) - loc 1353 duwt o.a. 11804. Het binnenrijden van Liège-Guillemins loopt even wat stroever, omdat niet alleen de tegenliggende IC naar Oostende buiten moet, maar ook een trein van 4 breaks, vermoedelijk een extra trein naar de kust. In Verviers resulteert dat nog in 1 minuutje vertraging; - de L-trein naar Spa-Géronstère (5480 - 9:43 - 10:15) staat al keurig te wachten: klassiek stel 254; ik had er eigenlijk heimelijk op gerekend dat hier nog wel een bordeaux stel zou rondrijden, en we hebben dus geluk. Nu ja, geluk: na Pepinster komt de charmante treinwachtster met het bericht dat een trein (vermoedelijk de 5479 dus) in Franchimont in nood staat, en dat we wat vertraging zullen maken, omdat ze ons stel aan de defecte trein zullen koppelen, waarna we verder rijden naar Spa. Geen man overboord, maar in Theux komt ze met een ander verhaal: onze trein zou beperkt blijven tot Franchimont, maar een bus zou ons oppikken en ons naar Spa brengen. Blijkt dat beide stellen (onze 254 en de al even oude 240) wel gekoppeld zouden worden, maar samen terug zouden rijden naar Verviers. Het is de TEC-bus 7551-07 die ons 35 minuten later dan voorzien aan de Géronstère deponeert. Onnodig te zeggen dat de bus meer dan vol zat, maar kom, de schade bleef beperkt tot een dik half uur vertraging, en dat calculeer ik meestal wel in in ons stapplan.
De terugreis verloopt gelukkig wat voorspoediger: - ab 7611-29 (van Wergifosse) brengt ons van Stavelot (Écoles) naar Trois-Ponts (16:30 - 16:39), zij het met 5 minuten vertraging, maar dat is geen probleem; - IR 116 (Trois-Ponts 16:50 - Liège-Guiillemins 17:42) telt 4 rijtuigen, waarvan 3 eersteklasrijtuigen, waarvan er 2 gedeklasseerd zijn. Wij zitten in de echte eerste klasse (rijtuig 11605) en het is de CFL-loc 3002 die ons sleept. Vertraging bij aankomst in Liège: 4 minuten. Dat geklooi met die eersteklasrijtuigen neemt stilaan toch wel dramatische vormen aan, want dit is geen toevallige, kortstondige oplossing: de deklasseringsklevers zijn daar al net iets te verweerd voor. Geen wonder dat niemand nog weet waar hij mag zitten, en dat de treinbegeleider blijkbaar ook niet meer de moeite doet om orde (?) op zaken te stellen; - in Liège is het nauwelijks wachten op IC 540 (dezelfde loc en rijtuigen van vanmorgen, deze keer kiezen we voor 11821), want de trein rijdt behoorlijk vroeg het station binnen; zowel tussen Liège en Leuven als tussen Leuven en Brussel nestelt een bont allegaartje van reizigers met tweedeklasbiljetten zich in eerste, maar de treinbegeleider kwijt zich voorbeeldig van zijn taak. Spijtig genoeg is er een bijna constante verkeersstroom van de ene zijde van de trein naar de andere, zodat dit zeker geen rustige rit wordt. In Leuven komen we 8 minuten te vroeg aan; met de 2 voorziene minuten stilstand betekent dat dus 10 minuten koekeloeren in een station dat ik bijna 40 jaar geleden ten overvloede heb leren kennen. Wat reserve in een dienstregeling kan geen kwaad, maar trop is te veel, en te veel is trop; - in Brussel-Noord nemen we de 3940 (19:08 - 19:28) naar Binche (ms 838), maar blijkbaar is de eerste koker van de NZV buiten dienst, zodat we met enkele minuten vertraging vertrekken, omdat een Thalys eerst de pijp in moet, en ook de IC naar Eupen nog even ons vertrek stremt. Doe daar nog een stilstand net voor Brussel-Zuid en een ommetje langs de 96A aan toe, en het mag een wonder heten dat we net onder de zes minuten vertraging blijven bij aankomst in Halle. Deze Pinksterzaterdag is dus niet echt een onverdeeld succes geworden voor de NMBS. Gelukkig is in de voorbije jaren de wandeling prominent gaan domineren boven de treinreis in mijn perceptie, en zo is dit toch een schitterende dag geworden. (Reis je nog wel graag per trein, vraag ik me soms wel eens af... ik vrees de dag dat het antwoord ondubbelzinnig NEE wordt, al denk ik dat het echte treingebeuren, dat zonder reizigers, me altijd wel zal blijven fascineren.)
Eigenlijk stond deze wandeling op het programma voor de Paasvakantie, maar we prijzen ons gelukkig dat we toen de buien schuwden: vandaag is het echt lente, en de thermometer gaat voor het eerst dit jaar over de 20°. Een schitterende dag is het dus geworden, ook omdat dit traject op GR126 tot de absolute topklasse behoort. Zwaar weliswaar, maar met voldoende ruimte om te recupereren. Niet altijd krijg je het volgende voorgeschoteld: 2 rivieren (Maas en Lesse), prachtige rotspartijen (Freyr, Chaleux en meer van dat moois), 2 kastelen (Freyr en het sprookjesslot van Walzin) en dat met een TWQ van 84%. Voeg daar voor de treinliefhebber nog bij: de oude halte van Walzin (waar enkele klassieke betonnen afsluitingen de tand des tijds hebben doorstaan), en een gedeelde brug over de Lesse, waar zowel de treinen als de stappers en fietsers (netjes gescheiden) gebruik van kunnen maken.
Echt ingewikkeld is de verplaatsing niet, al kan ik me voorstellen dat sommigen de neus ophalen voor een verbinding met 3 treinen. In Halle nemen we om 6:27 de IC 1905 naar Schaarbeek: rijtuig 58044 is niet eens leeg op dit vroege uur; achteraan duwt loc 2139. Zoals meestal waren we eigenlijk naar de IR van 6:32 gekomen, maar vermits we toch op tijd waren, ging de voorkeur naar de M4's van de IC. In Brussel-Zuid stappen we over op de IC naar Dinant (ms 401): 7:03 - 8:39. Door werken tussen Ottignies en Mont-Saint-Guibert maken we wat vertraging en die blijft tot Dinant: 6 minuten. Daar wacht de L (6058 - 8:51/8:55) naar Libramont, met mw 4163. Een groep scouts zorgt voor de ambiance, en het lawaai dringt moeiteloos door tot in eerste. De flinterdunne wanden zijn daar natuurlijk niet vreemd aan. Anseremme, een halte verder, lijkt nog te slapen op dit vroege (?) uur.
De terugrit gebeurt analoog: om 15:59 stappen we in Gendron-Celles in dezelfde mw van de heenrit. Die rijdt met enkele minuten vertraging, maar de aansluiting in Dinant wordt zonder moeite gehaald. IC 2437 (ms 375) staat al klaar. Die moet ons van 16:21 tot 17:48 naar Brussel-Noord brengen, en zal dat ondanks de eerder vermelde werken ook doen. In Dinant komt de onderstationschef er de treinbegeleider zowaar op wijzen dat het tijd is om te vertrekken. Heeft de eerste warme zon de arme man in haar greep gekregen? Onderweg doet hij nochtans goed zijn best. Tussen Namur en Gembloux en tussen Ottignies en Brussel-Luxemburg zitten er luidruchtige tweedeklassers in eerste. De capaciteit van dit ene stel is dan ook op het randje voor een IC tussen Namur en Brussel. Die tussen Ottignies en Brussel vormen samen een gezin (of hoe heet dat tegenwoordig?). Ze zijn helemaal achteraan ingestapt en komen dan met de smoes van de dag: "Pas pu passer!" Gelukkig voor hen, want anders waren ze ongetwijfeld achteraan op de koppeling van het treinstel geëindigd. In Brussel-Noord nemen we nu wel de IR naar Binche, omdat die daar altijd ruimschoots op tijd klaar staat. Treinstel 841 is vandaag IR 3939, en die komt zelfs nog iets te vroeg in Halle aan. Het is opvallend hoe warm het op deze eerste lentedag al is in dit vierledig stel, ongetwijfeld winter en zomer de best verwarmde stellen van allemaal.
Het aangekondigde weer nodigt uit voor een midweektussendoortje, en dat wordt Kampenhout, met een wandeling die een hanenschrede langer is dan 10 km. Kreo van Vakantiegenoegens zorgt elke maand opnieuw voor enkele wandelfiches: als een beschreven wandeling toevallig langs je voordeur komt, kun je dat de volgende zondagen meteen merken. Wij archiveren de fiches liever, om de wandelingen dan achteraf op een rustig moment te stappen. Deze fiche dateert uit 2001 en kreeg de naam "Door witloofland". Veel witloof hebben we niet gezien, en elke amateur zal je weten te vertellen dat witloof de mei niet mag zien, omdat het anders doorschiet; het aantal telers dat zich hier aan de vroege teelt waagt, is dan ook erg klein. Met een TWQ van 29 % is dit niet echt een denderende realisatie. Dat komt deels omdat de ontwerper hier en daar toch wel een kans heeft laten liggen, maar ook omdat de betonneringsdrang daar de voorbije 10 à 15 jaar voor verharding en verbreding van nogal wat wegen geleid heeft. Dat merk je vooral op de topografische kaart van het NGI, die uit 1994 dateert. Een stukje natuurreservaat (een uitloper van het Torfbroek), een rustig en aangenaam pad langs de Molenbeek en enkele ondertussen opgedroogde veldwegen zorgen voor soelaas.
De reizen heen en terug verlopen vlot. Zowel treinen als bussen rijden hier dan ook met een meer dan behoorlijke frequentie. In Halle nemen we IR 3712 (vandaag ms 329) van 13:46. Die raakt zondre problemen stipt in Brussel-Noord om 14:07. Op busperron 5 vertrekken de bussen van lijn 270 (naar Keerbergen), maar dat perron vijf is behoorlijk lang. Als de bus die komt aangereden dan helemaal tot het einde, tot in de open lucht, rijdt, lijkt het er zelfs even op dat we hem missen. Maar geen nood: andere reizigers weten wel waar ze moeten instappen. Ab 5037 (een gelede Van Hool van stelplaats Haacht) brengt ons in een goede drie kwartier naar Kampenhout (14:18 - 15:05). De bus rijdt behoorlijk op tijd, ondanks het stroeve verkeer in het Brusselse. 's Avonds is het een andere Van Hool (ab 4175, opnieuw van Haacht) die ons naar Brussel brengt. Ook deze bus rijdt stipt, en zet ons zelfs drie minuten te vroeg af aan de NMBS-halte Bordet, want deze hebben hebben we ons oog laten vallen op een ritje langs lijn 26. We halen zelfs nog een vroegere trein dan voorzien (3589, eentje naar Geraardsbergen - duikbril 942) van 18:39, zodat we om 19:12 in Halle aankomen. Dezelfde avond vernemen we dat het weer beter gaat met de stiptheid van de treinen, en dat hebben we vandaag alvast ondervonden. Al zullen de genomen treinen wel niet de vertragingsgevoeligste treinen van het net zijn.
