Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
09-03-2013
ttb map 16 (deel 1 ) - HLD62
Een hele map reeks 62, waarvan er doorgaans veel foto's genomen konden worden: het was een respectabel grote reeks, en behalve ten zuiden van Samber en Maas kon je ze echt overal aantreffen.
1. 6253 is net in Neerpelt aangekomen, en zal opnieuw vertrekken als 3606 Neerpelt - Antwerpen-Centraal. De M2-trek-en-duwtreinen maakten lang de dienst uit op deze verbinding. Het waren gezellige treinen, maar dagelijkse gebruikers waren er minder opgetogen over: ik hoorde het eens gevat omschrijven in Antwerpen-Centraal: de trein naar Neerpelt nemen is kinderspel, je kiest er gewoon de oudste en meest versletene uit. Smaken verschillen.
2. Op 16 maart 1978 staat de 6275 klaar om Z8614 van Gent-Sint-Pieters naar Zottegem te slepen. De trein bestaat uit elegante L-rijtuigen al komen ze hier niet tot hun recht. Als je goed kijkt zie je het oorspronkelijke nummer van deze loc door de verf doorschemeren: 212.175.
3. 6285 op 26 maart 1978 in Mechelen, voor Z9716 Mechelen - Sint-Niklaas. De stoompluim rechts van de loc laat vermoeden dat het eind maart nog koud genoeg was om de trein te verwarmen.
4. Een losse loc op weg richting Antwerpen op lijn 15 kp 9.2 op 29 maart 1978. Hier lag heel lang geleden de stopplaats Bos. Die lag trouwens maar enkele honderden meters van Boechout, richting waarin de loc zich spoedt.
5. Een toevallige ontmoeting op lijn 50 A kp 10.0: loc 6303 (met kleine cijfertjes) aan kop van Z1762 Kortrijk - Brussel-Zuid. Datum onbekend, maar ongetwijfeld ook ergens eind de jaren 1970.
6. Een foto die letterlijk en figuurlijk de mist in gaat. De onervaren fotograaf drukt te vroeg af, en dan krijg je een onding als dit. Loc 6257 met Z4316 Ath - Mons, lijn 90 kp 16.4.
7. In Kortrijk beschikt men blijkbaar over vele soorten sjabloontjes en over vindingrijke schilders: nog een ander lettertype voor deze 6322 met Z1766 Kortrijk - Brussel-Noord op 14 mei 1978 in Kortrijk. Helemaal links op de foto een treinwachter in het toenmalige donkere uniform, en ik trof het ook met het erg sprekende hoofd (met kepie) van de treinbestuurder.
8. We bevinden ons in Neerpelt op 4 juni 1978. De kraaknette 6316 is net uit revisie (veronderstel ik) en mag figureren op een opendeurdag van de NMBS.
9. 6212 staat klaar met Z8210 Aalst - Ath, samengesteld uit 2 M3-rijtuigen, ongetwijfeld een B- en een ABD-rijtuig. We klagen wel eens over het comfort in eerste klasse van vandaag, maar deze rijtuigen hadden dan wel metfluweel beklede banken, maar die hadden een veel te rechte rug. Hun comfort lag dan ook ver beneden dat van M2-rijtuigen, die bovendien een veel beter rijgedrag vertoonden.
10. 6278 sleept een indrukwekkend stel L-rijtuigen: Z8616 Gent-Sint-Pieters - Zottegem, bij zijn terminus in augustus 1978. De vertrekprocedure was toen wat ze vandaag was, en van zo een trein moesten enkele tientallen deuren manueel geopend en gesloten worden, en toch hoorde je nooit van instapincidenten. De intelligentie houdt niet altijd gelijke tred met de mondigheid...
11. Spijtig genoeg stond de zon hier niet ideaal: HLD6299 met Z8362 Brussel-Zuid - Dendermonde in september 1978, op lijn 60 kp 10.0. Dat is ter hoogte van het vroegere station van Zellik, en dat weten we zo precies omdat we hier onze wandeling dachten te beginnen - volgens de stafkaart lag hier nog altijd het station Zellik. Spijtig genoeg voor ons was dat een flink stuk richting dorp (en Brussel) opgeschoven. Het duurde even voor we ons in dat gps-loze tijdperk konden oriënteren.
12. De NMBS herstelt van wat men nu een winterprik noemt - men noemt alles een winterprik, zodra het sneeuwt of vriest - maar dit was een winteruppercut. We schrijven 3 januari 1979, en HLD6242 sleept Z1864 Binche - Schaarbeek. Ik ben er wel vrij zeker van dat dit niet de gewone samenstelling was. Het hele net lag dagen overhoop en men reed met wat beschikbaar was.
13. 6231 koestert zich in de avondzon op 30 april 1979 in Ronse.
14. 6276 aan kop van Z3913 Gent-Sint-Pieters - Kortrijk op 21 april 1979. Links van de loc zie je nog lijn 75B Waregem - Sint-Eloois-Vijve wegdraaien.
15. Het stationnetje van Basècles-Carrières op 30 april 1979. HLD6304 sleept Z7819 Mons - Tournai. Je moet het stationsgebouw vermoeden in de rug van de fotograaf.
16. 6269 met Z6725 Denderleeuw - Zottegem in Burst. Bemerk opnieuw de M3-rijtuigen, die hun hele carrière in Aalst hebben doorgebracht.
17. In Erpe-Mere zien we 6280 met Z5227 Aalst - Burst op 23 juli 1979. De trein bestaat uit gemoderniseerde K-rijtuigen, althans wat de B-rijtuigen betreft. K-rijtuigen zullen bij mij altijd het best het echte treingevoel oproepen, wat dat dan ook moge betekenen.
18. HLD6327 manoeuvreert in Piéton op 30 juli 1979. Watertoren, seinhuis, armseinen ik word oud.
19. Even later rijdt de 6305 het station uit, met Z7387 Charleroi-Sud - Haine-Saint-Pierre.
20. Op een niet zo zonnige 26 juli 1979 is HLD6262 net aangekomen in Blankenberge met Z5300 Mons - Blankenberge.
21. Stilaan moet duidelijk zijn dat we op 22 september 1979 WDT Merelbeke bezochten. 6265 geflankeerd door de 6091 en nog een glimp van een 59 en een rangeerloc op de achtergrond. Aan variatie geen gebrek.
22. Even naar Turnhout nu: 6279 met een stel M1-rijtuigen die Z2167 Turnhout - Antwerpen-Centraal vormen. Turnhout is vandaag een goed beklant station geworden, maar halfweg de jaren 1970 vond de NMBS nog dat het station nauwelijks enkele treinen per dag verdiende en op zondag al helemaal geen. Gelukkig was er een bekend (berucht?) opleidingscentrum van het Belgische Leger, zodat er af en toe ook nog speciale recrutentreinen aankwamen. Begin december 1976 arriveerde ik als complete bleu met een speciale trein, getrokken door een 59 en samengesteld uit I1-rijtuigen in Turnhout. Daar heb ik spijtig genoeg geen foto's van En om eerlijk te zijn, ik had ook niet veel zin om er te nemen.
23. Soms wil de zon niet mee, en dan krijg je een slecht zichtbaar neusnummer.HLD6266 met 3185 Tournai - Mons op lijn 78 kp 61.2 (Harchies) op 19 februari 1980.
4 maart 2013 Godarville - Péronnes Via Gallia Belgica
Er is maar een Compostellaroute waarvan ook gewoon een topogids bij de Waalse Sentiers de Grande Randonnée is uitgegeven, en dat is de Via Gallia Belgica, van Hélécine via Maubeuge naar Saint-Quentin. Misschien is de kwaliteit van de gevolgde route wel de reden waarom de samenwerking zich niet verder heeft doorgezet. Wij stappen vandaag van Godarville naar Péronnes-lez-Binche, bijna 15 km, en de kwaliteit is inderdaad sterk wisselend, met als hoogtepunt de doortocht van het Bois de Mariemont (L'Olive) en als spijtige dieptepunten de veel te lange kaarsrechte en onaangename verbinding tussen Mariemont en Morlanwelz en een lang stuk, oninteressant beton op het einde. Toch is het voor ons weer een ontdekking geweest van een streek waar je anders zelden of nooit komt: de vele terrils wijzen op een glorierijk maar keihard verleden. Mijn eigen grootvaders hebben hier allebei een tijdje als mijnwerker in de diepe koolsteenlagen gewroet, en een broer van mijn grootmoeder heeft zich hier zelfs definitief gevestigd. De TWQ bedraagt 41 %: buiten de bebouwing kun je hier vaak nog over onverharde voet- en veldwegen stappen, al moet het gezegd: de Walen lopen er blijkbaar niet allemaal zo netjes en uitgestreken als hun opperhoofd (ons opperhoofd!) Elio bij. Waar gesluikstort kan worden, wordt gesluikstort. Enkele lege kisten vuurwerk in een veld spreken boekdelen: blijkbaar is het gemakkelijker volle dozen naar het Niemandsland te brengen, dan de lege terug mee naar huis te nemen.
Bijkomende attractie voor de treinliefhebber met enige historische belangstelling: je loopt hier geen uur aan een stuk of je komt wel ergens een reliek tegen van een rijk spoorwegverleden. Hoogtepunt is ongetwijfeld de verlaten spoorbedding van L'Olive, waarvan het station nog herkenbaar aanwezig is; het oude wachtershuisje aan de voet van het hellend vlak (ja, ja!) is zelfs nog veel mooier. En verder liepen we ook even over de bedding van de oude lijn 113 die Manage met Piéton verbond; waar is de tijd dat we hier over de korte rails dokkerden in M1- of L-rijtuigen? Hier en daar kun je ook nog verbindingen vermoeden van de oude steenkoolmijnen, en Mariemont zou bij elke rechtgeaarde tram- en treinliefhebber een (tram)belletje moeten doen rinkelen.
Zelfs de foto's die ik onderweg nam, hadden vaak iets met spoorwegen te maken:
Deze prachtige dalende weg is bijvoorbeeld het oude hellende vlak, met het huis van de toezichter nog in blakende vorm. Dat zal wel door het eten van zelfgekweekte groenten komen.
En een van de mooiste veldwegen was deze in de buurt van Cronfestu - op de hoogte ligt lijn 108 Y. Mariemont - Binche. Lang geleden liep deze lijn door tot Erquelinnes, zodat het mogelijk was Brussel rechtstreeks met dit grensstadje te verbinden.
Dit is misschien al minder duidelijk, maar ik vermoed dat deze uitgraving het overblijfsel is van een vroegere treinverbinding met één van de vele mijnen in de buurt. We zijn in de buurt van Péronnes-lez-Binche.
Péronnes - Binche[133] 14:39 14:48 +2 (ab3827, Van Hool A330, La Louvière)
Binche - Halle3915 15:16 16:08 +2 (842)
De commentaar:
Godarville lijkt voor de meeste Vlamingen waarschijnlijk aan de andere kant van de wereld te liggen, maar vanuit Halle is het vlot bereikbaar. We rekenen op de voorziene aansluiting: 9 minuten in Braine-le-Comte, op hetzelfde perron, dat moet lukken. Daarom laten we de IR naar Binche, die met meer dan 20 minuten vertraging rijdt, rustig passeren: de trein zal wel in de klappen gedeeld hebben van de seinstoring op lijn 162 tussen Namur en Assesse, die het treinverkeer op die as bijna even grondig in het honderd heeft gejaagd als het ongeval op de Brusselse Ring. Ik schrijf bijna even grondig, want vertragingen van 3 uur werden bij de treinen niet opgetekend.
Als in het spoor van de IR echter ook nog de L-trein komt aangesloft, vrees ik toch dat we verkeerd gedaan hebben: die zal nu wel de gehele weg onze IR naar Quévy voor de voeten rijden. We vertrekken dan ook met 4 minuten vertraging in Halle, maar echt dramatisch verloopt de rit niet: in Braine-le-Comte komen we aan met 7 minuten vertraging, en dat levert ons een vlotte aansluiting op.
Net zoals in de IR worden we ook in deze L-trein meteen na het vertrek gecontroleerd. Tussen Familleureux en Manage gaat het even wat trager: er is een vertragingszone tot 40 km/u, maar dat sluit niet uit dat we stipt op tijd Godarville bereiken. Telkens weer rond het volle uur vindt er hier een echt treinfestival plaats: 4 L-treinen in minder dan 10 minuten (twee in elke richting) - het is echt wat van het goede teveel op deze toch niet zo goed beklante spoorlijn.
Voor de terugkeer kiezen we voor een eindpunt aan de halte Barrière Julien, dat is nog op het grondgebied van Péronnes-lez-Binche. Bus 133 zal ons in de buurt van het NMBS-station van Binche brengen. Lijnen 132 en 133 vormen hier een duo: in de dienstregeling staat letterlijk dat de 133 de terugrit is van de 132. (Je vindt in Henegouwen wel meer van dergelijke gevallen.) Ik zie er nog altijd het voordeel niet van in, misschien omdat ik ook al niet te veel inzicht heb in deze dubbele structuur. Vermoedelijk lijkt het nog het best op de Brusselse Ring, met een binnen- en een buitenring.
