Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
15-04-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 april 2022 - Wiers

De wandeling.
Het boekje Guide des promenades en Péruwelzis dateert van… 1983, maar geen nood: als je de talrijke auto's uit het grensdorp Wiers, deelgemeente van Péruwelz, wegdenkt, lijk je teruggekatapulteerd naar de landelijkheid van de jaren 1950 - 1960, zoals we die ook kenden in onze Pajotse jeugdjaren. In Wiers werden destijds 2 wandelingen uitgetekend en wij volgen de tweede: La Garenne et Gourgues. Het Bois de Garenne domineert het eerste deel, het laatste deel valt dan weer Gourgues te beurt. Van de 7.3 km is 39% onverhard: de wandeling heeft dus goed standgehouden, dankzij aangename voetwegen die hier in de streek nog vrij overtuigend aanwezig zijn. Bovendien hebben we een substantiële verbetering aan de tocht aangebracht, door op de dijk van het kanaal Nimy - Blaton een zeer aangenaam, kronkelend pad tussen de bomen te volgen: dat verhoogt de TWQ met zo een 10%.

Het Bois de Garennekleurt trouwens even purper als "ons" Hallerbos dat op dit moment samen met de boshyacinten wordt platgetreden. Maar dit bos is privé en door begroeiing vrij moeilijk toegankelijk en dus zijn de overlevingskansen van de paarse magie hier vele malen groter dan in ons eigenste Hallerbos.


Het Bois de Garenne staat borg voor een miniatuurversie van de purperen pracht die we ook in "ons" Hallerbos vinden.


Het kanaal Nimy - Blaton - Peronnes.

Meer foto's vind je hier.

Het weer.
Half bewolkt en aangenaam warm, al mocht er wat minder NO-wind zijn.

De stafkaarten.
44/4N Péruwelz (2000) en 44/3N Hollain (1999) op 1:10.000, voor de wandeling perfect bruikbaar. Op de recente versie op 1:25.000 44/3-4 Péruwelz (2020) ontbreken eigenaardig genoeg enkele voetwegen die we vandaag zonder enig probleem konden volgen. We vinden ze wel terug in de TopomapViewer van het NGI en op het kaartje (de kaartjes) op routeyou.


Hoe we er geraakten.
De halte Wiers Place wordt bediend door bus 491 Tournai - Péruwelz. Het komt er op aan om de voor ons meest geschikte mogelijkheid te vinden. Antoing kun je uit Tournai al bereiken met bus 491, waar dan overgestapt moet worden op de antenne naar Péruwelz, maar uiteindelijk rijden we naar Antoing per trein. Dat spaart een overstap bus/bus uit. De terugreis gebeurt via Péruwelz, wat reismogelijkheden via Mons of Tournai biedt. Voor ons kwam de verbinding via Tournai het best uit.

Een beetje geschiedenis.
Net als de vorige keer kwam ik ook nu weer terecht in het interbellum, en wel met een buslijn die in 1934 al geboekt stond als Tournai - Péruwelz - Leuze, dat laatste à rato van 2 ritten HT. De rest van de tabel toonde 4 ritten tussen Tournai en Péruwelz. In de hoofding van deze buslijn vinden we als extra aanduiding C.F.B. wat hoogstwaarschijnlijk een verwijzing is naar de Belgische spoorwegen. Opvallend: tijdens het theaterseizoen vertrok er nog een rit om 23:30 naar Péruwelz en terug…

Na WO II vinden we deze buslijn terug in tabel 336. Op dat moment duikt de eerste variant op, met als terminus Laplaigne. Veel had het voor het dorp Wiers trouwens niet om het lijf: 2 ritten op vrijdag en zondag. In 1953 krijgt de lijn het nummer 491, dat het dus al 69 jaar uithoudt! In 1954 wordt de lijn uitgebreid tot Bon-Secours, wat meteen ook een substantiële verbetering voor Wiers inhield. In 1956 wordt 491 491a, want 491b wordt dan gebruikt voor de verbinding Péruwelz - Vieux-Condé. Dat sleept aan tot 1963, wanneer het nummer weer gewoon 491 wordt en de bediening van Vieux-Condé in de rest van de lijn wordt opgenomen. In 1973 wordt de lijn uitgebreid tot Harchies.
In 1978 wordt voor het eerst gebruik gemaakt van een overstap in Antoing, zij het voor een beperkt aantal ritten. Zo ontstaan ritten Tournai - Mortagne en Antoing - Bon-Secours.
Op 23.05.1982 verschijnt een nieuw busboekje maar op 03.07.1982 volgt al een bijvoegsel: Minister van Verkeerswezen Decroo ging met de moker door de weekenddiensten van NMBS en NMVB. Voor lijn 491 gebeurt dat met de klassieke receptuur: de amplitude inkrimpen en overdag hier en daar een rit laten sneuvelen.
Op 03.06.1984 wordt dan IC-IR ingevoerd: in tabel 491 vinden we even ook bussen van Péruwelz naar Blaton via Bonsecours, maar eigenlijk is dat boerenbedrog: het betreft de ritten van de nieuwe buslijn 78 Saint-Ghislain - Blaton die de verdwenen stops van spoorlijn 78 moet opvangen. Op 02.06.1985 zijn deze ritten alweer verdwenen uit tabel 491, er wordt wel verwezen naar tabel 78. Als men bij de TEC-Hainaut overstapt op lijnfolders verschijnen eerst nog folders met de lijnen 491 en 78, vanaf 1997 is er een afzonderlijk busboekje voor lijn 78.