Enkele jaren geleden begonnen we eraan, en nu naderen we langzaam maar zeker onze Vlaamse/Belgische/Europese hoofdstad. We stappen vandaag langs GR 12 tussen Mechelen en Humbeek en dat is net geen 16 km. Bepaalde stukken van dit deeltraject zijn zonder meer aangenaam tot verrassend, maar een flink deel lijdt ook aan de Vlaamse ziekte: te veel bebouwing (en met nog 45.000 woningen meer in het verschiet kan dat alleen maar erger worden) en te veel achtergrondruis, in dit geval van de autoweg die min of meer parallel loopt met de GR. Doe daar nog een doortocht van Mechelen die niet bepaald geslaagd is, bovenop, en je weet meteen dat de tocht geen totaal succes was. Toch wil ik even wat mooie stukjes in de verf zetten: het Vrijbroekpark was met al zijn lentebloemen en het eerste groen aan de bomen erg aangenaam, de Zenne zorgde voor een verfrissend en rustig intermezzo, en de Eglegemvijver zag ik voor het eerst niet vanuit de trein; tegen het einde aan vonden we nog een prachtige ouderwetse voetweg in Humbeek: ouderwets, want geen grind, geen klinkers en net smal genoeg om onbruikbaar te zijn voor alle andere misbruikers. Met een TWQ van 53 % scoort deze GR naar Brabantse normen nog vrij behoorlijk.
De verplaatsing was een fluitje van een cent: heen hadden we op de 3908 gerekend, maar het werd de 1908 (9:27 - 9:39) tussen Halle en Brussel-Zuid (loc 2110 duwt o.a. 51034), en daardoor waren we nog wat vroeger dan voorzien in Brussel. We kregen geen lange overstap in de maag gespitst deze keer, ondanks het weekend, en dat danken we aan de onechte IR naar Antwerpen: 3260 (ms 337) brengt ons van Brussel (10:05) naar Mechelen (10:37). Dat het met de Duitse discipline niet meer is wat het ooit geweest is, bewijst een Duits echtpaar van middelbare leeftijd door met hun tweedeklasbiljetten ondanks de twijfel in eerste te komen zitten.
Voor de terugrit moeten we terugvallen op een lange busrit tussen Humbeek en Brussel-Noord, met lijn 230 (16:12 - 17:06). Het is een Mercedes van de firma De Reys (ab 3017-08) die ons naar Brussel-Noord zal brengen. In de planner van De Lijn stond niets speciaals vermeld, maar toch is de halte Brug verplaatst, en dat moet je ook letterlijk nemen. Het hele schuilhuisje is midden in de werf terechtgekomen, en omdat we toch tijd genoeg hebben, stappen we maar tot de halte Kerk, waar men in De Bogaet bewijst hoe je zo'n etablissement kunt integreren in een bejaardentehuis. Enigszins tegen de verwachting slaagt de chauffeur erin de hele weg op tijd te rijden, zodat onze krappe aansluiting in Brussel-Noord toch gerealiseerd wordt. Om 17:12 nemen we IC 1938 (loc 2151 en rijtuig 58051) en we komen zelfs nog een minuutje vroeger dan voorzien aan in Halle. Enkele regendruppels proberen ons duidelijk te maken dat het KMI niet fout zat met zijn buien, maar het centrum van het land bleef toch grotendeels gespaard. Daar zijn wij alvast erg blij om, al stond er vaak meer wind dan prettig was. Maar als het droog blijft, is het al lang goed...
Nog een wandelingetje staat er op het programma (het zijn er uiteindelijk 3 geworden i.p.v. 5, door het slechte weer in de eerste week). Op een kaart van het Office Communal du Tourisme van Nassogne, gerealiseerd door het NGI, staan 23 bewegwijzerde wandelingen en wij pikken er de "Promenade des Combes" met vertrek en eindpunt in Nassogne uit. De wandeling is iets minder dan 12 km lang. Het is een echte boswandeling. Het eerste deel is een vrij ruige afdaling die ons uiteindelijk in de gezamenlijke vallei van enkele mooie bosbeken brengt, gevolgd door een lange, gestage klim. Daarna krijgt het asfalt spijtig genoeg de bovenhand en is er ondanks het bos niet zo heel veel meer te beleven. De TWQ bedraagt 43 %, wat toch wel een zwakke score is in een bij uitstek natuurlijke streek. Natuurlijk, dat zijn ook de scharrelvarkens die ons speels kwamen toegelopen tegen het eind van de wandeling aan. Het was lang geleden dat we nog eens 25 varkens zo maar vrij in de wei hadden zien wroeten.
Voor de heenreis hadden we geopteerd voor de 8512 van 6:56, maar vermits de 8572 van 6:51 met 6 minuten vertraging reed, werd het uiteindelijk die. De planner suggereert trouwens de IR van 7:15, maar in de ochtendspits lijken 8 minuten aansluitingstijd ons toch wel weinig, en de aansluitende bus van lijn 420 rijdt echt niet zo frequent dat we ons veel fantasietjes kunnen veroorloven. P8572 wordt het dus tot Brussel-Zuid (6:51 - 7:03), dat we met 7 minuten vertraging bereiken. Loc 2114 sleept M4's; wij zitten in een goed gevuld rijtuig 51029. Het hoogtepunt voor de treinliefhebber in mij moet dan volgen tussen Brussel-Zuid en Jemelle. IC 2107 is sinds december nl. de gecamoufleerde EC 91 naar Zürich, en bestaat uit een schitterende sleep rijtuigen, met onze eigen I10'en en enkele SBB-rijtuigen, waaronder eersteklasrijtuig 61 85 1090 262. Loc van dienst is 2001. Heerlijk zitcomfort en een aangenaam interieur, waarom vind je dat bijna nooit meer op het Belgische net dat zijn toenmalige karakter en charme heeft opgeofferd aan metro-achtige toestanden? Het een moet toch kunnen zonder het andere te verwaarlozen? Tussen Brussel en Ottignies lopen we nogal wat vertraging op, en in Jemelle bedraagt die nog altijd 7 minuten. Met 12 minuten aansluitingstijd is er nog geen man overboord. Lijn 420 Aye - Nassogne (9:34 - 9:48) staat nergens op de haltepalen vermeld. Vermoedelijk heeft dat wat te maken met de aartsgevaarlijke provinciegrens tussen Namur en Luxembourg. Volgens een dienstregeling aan een haltepaal komt de 420 aan perron 1, wat in werkelijkheid perron 4 blijkt te zijn. je merkt het: de provinciegrens is ook een mathematische grens. Tot overmaat van ramp afficheert de bus ook nog 166b, maar de chauffeuse bevestigt me dat ze zich vergist heeft en herstelt haar foutje. Een erg recente Mercedes Citaro zonder nummer brengt ons naar Nassogne (9:34 - 9:48).
De terugrit verloopt volledig volgens het boekje: van Nassogne (waar de bussen van lijn 420 in beide richtingen langs dezelfde kant van de straat stoppen, wat gelukkig ondubbelzinnig is aangeduid) met een Mercedes Conecto van Penning (ab 5632-35) tot Jemelle (13:19 - 13:33), met een snelle overstap op de IC naar Brussel: (13:38 - 15:18). De Luxemburgse 3007 sleept M6'en. Helemaal vooraan hangt dubbeldekker 61024, die voor de gelegenheid goed gevuld is, met gelukkig rustige reizigers. Zelfs de peuters houden zich gedeisd. We komen stipt op tijd in Brussel-Noord aan, zodat we ook daar al na 4 minuten een aansluiting hebben met IR 3286 naar Geraardsbergen: 2 breaks; wij zitten achteraan in ms 426. We komen zelfs nog 2 minuten vroeger dan voorzien in Halle aan.
De weergoden gunnen ons zowaar nog een tweede mooie dag in deze voorlaatste Paasvakantie uit mijn carrière, maar andere plichten houden me in de voormiddag bezig, zodat we noodzakelijkerwijs overschakelen naar een noodprogramma. Het wordt een wandeling in Werchter van net geen 13 km, die ik destijds uit Info/Kreo van Vakantiegenoegens heb gescheurd. De fiche dateert uit 2003, en het wordt al snel duidelijk dat de term "noodprogramma" niet noodzakelijk pejoratief moet klinken. Meer, we worden geleid langs een reeks erg mooie landwegen (wat in een TWQ van 69 % resulteert, voor Vlaanderen zowat de max), al heeft de regen van de voorbije maand maart hier en daar voor flink veel slijk gezorgd. Maar liever dat dan kilometerlange asfaltwegen. Het wordt een echte rivierenwandeling met Dijle, Demer, Winge en Laak en het niet-verharde jaagpad langs de Demer is gewoon subliem in de eerste echte lentezon, die zich bovendien ook nog in het gezelschap van onschuldige cumuluswolken mag verheugen. Kortom, we hebben er eens te meer van genoten, ook van het prettige Werchter, nu dit even kan genieten van de rust tussen twee megaconcerten in.
We reden er als volgt naartoe:
in Halle namen we de CR 3762 (ms 649) van 12:58, die ons zoals voorzien in Brussel-Zuid om 13:16 deponeert; we kunnen nu min of meer kiezen tussen 2 IC's (die naar Liège en die naar Tongeren), maar de eerste is 4 minuten eerder in Leuven, en dezer dagen ongetwijfeld ook een stuk betrouwbaarder; IC 1712 bestaat uit 2 breaks, en wij nemen de 350. De rit naar Leuven (13:28 - 13:56) verloopt probleemloos; de trein arriveert zelfs 3 minuten te vroeg in Leuven. De bus van lijn 333 komt aan perron 7 - dat weten we uit de planner van De Lijn, en het is toch wel handige informatie. Het infobord vermeldt eerst geen, dan 2, later 3 minuten vertraging, en dat is exact zo. Het is ab 330306 van Staca-Van Mullem die ons naar Werchter brengt: (14:07 - 14:28), maar in Werchter rijdt hij al met 6 minuten vertraging.