De bus is zo goed als stipt. We stappen uit aan de halte Avenue de Burlet, vijf minuten gaans tot dat indrukwekkende station van Binche. Ik kan me niet voorstellen dat men daar bij de NMBS even enthousiast over doet. Het gebouw moet ongeveer honderd keer te groot zijn voor wat je van een station in zo een stadje als Binche kunt verwachten. De wachtzaal is immens groot, ik heb er nog nooit meer dan 5 reizigers tegelijk op de banken weten zitten.
De terugreis uit Binche verloopt zonder veel problemen. Ook nu worden we snel gecontroleerd. De TBG heeft moeite met ons biljet, want hij ziet alleen Zone Halle - Godarville. En terug van Binche staat er inderdaad erg klein op. In Braine-le-Comte is het wachten op de aankomst van IC 1736. Amper 3 minuten vertraging heeft deze trein, en toch worden die alle 3 overgeheveld op onze IR. Dit is een voorbeeld van een niet-robuuste dienstregeling.
De eerste echte lentedag: zon, zon en nog eens zon, al begrijp ik niet dat de pers er zoveel aandacht aan besteedt. Want het is nog altijd frisjes. Misschien wel om dezelfde reden waarom die blonde programma-aan-elkaar-praatster van de VRT al vanaf maandag over het weekend begint te zagen: het vermoeden dat deze verwende westerlingen alleen nog kunnen denken aan de zon en het weekend. Zon en spelen - brood is er voor het publiek van kranten en tv nog genoeg.
En tot slot nog een serieuze toemaat voor de liefhebbers:
meteen in Godarville kon ik nog twee klassieke, gemoderniseerde stellen vastleggen: 684 met L4360 Charleroi-Sud - Braine-le-Comte en 653 met L4280 la Louvière-Sud - Luttre
ab3869 in Chapelle-lez-Herlaimont
We spraken de knapzak aan ter hoogte van de vroegere halte Mariemont, vlak bij de aantrekkelijke banken van het naburige park. In een mum van tijd had ik ook een kwartet treinfoto's:
vierledig stel 821 met IR 3810 Jambes - Tournai
ms 473 met IC 910 Tournai - Herstal
ms 476 met IC3833 Tournai - Jambes
en ten slotte motorstel 836 met IR 3833 Tournai - Jambes
28 februari: het einde van de meteorologische winter. Zo ziet het er in het Land van Herve ook wel uit. De hoogste toppen (?) liggen nog bedekt met oudbakken sneeuw, en hier en daar vinden we nog resten van wat ooit stevige sneeuwduinen geweest moeten zijn. Maar onmiskenbaar komt de nadruk ook hier stilaan op het groen te liggen, hier en daar priemt het speenkruid door de nog kale grond.
We halen onze inspiratie uit een wandelkaart van de stad Herve en combineren wandelingen 10 (Les R'djetonsdu Vieux Chêne) en 08 (Balade de la Croix) tot een lus van 13 km, waar we nog twee keer een dikke km aan toevoegen, bij gebrek aan openbaar vervoer dat ons dichter kan brengen. Het Land van Herve is misschien wel een van de mooiste wandelregio's van het hele land, en ook vandaag zullen we enkele keren door weiden stappen, die toegankelijk gemaakt zijn door in het rood geschilderde uniforme hekjes. Het wordt een tocht van stijgen en dalen - zonder echte uitspattingen - en enkele stukjes voetweg behoren tot het allerbeste wat je je als wandelaar kunt wensen. Toch bedraagt de TWQ maar 32 %; grote delen van de tocht lopen inderdaad over gelukkig rustige asfaltwegen; misschien had men nog iets meer gebruik kunnen maken van de paadjes door de weiden. Het Croix de Charneux is letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de wandeling; je kunt er ook nog de resten vinden van een ondertussen nutteloos geworden uitkijkpost.
Eigenlijk hadden we onze wandeling moeten beginnen in Charneux, maar op een schamele schooldienst na, valt dit mooie, rustige dorp volledig buiten de actieradius van de TEC. We vonden een vrij handige oplossing voor dit probleem door bus 738 te nemen, en wel de variant via La Minerie, die om de 2 uur Verviers met Aubel verbindt. Zo beperken we de aanlooproute tot iets meer dan 1 km. Buslijn 738 heette oorspronkelijk 38a; samen met lijn 38b (Liège - Verviers) verving ze de spoorlijn 38 Liège - Battice - Plombières. De buslijnen zorgden hier ontegensprekelijk voor een betere ontsluiting van dit gebied dan de kronkelende, trage spoorlijn, die we lang geleden, net voor de afschaffing, nog eens bezochten met een autorail van de GTF.
We komen eigenlijk naar het station van Halle om daar de 1556 van 7:23 te nemen, maar als de 3105 op tijd arriveert, is de verleiding natuurlijk groot om het zekere voor het onzekere te nemen, en dus komen we terecht in het (te) goed gevulde derde stel van deze IR. Een misrekening, want vooraan was er duidelijk meer plaats. Maar we kunnen zitten, en dat doen ook de reizigers met een tweedeklasbiljet die al lang weten dat dit straffeloos kan tussen Halle en Brussel (en op zo veel andere plekken).
Wat er precies voor ons zit, weet ik niet, maar het gaat traag van voor Lot tot na Ruisbroek. Zo zie je maar: stipt vertrekken in Halle en toch alweer met 5 minuten vertraging aankomen in Brussel-Zuid. Dat wijst erop dat we inderdaad echt geslenterd hebben, want ongehinderd leggen deze treinen dit traject moeiteloos af in 8 minuten.
Maar gevaar voor onze aansluiting is er niet. En de 506 lijkt het goed te doen. Bij vertrek in Brussel-Zuid hebben we amper 2 minuten vertraging, al zal die oplopen tot 7 minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Noord. De NZV: ze zal wel altijd voor problemen blijven zorgen. En dan verloopt het verder vlot: in Leuven vertrekken we met 5 minuten vertraging, en In Liège is de vertraging zo goed als weggegomd. Het is me nu al enkele keren opgevallen dat de IC's er weer in slagen een drietal minuten vertraging in te lopen tussen Leuven en Liège, want dat leek een tijdje geleden vaak onmogelijk.
In Verviers lijkt het buffet gedoemd om voor altijd te verdwijnen, en dus wordt het wachten in de wachtzaal. Dat is niet bepaald prettig: ondanks de automatische deuren tocht het er dat het een lieve lust is, het is er koud, en de zitbanken lijken wel op een kluitje bij elkaar gegooid. Dat het gebouw voor de rest zijn charmes heeft, daar hebben we niet echt een boodschap aan op deze kille, sombere winterdag.
Op het busstation staan o.a. twee bussen van de firma SADAR, één nog met de film van de vorige rit. Maar het is de bus ernaast die de onze zal worden. Het is een vrij oude Mercedes, maar de bus ziet er nog in topconditie uit. De chauffeur ziet dat ik 3 zones indruk, en verbaast zich erover dat ik nog een oude kaart gebruik. Die worden zeldzaam. Hij moest eens weten dat ik nog voor een kleine 100 in reserve heb. Bij de TEC-Liège-Verviers kon je de waarde van je kaart ook vroeger al niet zelf bepalen, zodat alleen kaarten voor een betrekkelijk lage prijs (en dus weinig ritten) verkocht werden. Dat zal wel mee verklaren waarom iedereen hier ondertussen de nieuwe kaarten gebruikt. Na een lange klim uit de vallei van de Vesdre, komen we vrij snel in de heuvelachtige streek die we vandaag te voet verkennen.
De terugrit verloopt analoog. De bus is deze keer van een veel recenter model. Wat opvalt: ondanks de 2 uurdienst zijn er veel instappers. Je vraagt je af of de TEC geen enorm potentieel aan klanten meer heeft op dergelijke lijnen. Toegegeven, bepaalde verbindingen worden met de moed der wanhoop in stand gehouden, maar andere lijnen zouden wel eens goed kunnen varen met een uitbreiding van de dienstverlening.Ook deze bus volgt de omleiding waardoor we een aantal halten in Dison links laten liggen. Zo komen we ook langs vervanghalten: hun aanduiding is beneden alles. Een geplastificeerd A4-tje dat slordig aan een verlichtingspaal gebonden is. Alle busmaatschappijen kunnen best nog een tandje bijsteken als het op halte-informatie aankomt, zeker bij omleggingen, maar dit is wel het triestige dieptepunt.
En dan is er de terugrit per trein uit Verviers-Central. Dat behoort wel niet tot de dagelijkse routine, maar als ik maandelijks schrijf, zal ik er toch niet ver af zitten. Blijkbaar is er een probleem met de deuren van ons rijtuig. De poging van een schouwer om ze deftig aan de praat te krijgen, zorgt voor 4 minuten vertraging in Liège-Guillemins. Ik hoor hoe een onderstationschef het UIC-nummer van het defecte rijtuig doorseint, dat ik onderhand wel uit het hoofd ken. Die 4 minuten vertraging komen als geroepen voor een corpulent heerschap dat zich puffend en hijgend in het zitje van de I11 laat zakken. We zitten rug aan rug, bij manier van spreken. Als het puffen en hijgen stil valt, volgt even later een goed hoorbare knal, en de geur die dan verspreid wordt, laat er geen twijfel over bestaan: een veest, een feest. En dan waren we net gewend geraakt aan de opdringerige lookgeur, waar we onszelf ook wel eens schuldig aan durven maken.
In Leuven staat een groot aantal studenten te wachten - opvallend, maar niet echt onverwacht. Als je studenten voor een prikje laat reizen, zelfs ver laat reizen, en je weegt de prijs van de Campuskaart af tegen de huur van een kot, is de rekening snel gemaakt. Waarom zitten op het platform eerste klasse zo aantrekkelijk is, zal ik nooit goed begrijpen. Nu zitten er weer 5 studentes. Misschien ligt de verklaring in een kop van De Standaard van vandaag: Waarom eenzaamheid bij jongeren zo een taboe is. Dit n.a.v. de vertoning van Charlotte in de Kopergietery in Gent. Deze 5 hebben alvast een oplossing gevonden voor hun eenzaamheid, al kun je eenzaam zijn in de massa.
In Brussel-Noord hoeven we niet eens van perron te veranderen: de L-trein naar Braine-le-Comte hebben we in Nossegem ingehaald. Achteraan hangt stel 210. Het is in een stel van deze generatie dat mijn vrouw en ik als prille twintigers onze maidentrip in eerste klasse maakten, ergens begin jaren 1970. We waren meteen reddeloos verloren, voor altijd gewonnen. Toen moest je als niet-roker nog in dat kleine compartimentje met 8 plaatsen gaan zitten; de rokers kregen toen nog 20 plaatsen ter beschikking. In een zotte bui durfde ik als straf nog wel eens een opstelletje laten schrijven met als titel De invloed van de overwinning van de Geallieerden in WO II op ons rookgedrag. Niet dat ik daarover ooit baanbrekende ideeën heb gelezen
De L-trein rijdt met een aanvaardbare vertraging tussen 3 en 5 minuten. Elf treinen al na elkaar met minder dan 6 minuten vertraging, het lijkt niet meer op te kunnen. Ik snak naar een tijd waarin ik alleen nog moet schrijven over de winderigheid van mijn medereizigers, en niet meer over vertragingen, gemiste aansluitingen en meer van die onaangename ervaringen. We blijven duimen voor de NMBS!
Zelf vind ik dit niet zo een geslaagde foto, maar ik merk bij het doorbladeren van mijn oude mappen vaak hoe doorsneefoto's toch een beeld oproepen van wat eens was. Over 20 jaar nog eens bekijken, dus. HLE1825 duwt E512 het zadelstation van Verviers-central uit - Oostende - Eupen, het einddoel nadert.
Op deze koude, gure februaridagen probeer ik wat warmte te brengen met een reeks dieseltjes van de reeks 60 en heel even ook reeks 61.
1. Prototype 6001 staat klaar met de 7816 Mons - Tournai in wat toen nog Saint-Ghislain-Hornu heette in augustus 1978. Rechts zie je klassieke stellen die toen tot Saint-Ghislain kwamen als semi-directe treinen (met afkoppeling van een deel voor Quévy in Mons) en die soms zelfs uit Welkenraedt kwamen, al dan niet als stoptrein op lijn 37.
2. Een ander prototype (6006) met trein 3182 Mons - Charleroi-Sud op 29-04-1979 in Mons. Deze treinen zijn de voorlopers van de huidige IC-treinen Tournai - Herstal. De verbinding werd opgesplitst in 2 delen omdat tussen Charleroi en Tournai nog elektrificatiewerken moesten worden uitgevoerd.
3. Diezelfde 6006 in Halle op 16 mei 1980 met Z1818 Schaarbeek - Haine-Saint-Pierre. Zowat alles op deze foto is verdwenen, op de rij huizen vanaf het eerste rijtuig na.
4. In augustus 1978 stond deze 6033 in Ottignies.
5. Loc 6055 sleept op 23 april 1978 Z9516 Hasselt - Liège-Guillemins. De trein staat hier in Hasselt.
6. En dit is Namur: de 6069 is net aangekomen met Z6591 Givet - Namur. We schrijven augustus 1978.
7. Loc 6026 staat klaar met Z8066 Quiévrain - Saint-Ghislain-Hornu in het eerste station, dat er op dat ogenblik nog tamelijk fris bij ligt.
8. HLD6072 met trein 6541 Namur - Givet in Dinant in augustus 1978.
9. 6079 sleept Z9063 Oudenaarde - Gent-Sint-Pieters, lijn 86 kp 74.5 in september 1979. Dat is net voorbij De Pinte.
10. Op 18-11-1978 zijn de moderniseringswerken van lijn 75 nog volop aan de gang. Loc 6086 sleept Z3939 Gent-Sint-Pieters - Kortrijk - we bevinden ons in Deinze!
11. Op 19-04-1979 misten we onze trein naar Liège-Guillemins in rencheux, en daardoor kon ik deze 6047 met Z3540 Liers - Gouvy fotograferen. De lijn is hier ondertussen enkelsporig en in Rencheux stoppen al sinds 1984 geen treinen meer. Rencheux ligt dan ook op wandelafstand van Vielsalm.
12. 6015 klaar voor vertrek met een lang stel M2-rijtuigen in De Panne: Z3759 Adinkerke-De Panne - Brussel-Noord op 08-08-1979.
13. Dezelfde 6015 van daarnet - in Adinkerke-De Panne kon je zelfs nog wat goederenwagons aantreffen
14. Op 22-09-1979 bezochten we de WDT Merelbeke - een fris ogende 6082 tegen dreigende luchten.
15. Hier rijden tegenwoordig de treinen van de museumlijn Dendermonde - Puurs. 6039 sleept 2 L-rijtuigen die samen Z9369 Antwerpen-Noorderdokken - Dendermonde vormen. Hij nadert Sint-Amands.
16. HLD6036 met een slecht belichte neus sleept 3 M1-rijtuigen van Saint-Ghislain-Hornu naar Gent-Sint-Pieters: Z9086 op 19-02-1980 in Harchies.
17. 6043 is met Z6587 Dinant - Namur in zijn eindstation aangekomen op 09-12-1980. In de achtergrond wagons die - getuige de gele band - ingezet werden in de collitreinen van de NMBS. Deze treinen reden 's avonds naar Brussel - de NMBS maakte toen nog werk van een echte pakjesdienst.
18. Dezelfde loc op dezelfde dag met Z6539 Namur - Dinant op 09-12-1980, net voor Lustin (lijn 154 kp 73.6).
19. En uit de tegenrichting kwam de gele 6088 met Z6589 Dinant - Namur. Alweer lijn 154 kp 73.6.
20. Een minder geslaagde foto, ik geef het grif toe: 6076 met Z7064 Mechelen - Gent-Sint-Pieters op een sombere 24-01-1981, lijn 53 kp 23.5, dat is in de buurt van Malderen.
21. HLD6026 met Z7815 Saint-Ghislain-Hornu - Tournai op 19-02-1980 in Harchies (lijn 78). Eigenlijk was dit in die tijd een soort standaardsamenstelling voor de stoptreinen op de niet-geëlektrificeerde lijnen: een loc (60 of 62) met 3 M1-rijtuigen aan de haak: 1BD - 1AB en 1B.
22. Op dezelfde dag, in dezelfde buurt: 6048 met Z3132 Mons - Moeskroen. Dit was een semi-directe trein die op lijn 78 de stations aandeed van de huidige IR. Lijn 78 kp 61.3: de brug is die over het kanaal Blaton - Péronnes.
23. Op 27-07-1979 geniet de 6110 van de avondzon in Eeklo.
24. Twee dagen voordien staat HLD6115 voor Z3944 Gent-Sint-Pieters - Kortrijk. Bemerk de ongewone dubbeltractie met een 62 in 2de positie.
GR 579 verbindt Brussel met Luik, en dat spreekt toch wel tot de verbeelding. Wij zijn ondertussen aan onze tweede beurt GR579 toe en stappen vandaag van het onooglijke Bossut naar het niet echt charmante stadje Jodoigne: een tocht door Haspengouw, dus, en dat laat zich merken. De nadruk ligt op lange stroken veldweg tussen de echt weidse akkers, en slechts af en toe wordt dat snoer onderbroken voor dorpjes, stukjes bos en grote boerderijen die bijna allemaal hun toponiem krijgen op de topografische kaart. Veldwegen, die we als wandelaars niet genoeg kunnen koesteren. Spijtig genoeg zijn we niet de enigen die een lapje modder kunnen appreciëren, en dat leidt tot vaak moeilijk begaanbare want stuk gereden modderlinten: de fietsers veroorzaken nog het minste kwaad, maar de gemotoriseerde leeghoofden rijden werkelijk alles naar de bliksem. En zeggen dat in wandeltijdschriften soms gewag gemaakt wordt van bodemerosie als gevolg van de vibramzolen, waarop stappers zich nog al eens plegen te verplaatsen. De tocht is iets meer dan 18 km lang, en het TWQ bedraagt 63 %, wat erop wijst dat de vele aarden veldwegen hier nog niet vervangen zijn door lange eentonige stukken beton zoals ten noorden van de taalgrens, hier niet eens zo ver vandaan.
Tienen - Brussel-Noord223716:11 16:44stipt182061065
Brussel-Noord - Halle857216:49 17:08+3210753503
De commentaar:
Bossut wordt bediend door twee buslijnen van de TEC-Brabant-Wallon, nl. 32 en de Rapido 6. Die rijden wel tamelijk regelmatig, maar vermits er 18 km op het programma staan, valt onze keuze op een verbinding die ons toelaat halfweg de voormiddag van start te gaan.
Het komt eropaan in Leuven te geraken, op deze maandagmorgen, die alle ingrediënten heeft om er een moeizame reis van te maken: hoge relatieve vochtigheid, vorsttemperaturen, maandag, een uitgebrand seinhuis in Geraardsbergen. Voeg daar nog een defecte trein bij, en je weet meteen dat we ons op geen enkel moment beklagen dat we flink wat reserve hebben genomen: lijn 18 uit Leuven rijdt dan wel zo goed als elk uur, het laatste stukje van Hamme-Mille naar Bossut heeft een tamelijk karige bediening in de voormiddag.
Als we op het perron komen, komt een Thalys op lijn 96N tot stilstand, net ter hoogte van de perrons. Opnieuw vertrekken zit er voor deze gekoppelde hogesnelheidstrein niet meteen in: zo gauw er tractie gegeven wordt, krijgen we een vonkenspel te zien dat de vergelijking met laswerken kan doorstaan. Maar van enige voortgang is er geen sprake. Je vraagt je af hoe lang rijdraden zo iets kunnen doorstaan. Onderweg zullen we trouwens nog een tweede HST stil zien staan, en terwijl we in Halle wachten rijdt een lege Thalys zowaar over spoor 3 richting Mons. Andere anomalieën: treinen met vertragingen tot 20 minuten, IR3129 met één break - gelukkig moet er niet ontkoppeld worden in Ath. Eén van de treinen met fikse vertraging is L1556, en die zal ons inderdaad een tijdje voor de voeten rijden. Opvallend toch hoe die L treinen Edingen - Dendermonde bijna dagelijks met veel vertraging rijden sinds ze niet meer naar Geraardsbergen kunnen
Het mag een wonder heten dat onze IR 3706 bijna helemaal succesvol alle klippen tussen Quévy en Halle heeft genomen: we vertrekken met nauwelijks 3 minuten vertraging, maar zoals gezegd - we zitten een tijdje achter de 1556 aan, en we bereiken Brussel-Zuid nog net binnen de niet-vertragingsgrens van minder dan zes minuten. Op het moment dat de deuren gelost worden zijn we precies 5 minuten en 58 seconden over tijd. We tonen ons van onze inschikkelijke zijde en noteren 5
Liefst van al hadden we nu de 7005 naar Leuven genomen, maar we kunnen nog mee met de 2207, die lange tijd met 6 minuten vertraging aangekondigd staat, maar die uiteindelijk 9 minuten later dan voorzien uit Brussel-Zuid zal vertrekken; in de NZV komen daar nog 2 minuten bij, maar dan gaat het probleemloos over lijn 36N naar Leuven, dat we met 8 minuten vertraging bereiken.
Mocht het buffet nog bestaan, dan zouden we ons ongetwijfeld daar aan het zwarte goud zijn gaan laven (of zijn dat steenkolen?), maar nu wordt het zoeken naar een café om de aansluiting wat minder lang te doen lijken. Eén café wordt het althans niet: pal voor het busstation ligt "In de goede oude tijd", en dat is blijkbaar een verwijzing naar de tijd dat in cafés nog volop gerookt mocht worden. De rokers worden inderdaad ondubbelzinnig naar binnen gelokt met een duidelijk "Roken toegestaan" op de vitrine en lokkende asbakken binnenin. Waarom wordt zo een kot niet gewoon gesloten? Als boetes e.d. niet helpen, is dat toch de enige uitweg.
Net op tijd komt de TEC-bus aan gereden: het is vandaag voor ons de eerste kennismaking met de nieuwe TEC-tarieven, of net niet, want ik heb nog een oude voorraad TEC-kaarten liggen. Gelukkig blijven die bruikbaar, en dus moet ik 5 zones intikken voor het volledige traject in 2 bussen tot Bossut. Handige kerels trouwens, die van de TEC. Voordien kon je 2 tot 6 zones intikken, maar nu blijven er maar 3 tarieven meer over: Next (1-2 zones, 60 minuten geldig), Horizon (3-6 zones, 90 minuten geldig) en Horizon+ (als Horizon, maar in Expressbussen). De toetsen 8, 9 en 10, nu toch al ettelijke jaren in onbruik, kunnen worden ingedrukt voor deze nieuwe tarieven. Blijkbaar detecteert de Prodata automatisch om welk type kaart het gaat. Eigenaardig genoeg betalen we met onze oude kaart 0.77 meer dan met de nieuwe kaart.
Busaansluitingen zijn ook bij de TEC vaak toevallige gebeurtenissen. Hoe het kan wordt hier rond het halve uur bewezen met bussen van de lijnen 18 en 32, die hier keurig aansluiting geven op de plek van het vroegere tramstation. Tot de jaren 1950 kwamen hier inderdaad trams van de lijn Brussel - Jodoigne en Leuven - Jodoigne. Wij hebben geen recht op zo een vlotte overstap: de Rapido 6 zal nog 26 minuten op zich laten wachten. Het is een echte Rapido, zodat we nauwelijks in staat zijn om de namen op de voorbijflitsende halteborden te lezen. Daardoor lezen we Guertechain als Gottechain, en stappen we een halte te vroeg uit; die fout wordt cash betaald met enkele honderden meters langs een drukke weg, die echt niet op fietsers en voetgangers berekend is. De bussen van de rapido 6 slaan hier inderdaad een halte over (bediend door lijn 23) en die wordt dus niet vermeld in de haltelijst
Voor de terugrit verkiezen we als opstaphalte Jodoigne (Gare) al liggen de resten van het spoorwegverleden hier niet echt voor het rapen. Het is een gelede bus van De Lijn die ons naar Tienen zal brengen. Lijn 360 van vandaag is eigenlijk lijn 142a van vroeger: deze buslijn verving de treinen op lijn 142 tussen Tienen en Jodoigne, en de oude spoorlijn, die parallel loopt met ons bustraject, is nog op erg vele plekken herkenbaar aanwezig in het landschap.
De rit met IC2237 verloopt zo goed als vlekkeloos; alleen vanaf Schaarbeek gaat het minder vlot, maar de reserve in de dienstregeling zorgt ervoor dat we toch stipt in Brussel-Noord aankomen. Dat geeft zicht op een vlotte aansluiting met P8572 op spoor 12. In een flits zien we Spoorvreter (http://opdetrein.blogspot.be/) nog uit het rijtuig springen, op zoek naar een zo vlot mogelijke manier om in Geraardsbergen te geraken: dat zijn trein in tijd Brussel-Noord bereikt heeft, laat het beste verwachten. We vertrekken ook op tijd, in deze P-trein naar Edingen (in plaats van Geraardsbergen - brand, remember!). Die staat keurig aangekondigd op de perrons van Noord, Centraal en Zuid, maar de automatische aankondiging blijft volhouden dat Brussel-Zuid het eindstation van deze trein is. Gelukkig luistert de TBG mee, en die verbetert meteen de foute aankondiging. Op dit moment van de dag met één minuut vertraging Brussel-Zuid buitenrijden is knap; spijtig genoeg gaat het even minder vlot in Vorst-Zuid en uiteindelijk zullen we in Halle aankomen met 3 minuten vertraging. Zo slecht als het vanmorgen liep, zo goed loopt het vanavond. En ja, we hebben er weer 4 ritten in dubbeldeksmaterieel op zitten. We zullen er nog gewend aan raken
We zijn net van deze bus gestapt in Hamme-Mille. De bus staat vertrekkensklaar, met mijn handschoenen er nog in
Net buiten Jodoigne vinden dit stukje oude trambedding van de lijn Jodoigne - Beauvechain - Leuven/Tienen.