's Avonds heeft de bus het makkelijker om volgens de dienstregeling te rijden: ab 330309 (een zusje van die van de heenrit) zet ons met amper 2 minuten vertraging in Leuven af; IC 540 komt net als eergisteren ruimschoots op tijd in Leuven aan; de rit naar Brussel-Noord verloopt zonder veel geschiedenis: loc 1357 sleept o.a. 11808, een rijtuig dat opvallend geruisloos rijdt. In Diegem halen we de CR naar Braine-le-Comte in, waarop we in Brussel-Noord overstappen. Ms 686 rijdt moeiteloos op tijd. Het gesprek tussen 2 treinbegeleiders in rust stoort wel enigszins de rit: zij houdt van katten, hij van honden, en dialoogschrijvers voor soaps hadden hier nog wel wat inspiratie kunnen opdoen. Maar al bij al maken ze er geen kermis van in eerste klasse, zoals het maar al te vaak gebeurt, en we komen dus zonder bloeddrukstijging thuis, na een aangename halvedagwandeling.
Maart 2008 breekt records, en dat zullen we geweten hebben. Onze wandelactiviteiten waren er zowaar stil van gevallen. Nu, mijn KMI-pluviometer heeft hier net de kaap van de 150 l/m² overschreden, en dat wil wat zeggen. Toch kondigt deze zaterdag zich vrij mooi aan, en dan zijn we natuurlijk niet meer te houden. We volgen een stukje van GR563, de cirkelvormige GR van het Land van Herve, en wel tussen Petit-Rechain en Baelen. Tussen Petit-Rechain en Andrimont valt het toch wel wat tegen: de Walen zijn zienderogen in de fase van verkavelen beland waar wij Vlamingen zo'n jaar of 20 geleden in terechtgekomen waren, en zo iets doet pijn in het mooie Land van Herve. Gelukkig wordt het vanaf Andrimont stukken beter, met van die typische trajecten door golvende weiden, die je langs portiekjes binnen- en buitenkomt. Stevig klimmen hoort daar af en toe ook bij en nu we toch wel meer dan een maand hebben stilgelegen, laat zich dat ook voelen in de kuiten. Met net geen 16 km is deze tocht dan ook lang genoeg geweest. Met een TWQ van 46 % scoort deze GR niet echt goed, en even volgen we zelfs een stukje drukke en gevaarlijke hoofdweg, maar in zijn geheel is dit toch een aangenaam en interessant traject.
We reden er als volgt naar toe: in Halle namen we IC 1906 (rijtuig 51039, met loc 2155) tot Brussel-Zuid (7:27 - 7:39) - een leeg Thalysstel verhindert vlot binnenrijden in Brussel-Zuid en dat levert 4 minuten vertraging op. Gelukkig is onze aansluiting ruim genoeg; Brussel-Zuid - Verviers-Central IC 506: loc 1357 duwt o.a. rijtuig 11817. Het wordt een heerlijk rustige rit. Dat de loc achteraan hangt is deze keer geen probleem voor het noteren van haar nummer, omdat we genoeg aansluitingstijd hebben in Verviers: ik kan dus rustig achteraan gaan kijken. In Verviers konden we volgens de planner een stadsbus van lijn 702 nemen, maar die komt niet voor het station. Daarom opteren we voor een bus van lijn 38b, die vertrekt om 9:40. Het is ab 5.593; bij kenners doet dit ongetwijfeld een belletje rinkelen, want die heeft wel een erg bijzondere schildering: donkerpaars is de hoofdkleur. Ik vraag me af hoe je die uit het drukke verkeer moet pikken als je ergens onderweg langs een halte op je bus staat te wachten. Hier voor het station van Verviers is dat natuurlijk geen probleem. Ik tik twee maal twee zones in, en realiseer me pas als we al zitten dat de reis tot Petit-Rechain 3 zones lang is. Als een voorbeeldig burger stap ik opnieuw naar voren; de chauffeur moet zelf eens op zijn fascicule kijken voor het aantal zones, maar het zijn er inderdaad 3. Twee keer +1 indrukken dus, en we zijn weer in regel. Op hetzelfde moment rijden honderden Belgen zwart of grijs op trein, tram en bus. Kom ik echt uit een ander tijdperk? In Petit-Rechain stappen we uit aan de halte Orphéon. Dat zou fanfarekorps moeten betekenen volgens mijn woordenboek, maar we stappen er even anoniem uit als altijd, geen bazuingeschal voor onze blije intrede in deze deelgemeente van Dison, een van de armste van België volgens recent onderzoek. GR563 kruist hier letterlijk het traject van lijn 38b, zodat we ons geen beter beginpunt kunnen dromen.
Voor de terugrit hebben we de keuze tussen 2 mogelijkheden. Je kunt lijn 725 immers zowel in richting Verviers als richting Eupen nemen, en toch op dezelfde trein aansluiten. Die naar Verviers rijdt door om 14:47, die naar Eupen om 14:48. De tariefsystemen van onze Belgische OV-maatschappijen maken de omweg van een 20-tal km goedkoper, want minder TEC-zones. Met de Railpass van de NMBS maakt het niet uit of je vanuit Eupen of vanuit Verviers vertrekt. Deze bussen rijden een halfuurdienst, en de bus is gezellig gevuld. De bus (ab5664, net zoals die van vanmorgen een Renault R-312) is onmiskenbaar van de stelplaats Eupen. Dat merk je aan de Duitse mededelingen in de bus. Even vrezen we dat we de verkeerde keuze gemaakt hebben, want de bus rijdt met een 6-tal minuten vertraging, en van het Bushof tot het Bahnhof is het toch nog zo'n 8 minuten stappen. Maar we houden uiteindelijk nog 2 minuten over. IC 538 naar Oostende wordt gesleept door loc 1355. Wij kiezen voor rijtuig 11815, waarin het vanaf Liège net iets te rumoerig wordt om aangenaam te blijven. Een groep Oost-Vlaamse wandelaars is duidelijk nog niet moe, en een vader-treinfanaat brengt zijn dochtertje op de hoogte van de problemen met het Hellend Vlak van Ans, de snelheid van treinen op de HSL en meer van die interessante dingen. Ik kan hem niet op een foutje betrappen. In Brussel-Noord staat ms 826 al te wachten als trein 3938. Een vlotte overstap tijdens het weekend, wij van Halle zijn het nu al 2 jaar anders gewend. We bereiken Halle zoals voorzien om 17:28.
In 1996 al verscheen Voettocht in het Pajottenland, kortweg VIP, en zoals dat onze gewoonte is stappen we stukje na stukje, langzaam maar zeker, het gehele ringvormige pad van 205 km. Vandaag staat Vlezenbeek - Pepingen op het programma, en voor een Pajot zoals ik, geboren in de Parel van het Pajottenland (Gooik), zou dat een hoogdag moeten worden, ook al omdat we door Beert komen, het dorp waar ik zowat mijn hele jeugd heb doorgebracht. De tocht voert van Vlezenbeek langs Sint-Pieters-Leeuw, Halle, Beert en Bellingen naar Pepingen, en dat is net iets meer dan 19 km. De verwachtingen waren redelijk hoog gespannen, en toch bleek dit deel van het Pajottenland als wandelgebied wat overroepen. Akkoord, de gemeente Sint-Pieters-Leeuw spant zich danig in voor het behoud van de vele voetwegen, maar vaak is er net iets te veel koterij om mooi te zijn. Halle heeft zijn basiliek, maar de doortocht is voor de rest steriel, en na Halle wordt het landschappelijk plots allemaal erg mooi, maar een ruilverkaveling oude stijl (niet dat de nieuwe zoveel beter zijn), de grijpzucht van de boeren en later van de inwijkelingen hebben er hier dan weer voor gezorgd dat zo goed als alle voetwegen verdwenen zijn en dat de veldwegen verhard zijn. Niet dat dit traject nu echt waardeloos zou zijn, maar het is ook geen topper, al zullen de meeste stappers uiteindelijk wel enigszins bevredigd huiswaarts keren. De TWQ van 32 % is toch wel een indicatie dat het beter zou moeten. Het pad is bewegwijzerd met blauw-gele streepjes. Bij de bewegwijzering werden de richtlijnen van de GR's strikt toegepast, wat het pad makkelijk te volgen zou moeten maken. Er werd echter veel gebruik gemaakt van zelfklevers en die hangen op vele plaatsen los, als ze al niet helemaal verdwenen zijn. Op een plaats word je naar rechts gestuurd, waar het links moet. Ik ontdekte er wel een nieuw wegje mee, maar belandde uiteindelijk op de Ninoofsesteenweg, en dat is niet meteen gezellig.
Geen trein deze keer, maar wel twee tamelijk goed aansluitende bussen: we reden van Halle (Station) naar Lot (Station) met een bus van lijn 154, een mij wel bekende Jonckheere Transit 2000 van de stelplaats Ukkel (3944) met Elvis aan het stuur; we vertrekken om 8:50 en komen om 9:04 in Lot aan. Daar is het even wachten op de bus van lijn 172 van 9:13. Die komt om 9:25 in Vlezenbeek aan. het is opnieuw een Jonckheere Transit 2000, de 3026-22, en dan weet je dat pachter Modern Toerisme op deze lijn rijdt. De terugkeer is nog eenvoudiger: in Pepingen nemen we lijn 153 (ab 3942 - opnieuw Ukkel met een Jonckheere Transit 2000), en die komt 8 minuten te laat aan te Halle Station. Zeker op zaterdagen kan de doortocht van Halle met veel hindernissen verlopen. Maar het deert ons niet echt: we hebben een schitterende, zonnige dag achter de rug, en het besef dat het morgen even goed en mooi wordt stemt ons gelukkig. Dan stappen we immers Hacowa 91, met 30 deelnemers onder onze hoede. We doen een tocht die we vorig jaar deden nu eens met de groep over, nl. langs GR122 van Moortsele naar Munkzwalm.
Wie meer foto's van de tocht Vlezenbeek - Pepingen wil bekijken kan hier terecht: http://s62.photobucket.com/albums/h98/overweg13/wandelingen/vlezenbeek%20-%20pepingen/ . je vindt op deze site trouwens ook nog massa's andere foto's.