13. Opnieuw de 5540, met Z3517 Liers - Jemelle in Esneux op 25 augustus 1979.
14. 5523 in de buurt van Tilff (lijn 43 kp 3.7) met Z8514 Liers - Jemelle op 25 augustus 1979. Deze loc heeft ondertussen de gele schildering.
15. Tijdens een bezoek aan de CW te Mechelen konden we ook even mijmerend langs het treinenkerkhof lopen; niet meteen de meest frisse beelden Onhandige fotograaf als ik was, ben ik er zelfs in geslaagd om de pantograaf onvolledig te fotograferen van deze 003.
16. Prototype 050 (ex-501) - best elegant stel, maar het kwam nooit tot een volledige reeks
17. 012, verongelukt in Luttre-Pont-à-Celles
18. Ex-lijn 57, Gijzegem, op 3 maart 1978
19. Ex-lijn 81 (Les) Écacheries
20. Ex-lijn 87 omgeving Bois-de-Lessines
21. Ex-lijn 150, op 20 augustus 1980 - de bedrijvigheid is hier zo goed als nul, maar het station fungeerde wel als overstapstation, tussen vervangingsbussen, wel te verstaan.
22. En op dezelfde dag nam ik wat verder deze foto van lijn 150, kp 27.
Geniet ten slotte van deze oude affiches, gefotografeerd ter gelegenheid van een of andere tentoonstelling, misschien wel in Brussel-Centraal waar KBVVS-ARBAC een keer per jaar de pendelaars verleidde tot een andere kijk op de NMBS
We zijn ondertussen gearriveerd bij ttp-map 14. Dit mapje van 24 bevat hoofdzakelijk diesels, enkele Kerkhofblommen en wat foto's die erop wijzen dat sluitingen van alle tijden zijn.
01. 5209 met trein 4608 Namur - Bertrix in augustus 1978 in Namur. Onnodig te zeggen dat dit zalige treinen waren: een gezellige eerste klasse, diesels die op de Ardense lijnen echt konden loeien en landschappen om van te snoepen. Op de achtergrond een M1.
02. Zelfde 4608 maar met een andere loc: 5212 kwijt zich van haar taak op 31 juli 1979; ze staat klaar voor de start op een van de kopsporen die Namur toen nog rijk was. K1-rijtuigen waren toen nog alomtegenwoordig, vooral voor diensten naar Bertrix (lijnen 154 en 166), maar ook naar Givet (lijn 154).
03. Loc 5202: Onnodig te zeggen dat je in Ronet, de stelplaats in de buurt van Namur, veel dikke neuzen kon aantreffen. Zoals bij de vorige reeks vermeld: je kon in die tijd makkelijk een half dozijn stelpaaltsen per jaar bezoeken met de treinclubs die toen op dat vlak nog erg actief waren. We schrijven hier 6 oktober 1979.
04. In Bertrix sleept 5319 in augustus 1978 een goederentrein.
05. 5405 met een onbekende reizigerstrein naar Bertrix of Givet in Namur op 31 juli 1979. Het L-rijtuig rechts op de foto is een wat vreemde eend in de bijt. Het zat zeker niet in een regelmatige dienst; ik heb altijd vermoed dat de 2 L-rijtuigen die je ook wel eens in Bertrix kon zien staan in die periode versterkingsrijtuigen waren.
06. Alweer de 5405 in Namur, op 29 april 1979. Let ook eens op de rest van de foto: in de verte zie je een K1-rijtuig, een nog groene loc van reeks 20 en enkele groene klassieke stelletjes.
07. Terug naar Ronet nu, waar de 5403 een loc van reeks 26 flankeert - 6 oktober 1979.
08. 5408 op 30 september 1979 in Mariembourg. De loc staat er tentoongesteld ter gelegenheid van het Stoomfestival van de CF3V.
09. Over naar reeks 55: 5503 sleept een goederentrein op 29 maart 1978, op lijn 15 kp 9, dat is net voorbij Boechout in de richting Lier. Beschouw het maar als een mislukte foto
10. Al wat beter, maar in een minder mooie omgeving, is de foto van deze 5508 in Liège-Guillemins op 23 februari 1979.
11. 5540 in het oude Liège-Guillemins met een onbekende reizigerstrein (uit Jemelle of Gouvy) op 22 februari 1979. De lichtblauwe streep wees erop dat deze loc was uitgerust met een installatie voor elektrische verwarming, in die tijd een eis van de CFL voor de internationale verbindingen naar Luxemburg.
12. 5528 met Z8561 Jemelle - Liers in Jemelle in augustus 1978. Deze treinen hadden vrij stereotiepe samenstellingen; een loc van reeks 55 met een viertal M2-rijtuigen.
8 februari 2013 Kessel-Lo - Sint-Pieters-Rode GR Hageland
Vooral in Vlaanderen bestaat een duidelijke tendens om meer en meer Streek-GR's op wandelpoten te zetten: ze schieten nog net niet als paddenstoelen uit de grond. Voordeel is alvast dat je gemakkelijker saaie regio's, die bij de GR's in lijn wel eens voorkomen, kunt omzeilen. Wij vangen vandaag de GR-Hageland aan, die in het begin trouwens samenloopt met de GR-Dijleland. De eerste kilometers komen ons dan ook nog erg bekend voor.
De eerste 10 kilometer (van de bijna 16) voeren ons van bos naar bos: de beboste Kesselberg, het Sint-Gertrudisbos en het Chartreuzenbos, goed voor enkele kilometers onverharde boswegen, die er in dit winterseizoen even diep bij liggen als in de tijd van het loze vissertje. Daarna stappen we door een landbouwgebied waar de veld- en voetwegen ook onverhard de tand des tijds doorstaan; ook nu weer moeten we trouwens vaststellen dat er een grote restauratiebeweging is op dat vlak: de nochtans gekoesterde topografische kaarten maken geen melding van nochtans duidelijk aanwezige wegjes. Enfin, met een TWQ van 85 % hoor je ons niet klagen. Orgelpunt, of zo ongeveer, is het Kasteel van Horst: zelfs de zon steekt op dat ogenblik een handje toe. Het blijft een mooie site, of de Rode Ridder daar nu ronddoolt of niet. Hopelijk straalt de volgende foto dat uit.
Twee dagen geleden is in Geraardsbergen het seinhuis uitgebrand. Dat dit niet zonder gevolgen blijft voor de reizigers in Halle spreekt vanzelf, met eigenlijk 2 treinen per uur die hun oorsprong vinden in de Denderstad. Bovendien lijkt de tandem Infrabel-NMBS ook weer al enkele dagen in zo een periode verzeild waarin Murphy ongenadig de ene mokerslag na de andere uitdeelt. Maar aangezien P7515 het goed lijkt te doen - Railtime hebben we altijd bij de hand -, die trein ons bovendien rechtstreeks naar Leuven brengt, en in Leuven een stadsbus wacht die om de 7 minuten rijdt, maken we ons weinig zorgen, ook als we in Halle uiteindelijk met 10 minuten vertraging - ontstaan tussen Ath en Silly - vertrekken: dat kan hoogstens één bus verschil maken. We halen over lijn 96E in Lot de tot dan stipte L naar Leuven in en rijden verder vlot naar Brussel. Tussen Centraal en Noord scoren we dan toch een viertal minuten vertraging extra. Als we in Zaventem, de laatste halte voor Leuven, vertrekken, noteren we 13 minuten. In Leuven zijn die geslonken tot negen.
Tussen Zaventem en Leuven krijgen we controle. Ik heb voor het eerst sinds lang de biljetten nog eens op mijn eID gezet - meestal koop ik biljetten aan het loket - maar vanmorgen lag er onverwacht veel sneeuw, zodat het er even op leek dat we de benenwagen als voortransport zouden gebruiken, en dan is thuisbestelling wel handig. Best bruikbaar dus, zo een elektronisch biljet, maar de controle duurt toch wel erg lang
Een andere vuile truc waarop Murphy OV-gebruikers vergast is, dat bussen altijd op tijd rijden als ze dat niet hoeven te doen. Zodoende is de voorziene bus van lijn 2 (die van 9:30) al vertrokken, maar het is nauwelijks wachten op die van 9:37, die ons zelfs gezeten naar de halte Provinciaal Recreatiedomein brengt. Het is een stadsbusje, waar weer veel aandacht besteed is aan toegankelijkheid. Het resultaat is een redelijk potsierlijke inplanting van de schaarse zitjes. Soms vraag ik me af of het de bedoeling is meer mensen aan een handicap te helpen
Voor de terugrit maken we gebruik van een bus van lijn 310 Aarschot - Leuven. Ze verwachten hier nog veel volk, maar op dit moment van de dag is de gelede bus wat van het goede te veel. Vriendelijke chauffeur, dat wel. Hij moet zijn bus over ettelijke verkeersbult naar Leuven voeren: de kleine vertraging heeft dan ook eerder de neiging om te groeien dan te krimpen. Dat we moeten aanschuiven om het busstation op te rijden helpt niet bepaald, maar met 4 minuten vertraging bij aankomst is er - voor ons althans - niets aan de hand.
Terwijl we op spoor 2 op de IC naar Gent-Sint-Pieters staan te wachten, zien we nog een testtrein van B-Telecom passeren: een loc 21 voor en achter, 2 RIC-pakwagens en het meetrijtuig glijden rustig door het toch wel fris ogende en voelende station. Of die trein de reden is waarom de IC met 5 minuten vertraging rijdt, weet ik niet. Ik weet evenmin waarom het vanaf Zaventem plots traag gaat en waarom we over lijn 36 geleid worden. Ik had thuis al opgezocht dat onze IC op spoor 4 zou aankomen, en dan lijkt het aangewezen om op lijn 36 N te blijven. Mooi neveneffect ware geweest: de aansluitende P8510 naar Ath zou van hetzelfde perron vertrekken, maar ondertussen is onze vertraging gegroeid tot 8 minuten. Het wordt zelfs al wat versnellen om de IR naar Quévy te halen. Die rijdt ook met 4 minuten vertraging en dus halen we de aansluiting met onze vingers in de neusgaten.
De doortocht door de NZV verloopt vlot - dat we tussen Brussel en Halle toch nog een extra minuut vertraging maken vindt zijn oorzaak in de kruising met IC 1715 die in Halle van lijn 96 naar lijn 96N versluisd wordt. Vanaf Lot gaat het dus langzamer; pas als de IC gepasseerd is, komen we opnieuw (nog even) op snelheid.
Een retourtje Leuven: 3 treinen, 3 dubbeldekkers. Deze week hebben de verschillende spoorweggeledingen hun meerjarenplan voorgesteld. Dat houdt o.m. een bestelling in van een flink aantal dubbeldekkers, autonome treinstellen deze keer. Die keuze dringt zich inderdaad meer en meer op, en het ziet ernaar dat het aandeel van de dubbeldekkers stelselmatig zal blijven toenemen. Ik heb nog altijd niet uitgemaakt of ik nu liever boven of beneden zit
Als je rondstapt in het actieveld van de Leuvense stadsbussen zou het al erg moeten gaan als je er onderweg niet eentje tegenkwam:
Als jong treinfotograaf en als lid van verscheidene spoorwegverenigingen kon je eind jaren 1970 wel enkele keren per jaar een stelplaats bezoeken. Niet dat dit altijd fraaie foto's opleverde, maar je kon naar hartenlust locomotieftypes fotograferen die je zelden zag als je langs de lijn ging staan. Mijn bundel TTB 13 bevat dan ook vooral foto's van rangeerlocs; op het einde volgen nog enkele curiosa.
Merelbeke - 22/09/1979
Antwerpen-Dam - 09/1979
Mariembourg - 30/09/1979, t.g.v. het stoomfestival van de CF3V
Neerpelt - 04/06/1978, t.g.v. de heropening van de lijn Mol - Neerpelt voor reizigersverkeer
Merelbeke - 22/09/1979 - ik ben nooit erg thuis geweest in afwijkende schilderingen, maar dit was er een
Zelfde plaats en datum als de vorige foto
Rencheux (lijn 42) - 19/04/1979 - een toevalstreffer, het fotoapparaat was al opgeborgen, en dan komt dit aanrijden - tijd om een betere standplaats te zoeken was er niet meer
Antwerpen-Dam - 09/1978
Haine-Saint-Pierre - 15/09/1979
zelfde plaats, zelfde datum als de vorige foto
en nog eentje - zoals je kunt zien beheerde Haine-Saint-Pierre toen zelfs nog M1-rijtuigen
8437 met een betontrein (?) in Varsenare (lijn 50A) op 18/03/1980
nog eens een afwijkende schildering - Antwerpen-Dam 09/1978
en van afwijkende schilderingen gesproken - je mag 2 keer raden met welke vogelsoort men naar deze loc verwees - Antwerpen-Dam 09/1978
en dan nu even het kleinere grut: Ecaussinnes-Carrières (lijn 117) 25/04/1979
Ronet 06/10/1979 - aan de datums kun je zien hoe snel de bezoeken elkaar opvolgden
een buitenbeentje: de kast van een sterke, maar toch maar een locotractor - Blankenberge 08/1978
40103 aan kop van de 282 Amsterdam - Paris-Nord - Halle 09-01-1979 - krot na het winterdebacle dat de ouderen onder ons nog tot de verbeelding spreekt
40106 Brussel-Zuid 29/03/1978
40109 met 484 Brussel-Zuid - Paris-Nord 23/09/1980 net voorbij Halle - de kanaalbruggen op de achtergrond
trein 3261 Maastricht - Liège-Guillemins in Eijsden op 11/04/1980
4001 als M1895 Hasselt - Antwerpen-Centraal in Hasselt (1979) - erg fotogenieke stellen, met - als je het mij vraagt - een tamelijk geslaagde kleurstelling
dezelfde 4001 als M1894 Antwerpen-Centraal - Hasselt in Lier 30/04/1979 - ik nam de foto wel degelijk voor de 4001 maar de 5942 kwam roet in het eten strooien -
en ten slotte de miskleun: 5212 in Bertrix - zoals je merkt kwam ik net te laat voor een sfeervolle foto - de verlichtingspaal is er te veel aan - beschouw het maar als een beschadigd maar waardevol document
Gemeentebesturen zijn sterk in het regelen van zaakjes, maar hoe ze dit klaargespeeld hebben weet ik niet: op de in 1995 bij het NGI verschenen Carte des promenades de VERVIERS et environs vind je ook wandelingen in Grand-Rechain, voorlopig nog altijd een deelgemeente van de stad Herve. De truc zal wel in die environs gezeten hebben; voor zover ik weet is er naar aanleiding van het verschijnen van die kaart in de buurt geen territoriale oorlog uitgebroken, ondanks de nabijheid van de Voerstreek. We combineren de wandelingen 23, 22 en 25 tot een bijna 10 km lange lus, in de hoop op die manier de mooiste hoekjes van dit rustige dorp te ontdekken. De ontwerpers hebben weinig moeite gedaan om de resterende voetwegjes te gebruiken - dat zou nú wel het geval zijn, getuige de bordjes die de voetwegen aanduiden - en dus wordt het in hoofdzaak een asfaltwandeling, al onderscheidt de wandeling in en om Lambermont zich gunstig van de andere. Met een TWQ van 14 % scoort de trits wandelingen toch wel erg laag. Gelukkig is er sneeuw - duidelijk minder dan in het centrum van het land - maar tegelijk is er ook nevel die ons enthousiasme voor de vermoede landschappen tempert. Wie houdt van gebouwen waarin genoeg natuursteen verwerkt zit om ze vandaag onbetaalbaar te maken, komt wel aan zijn trekken.
Grand-Rechain is een van die dorpen die volgens de normen van de 19de en van de eerste helft van de 20ste eeuw dicht genoeg bij een spoorlijn lagen om verder openbaar vervoer overbodig te maken. Het duikt in mijn spoor- en busboekjes dan ook pas op na de Tweede Wereldoorlog, meteen als buslijn, die Liège met Verviers verbindt, ten noorden van de bestaande spoorlijn. Vandaag reikt ook de Vervierse stadslijn 702 tot Grand-Rechain, wat deze gemeente naar Waalse normen een riante busbediening bezorgt.
We hadden in gedachten al geboekt voor de L naar Dendermonde van 10:23, maar die heeft bij de heenrit zo veel vertraging opgelopen, dat hij ook nu nog met meer dan een kwartier vertraging rijdt. Er is nog maar eens koper gestolen tussen Halle en Edingen, en dat heeft voor een sterk gestoorde ochtendspits gezorgd. Toen ik onlangs in het ochtendnieuws hoorde dat 3 Roemenen zich te pletter hadden gereden met hun bestelwagentje, was mijn eerste reactie dat ze maar eens naar koper moesten zoeken in hun busje. En het bleek niet eens zo een gekke veronderstelling: de uitgebrande wagen stak inderdaad vol koper
Het wordt dus de IR naar Antwerpen, die wel op tijd rijdt. Daardoor heb ik onze railpass nog niet ingevuld, maar gelukkig stapt de TBG uit waar wij instappen: ik mag rustig onze biljetten invullen, en we krijgen nog mee dat het in de tweede coupé warmer is dan in de eerste. En voor de rest gaat alles vlot.
De IC naar Eupen heeft ook weinig last van de winterse toestanden, al zullen we Brussel-Zuid verlaten met 4 minuten vertraging; in Brussel-Centraal zijn dat er al zeven, en in Leuven al negen. Ik vang vaag iets op van panto's, maar daar is na Leuven niet veel meer van te merken. We halen 3 minuten vertraging in en in Liège kunnen we vertrekken met 3 minuten vertraging. Daar blijft maar een luttele minuut meer van over in Verviers, waar we ons al verkneukelen in een kop warme koffie in het stationsbuffet met de muurtekeningen die impressies oproepen van o.m. de Venen en de Gileppe. Helaas, het buffet lijkt definitief gesloten. Ik ben benieuwd hoe lang het nog duurt voor Panos ook deze ruimte inpalmt.
Voor het stations staat een klassiek rijtje bussen, de 69 incluis. Enkele minuten voor het vertrek murwen we ons naar de deur: de bussen staan hier wel erg dicht op elkaar, zo dicht dat ik er met de grote rugzak niet tussen zou geraakt zijn. De oude bus maakt protesterende geluiden als hij gestart wordt, maar de reis zal voor de rest zonder problemen verlopen.
Oh ja, er is sprake van een vervuilingspiek. De westerse mens slaagt er bijzonder goed in om de indruk te wekken dat daar wel degelijk iets aan gedaan wordt, en dus rijden we vandaag trager op de autowegen en gratis met de TEC. Dat komt er op neer dat de TEC twee dagen lang inkomsten zal derven (zelfs voor ons is het al een besparing van 4.68), maar ik twijfel bijzonder sterk aan de efficiëntie van deze maatregel in de strijd tegen een immens groot probleem, dat we liefst van al ergens opslaan in het meest ontoegankelijke deel van onze hersentjes. Alle beetjes helpen, zei de mug, en ze piste in zee
Voor de terugrit moeten we het doen met een tamelijk recent in dienst gekomen Irisbus, van het merk dat ook De Lijn zou willen aankopen, al is het rond die aankoop verrassend stil geworden. Opvallend: iedereen zit hier voorbij de middendeur, want vooraan is er nauwelijks zitgelegenheid. Enkele stoeltjes die gereserveerd zijn voor gehandicapten, en voor de rest wat zitjes in tegenrichting en vooral veel ruimte, want OV-maatschappijen gaan er nog altijd van uit dat staand reizen ook reizen is. Tenzij men die ruimte politiek correct voorziet voor rolstoelen; welnu, hier is plaats genoeg voor al de rolstoelen die ik in meer dan 40 jaar reizen met de bus in de bus gezien heb.
In Petit-Rechain is speciaal voor indraaiende bussen een parkeerverbod voorzien, maar minstens twee auto's hebben dat straal genegeerd. Het vraagt heel wat manoeuvreerkunst - vooruit, achteruit, vooruit, achteruit - voor de bus zich een doorgang kan banen door deze moedwillige sluis. Maar voor de rest gaat het vlot; we hebben trouwens een half uur overstaptijd.
De IC is net niet op tijd, maar toch wordt het een probleemloze rit, door de sneeuwvlakten waar de HSL zich behaaglijk heeft in neergevleid. Het getik van de opwaaiende sneeuw tegen de goed verwarmde I11 geeft een vreemd gevoel van voldoening en rust. We komen zes minuten te vroeg in Leuven aan. Negen minuten stilstand, ik vermoed dat de TB een gedisciplineerd roker is De deur van ons rijtuig is spijtig genoeg recht tegenover een trap terechtgekomen, en naarmate de tijd verstrijkt, is de neiging blijkbaar groter om maar meteen in de dichtstbijzijnde deur in te stappen. Van minstens twee reizigers vermoed ik dat ze niet in eerste klasse thuishoren: twee jongelui met opvallende wollen mutsen, die zich van een Slavische taal bedienen. Gelukkig doen ze dat heel stil. Overigens verdenk ik een medepassagierster die nog het meest weg heeft van een mix van Marianne en van Yvette uit Thuis, ervan dat ze ons ervan verdenkt dat we hier ook niet horen te zitten. In Brussel-Noord bekijkt ze ons nog even van onder naar boven en terug, terwijl ze haar bontjas aantrekt. Ik hou niet van madammen met een bontjas
In Zaventem zijn we de L-trein naar Braine-le-Comte al voorbijgereden. Als de IC naar Oostende stipt is, kun je dat ook van deze L-trein verwachten. Voorbij Brussel-Zuid houden we de 2 minuten vertraging, de gewone afrekening na een doortocht door de NZV: waarom treinen die op tijd zijn er de grootste moeite mee hebben om niet te vroeg te rijden, en waarom treinen met zo een kleine vertraging er niet in slagen om die 2 minuten vertraging er weer af te rijden, is een raadsel. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de TB er al rekening mee hield dat hij in Halle zou worden ingehaald door een goederentrein die over spoor 3 naar de lijn 96 getrokken werd
Zoals gezegd: veel ruimte om in te stappen was er niet.
Een klassiek kwartetje in Verviers-Central.
Om ons te bedanken omdat wij het hele jaar door milieuvriendelijk zijn:
Brede opklaringen, koud maar droog weer, dat werd donderdag voorspeld. Druilerige (mot)regen was wat we kregen. Maar de belbus was nu eenmaal besteld, en de radarbeelden leken de verwachtingen te bevestigen. En dus trokken we vrijdag toch maar voor de tweede keer deze week op pad, en wel naar Lampernisse, waar we het Zannekinpad zouden volgen.
Wie zoals wij al bijna veertig jaar het Belgenland verkent, gewapend met wandelstok en stafkaart, ziet nu een onverwachte maar deugddoende evolutie. Vroeger kon je er zeker van zijn dat op de topografische kaarten wegjes (en wegen!) stonden aangeduid, die in werkelijkheid verdwenen (= gestolen) waren. Sinds enkele jaren doet zich het omgekeerde voor: het NGI is er niet snel genoeg bij om de heropleving van de Trage Wegen te volgen, en plots is een hele reeks kaarten niet langer up-to-date. Dat is zeker vandaag het geval: een ruilverkaveling heeft hier gezorgd voor het herinvoeren van een hele reeks verdwenen voetwegen: de helft van de wegen die we vandaag volgen, staat niet op de topgrafische kaart. (Wel eigenaardig: een bepaalde weg loopt door een weide, en de wandelaar wordt gewaarschuwd dat in de zomermaanden onbetrouwbare en potentieel gevaarlijke stieren het gebruik ervan tot een hachelijke onderneming kunnen maken. Dat geldt alleen als je de verkorte wandeling volgt, maar het lijkt me toch een eigenaardige redenering: de weg is open, maar je kunt hem het interessantste deel van het jaar best vermijden.) Maar niet gemopperd: de TWQ bedraagt 49 %, en ook de andere wegen liggen er rustig bij, in deze gemeente die volgens de folder de stilste is van de Westhoek. Met amper 200 inwoners is het niet zo moeilijk om de rust te bewaren. Voor de rest is dit een erg vlakke tocht met een belachelijk plat hoogteprofiel, waarin sloten en beken een allesoverheersende rol spelen. Dat maakte de regen niet eens zo hinderlijk: een wandeling in het teken van het water hoeft niet noodzakelijk in het water te vallen. En dat deden wij ook niet.
Lampernisse moet als dorp lang aangewezen zijn geweest op het station van Kaaskerke, tussen Diksmuide en Veurne - de enkele kilometers tussen beide was voor de bijna veralgemening van de auto niet onoverbrugbaar. Vandaag ontsluiten 2 belbussen deze dunbevolkte regio, en wij maken daar dankbaar gebruik van. Dat het één keer via Diksmuide gaat en één keer via Veurne heeft alles te maken met de bezuinigingen van vorig jaar. In de daluren rijden de belbussen hier nu om de twee uur.
Veiligheidshalve nemen we 's morgens wat marge - bovendien is de L-trein van 7:29 veel minder druk dan de IR van 7:45. We zijn zelfs vroeg genoeg om de valse L-trein 1556 van 7:23 te nemen, maar we houden ons aan ons oorspronkelijke opzet. Eigenaardig genoeg vertrekken we zelfs voor de 1556, maar die zal ons even later moeiteloos over lijn 96E inhalen in Buizingen. Overigens is het behoorlijk druk: op lijn 96N raast nog P7801 voorbij, en onmiddellijk na de 1556 komt ook nog P7513 over lijn 96E gereden. Geen wonder dat we op dubbel geel naar Lot kruipen en dat we even met 3 minuten vertraging rijden. Maar al bij al gaat het bijzonder vlot: we komen net niet op tijd Brussel-Zuid aan.
Ook de IR naar De Panne staat voorlopig zonder vertraging aangekondigd, maar die moet natuurlijk nog de obstakels van de NZV nemen. Dat zal hem 5 minuten vertraging kosten, maar het aantal vertragingszones op lijn 50A lijkt beperkt, en vanaf Gent-Sint-Pieters zal deze trein op tijd rijden. Altijd prettig als je een afspraak met de belbus hebt. IR3630 bestaat uit 2 ms 96. Even denk ik dat men in stel 560 het eersteklasserijtuig gedeclasseerd heeft, maar de gele streep en de 1 lijken verdwenen tijdens een niet te winnen gevecht met graffiti. Symptoombestrijding zonder meer.