Een van de eerste streek-GR's in ons land was de "Mol-Om". We stappen hem tegenwoordig al voor de 2de keer. Vandaag zijn we alweer aan Mol - Postel toe. Mol is een enorm uitgestrekte gemeente, en zoek ons beginpunt dus vooral niet in het centrum. On startpunt vandaag ligt ergens tussen Mol-Rauw en de Stevensvennen. Het wordt een tocht door een bij momenten heus stiltegebied, langs een eindeloze reeks boswegen. En daar ligt misschien precies de zwakte van dit tracé: de relatieve eentonigheid, die nog geaccentueerd wordt doordat veel van de boswegen ook nog geflankeerd worden door die smalle (of minder smalle) geasfalteerde of gebetonneerde fietspaden, waar Limburg een patent lijkt op te hebben. Misschien zou men maar eens moeten proberen om het hele staptracé te hertekenen, en de kleinere paadjes op te zoeken, al zal dat geen sinecure zijn, want heel wat bossen en wegen lijken hier privé. De eerste warme uitnodiging om wat kleinere paadjes op te zoeken kregen we zowaar van ons aller Albert II, die een deel van de wegen, beheerd door de Koninklijke Schenking, openstelt voor wandelaars. Met een TWQ van 76 % scoort deze wandeling erg hoog, al geeft dat een enigszins vals beeld van de kwaliteit ervan. Let wel, dit is nog altijd een traject dat best te doen is, en na 19 km heb je dan ook erg genoten; aan de Abdij van Postel vind je trouwens voldoende gelegenheid voor een waardig orgelpunt.
Op weekdagen is een reis naar de verre Kempen best doenbaar. Dat is te danken aan de rechtstreekse IC Brussel - Turnhout, die sinds december ook nog eens een goede aansluiting geeft in Herentals met de IR naar Mol en Neerpelt. Als je de wijziging aan de dienstregeling in de Kempen in december jongstleden nu eens niet door de enge oogkleppen van enkele Turnhoutse forensen bekijkt, dan kun je maar je tot een conclusie komen: de verschuiving met een half uur van de IC Brussel-Turnhout is een hele stap vooruit. We deden het als volgt:
Halle - Brussel-Zuid IR 3256 (ms 393, met nog 2 andere) 7:15 - 7:25. De trein vertrekt stipt op tijd in Halle, maar loopt tussen Lot en Ruisbroek zo'n 9 minuten vertraging op. Gelukkig gaat het voorbij Ruisbroek opnieuw vlot, zodat we de beoogde aansluiting toch nog halen. Bovendien is er een overstap op hetzelfde perron; Brussel-Zuid - Herentals IC 3407 (loc 2148 duwt een stel M5); wij zitten in 51502. Het is al een tijdje geleden dat we voor zo'n een lange rit nog eens in deze oude dubbeldekkers gezeten hebben, maar de bezetting is van die aard, dat het nog wel meevalt. We moeten zowaar onze halveprijskaarten tonen, maar mij zul je daar niet over horen zeuren; in Herentals wordt de IR 3208 naar Mol aangekondigd met een vertraging van 12 minuten, als gevolg van een wisselstoring in Lier. Mogelijk is dat ook de reden waarom wij een tijdje op tegenspoor reden tussen Lier en de vertakking Nazareth, maar erg zeker weet je dat nooit. Mw 4152 verkleint de vertraging tot 11 minuten in Mol. De aansluiting is ruim, zodat we niet in de problemen komen. Het is ab4412-25 (Bronckaers, ik bedenk Bronck Cars als frimanaam, heeft een Jonckheere Transit 2000 uitgestuurd) en die zet ons met 3 minuten vertraging af aan de halte Kiezelweg.
De terugweg is nog iets complexer. Omdat ik meestal een vrij nauwkeurige berekening maak van de staptijd, maar niet altijd correct de pauzemogelijkheden kan inschatten, heb ik nog geen belbus gereserveerd. Dat zal ervan afhangen of we een vroege koffie kunnen nemen aan/in De Blauwe Kei, en die blijkt inderdaad al vanaf 10:00 open te zijn. Het is vandaar dat ik de belbus reserveer voor 16:45.
Postel ligt in een van die belbusgebieden die nergens aansluiten op de trein. Belbusje 1007-02 van Kroon Reizen (een Mercedes Sprinter) zal ons dan ook naar Retie moeten brengen, waar we over kunnen stappen op een "reguliere" lijn naar Mol. Zoals gewoonlijk ontspint er zich een gesprekje met de vriendelijke bestuurster, die vraagt of we verder naar Turnhout of Mol moeten. In functie daarvan zet ze ons aan de juiste kant van de straat af. Het is dankzij deze belbus dat we de Mol-Om niet meer hoeven op te splitsen in deeltrajecten van soms wel 35 km, en de Limburgse chauffeur van deze Antwerpse belbus hoort me dat met veel plezier zeggen. In Retie hebben we onverwacht snel aansluiting met een bus van lijn 470 naar Mol(17:01 - 17:17). Het is ab3589 (een Van Hool A600 van stelplaats Mol). Even ziet het ernaar uit dat we zelfs nog de L-trein van 17:17 in Mol halen, maar de gesloten overweg beslist daar anders over. Het wordt dus de geplande terugrit: eerst IR3238 (mw 4143) van Mol naar Herentals (17:57 18:15): stipt, aangenaam warm en rustig; dan IC3439 (ms 373 - zie zondag) van Herentals naar Brussel-Noord (18:21 - 19:13) en nog onverwacht CR 1590 (ms 646) naar Halle (19:17 - 19:37). Eigenlijk zit de Vastenvakantie er voor ons al op. Met drie dagen stappen zonder neerslag mogen we niet klagen.
Alhoewel de Vastenvakantie voor ons een uitgelezen periode is om ook eens tijdens de week te stappen, verkiezen we deze keer op zaterdag én zondag te stappen, want de weersvooruitzichten zijn eerder somber voor de komende vakantieweek. Nummer 1201 wordt een tocht langs de GR Kempen, alweer een vervolg op een wandeling uit 2007, namelijk tussen Arendonk en Dessel. Ten westen van Arendonk bleek de vorige keer een gebied te liggen dat niet bepaald een schitterend wandelgebied genoemd kon worden, maar ten oosten ligt een aantrekkelijk watergebied, met de Wamp in de hoofdrol. Die loopt nog in een keurslijf door het gemeenteparkje, maar eenmaal in de vrije natuur is het een rustig riviertje, dat zijn overschotten deponeert in min of meer grote moerassen of vijvers. Die waren meteen een eerste markant punt op deze 17 km lange tocht. Later volgden we een tijdje het kanaal Dessel - Schoten, geprangd tussen fantastische bomenrijen, die in de winter nog extra fotogeniek worden. En ten slotte was er nog een rustig en aangenaam traject langs De Gracht, een artificieel afleidingskanaal, dat zich wondergoed heeft weten te vermommen als een natuurlijke waterloop. Alleen op het einde werden we even ontgoocheld door een trajectwijziging. Een ongetwijfeld interessante trage weg langs de Voorste Nete is afgesloten, en een rechtzaak brengt voorlopig geen soelaas. Toch scoort deze GR met een TWQ van 62 % niet echt slecht, als is elk bijkomend stukje (onverharde) trage weg meegenomen. Alles samen werd het een wandeling die best te doen was: zwakke punten zijn nu eenmaal zo goed als onvermijdelijk, maar als hij af en toe echt interessant stukjes gepresenteerd krijgt, is een mens al snel tevreden.
Het ontbreken van een rechtstreekse Brussel - Turnhout tijdens het weekend maakt de verplaatsing natuurlijk wel wat complexer. Maar voor een keer is de aansluiting in Brussel geen werk van lange adem door de zondagsdienst tussen Halle en Zuid. We nemen de IC 1906 (met loc 2139 vooraan - verrassend, want deze IC's reden tot in december allemaal met de loc achteraan naar Brussel - en rijtuig 51036 en nog een stuurstandrijtuig achteraan) en komen zo goed als op tijd (+1) in Brussel-Zuid aan. Tussen Brussel-Zuid en Antwerpen-Berchem willen we de 3258 (ms413) nemen, een semi-direct van vroeger pur sang, dachten wij, maar vanaf Mechelen begint hij plots ook als stoptrein te rijden, net als tussen Brussel en Mechelen. Papieren spoorboekje, aankondigingsbord in Brussel-Zuid en ARI waren nochtans unaniem: rechtstreeks van Nekkerspoel naar Berchem, met voorziene aankomst om 9:00. Blijkt dat deze trein o.a. vandaag als stoptrein rijdt. Gelukkig is er een bereidwillige treinbegeleider die Berchem van onze komst op de hoogte stelt, want de aansluiting met de IR naar Turnhout zou anders ongetwijfeld vertrokken zijn. Op spoor 9 (op hetzelfde perron dus) staat de IR 4929 (ms 373) mooi op ons te wachten. Tijd om beide treinbegeleiders en onderstationschef te danken voor deze service is er nauwelijks, maar we slagen er toch nog net in, en willen onze dank graag nog eens langs deze weg bevestigen. Vier minuten vertraging kost dit, maar vanaf Herentals is die vertraging geheel ingelopen. Achteraf bleek dat ik de werfinfo had moeten raadplegen: dan had ik geweten dat er werken waren op lijn 25 en dat de treinen tussen Mechelen en Antwerpen volgens een bijzondere dienstregeling reden. Binnenkort moet ik een dag vakantie nemen om uit te pluizen waar de dienstregelingen gewijzigd zijn, en waar de GR's verlegd zijn. Maar kom, dankzij de goede wil van het NMBS-personeel komen we op tijd in Turnhout aan, waar we de bus van lijn 480 naar Arendonk (Reusel) nemen. Het is een gelede Van Hool van stelplaats Turnhout (ab 4798) op dit vroege zondaguur in die richting wel erg ruim bemeten. Dat is ook de dienstregeling van deze lijn, blijkbaar, want we komen 6 minuten vroeger dan voorzien in Arendonk aan.
De terugkeer uit Dessel wordt wel getroffen door de gekke weekenddienstregeling tussen Brussel en Halle. Het begint nochtans goed (?) met een bus van lijn 470 die 3 minuten te vroeg in Dessel aankomt, en in Mol al 6 minuten voor zit op zijn schema. Het is een standaard Van Hool deze keer: ab3590 van stelplaats Mol. In Mol hebben we nu eindelijk de tijd om het nieuwe station te keuren. In vergelijking met dat van La Louvière de dag voordien lijkt dit luxueus. De rit naar Antwerpen-Berchem verloopt rustig met drie mw41: wij zitten in de middelste, de 4140. Het vierkant wiel krijgen we er gratis bij. (15:57 - 16:39; de trein rijdt probleemloos op tijd.) In Antwerpen-Berchem hebben we 5 minuten overstaptijd naar de IC naar Brussel-Zuid. Tot mijn verbazing, ontroering en blijdschap komen drie bordeaux stelletjes aangereden. Doorsnee reizigers zullen wel anders reageren wanneer ze dit zien, maar ik wil best nog wel eens tussen Antwerpen en Brussel sporen zoals vele jaren geleden. Ms 667 komt daar uitstekend voor in aanmerking. Ondanks 2 werven (Kontich en Vilvoorde) blijft de vertraging beperkt tot 3 minuten in Brussel-Noord.
Geen nood want we hebben er 51 minuten aansluitingstijd. De Hermes is op zondag gesloten, en de schaarse etablissementen in de middengang dito of sowieso te goor, dus wordt het wachten op een harde bank in de grote stationshal. Twee sudoku's en een interview met Stevaert later stappen we in stel 812 dat vandaag de IR naar Binche doet: 18:08 - 18:28. Een minuutje later dan 18:28 stappen we in Halle uit, heimelijk hopend dat we in de komende week nog eens op uitstap kunnen.
De laatste wandeling is echt wel al een tijdje geleden nu, maar vandaag trekken we voor de 1200ste keer onze wandelschoenen aan. Ik heb er eerlijk gezegd geen idee meer van hoeveel paren Meindl, Lowa en dies meer we al versleten hebben, sinds we in 1976 begonnen met stappen door het hele Belgenland. Nummer 1200 ligt in Wallonië op ons te wachten. Het is een deel van de GR 12 (Amsterdam - Parijs) tussen Seneffe en Mariemont. Dat is net geen 16 km. Op ons parcours worden we getrakteerd op een kasteel (Seneffe), een oud kanaal mét tunnel (een Kanaaltunnel, dus), een schitterend stuk langs de Ruisseau de Scailmont en een fraai kasteelpark annex museum in Mariemont. Dat het pad langs de Ruisseau de Scailmont ons verrast, heeft een dubbele reden: niet alleen is het van een onverwachte schoonheid, het komt ook niet voor in de topogids, want het is een wijziging na het verschijnen ervan. Eigenlijk zou je dat altijd eerst eens moeten nakijken, en de trajectwijziging in Godarville had ik wel gevonden op de website van de SGR, die in de buurt van La Hestre niet. Natuurlijk moet je in deze streek ook rekening houden met minder fraaie stukjes, maar de ontwerpers zijn er erg in geslaagd om die tot een minimum te beperken. Het TWQ bedraagt 70 %.
Eigenlijk ligt de bestemming bij de deur, maar met het openbaar vervoer wil dat niet altijd zeggen dat je er ook snel komt. Toch gaat het vandaag vlot: De planners suggereren een verbinding via Manage, met een overstap aldaar tussen 2 bussen, maar de verbinding met een treinoverstap meer, en maar één bus, duurt nauwelijks langer, en zo vermijden we ook nog een half uur overstap aan het station van Manage. Het wordt het volgende: - van Halle (8:16) naar Brussel-Zuid (8:34) nemen we de L naar Leuven (3657 - vandaag ms 978, een gemoderniseerd klassiek stel, dat nu pronkt in de GEN-kleuren); - in Brussel-Zuid (8:45) nemen we de IC naar Charleroi-Sud (2029) tot Nivelles (9:11) - vierledig stel 833 kwijt zich keurig van haar taak als manusje-van-alles - de treinbegeleider begint een babbeltje over wandelen langs oude spoorlijnen en over de oude lijn 141 die in Nivelles zwaar toegetakeld is in het kader van het GEN; het enige wat op dat vlak voor vandaag op het programma staat is een kort stukje langs de vroegere lijn 113 Manage - Piéton, waar ik destijds nog over tufte in L-rijtuigen, M1's en autorails van de reeksen 45 en 46. Ik zal pas vandaag ontdekken door welk schitterend strookje bos deze lijn liep tussen Manage en Bellecourt. Ik betrap er me zelf trouwens op dat ik al even moet nadenken over de haltes van deze lijn; het is dan ook weldra 25 jaar geleden; - in Nivelles nemen we de bus van de TEC-Brabant-Wallon van lijn 72 naar Manage. Het is ab 6683, een Irisbus Agora S, van stelplaats Nivelles, voor ons een eerste kennismaking met dit type bus. De bus zit aardig vol, want het is markt in Nivelles, en de lijn loopt in een wijde boog rond dit stadje, zodat eerste nogal wat reizigers kunnen opgepikt worden. Het gros stapt uit in de buurt van de markt, en ze worden natuurlijk afgelost door marktbezoekers op de terugweg. Ondanks de drukte slaagt de chauffeur erin ons stipt op tijd (9:52) aan de halte Seneffe Centre te deponeren.
De terugreis verloopt redelijk eenvoudig, al had het nog eenvoudiger gekund, mocht de treinhalte Mariemont nog bediend worden, maar die is net als lijn 113 gesneuveld onder het bewind van een baardige smurf die zichzelf expert in alles waant/waande. Nu wordt het dus de bus van lijn 82. We staan met drie te wachten, wij twee en een dame met een schattig accent dat met het mijne mag wedijveren. De bus komt eraan met nauwelijks 3 minuten vertraging en volgens onze medereizigster mogen we van geluk spreken, want deze bussen hebben vaak veel vertraging. Ik bedenk dat wat vertraging me eigenlijk niet echt kan schelen: de week voordien is er nog een bus van deze lijn gewapenderhand afgeleid naar Gosselies, wat uiteraard een staking tot gevolg had in de voorbije week. Het is ab3605 (een Van Hool A500, van stelplaats La Louvière) en deze keer is het staan geblazen, want we zijn niet de enigen die naar La Louvière willen. Morlanwelz (Saint-Arthur) 15:14 - La Louvière 15:32. Aan de halte Carrefour du Gazomètre (lekker verwarrend want vlakbij het station) is de vertraging al opgelopen tot 8 minuten, maar geen nood: onze trein vertrekt pas om 15:59; de IR 3915 (ms 825) brengt ons rechtstreeks naar Halle, waar we zoals voorzien om 16:31 aankomen. Het wordt een ritje zonder geschiedenis, maar met een vriendelijke treinbegeleidster.
Sneller dan voorzien binden we vandaag al opnieuw onze wandelschoenen aan. "Ze" voorspellen dan ook een mooie zondag, en zo aan het eind van een vakantie is er wel wat tijd op overschot. In De Wandelvogel van januari 1997 verscheen een taalgrenswandeling met de naam Rond d'Hoppe en Bos-te-Rijst. Ze is net geen 11 km lang, en brengt de wandelaar langs enkele pareltjes: het Bos-Terrijst (zo spelt het NGI het), het golvende landschap, de lange onverharde weg naar de Caplette met de imposante zandstenen in de holle weg. Eigenlijk zou daar ook nog een deel van Pottelbergbos moeten bij zitten. Maar het bos is sinds 2001 privé geworden, en bron van conflict tussen natuurbeschermers en de snode eigenaar die de uitgegraven zandgroeven liefst van al met afval vol zou willen storten. Van deze toestand zijn vooral de liefhebbers van prachtig beukenbos, de GR-wandelaars en een VRT-cameraman de dupe. De beschreven weg is langs beide zijden met poorten afgesloten. Met een TWQ van 48% scoort deze wandeling niet eens erg hoog op dit vlak, maar wees gerust: het is een pareltje, en het beton en asfalt worden ruimschoots goedgemaakt door de vele vergezichten op o.a. het Muziekbos en Ronse.
In Halle rijden de treinen tijdens het weekend nog altijd gegroepeerd over enkele minuten (3 treinen in een tiental minuten en toch bijna geen enkele goede aansluiting in Brussel) en dat ondervinden we vandaag ook weer aan den lijve. We vertrekken in Halle om 8:27 (8:32 was onze doeltrein, maar we waren ruim op tijd) met IC 1907. Dat zal nog wel gebeuren, want als je kunt kiezen, kies je natuurlijk voor de M4's van deze IC, liever dan de nochtans ook knusse vierledige stellen van de IR uit Binche. Loc 2128 duwt o.a. het stuurstandrijtuig 58038. Ik merk dat deze IC's nu via lijn 96A rijden, wat in het spoorwegjargon uit de streek de "ceintuur" heet, omdat deze lijn zich zo mooi rond de spoorweginstallaties van Vorst legt. Door deze trein te nemen is de overstaptijd in Brussel-Zuid nu al 57 minuten lang, in plaats van de voorziene 52. Het is toch wat van het goede te veel. Om 9:35 komt IC 2331 aangereden (ms 409). Die zal ons probleemloos op tijd afleveren in Zottegem, waar we 7 minuten overstaptijd hebben naar bus 21 Zottegem - Ronse. Het is (alweer) een Jonckheere Transit 2000 (ab2290-54), van de firma Geenens, die haar garage pal bij onze afstaphalte heeft liggen.
De terugreis zou analoog moeten verlopen, opnieuw met een reuzeoverstap in Brussel-Zuid. Dezelfde bus met dezelfde chauffeur brengt ons stipt naar Zottegem (15:13 - 15:40). Daar stappen we over op de even stipte IC 2314 (1 break, nl. de allereerste: 301). Tussen Denderleeuw en Brussel-Zuid zijn 4 minuten extratijd in de dienstregeling geïnjecteerd, want weldra moeten ook daar de werken voor het GEN beginnen. Zolang er geen hinder is, zijn die minuten eigenlijk overtollig, en dat blijkt ook: we komen om 16:21 aan in Brussel-Zuid i.p.v. om 16:25. Zo halen we zelfs nog de IC naar Moeskroen van 16:21, die nu aan de kant van de perrons met de lage nummers komt, op weg naar lijn 96 A. Met loc 2107 en rijtuig 51043 komen we 55 minuten vroeger dan voorzien in Halle aan. Ik geloof niet dat we ooit nog eens zo veel geluk hebben met deze verbinding.