In Diksmuide worden we warm ontvangen door de onderstationschef die hier nog op het perron komt, en er kan zelfs een praatje af over fietsen, wandelen en gps. Een station met mensen, het is toch wat anders dan die koele in- en uitstapplekken van vandaag. Als ik zeg dat we met de belbus naar Lampernisse rijden, wordt ons zelfs getoond waar die komt.
Krek op het afgesproken uur komen de chauffeurs van de 2 beschikbare belbussen uit het kantoor van De Lijn, ver restant van het vroegere tramstation. Een van de chauffeurs roept Lampernisse, zoals je bestemmingen vroeger wel meer in de stations kon horen. Meteen weten we welk busje het onze zal worden. Na een rit van 20 kilometer (gps, weet je wel), komen we in het inderdaad erg rustige Lampernisse aan. De bus zal op dat ogenblik 4 mensen uit hun mobiliteitsnood geholpen hebben.
Voor de terugrit rijden we dus via Veurne. Deze chauffeur wil ons duidelijk geen toeristische rit gunnen door Le plat pays. Veel te snel gaat het over de smalle wegjes naast de diepe sloten en grachten. Mijn vrouw noch ik kan zwemmen Het wordt een ritje van 16 km: we pikken onderweg nog 2 reizigsters op, van wie één met rollator. In het voordeel van de chauffeur moet gezegd: hij is behulpzaam en geduldig, al laat zijn rijstijl het tegenovergestelde vermoeden.
Het station van Veurne staat in de steigers. Anders dan in Diksmuide is de ontvangst hier alles behalve warm. De loketten zijn al gesloten en een NMBS-arbeider die de wachtzaal aan het poetsen is, kan zijn wrevel nauwelijks verbergen als mijn vrouw vraagt of ze het WC kan gebruiken. Met duidelijke tegenzin wordt de sleutel gehaald. En dan wordt het een kwartier wachten op een kil perron waar we onze eerste sneeuwvlok van 2013 live zien neerdwarrelen.
Ook nu bestaat onze trein uit een ms 96. Waar is de tijd dat je het traject De Panne - Brussel moest/mocht afleggen in M1-, M2- en K-rijtuigen? Later verschenen ook de M3's hier nog even op het toneel, toen de IR De Panne - Geraardsbergen gecreëerd werd. Het wordt een rustige rit tot Brussel, stipt of zelfs iets te vroeg van begin tot einde. We zitten nu aan de juiste kant van het rijtuig om een blik te werpen op de vernieuwingswerken die hier al een tijdje bezig zijn tussen Tielt en Lichtervelde; ook de overweg in Lichtervelde is opgedoekt en van het vroegere emplacement van Tielt blijft niets meer over.
In Brussel-Zuid zien we - zoals verwacht en zoals gepland de IR naar Binche en de L-trein naar Braine-le-Comte buiten rijden; dat geeft ons de kans om de eentonigheid van de gecadanceerde diensten te doorbreken met een vroege P-trein: P8510 naar Ath en Geraardsbergen. Het lijkt er lang op dat ook deze trein op tijd zal rijden - de spits is nog niet echt begonnen - maar plots wordt hij toch met 5 minuten vertraging aangekondigd én verspoord. Zes minuten worden het uiteindelijk bij vertrek, al zegt Infrabel dat het er 11 waren. Blijkbaar worden de vertragingen niet bij vertrek aan het perron bepaald: we staan inderdaad een hele tijd stil net buiten Brussel-Zuid, vermoedelijk om op ontblokking van de IR naar Quévy te wachten . Wat verder zal het de IC naar Moeskroen zijn - die komt over lijn 96N - die voor wat extra vertraging zorgt. Uiteindelijk zullen we 14 minuten later dan voorzien in Halle aankomen. Bilan voor de spoorwegen: 2 stipte treinen, en één met bijna een vol kwartier vertraging. Ik waag me even aan een denkoefening, al beschik ik niet over alle noodzakelijke gegevens: als men de P-trein nu gewoon voor de IR en de IC had gezet, dan was de kans groot dat men uiteindelijk 3 treinen met vertragingen van minder dan 5 minuten had gehad, vertragingen die dan verderop gemakkelijk hadden kunnen worden ingelopen. (Wat zijn Germaanse talen toch zalig: 4 werkwoordsvormen na elkaar ) Maar blijkbaar zijn dergelijke denkoefeningen niet meer van deze tijd waarin ook de spoorwegen door de informatica gecorrumpeerd worden.
Voorlopig lijkt de positieve trend van 2012 zich niet door te zetten in de vertragingen, al is de statistische waarde van mijn gegevens voor 2013 ondermaats. Overigens hebben de vertragingen ons tot nog toe niet al te veel problemen bezorgd. En dat is nog altijd belangrijker dan zogenaamd statistische gegevens.
In het nummer van mei-juni 1990 van De Wandelvogel, het tijdschrift met de tamelijk absurde naam van de Vlaamse Wandelaarsbond, publiceerde ene Gustaaf van Bockstal een wandeling te Sint-Amands, parel aan de Scheldekroon. Ik wil best aannemen dat die parel in de voorbije twintig jaar wat doffer is geworden, maar het duurt toch meer dan 5 km voor deze 13 km lange tocht enigszins openbreekt: het vlakke land- en tuinbouwgebied ligt er onder de grijze stratocumuluslaag nogal somber bij, en af en toe moet je ook door de bebouwing. Dat we uiteindelijk een TWQ van 54 % scoren is dan ook grotendeels te danken aan de tocht over de Scheldedijk die ons langs twee schattige Scheldedorpjes, Mariekerke en Sint-Amands, brengt, waar we ons nog even kunnen vermeien bij de monumenten voor de Vlaamse literaire helden Verhaeren en Hammenecker. Die eerste schreef trouwens alleen in het Frans en kwam om bij een treinongeval in Rouen . Het echt interessante stuk komt echter al vroeger, langs onverharde wegen in een ruim gebied rond het Kraaienbroek, naam die meteen wijst op het vochtige karakter van weiden en bosjes.
Foto's van de wandeling vind je gewoontegetrouw hier.
De verplaatsing:
Halle - Brussel-Zuid 3707 8:45 8:55 +2 (566)
Brusel-Zuid - Dendermonde 2307 9:21 9:53+7 (371)
Dendermonde - Sint-Amands [252] 10:04 10:25 +2 (ab1111-78, Van Hool New A360H, Daf, De Decker)
Sint-Amands - Dendermonde [252] 14:34 14:54 +2 (ab1111-83, Van Hool New A600, MAN, De Decker)
Ongetwijfeld doet de naam Sint-Amands een belletje rinkelen bij de stoomfanaten die wel eens een ritje wagen op de stoomtrein die Dendermonde met Puurs verbindt. En we lopen inderdaad ook een tijdje parallel met lijn 52, die er in deze winterse dagen wat roestig bij ligt. Je kunt alleen maar eerbiedig je petje afnemen voor de vrijwilligers die deze lange tijd geleden veroordeelde spoorlijn in stand houden. Zelf leerde ik deze lijn kennen in de jaren 1970 en toen al stond het einde ervan in de sterren geschreven. Tussen Boom en Dendermonde bestond de treindienst uit een wat men nu eufemistisch functionele bediening noemt met een spitsuurdienst, die op Antwerpen gericht was. De huidige buslijn 252 is trouwens de rechtstreekse nazaat van de buslijn 52a die toen al het gebrek aan een bruikbare treinbediening opving. Opvallend: telkens weer duikt de lijn op als er weer eens een lijstje met te heropenen lijnen verschijnt. Maar de weg naar de hel is geplaveid met plannen voor te heropenen lijnen, zoals we weten
Tijdens de ochtendspits is er nog maar eens een trein stilgevallen in de NZV; dat is blijkbaar een geliefkoosde plek voor locs en treinstellen om er de geest te geven. Dat zoiets meteen zware hinder inhoudt op het moment zelf en in de uren nadien is welbekend. Mochten we het vandaag wagen om de suggesties van de planner te volgen, dan zouden we al meteen tegen problemen aankijken, want de L-trein naar Leuven van 8:57 is afgeschaft. Gelukkig zijn we voorzichtig (geworden) en hebben we gisteren al geopteerd voor de IR van 8:45, die wel stipt rijdt en in Halle ook stipt vertrekt. Het buitenrijden van Halle verloopt echter zo langzaam dat we in Brussel-Zuid 2 minuten vertraging optekenen. Deze IR is een van de treinen in de naspits die ondanks zijn 3 motorstellen vaak tegen de grens van zijn capaciteit zit. Dat denkt ook een dame die in de deur naast de onze instapt: lap, het zal weer staan worden, maar haar gezellin is alerter: vooraan zijn er nog zitplaatsen over. Ook in de eerste eerste klasse moet de bezetting rond 80 % liggen.
In Brussel-Zuid zijn de restanten van de eerder opgelopen vertragingen nog van de schermen af te lezen. De IC naar Dendermonde komt echter van zo ver, dat het ochtendlijke incident aan hem voorbij gegaan is. Toch rijdt hij met 5 minuten vertraging Brussel-Zuid binnen. Met 11 minuten overstaptijd in Dendermonde wordt dat uitkijken! Maar er komt geen vertraging meer bij. En toch: net voor de vertakking Zennebrug blijven we enkele minuten staan. Even later krijgen we de verklaring voor de hapering: er is vanmorgen nog maar eens koper gestolen op lijn 28 en daardoor rijden de treinen niet perfect volgens het boekje. Maar we krijgen meteen ook de mededeling dat de aansluitingen in Dendermonde in orde komen. Voor de treinen dan toch, niet voor de bussen. Het zal dus rekenen worden op Aribus. Gelukkig blijft de vertraging beperkt tot 7 minuten en we hoeven ons niet eens te haasten om de aansluitende bus van lijn 252 te halen.
Onze hoop dat Aribus voor soelaas gezorgd zou hebben, blijkt trouwens ijdel geweest te zijn. In Halle hebben de schermen sinds de overgang naar de wintertijd alleen erg sporadisch gewerkt, maar ook hier in Dendermonde zijn ze blijkbaar een stille dood gestorven. Onbegrijpelijk toch dat ondanks veertig jaren van beloften om de aansluitingen tussen trein en bus te verbeteren, die samenwerking nog altijd van secundair belang blijkt te zijn. En toch is dat de voornaamste reden waarom De Lijn er zo moeilijk in slaagt om in stations als Dendermonde (e.v.a.!) een bevredigend aantal overstappers in zijn bussen te krijgen: wie enkele keren per maand naar een alternatief moet zoeken omdat de aansluitende bus vertrokken is, kiest uiteindelijk voor het alternatief.
De bus staat al keurig te wachten op perron 5. De chauffeur is druk aan het sms'en en keurt mijn Omnipas nauwelijks een blik waardig. Mijn vrouw neemt de proef op de som en toont helemaal niets, maar passeert zonder problemen. Dat sms'en gaat trouwens nog een tijdje door, eigenlijk het grootste deel van de rit. Verder staat op het palmares van deze man: een halve minuut te vroeg vertrokken, een voorrangsfout aan een rotonde én een sigaretje tijdens de rit. Toen moest hij noodgedwongen wel even stoppen met sms'en. Ik hoop trouwens dat zijn gsm beter werkte dan de intercom van De Lijn, want veel gekraak maakte de boodschap van de dispatcher onverstaanbaar. Als we ons einddoel lijken te naderen, zien we plots tijdelijke halten opduiken. Ik geef het toe: ik ben vergeten te kijken of er omleidingen waren, en haast me dus naar de chauffeur met de vraag of Sint-Amands Station bediend wordt. Dat blijkt niet het geval te zijn, maar hij zal ons zeggen waar we moeten uitstappen. Het sms'en gaat ondertussen gewoon door. Uiteindelijk komen we een halte verder dan voorzien terecht: Sint-Amands Buisstraat, die zelfs op ons uitgestippelde parcours ligt.
Voor de terugrit moeten we dus noodgedwongen maar zonder veel erg opnieuw aan de halte Buisstraat instappen. De bus uit de tegenrichting komt nu aan rijden uit de richting van het station, en heeft dus blijkbaar een andere omleggingsweg gevolgd dan wij vanmorgen. Onderweg zullen we inderdaad een vrouwtje aan een vervangingshalte zien staan wachten. Hoogstwaarschijnlijk is die dus niet bediend. Het is een van de grootste problemen bij De Lijn, en nu men zowat overal in Vlaanderen straten opengooit, (wanneer gaan we die crisis eens echt voelen?), loopt het bijna altijd wel ergens verkeerd met die omleggingen. Eén ding is me als ervaringsdeskundige met omleggingen duidelijk geworden: de communicatie tussen de bureaus en de chauffeurs is veel te vrijblijvend, en dat leidt tot massale improvisatie. Wee de reizigerdie toevallig staat te wachten op een bus die bestuurd wordt door een chauffeur die het vertikt om de omleggingsberichten te lezen - en van beide zijn er veel! Het probleem wordt nog versterkt doordat chauffeurs onderweg elkaar informatie vragen. Maar je weet wat er gebeurt als de ene blinde de andere leidt. Hopelijk brengt de boordcomputer snel verbetering, al ben ik ervan overtuigd dat sommige chauffeurs ook die aan hun laars zullen lappen.