Het is even wennen, dat 2008, maar kom... ons nieuwe wandelseizoen begint vandaag, in een soort adempauze tussen 2 neerslagzones. Frank belooft droog weer, al laat hij de deur op een kier: even zullen we dan ook wat gedruppel krijgen. Het wordt het vervolg op een tocht van vorig jaar langs GR 12, die ons vandaag van Onze-Lieve-Vrouw-Waver naar Mechelen zal voeren. Net geen 17 km, een ideale afstand om het eindejaar uit de spieren te weken, al is dat niet zo echt nodig. Het duurt een tijdje voor het echt aangenaam en interessant wordt. Je hebt - zeker in de eerste helft van de wandeling - het gevoel dat er wat fout gelopen is met de verhouding tussen GR en zondagse wandeling met het hondje na het middagmaal, maar gelukkig wordt het tegen het einde aan allemaal een stuk sterker, zeker met de doortocht van het Mechels Broek, waar we ook nog getrakteerd worden op het verweiden van de Gallowaystiertjes. Hoedje af voor die dappere mannen van Natuurreservaten die zich gewapend met wat hooi tussen de duchtig grazende dieren wagen. Voeg daar nog wat Peultenbos en wat Zellaar aan toe, en je hebt een traject dat met een TWQ van 48 % toch nog doenbaar is. Helemaal op het einde wordt de GR zelfs even een extraatje voor de treinliefhebber: je loopt immers vlak in de buurt van het vormingsstation van Muizen (al zie je alleen de immense lichtmasten), en met de Dijle loop je onder een reeks spoorwegbruggen (lijnen 27B, 25, 27) door. De markantste is die van lijn 25 Brussel-Noord - vertakking Luchtbal (zeg maar Antwerpen). Bij de modernisering van deze lijn in de jaren 1930 werd ze verhoogd aangelegd. Het probleem van de Dijlebrug werd opgelost door op de bestaande brug een nieuwe brug op te bouwen.
De verplaatsing gebeurde probleemloos: 's morgens kozen we voor een rechtstreekse Halle (9:15) - Mechelen (9:57), met trein 3258 (ms 397). We konden ons een krappe aansluiting van 5 minuten veroorloven, omdat de lijn toch voor een halfuurdienst zorgt naar Onze-Lieve-Vrouw-Waver met haar lijn 510. De bus was de 4015 (een Jonckheere van stelplaats Heist), die op het korte traject toch 3 minuten vertraging bij elkaar kon rijden.
Voor de terugrit uit Mechelen hadden we keuze zat, al beweren de gebruikers van lijn 25 het omgekeerde. Het werd uiteindelijk de Amsterdammer van 15:20 (loc 1188 - NS-rijtuig 50 84 1070 487), die 1 minuutje later dan voorzien (om 15:37 dus) Brussel-Noord binnenreed. Het is altijd leuk om eens in een rustige Beneluxtrein te zitten. P-trein 8510 (2 breaks - wij in de 371) bracht ons naar Halle, dat we om 16:14 - 4 minuten later dan voorzien - bereikten. Alles OK dus met het openbaar vervoer op deze vrijdag in de koopjesperiode, al vraag ik me af of de treinbegeleiders nu nog altijd staken: 75 minuten in de trein gezeten, en geen garde gezien, laat staan dat er een gecontroleerd zou hebben... Ik moet toegeven dat ik er af en toe wel eens een gehoord heb.
Ik gooi bijna nooit iets weg, en zo heb ik ook nog zo'n 30 jaargangen van het tijdschrift dat Vakantiegenoegens aan zijn leden toestuurt, in al die jaren onder wisselende namen. In september 1990 heette het nog gewoon Info-Vakantiegenoegens, en daarin vond ik een wandeling in Wechelderzande met de veelbelovende naam "Op stap in de gordel der smaragden". En inderdaad, deze iets meer dan 10 kilometer lange wandeling, voert je langs een gordel van onverharde boswegen (TWQ 72 %), die er vandaag door de aanvriezende mist bepaald betoverend uitzien. Alleen begin en einde lopen door de onvermijdelijke bewoning, en op het einde is er zelfs sprake van het syndroom van vakantiehuisjes en campings. Maar toch is het een aangename tocht geworden, in een aangenaam mistig en koud winterweer.
Dat laatste behoort niet bepaald tot de favorieten van de NMBS, en in Halle is er alvast iets te beleven: de IC 1929 staat met minstens 20 minuten vertraging op spoor 5 - blijkbaar is er een probleem op lijn 94 naar Doornik. Ik vermoed - maar verbeter me als ik fout ben - dat de trein op tegenspoor moet en dat zoiets vanaf spoor 5 onmogelijk is. Feit is dat de trein terugrijdt richting Brussel, en dat zoiets vermoedelijk als bedoeling heeft de trein het tegenspoor op te sturen. Gelukkig gaan wij de andere richting uit, richting Brussel dus, en alles lijkt niet eens zo slecht te verlopen. Toch worden we getrakteerd op een extra portie ochtendgymnastiek, want "onze" 3707, die normaal op spoor 4 binnenkomt, wordt aangekondigd op spoor 5 (nog altijd bezet door de 1929). Net als iedereen op perron 5 is gearriveerd (trapje-op, trapje-af) wordt hij opnieuw op zijn gewone spoor 4 aangekondigd. Nogmaals trapje-op, trapje-af, dus. De reacties variëren tussen gelaten en cynisch. De 3707 bestaat uit 2 ms 96, één minder dan normaal, en dat merk je. [De ms 96 die nu opnieuw massaal op de IC Knokke/Blankenberge - Tongeren ingezet worden, moeten érgens gevonden worden.] Het plaatsaanbod is op het randje af. We zitten in ms 551. De trein vertrekt met 6 minuten vertraging, en in Brussel-Zuid is die opgelopen tot 7 minuten, geen probleem, want we willen de Amsterdammer nemen van 9:15. In loc 1184, die deze trein zal slepen is er vermoedelijk een probleem met de verwarming, want als de trein aan het perron komt, stappen 2 depanneerders uit, en de bestuurder voelt nog even of er wel echt verwarmde lucht in de cabine komt. Het eerste rijtuig achter de loc is de 50 84 10 70 376 van de NS, en daar installeren we ons in een stiltecoupé. De trein rijdt op tijd tot net voor Berchem. Daar gaat het even wat stroever, zodat we Antwerpen-Centraal -2 bereiken met 3 minuten vertraging. Geen tijd meer om snelbus 416 aan het Rooseveltplein te nemen, maar aan perron 1 van het Astridplein geraken we nog ruimschoots op tijd. Een blik op het vertrekbord leert ons dat een bus van lijn 501 met 80 minuten vertraging rijdt! Dan is onze bus gelukkig stipter: ab 4801, een gelede Van Hool New AG300 van stelplaats Turnhout, zet ons na de vervelende maar snelle rit over de autoweg stipt op tijd af in Wechelderzande dat we zoals voorzien om 10:44 bereiken.
Voor de terugweg geven de planners een bijna onmogelijke verbinding met 7 minuten overstaptijd in Antwerpen. Al van bij het vertrek in Wechelderzande krijg ik gelijk: de bus (ab 3993 - een Jonckheere Transit G, opnieuw van stelplaats Turnhout) pikt ons op met 14 minuten vertraging - eigenaardig toch, zo pal in de namiddag - en alhoewel we aan de Turnhoutsepoort al 5 minuten vertraging hebben ingelopen, loopt de vertraging op de Turnhoutsebaan opnieuw op tot 12 minuten. Plan-B, dus: erg is dat niet. In plaats van de Amsterdammer nemen we de IC naar Brussel - Charleroi en die staat klaar op niveau -2. Loc 2739 sleept M6'en - wij zitten in 61008. We kopen een zakje truffels van de actie Fair Trains/Oxfam, onze goede daad van vandaag. De trein rijdt Brussel-Noord zelfs wat te vroeg binnen, en dan wordt het zoeken naar P8511 naar Doornik van 16:06. Eigenaardig genoeg staat deze trein niet geafficheerd op de tv-schermen of op de vertrekstaten in de grote hal van Brussel-Noord. Wel staat er een P-trein naar Doornik om 16:12, die dan weer niet op de gele affiches staat, want daar is er nog altijd een 8511 voorzien om 16:06. Aan de inlichtingen staan 4 mensen voor me: een meisje moet naar Etterbeek, de drie anderen willen uitleg over die P-trein naar Doornik. Blijkbaar is dit een wijziging die vandaag intreedt. Ik wil weten of deze trein die is van 16:06 en of hij nog altijd in Halle stopt. De dame is alert en duidelijk: geen probleem. Het is zowaar loc 2505 die onze P-trein sleept. We zitten in rijtuig 51004, een zalig warme M4, met een gezellige 3/4 bezetting. In Brussel-Centraal staat nog altijd het oude vertrekuur aangekondigd, in Noord en Zuid is het aangepast. In Kapellekerk wordt niet meer gestopt. De trein bereikt Halle om 16:32 - ik vermoed dat dit stipt op tijd is. Thuis probeer ik de nieuwe dienstregeling uit de planner te toveren, maar ARI geeft nog altijd de oude. Wij zijn er vandaag weer in geslaagd om OV en wandelen te combineren, en wat meer is: ongeveer zoals we het vooraf gepland hadden. (Trein)ervaring is van onschatbare waarde, als het allemaal wat stroever dan normaal verloopt, al viel het vandaag al bij al nog goed mee.
"Groot wandelboek Vlaanderen" is een van de klassiekers van Lannoo's "Dicht-bij-Huisgidsen" en vandaag staat er dan ook een wandeling uit de versie van 2004 op het programma, meer bepaald in Zoutleeuw. De wandeling heet "Cultuur en Natuur langs de Gete", en ja, vooral dat laatste wordt ons in overvloed aangeboden in deze iets meer dan 18 km lange wandeling. Cultuur is dan weer wat anders: Zoutleeuw mag dan een mooie markt hebben (met o.a. de Lakenhalle), maar het is mijn derde bezoek aan dit stadje en ik ben er nog nooit in geslaagd om de nochtans bekende kerk te bezoeken. Als al die mannelijke en vrouwelijke kwezels nu eens gewoon op zaterdag en zondag de beschikbare teksten in de Eucharistie zouden gebruiken, in plaats van zelf van die wollige, zelfs lullige teksten te schrijven, dan zouden ze in hun vrijgekomen tijd misschien kunnen fungeren als suppoost voor al die mooie kerken, waar je nu als gelovige maar al te vaak buiten moet blijven. Bos en Budingen bieden al evenzeer gesloten kerkgebouwen, trouwens... Gelukkig is er de natuur: die wordt voor een groot stuk ingevuld door de Kleine en de Grote Gete - in Budingen zie je zelfs samenvloeien, en ook de Vloedgracht en de 's-Hertogengracht zijn meer dan interessante waterlopen, die het geweld van de beide Getes moeten indijken. Neem daar nog Het Vinne bij, waar het water zijn eeuwenoude rechten weer heeft opgeëist, en je krijgt een zeer aangename, interessante en rustige wandeling, met een TWQ van 73 %. Alleen de confrontatie met een agressieve hond net voor Budingen, zal ons nog een tijdje heugen, al deed de Dazzer wonderbare diensten....
Als we om 7:55 de P-trein 7574 naar Brussel-Zuid nemen (die sinds 9 december doorrijdt als IR naar Essen), lijkt niets er op te wijzen dat de ochtendspits goed in het honderd aan het lopen is. In Halle komen de treinen van lijn 96 (uit Mons) vlot en zo goed als stipt door, op lijn 94 (uit Edingen) zijn er wat kleine vertragingen, maar erg lijkt het niet. Onze 7574 (loc 2147 - rijtuig 51014) heeft vijf minuten vertraging, en ondanks enige hapering is zijn vertraging in Brussel-Zuid nauwelijks toegenomen: 6 minuten. Er staan wat treinen in het rood, maar erg lijkt het niet: onze 1707 (de IC Quiévrain - Liège) heeft zo te zien zelfs helemaal geen vertraging. Toch is het verdacht dat "zijn" spoor 3 ingenomen wordt door een TGV. Tegen 8:25 aan is er maar een trein meer die niet in het rood staat: de 1707. Dat komt omdat die ondertussen aangekondigd is met een onbepaalde vertraging als gevolg van tractieproblemen. Bye bye, bus, in Tienen. We zien ons hele dagschema al met een vol uur opschuiven. Wat later wordt er toch een vertraging aangegeven voor de 1707: 1 uur en 15 minuten. We besluiten om dan maar de IC naar Genk van 9:09 te nemen, tijd voor een koffie. Als de spitsuren echt zo chaotisch verlopen als ik hier en daar opvang, dan moeten die etablissementen gouden zaken doen. De 2208 wordt gesleept door loc 2151, en helemaal achteraan hangt rijtuig 61044. Vijf M6''en, een typische samenstelling voor deze IC's buiten de spits. Op tijd rijden lukt niet: als we in Brussel-Zuid vertrekken, hebben we al 7 minuten vertraging, en tussen Diegem en Leuven, loopt het alles behalve vlot. Uiteindelijk bereiken we Tienen met 9 minuten vertraging, waar we nu wat meer tijd hebben om op de bus over te stappen. Enigszins tot mijn verbazing komt de 1708 (!) zelfs wat te vroeg in Tienen aan. Die heeft de 1707 dus gewoon achter zich gelaten.
De busrit naar Zoutleeuw verloopt gelukkig voorspoedig: nu nog veel vertraging oplopen, zou betekenen dat we waarschijnlijk niet "voor den donkeren thuis zouden zijn". En dat heeft soms wel zijn charmes, maar vandaag willen we toch voluit genieten van het heerlijke winterweer: helder, koud, niet te veel wind... Lijn 22 (ab 3306-57) brengt ons naar Budingen - ondanks een volle bus leerlingen, komen we met amper 3 minuten vertraging aan de halte Budingen Garage Van Mullem, waar lijn 23 (ab 3306-85) al klaar staat. De overstap vergt minder dan een halve minuut, schat ik - we komen dan ook stipt in Zoutleeuw aan om 10:53. Dat is wel een uur later dan voorzien, door de treinperikelen van vanmorgen. Het lijkt hier nog altijd al Van Mullem te zijn wat de klok slaat, op deze vroegere lijn 22a, vervangingsbus voor de spoorlijn 22 Tienen - Diest, die nu o.a. in het vandaag gevolgde wandelpad is opgenomen.
Voor de terugreis verkiezen we een ommetje langs Sint-Truiden. Ab 3010-61 (alweer Van Mullem) brengt ons om 15:53 naar Sint-Truiden, waar we aankomen om 16:04. En nu maar hopen dat het wat vlotter loopt dan vanmorgen.
Sint-Truiden - Landen verloopt vlekkeloos. P-trein 8336 (16:14 - 16:22) bestaat uit 2 ms 96, die later de IR naar De Panne zullen worden. Wij zitten in ms 553. In Landen willen we de 1738 van 16:40 nemen. Erg vroeg staat het sein al open, en alles verloopt naar wens. Deze IC naar Quiévrain bestaat uit 4 breaks: wij kiezen voor ms 323. Alles gaat vlot tot Schaarbeek. Dan begint het haperen, maar uiteindelijke bereiken we Brussel-Noord om 17:25, amper 2 minuten later dan voorzien. Onze aansluiting met de IR naar Binche komt op geen enkel ogenblik in gevaar, des te meer omdat deze trein met 15 minuten vertraging wordt aangekondigd. Ook in de avondspits lijkt zwart, geel en rood trouwens de favoriete kleurstelling op de tv-schermen. De NMBS, Belgisch bastion, en ik hoop dat dit nog lang zo kan blijven... We besluiten niet te wachten op den Binche, en er is een interessante P-trein naar Geraardsbergen om 17:41. Brussel-Noord binnenrijden kan nog enigszins op tijd (loc 2141 - rijtuig 51029) - het is een gezellige P-trein, zo tegen het einde van de spits aan. Ook nu is de doortocht van de NZV een catastrofe. We arriveren in Halle om 18:16, met 17 minuten vertraging, maar dus eigenlijk 25 minuten later dan voorzien. Wat een treindag. Ergens doet me dit terugdenken aan de jaren 1970. Ook toen verliepen ochtend- en avondspits steevast stroef tot chaotisch. De oplossing kwam er pas in 1984: plots ging alles vlot, maar de reiziger moest er wel een serieuze prijs voor betalen: een flink pak spitsuurtreinen werd weggesnoeid. Ik hoop dat men deze keer andere oplossingen probeert te bedenken.
Het is voor de werkende mens voorwaar geen sinecure om nog eens een wandeldag te vinden in een weekend waarin we allebei thuis zijn en waarin het weer wat meezit. Binnenkort willen de heren van OVS dan ook nog op zaterdag staken. Kortom, we waren blij toen Frank voor zaterdag 24 november goed weer voorspelde. En hij kreeg nog gelijk ook: een frisse, maar al vrij snel zonnige zaterdag, met genoeg wolken om het geheel ook esthetisch verantwoord te houden.
Op ons programma staat een stukje GR122, tussen Munkzwalm en Opbrakel. De ontwerpers hebben echt hun uiterste best gedaan om zoveel mogelijk paadjes en veldwegen aan elkaar te rijgen, maar de mens is nooit echt afwezig, al helemaal niet als twee idioten op quads een deel van het parcours zo goed als onbegaanbaar maken. Voor mij mag de prijs van de brandstof nog een flink stuk stijgen, tot de beurzen van deze gehelmde heerschappen helemaal leeg genepen zijn. Maar zolang de inhoud van de tanks van deze mechanische monsters hoger blijft dan de herseninhoud van hun bezitters zal waarschijnlijk wel naar meer repressieve maatregelen gezocht moeten worden.
Enfin, toch is dit een aangename tocht geworden, goed bewegwijzerd, zij het absoluut niet volgens de regels. De vrijwilliger die hier kwistig met rode en witte verf heeft omgesprongen moet dringend eens de flap van de topogids bekijken. Dan zal hij merken dat richtingsveranderingen al lang niet meer met pijltjes worden aangegeven.
De TWQ van dit stukje GR bedraagt 56 %, wat meevalt in deze streek van herenboeren als Decroo, die en passant dit weekend nog eens uitpakt met een studie - hij vindt wel vaker niet het juiste woord - om de spilzucht van de NMBS aan te kaarten. Ongetwijfeld is dit een poging om NMBS en treingebruiker voor te bereiden op een fikse besparingsronde... als er ooit een oranje regering komt.
Een van zijn argumenten is dat veel te weinig mensen de trein nemen om dergelijke subsidiëring te verantwoorden. Wij bewijzen het tegendeel als volgt:
om 9:12 vertrekken we uit Halle met L 3658 (ms 752) die om Brussel-Zuid om 9:30 aankomt. De eerste klasse zit voor drie vierde vol, wat eerder uitzonderlijk is op zo'n L-treintje, en ze hebben blijkbaar ook nog allemaal een eersteklasbiljet. Ook dat wordt iets uitzonderlijk. Vijf minuten later zitten we al op IC 2331 naar Poperinge (ms 439) en ook van deze trein is de eerste klasse aangenaam gevuld. Zouden meer mensen plots de rust en de ruimte appreciëren en ook nog bereid zijn om daar voor te betalen? Tijdens het weekend stopt deze IC ook in Munkzwalm, en daar komen we stipt om 10:18 aan.
Voor de terugreis moeten we ook een stukje bus nemen: lijn 21 naar Zottegem, aan de halte Opbrakel Sint-Martensstraat van 16:18. Het is ab2208-55 van de firma Geenens. In Absurdistan plaatst men bushokjes, waarop men dan briefjes kleeft met: "Opgelet. Om veiligheidsredenen is dit geen instaphalte. Reizigers moeten instappen ter hoogte van de haltepaal." Die staat gelukkig vlakbij. Voor wie de situatie niet kent is het rondje dat de bus rijdt in Nederbrakel, als gevolg van een omleiding, al even absurd. Maar kom, we komen in Zottegem aan met amper twee minuten vertraging, en onze aansluiting bus/trein verloopt dus vlekkeloos. Dat is de laatste jaren al lang niet meer evident.
De IC 2315 (Poperinge - Brussel - Lokeren) (ms 331) vertrekt weliswaar met 2 minuutjes vertraging in Zottegem, maar loopt stipt Brussel-Zuid binnen om 17:25. Met alweer vijf minuten aansluitingstijd is dat laatste belangrijk. Nog even de L 3688 naar Braine-le-Comte van 17:30 (ms 628) die ons probleemloos naar Halle brengt. Krappe aansluitingen vandaag. Gelukkig is het OV in de voorbije jaren in Vlaanderen zo geëvolueerd dat je bijna overal een uurdienst hebt. Een aansluiting missen is dus nooit echt een catastrofe, zeker niet in de vrije tijd.