Onze bus komt 3 minuten te vroeg, maar het binnenrijden van Dendermonde verloopt niet zo vlot. Uiteindelijk zullen we het station met 2 minuten vertraging bereiken. De Van Hoolbus is goed voor 95 plaatsen, maar dat durf ik te betwijfelen. In het voorste deel heeft men 3 zitjes opgegeven, zodat tussen de enkele zeteltjes links en rechts een vrij grote ruimte ontstaat, die in mijn ogen nutteloos is, omdat reizigers zich middenin onmogelijk staande kunnen houden. Je vraagt je af wie zo iets bedenkt; alvast geen busreiziger
De IC naar Poperinge bestaat uit 2 breaks. Dat lijkt bijzonder weinig, als je weet dat die toch een flink stuk van de spits door moet. Tussen Dendermonde en Brussel is dat uiteraard op dit uur van de dag nog geen probleem, maar wat wordt dat vanaf Brussel-Zuid? Onze rit verloopt bijzonder vlot, zodat we nog net met de IR naar Binche mee kunnen. Twee theoretische minuten overstaptijd, die er in werkelijkheid bijna 4 zijn.
Zowel in Brussel-Centraal als in Brussel-Zuid horen we ons vermoeden over de IC naar Poperinge bevestigd. In beide stations wordt een splitsing aangekondigd in Kortrijk: 6 rijtuigen naar Poperinge, 3 blijven in Kortrijk. Hoe komt het toch dat men er niet in slaagt om correcte gegevens door te geven? Dat de trein korter is dan voorzien is op zich al erg genoeg, dat reizigers daar niet over ingelicht worden, kan toch echt niet door de beugel. Gelukkig zal de driedelige structuur binnenkort vervangen worden door een nieuwe driedelige structuur, als Magnette zijn zin krijgt, want vermoedelijk is de bron van het probleem weer daar te zoeken.
En ja, de IR spoort probleemloos naar Halle, waar we dus ruim 10 minuten vroeger aankomen dan voorzien. Volgens de dvd van het NGI hebben we vandaag 930 kcal opgebruikt, al stappend. Hoeveel ik er opgebruikt heb om nog maar eens de vinger te leggen op tekortkomingen in ons OV-systeem is me niet bekend. En of dat laatste wel zo gezond is, staat niet vast. Hopelijk leest af en toe iemand die er ook echt iets kan aan doen deze tekstjes. Gezond of niet, dan zal ik me al veel beter voelen
Ongeveer gelijktijdig met onze bus komt deze bus uit de tegenrichting.
Er ligt dit jaar precies één dag tussen de onzin van het eindejaarsgedoe en de waanzin van de koopjesperiode, en dat is vandaag, 2 januari. Bovendien wordt droog weer voorspeld, en trakteert de NMBS ons nog op een Christmas deal. (Eigenaardig toch: terwijl De Lijn miljoenen mis loopt aan reclame-inkomsten (gelukkig ) omdat Engels op hun bussen niet mag, probeert de NMBS al jaren alle taalproblemen op te lossen door alles Engels te laten klinken.) De geplande uitstap lijkt voor vandaag geknipt: niet te lang, langs niet te vettige winterpaadjes en met een bestemming waarop de NMBS-attentie ten volle rendeert.
Van de Streek-GR van de Kempen is net een nieuwe topogids verschenen, en het tracé is op vele plaatsen aangepast, en dat maakt het voor ons wat moeilijk om aan te sluiten waar we de vorige keer eindigden, namelijk ten noorden van Herentals. Gelukkig bedient de GR nu het station, en de meest evidente oplossing is dus van daar te vertrekken tot Lille. Dat is iets minder dan 10 kilometer. Zeer aantrekkelijke stukjes door het Herentalse Begijnhof, langs de Kruisberg en de Toeristentoren, door de vallei van de Aa, welbekend bij kruiswoordraadselfans en langs de Heggekapel zorgen voor een TWQ van 59 %, een puike prestatie van de ontwerpers. (Wat de kruiswoordraadselfans betreft: hebben jullie ook de indruk dat we meer en meer op onze honger blijven zitten, nu kranten en tijdschriften allemaal overgeschakeld zijn op de massaproductie van Puzzelland en meer van dat onheil? En nu zelfs in kruiswoordraadsels spelfouten optreden? In De Standaard moest ik onlangs een synoniem vinden voor groots en dat bleek wijds te zijn. Waarschijnlijk stond in weids een lettertje te veel. Triest...)
Vanmorgen is in Masnuy-Saint-Pierre nog maar eens een ongeluk aan een overweg gebeurd, en dat zal de hele dag voor veel hinder zorgen op lijn 96, met afschaffingen en omleggingen en uiteraard fikse vertragingen als gevolg. Gelukkig rekenen we niet op treinen van lijn 96, maar neem het van me aan: als er wat gebeurt op lijn 96 heeft dat altijd gevolgen voor de reizigers in Halle. Het zal L3759 zijn die voor problemen zorgt: alhoewel die niet rechtstreeks langs de plek van het ongeval moet, rijdt hij toch met 14 minuten vertraging, en dat zal zich ongetwijfeld ook vertalen in vertragingen voor IR 3909 en later voor onze trein. En inderdaad, plots floept er ook een vertraging aan voor de IR 3909 die tot Halle achter de L-trein zit, op de schermen kant Brussel die sinds enige tijd, na meer dan een jaar wachten, in dienst zijn genomen. We houden toch koppig vast aan de IR van 11:19. Die komt stipt aan, maar anders dan de 3909 worden we niet langs de 96N gestuurd, en vanaf Lot wordt het dus traag rijden in het zog van de vertraagde L-trein. Dat resulteert in 5 minuten vertraging (eigenlijk 5'53") bij aankomst in Brussel-Zuid. Het ziet er dus zelfs naar uit dat ook onze volgende trein nog wat vertraging zal maken, maar het loopt allemaal onverhoopt vlot. Zelfs een vertragingszone tot 40 km/u in Kessel kan niet verhinderen dat we op tijd in Herentals aankomen.
Lille werd destijds bediend door de buurtspoorweglijn Brasschaat - Westerlo (via Oostmalle en Herentals) maar wordt ondertussen wel erg behoorlijk bediend met buslijnen naar Antwerpen, Herentals en Turnhout. De aangewezen reisweg loopt langs Herentals, maar dan zien we ons geconfronteerd met een krappe aansluiting, en dus reizen we maar langs Turnhout, waar we wat meer tijd hebben. De bus van lijn 210 rijdt met 6 minuten vertraging, en ondanks een pittige rijstijl lijkt daar in eerste instantie niet zo heel veel af te gaan. Maar eenmaal voorbij Gierle zakt de vertraging snel naar 3 minuten zodat we verzekerd zijn van een rustige overstap.
Die wordt des te rustiger omdat de trein naar Brussel-Zuid nog niet aan het perron staat, en dat is wél onrustwekkend. Nochtans voorziet men voorlopig nog geen vertraging - getuige de tv-schermen in de lokettenzaal -maar er staat wel een goederentrein defect tussen Lier en Herentals, en dat zorgt dus wel voor veel vertraging: de 4935, die opnieuw als onze 3437 zal vertrekken, komt met 29 minuten aan, en hij zal niet kunnen vertrekken voor ook de 3414 (met 19 minuten vertraging) in Turnhout zal zijn aangekomen. Gevolg: 11 minuten vertraging bij vertrek in Turnhout. In Tielen staat trouwens alweer de 4936 te wachten - het probleem is ondertussen opgelost - maar dat kost ons 3 minuten extra vertraging.
Misschien is deze vertraging wel de reden waarom de TBG zich niet vertoont tussen Turnhout en Brussel. Nochtans is het dezelfde jongeman die ons bij de heenrit meteen tussen Brussel-Zuid en Brussel-Centraal al uit eerste klasse hoopte te kunnen zetten, maar die moest vaststellen dat we toch niet tot het legioen valsspelers behoorden.
Onze aansluiting met de L naar Geraardsbergen mogen we ondertussen wel vergeten. De vertraging heeft de neiging om toe te nemen, en in Brussel-Noord bedraagt ze al 17 minuten. (De terugrit staat al met 5 minuten vertraging aangekondigd, maar dat is wel erg optimistisch: zelfs onze IR zal nog voor de IC in Brussel-Zuid aankomen. Die zal met minstens 10 minuten vertraging opnieuw vertrekken.) De tweede optie - de IR naar Kortrijk/Geraardsbergen komt ook te vervallen want die rijdt zelf met een aanzienlijke vertraging. Het zal dus de IR naar Binche worden - een supersnelle aansluiting, want die rijdt op tijd - en we zullen in Halle arriveren zonder noemenswaardige vertraging, al is dat wel een kwartier later dan oorspronkelijk voorzien.
%%%FOTO%%%
De gedeukte 333 rijdt ons voorbij als IR4933 Antwerpen-Centraal - Turnhout, op lijn 29, net voorbij de vertakking Kruisberg.
Traditiegetrouw wil ik jullie ook deze keer de jaargegevens over mijn openbaar vervoer niet onthouden.
Mijn vrouw en ik legden al dan niet alleen 24369 km af met trein, tram en bus en betaalden daarvoor in totaal 3503.65, wat fors meer is dan het vorige jaar. Onze kilometerprijs steeg van 0.12 naar 0.14, een stijging met bijna 17 %. Ik heb hier niet meteen een verklaring voor, al zullen toevallige factoren ongetwijfeld ook wel een rol spelen.
Met de trein maalden we er 17030 km door, voor een bedrag van 2888.36. De forse stijging situeert zich inderdaad bijna helemaal bij de NMBS. De kilometerprijs eerste klasse steeg van 0.15 naar 0.17. Hoewel we bijna 1500 km meer aflegden dan in 2011, betalen we dus meer per afgelegde km. De NMBS moet zowat het enige bedrijf zijn waar je als trouwe klant méér betaalt. Dat komt o.m. ook omdat de zogenaamde deals nauwelijks in aanmerking komen voor het type klant dat we zijn, en bovendien te beperkt zijn in aanwendingsmodaliteiten. Anders gezegd: al die rommel is geen alternatief voor de eerder afgeschafte halveprijskaart.
De Lijn was goed voor 6637 km voor een luttele 434.14. De kilometerprijs steeg hier dus van 0.06 naar 0.07 - gezien het gebruiksgemak van de Omnipas, is dit erg goedkoop. Zoals ook verleden jaar al geopperd werd: hier zit nog wat rek op. Wat niet betekent, dat ik bereid zou zijn fors meer te bepalen om de biljetten van anderen gratis tot spotgoedkoop te houden. Dat ik over 5 jaar zelf 65+ word, verandert daar niets aan.
Traditiegetrouw valt de TEC een stuk duurder uit, zelfs bij systematisch gebruik van de Carte Inter, die op 1 februari 2013 trouwens verdwijnt. We legden dan ook amper 683 km af met de TEC, voor een bedrag van 168.02, wat de TEC in ons geval bijna vier keer duurder maakt dan De Lijn. In het geval van de TEC zijn we nu eenmaal sporadische reizigers, en die betalen doorgaans meer.
Blijven nog te verwaarlozen afstanden met de MIVB (8 km) en Veolia in Nederlands-Limburg (11 km). Met respectievelijke kilometerprijzen van 0.64 en 0.73 valt meteen op hoe duur openbaar vervoer kan zijn voor toevallige reizigers.
En hoe zit het met de stiptheid? We namen 396 treinen van de NMBS, en daarvan kwam 83.8 % op onze bestemming met 5 minuten vertraging of minder. Ten opzichte van 2011 is dit een voorzichtige stijging (toen 82.3 %), maar het resultaat ligt nog altijd erg ver van pakweg de 95.0 % van 1987. Ander positieve noot: 4.8 % van onze treinen reed met meer dan 10 minuten vertraging, en dat is duidelijk beter dan vorig jaar, toen dat nog 7.5 % was. Onze grootste vertraging bedroeg precies een half uur, met E3657 die 30 minuten te laat in Brussel-Zuid aanlegde. We zouden het niet eens geweten hebben, mocht de TBG zich niet verontschuldigd hebben voor de aanzienlijke vertraging: we dachten namelijk dat we al op de volgende CR zaten.