En om het Allerheiligentriootje af te sluiten: nog een dubbele wandeling in Geetbets. De toeristische dienst van de provincie Vlaams-Brabant heeft onder de noemer "Op stap in het Hageland" een boekje uitgegeven over het wandelnetwerk Getevallei. We kozen voor het Sint-Rochuspad in Geetbets en combineerden dat met de Grootveldwandeling, samen goed voor iets meer dan 17 kilometer. Vooral tijdens de tweede wandeling wordt de wandelaar getrakteerd op enkele schattige voetwegen, dwars door het veld, en de "klim" naar de "Bergen" geeft aan deze wandeling net die punch die de eerste miste. Strooi daar kwistig herfstkleuren overheen, en je hebt meteen al wat je nodig hebt om er een fijne wandeldag van te maken. Rond de middag kregen we - geheel volgens het KMI-scenario - wel een bui over onze hoofden, maar het leek wel of die meteen alle wolken oploste: de rest van de tijd konden we genieten van een vrij zonnig, rustig herfstweertje. De TWQ bedraagt 58 %, een deel daarvan op rekening te schrijven van de oude spoorlijn 22,een betonnen lint dat fietsers ongetwijfeld wel, maar wandelaars veel minder aanspreekt.
Om 9:09 namen we in Halle de IR naar Brussel-Zuid (ms 823), die met 3 minuutjes vertraging in Brussel-Zuid aankwam. De IC Quiévrain - Liège (1708) bracht ons naar Tienen (9:28 - 10:10) (rijtuig 58065 met loc 2708 achteraan). In Tienen moesten we overstappen op buslijn 22 naar Diest voor een drie kwartier lange busrit. We krijgen zowaar een enquêteformulier onder de neus geduwd, die ik zo goed en zo kwaad als het gaat, invul. Schrijven in een rijdende bus is niet erg makkelijk, en bepaalde vragen kun je pas eerlijk antwoorden op het einde van de rit. De dame van het enquêtebureau wil de briefjes (en het vulpotloodje van De Lijn, dat ik graag had gehouden) echter zo snel mogelijk terug. De bus is een kraaknette en comfortabele Citaro (ab330683 van Hageland, zeg maar Van Mullem). Toch hebben we bij aankomst in Geetbets 8 minuten vertraging.
Voor de terugrit nemen we om 16:09 opnieuw lijn 22, richting Tienen deze keer. Het is ab330740 (Mercedes O 405). De overstaptijd in Tienen bedraagt 10 minuten, en er mag dus niet te veel verkeerd lopen. Uiteindelijk komen we aan het station met 5 minuten vertraging. IC 1738 bestaat uit 4 breaks (wij zitten in ms 312) en brengt ons bijna stipt naar Brussel-Noord, waar we onverhoopt de IR 3287 naar Geraardsbergen (ms 377) van 17:26 kunnen nemen. Die arriveert om 17:50 (2 minuten later dan voorzien) in Halle. Maar al bij al is het een goede treindag geweest.
Als voetverbinding tussen Amsterdam en Parijs spreekt de GR12 ongetwijfeld tot de verbeelding, niet het minst van de buurtbewoners die al die stappers aan hun voor- of achterdeur zien voorbijtrekken. Jammer genoeg is het uitstippelen van zo'n wandelweg in Vlaanderen vaak een heikele zaak, en ook vandaag stappen we door streken die op het randje af zijn: de (soms lelijke, onverzorgde) bewoning is nooit veraf, op enkele rustigere stukjes na. De TWQ mag dan wel 51 % bedragen, maar je hebt zelden de indruk dat je echt in de "vrije" natuur stapt Eigenaardig genoeg is het Lier dat ons vandaag het meest kan charmeren. De doortocht is dan ook klasse. De resten van de Nete en het Begijnhof zijn zonder meer charmant. Voeg daar nog een zaterdagmarkt en de blijde herinneringen aan "Pallieter", "De Harp van Sint-Franciscus" en ander schoons van Felix Timmermans aan toe, en je zult begrijpen dat we alles bij elkaar toch eerder tevreden waren over deze 20 km lange tocht tussen Kessel en Onze-Lieve-Vrouw-Waver.
We reden er als volgt naar toe:
in Halle namen we de IC1907 tot Brussel-Zuid (8:26 - 8:37) - we zaten vooraan in het stuurstandrijtuig 58038, loc 2101 duwde haar trein stipt het Zuidstation binnen;
van Brussel-Zuid ging het met IC 4509 tot Antwerpen-Berchem: loc 2733 sleepte een stel M6 - wij zaten in 61006. Blijkbaar waren er eerst problemen, want we vertrokken met 6 minuten vertraging. In Brussel-Noord was die al opgelopen tot 8 minuten, doordat een koker van de NZV buiten dienst was. Tussen Brussel-Noord en Vilvoorde ging het dan ook nog over de tragere lijn 27, en het mag een wonder heten dat we met slechts 4 minuten vertraging in Berchem aankwamen;
van Berchem ginh het naar Kessel met IR 3409 (naar Turnhout) - ms 438 arriveerde zelfs even te vroeg in Kessel.
Voor de terugrit namen we om 16:34 een bus van lijn 510 naar Mechelen. Tussen Onze-Lieve-Vrouw-Waver en Mechelen is er een halfuurdienst op zaterdag; de bus van 16:34 vertrekt aan de kerk. Met 19 minuten rittijd heeft die ruimschoots voldoende. De op het eerste gezicht krappe aansluiting van 5 minuten naar de Amsterdam - Brussel van 16:58 is dan ook geen probleem. De IC heeft echter een achttal minuten vertraging, en zo draait onze andere krappe aansluiting (4 minuten in Brussel-Noord naar de L naar Braine-le-Comte) de soep in. We nemen dan maar de L-trein naar Brussel-Noord, om de lange wachttijd die we nu aangesmeerd krijgen toch wat in te korten. Uiteraard rijdt deze L-trein (ms 347) achter de IC zelf ook met vertraging. In Brussel-Noord is dat nog altijd 8 minuten, maar met een theoretische aansluitingstijd van 48 minuten is dat geen probleem. Van Brussel-Noord naar Halle gaat het met IC 1939 (loc 2155 - rijtuig 58060). Om 18:34 rijden we Halle binnen.
Oktober is nooit een gemakkelijke maand om een uitstapje te plannen: stappen bij het niet denkbeeldige regenweer is zo al geen pretje, maar de treinen lijden in deze maand ook vaak van het sombere herfstweer. Deze week moeten we daarbovenop ook nog rekening houden met de nukkigheid van sommige NMBS'ers. Op donderdag is een spontane staking gepland (!) in Hasselt - zelfs als ze al een week voordien aangekondigd is in de gespecialiseerde fora is ze nog altijd spontaan. En op vrijdag wil de socialistische spoorbond zijn spijt betuigen over de afwezigheid van de dito partijen bij de regeringonderhandelingen. Het wordt dus woensdagnamiddag en we hebben nog een korte wandeling in petto uit het "Wandelboek Belgische kastelen - deel 1 Vlaanderen", meer bepaald een bijna 10 kilometer lang pad rond het kasteel van Leeuwergem.
De hele omgeving rond het kasteel is bepaald prachtig, zeker nu de vele dreven getooid zijn in de mooiste herfstkleuren. Met een TWQ van 61 % is het bovendien duidelijk dat Julien van Remoortere nog altijd op zoek gaat naar zo veel mogelijk onverharde wegen. Niet dat de wandeling nooit zwakkere momenten kent, maar als geheel kan ze er toch mee door.
We reden als volgt naar ons vetrekpunt, dat niet aan het beginpunt van de wandeling (de kerk van Leeuwergem) ligt, omdat daar nauwelijks openbaar vervoer komt. De treinhalte Leeuwergem is dan weer enkele jaren geleden afgeschaft, zogezegd omdat ze te dicht bij Zottegem lag. Ons kost het minstens twee keer een half uur extra reistijd, wat nog maar eens bewijst dat men niet lichtzinnig moet omspringen met het afschaffen van landelijke halten.
In Halle nemen we de CR (1563) naar Dendermonde om 13:25. Motorstel 613 rijdt met wat vertraging, maar we komen maar 3 minuten te laat in Brussel-Zuid aan, zodat de aansluiting met de IC naar Poperinge niet in het gedrang komt: Brussel-Zuid 13:45 - Zottegem 14:14 (met 1 minuutje vertraging) in ms 396: de eersteklasafdeling is behoorlijk gevuld, wat wel meer gebeurt met breaks: de opsplitsing 1ste/2de is niet voor alle diensten in deze stellen even optimaal, en de trein bestaat uit 1 stel, geen kans dus om de slimme reiziger uit te hangen. In Zottegem moeten we de bus in van lijn 45 naar Wetteren tot Leeuwergem (Oude Heirbaan). De bus vertrekt met 6 minuten vertraging, het gevolg van de vertraagde vorige rit, een typische nasleep van de woensdagmiddagspits. Het is bus 4230, van stelplaats Sint-Lievens-Houtem, met een bijzonder rustige en vriendelijke chauffeur. We bereiken ons beginpunt met 5 minuten vertraging.
Op het einde van de wandeling komen we in een dorpscafé terecht, en dat is al lang niet meer evident, zelfs niet In Vlaanderen. Er is zowaar een symbolische niet-rokersruimte, maar toch zullen we ons het cafébezoek de rest van de dag heugen door de doordringende stank die in onze kleren gekropen is.
Vanaf het café is het nog enkele honderden meter stappen tot de halte Oude Heirbaan. De bus met een vriendelijke en behulpzame chauffeur van Aziatische origine pikt ons stipt om 18:01 op (ab 3752) en zet ons zelfs nog wat te vroeg af aan het Zottegems station. Een alternatieve reisweg komt ons best uit: we nemen P-trein 8960 naar Geraardsbergen (18:22 - 18:34) met mw 4190. In Geraardsbergen wordt het opnieuw een CR naar Dendermonde (6 uur na die van de heenrit). Drie gemoderniseerde stellen: wij zitten in ms 663.
Het is best een gezellige dag geworden, met aangenaam, fris stapweer en weinig OV-problemen. Wat kan de herfst een mooi jaargetij zijn!