De bussen doen het in landelijke en kleinstedelijke gebieden een stuk beter: van de 748 genomen bussen (en enkele trams) reed 91.0 % op tijd of met minder dan 6 minuten vertraging, en slechts 3.1 % reed met meer dan 10 minuten vertraging. Twee uitschieters: op 14 juni bracht een bus van lijn 28 ons met 35 minuten vertraging van Beernem naar Wingene, klaarblijkelijk als gevolg van slecht georganiseerde en slecht aangekondigde wegenwerken. En onze TEC-bus van lijn 241 bracht ons van Vonêche naar Beauraing met 30 minuten vertraging op 25 mei. Ook hier speelden wegenwerken een cruciale rol: een aannemer wilde op vrijdagavond blijkbaar komaf maken met asfalteringswerken, maar daardoor raakte de hele spits in een knoop, zelfs in het anders zo rustige Beauraing. De twee voorbeelden illustreren eigenlijk een van de grootste zwakten van het busvervoer: er wordt nauwelijks rekening gehouden met de bus bij werken, en bovendien worden zowel de chauffeurs als de klanten vaak onduidelijk of foutief geïnformeerd.
Bij de bussen speelt een ander verschijnsel een minstens zo belangrijke rol als vertragingen: ik ben geneigd om het vervroegingen te noemen, al komt dat woord niet in Van Dale voor.Ik vrees dat de cijfers voor zichzelf spreken: 45.6 % van onze bussen kwam voor het voorziene uur aan, 12.3 % reed zelfs meer dan 3 minuten te vroeg, en 3.5 % reed 5 minuten te vroeg: dat sterkt niet meteen ons vertrouwen in de bus. Op 13 februari scoorden we een triest record met 11 minuten, en nee, het was niet de vorige bus met vertraging.
De traditie wil dat ik ook een overzichtje geef van het gebruikte treinmaterieel. Vooral de instroom van de reeksen 18 en 19 schudt de cijfers van 2011 flink dooreen; de Desiro is - wat ons betreft - voorlopig een marginaal verschijnsel. Ik wil er toch op wijzen dat deze cijfers (ook die van de vertragingen, trouwens) met de nodige korrel zout genomen moeten worden. Toevallige factoren zijn nu eenmaal niet uit te sluiten: het volstaat dat we wat vaker over lijn 162 sporen dan over de lijnen 36 - 02 - 37 om meteen serieuze verschuivingen waar te nemen.
Wat de rijtuigen betreft: die halen de volgende percentages, telkens van het totaal aantal afgelegde kilometers:
M4 4.0 % - M5 1.4 % - M6 16.5 % - I11 17.0 % - I6 of I10:3.5 % - niet-Belgische rijtuigen 4.5 %. Opvallend is dat de M6 geleidelijk de I11 van de troon stoten; als de dubbeldekkers inderdaad in de IC Oostende - Eupen terechtkomen, is dat verdict onherroepelijk. Sneu
Bij de motorstellen ziet het er als volgt uit: ms 86 3.0 % - ms 130 3.6 % - ms 140 6.9 % - vierledige stellen 2.0 % - ms 80 (breaks) 13.1 % - ms 96 18.2 % - mw 41 5.8 %. Uit dat laatste cijfer kun je meteen afleiden hoeveel dieselkilometers we reden. De Desiro laat een eerste bescheiden 0.6 % optekenen.
Bij de locomotieven wordt het aandeel van reeks 13 meer dan gehalveerd: van 22.5 % naar 10.9 %. Ook reeks 27 krijgt een serieuze klap: van 9.5 % naar 2.7 %. Reeks 21 houdt beter stand: 4.3%, en slechts een kleine achteruitgang t.o.v. 2011. Reeks 20 kent nog een laatste opflakkering (4.2 %) dankzij enkele internationale treinen op de lijnen 161-162. Maar de grote slokop zijn de reeksen 18 (21.8 %) en in mindere mate 19 (3.0 %).
Al blijft de inbreng van de Desiro's voorlopig nog beperkt, het is duidelijk dat we geleidelijk afstevenen op een complete hegemonie van die laatste, maar vooral van de reeksen 18 en 19. Volgend jaar zal die trend ongetwijfeld bevestigd worden. Je leest er alles over over 365 dagen
Genieten maar, van klassieke stellen in hun groene uitrusting rond de
jaren 1980.
1. 266 - E5767 Oostende - Gent-Sint-Pieters 18-03-1980 in Varsenare.
Varsenare zou iets meer dan 4 jaar later sneuvelen. Het was een uiterst
sombere dag, zoals ook uit andere foto's zal blijken. Bij het inscannen van
deze 24 foto's is me opgevallen dat er blijkbaar geëxperimenteerd werd met de
gele streep bovenaan de voorzijde van de klassieke stellen. Voor alle
duidelijkheid: hier ontbreekt ze, en dat is ook zoals ik het me meende te
herinneren tot vandaag. Ik heb altijd gedacht dat de gele streep er alleen was
aan de zijde van de eersteklasfdeling, wat trouwens een aardige attentie was
voor de reizigers die net iets sneller een goede positie op het perron wilden
innemen.
2. 226 - E812 Verviers-Cl. - Oostende 18-03-1980 in Varsenare.
Op dezelfde ple, op dezelfde dag, met hetzelfde type materieel, maar
deze keer met een hoogwaardige directe trein, zoals we die vandaag nog altijd
zien rijden, zij het dan van Eupen naar Oostende. Deze stellen reden zowat alle
denkbare diensten. Anders dan op de vorige foto is de gele streep hier wel
doorgetrokken, ook aan de kant van het B-deel van dit stel.
3. 186 - E813 Verviers-Cl. - Oostende 18-03-80 in Varsenare.
Deze keer zit de gele streep aan de zijde van het ABD-deel. Dat was de toestand
waarvan ik dacht dat het de normale was.
4. 183 - E6616 Brussel-Zuid - Mons 16-05-80 in Halle.
Onnodig te zeggen dat de omgeving er hier vandaag helemaal anders uitziet.
De treinen rijden hier nu onder de grond in de tunnel van Halle. Het oude
seinhuis 8 is verdwenen en ook de gebouwen aan de overzijde van de overweg zijn
gesneuveld. De omnibustreinen Mons - Brussel kwamen in Brussel-Zuid normaal
gezien allemaal aan de perrons met de kleine nummers en met kopsporen (waar nu
de HST's de plak zwaaien), en werden op die manier uit de NZV geweerd. Dat
maakte ze er niet regelmatiger op, want de keertijd in Brussel-Zuid was beperkt,
en deze treinen waren vaak het slachtoffer van de vertragingen van de
internationale treinen en van de weinig stipte semi-directe
Quévy/Saint-Ghislain-Hornu - Liège(-Verviers-Welkenraedt).
5. 157 - onbekende trein - 14-08-1980 - lijn 50A, bij de brug over lijn
82 in Erpe-Mere. Voor alle duidelijkheid: ik stond niet op de brug, maar wel op
de trappen die naar een typisch gebouwtje naast de spoorweg leidden. Hoewel ik
hier 100 % veilig stond, zou ik het vandaag niet meer durven, omdat ik geen rol
in railtime ambieer.
6. 174 - E963 - Arlon - Blankenberge - ongeveer op dezelfde plaats.
7. 186 - E915 - Blankenberge - Jemelle - op 15-08-80 in Marloie. De
eindbestemming van deze trein was inderdaad Jemelle, en niet Arlon of
Luxemburg. Pas met de invoering van het IC-IR-plan in 1984 zou er een echte
uurdienst Brussel - Luxemburg gecreëerd worden.
8. 269 - E781 - Liège-Guillemins - Verviers-Central - op 29-08-80 in
Trooz. Ook hier is de omgeving grondig gewijzigd: de overweg is afgeschaft, een
brug heeft zijn rol overgenomen. Het station van Trooz ligt aan de andere zijde
van de tunnel. Trein 781 heeft in Liège aansluiting gekregen van de direct uit
Oostende. Het gebeurde enkele keren per dag dat moest worden overgestapt: dat
was het middel om te vermijden dat een lang rijtuigenstel met weinig reizigers
naar Verviers moest. De aansluiting werd bijna altijd gerespecteerd, zodat dit
niet echt een nadeel voor de reiziger hoefde te zijn.
9. 174 - extra - Antwerpen-Centraal - Leuven op 18-01-1981 in
Heist-op-den-Berg. Die dag werd de elektrificatie van lijn 16 ingehuldigd: dat
verklaart de lengte van de trein en de bedrijvigheid op het tegenoverliggende
perron.
10. 174 - extra - dezelfde trein bij dezelfde gelegenheid, nu in de buurt
van Boechout.
11. 230 - E6612 - Brussel-Zuid - Braine-le-Comte - 25-02-81 - lijn 96 kp
14.4. De trein zal zo meteen over de oude kanaalbrug rijden, die ik dus op het
moment van de foto in de rug had.
12.163-539 - Ottignies, augustus 1978. Zusterlijk naast elkaar, deze
duidelijk van elkaar afgeleide stellen.
Je kunt de trein natuurlijk ook volledig missen, bij voorbeeld omdat je
in die tijd niet doorgedraaid had, maar dit is bijna even erg: een onverwachte
tegenligger. Wie dat wil, mag eens raden welk rijtuig er onmiddellijk achter de
2225 hangt.
16. 522 - extra - 18-01-81 - zie eerder: Boechout. Waar de voetweg zich
slingert, ligt nu een breed fietspad.
17. 606 - E3854 - Antwerpen-Gent-Sint-Pieters op 04-06-78 in Berchem.
Een typische semi-direct met op de flank een bestemmingsbord. Op de
achtergrond de Sint-Rochuskerk, toen nog in veel betere doen dan vandaag. De
spoorwegomgeving is compleet gewijzigd door de aanleg van lijn 96N.
19. 647 - E6614 Brussel-Zuid - Mons - 19-03-78 - Brussel-Zuid. Met wat
geluk zal deze trein op tijd kunnen vertrekken.
Ik moet eerlijk gezegd
toegeven dat ik er tegenwoordig wat tegen opzie om op dergelijke winterdagen
heuse expedities te ondernemen om winterfoto's te nemen. Feit is wel dat het
toenmalige materieel winterharder was dan het huidige, en dat de kans om thuis
te geraken dus ook groter was
Stilaan zijn we weer in die periode van het jaar beland waarin we jaaroverzichtjes kunnen opstellen. Mocht je daar nog aan twijfelen, neem er dan maar eens de kranten en de tijdschriften van het moment bij.
Ons wandelprogramma zit er al enkele weken op: blijkbaar is het weer in 2012 toch niet zo slecht geweest. En de luxe dat je vrijelijk de beste dagen kunt uitpikken, nu we allebei van een verdiend (brug)pensioen genieten, is natuurlijk onbetaalbaar.
We trokken er in totaal 45 keer op uit, stapten 601.39 km en betaalden 2060.30 aan openbaar vervoer. In dat laatste hebben we zelfs de kosten van onze Omnipas van De Lijn niet verrekend, omdat we dat abonnement toch al kopen voor onze dagdagelijkse verplaatsingen. Wie van gemiddelden houdt: een gemiddelde wandeling was 13.360 km lang, en per wandeling betaalden we gemiddeld 45.78. Dat laatste bedrag lag nog nooit voordien zo hoog. Het kan toeval zijn, maar we missen onze halveprijskaart van de NMBS nog altijd. Vluchtige berekeningen wijzen uit dat de NMBS ons dit jaar ongeveer 1500 meer gekost heeft dan met verminderingskaart. Het voortbestaan van de RailPass is maar een magere troost, en leidt tot de redelijk aberrante situatie dat een reis naar het hart van de Ardennen niet meer kost dan eentje naar het Hageland
Zoals de vorige jaren heb ik de wandelingen ook in een ranglijstje gevat. Dat ziet er zo uit:
1. - Kelmis - Gulpen (langs de Geuldalroute) - 10 augustus
2. - Wanne (Château - Petits Patelins) - 6 april
- GR 577 Wellin - Vonêche - 25 mei
- Lamorteau - Gérouville (Gaume Buissonnière) - 22 augustus
- Grune (Chevenys - Les Prés) - 29 augustus
- Wezemaal (Wijngaardberg) - 1 oktober
- Neerpelt (Hageven) - 15 november
8.- Èthe - Grandcourt (Gaumeroute) - 27 maart
- Wéris (Pierre des Légendes) - 16 april
10.- Anlier (het mooiste woud) - 26 juni
- Grandcourt - Lamorteau (Gaume Buissonnière) - 18 juli
- Straimont- 25 juli
- Monthouet (Chefna - Bois de la Sûreté) - 17 augustus
- Sint-Joris-Weert (Meerdaalwoud) - 27 november
Enkele vaststellingen: het gebeurt niet zo vaak dat we 3 Vlaamse wandelingen in onze top-10 (14) aantreffen. Het zijn stuk voor stuk echte kleppers. Ook opvallend: de GR's laten het dit jaar wat afweten. De concurrentie met de langeafstandspaden in de Gaume was blijkbaar net iets te groot. En ten slotte: het aantal luswandelingen is opmerkelijk. Een goed uitgekiende luswandeling hoeft vaak niet onder te doen voor een wandeling in lijn: die laatste moet vaak minder interessante stukken overbruggen.
Geen landschap als illustratie deze keer, wel 2 zoekplaatjes met halteborden of stationnetjes bij begin of einde van onze tochten. Maak er maar een zoekplaatje van: als je de bijdragen in deze blog nog eens overloopt, lukt het zeker om de bordjes of gebouwen te situeren.