Conclusie: de vooroorlogse basisverbinding heeft eigenlijk tot vandaag stand gehouden, met 2 nuanceringen: de basislijn heeft er nogal wat varianten bij gekregen en de overstap in Antoing is daar een vast onderdeel van geworden.

De verbinding.

Halle - Tournai 1932 11:24 12:15 stipt 1874 (NK) - 61007 (FBMZ) M6 controle: J
Tournai - Antoing 4683 12:22 12:28 stipt 706 (NK) mr 73 controle: N
Antoing - Wiers [491] 12:48 13:07 +3 ab3006-06 Iveco Urbanway Roman
-
Wiers - Péruwelz [491] 15:54 16:02 stipt ab3002-07 Mercedes Citaro LE Voyages Nicolay
Péruwelz - Tournai 4665 16:19 16:34 stipt 966 (GCR) mr CityRail controle: N
Tournai - Halle 1916 16:44 17:36 stipt 527 (FHS) mr 96 controle: J

 

En wat we beleefden.
Terwijl we in Halle wachten op IC1932 naar Tournai, komt E 3410 aan: deze trein rijdt normaal gezien met M6, maar vandaag is een lang stel M4 van dienst, ingesloten tussen 2 27'en. Eerste klasse wordt aangekondigd in 5de positie, maar de souplesse om die aankondigingen snel aan te passen aan de realiteit ontbreekt (nog) en de twee eersteklasrijtuigen zitten dus elders in de trein. Het gaat om een stel van FCL, wat laat veronderstellen dat het normaal gezien ingezet wordt voor een of andere P-trein.

Ook de situering van het eersteklasrijtuig in IC1932 is trouwens fout: aangekondigd in het 5de rijtuig, hangt ze in werkelijkheid in 3de positie. De gevolgen hiervan zijn natuurlijk tamelijk beperkt.
In Tournai staat L 4683 op spoor A, een kopspoor dat gebruikt wordt nu deze L-treinen in de vakantieperiode niet doorrijden naar Moeskroen. We zullen vandaag merken hoe ongelooflijk laag de perrons nog altijd zijn in Tournai, Antoing en Péruwelz - en ongetwijfeld ook in de schaarse tussenliggende P-haltes.

In Antoing zit er drie minuten overstaptijd tussen beide bussen (één naar Mortagne uit Tournai en die naar Péruwelz). De eerste komt goed op tijd aan en de meeste reizigers stappen uit om over te stappen, maar die laat op zich wachten. Je zou verwachten dat beide bussen minstens even op hetzelfde moment aan het busperron staan, zodat de chauffeurs zeker zijn dat de aansluiting lukt, maar dat is dus niet het geval. Zou men het oplossen door de bus naar Péruwelz stelselmatig een vijftal minuten te laat te laten vertrekken? De chauffeur rijdt snel, hoekig en alles bij elkaar onaangenaam.

Van de terugrit per bus valt weinig te vertellen: deze chauffeur is wel stipt en een stuk rustiger.

In Péruwelz blijkt dat nog eens overvloedig hoe onhandig die lage perrons zijn als ik een dametje help uitstappen. Ze sleept een trolley en een boodschappentas mee, maar als ik de trolley wil nemen, zegt ze dat ze die nodig heeft om op te steunen. Ze is al heel blij dat ik de tas overneem. Ik zeg nog even ten overvloede dat het allemaal te hoog is en zij beaamt dat, uiteraard. Het scenario herhaalt zich in Antoing, deze keer met vrouw en kinderwagen.

In de eersteklasafdeling van S4665 zitten een treinbestuurder en -begeleidster: ze zal met ons mee naar IC 1916 stappen. Je leest het goed: precies 10 minuten na aankomst in Tournai moet deze tbg de IC naar de luchthaven bedienen. Het minste incident op lijn 78 (personen in het spoor, gestoorde overweg, kapotte bovenleiding zoals enkele dagen geleden in Harchies…) en de IC vertrekt met vertraging… of niet. Gelukkig loopt het vandaag vlot en de IC brengt ons stipt naar Halle.

De treinlectuur.
Theodor FONTANE, Frau Jenny Treibel. Of de korte roman waarin de nouvelle riche Frau Jenny bepaalt met wie haar zoon Leopold zal trouwen en vooral met wie niet.

Saskia de COSTER, Nachtouders.

Na- of doordenkertje.
Nu is men plots verbaasd dat niemand nog Nederlands op academisch niveau wil studeren. Verwonderlijk is dat niet. Dankzij de vele hervormingen is het vak verwaterd tot een speelmoment, dat door onze oude directeur omschreven werd als frieten plakken, dát trouwens, nadat een progressieve collega de leerlingen opdracht had gegeven een collage te maken (ja, waarover?) en enkele gluiperds naar een sekscinema waren getrokken, waar ze zonder verpinken affiches voor de erotische hoogtepunten van die week op de kop konden tikken.

In de middelbare is linguïstiek sowieso al vele jaren taboe en de studie van de literaire canon onbestaande. In erg goede klassen vond je nochtans nog wel wat leerlingen die je hiervoor kon interesseren - want dat probeerde ik, tot het einde -, maar als puntje bij paaltje kwam, kozen ze uiteindelijk toch voor geneeskunde, rechten of meer van die chique richtingen. En in de zwakkere klassen, tja…

Uitgedrukt…

Beter een oud gecreveerd dan een jong geriskeerd. Gecreveerd ja, al is dat duidelijk hetzelfde als gecrepeerd. De uitdrukking sloeg oorspronkelijk waarschijnlijk op dieren als ossen en paarden, die zwaar en gevaarlijk werk moesten doen, maar ik heb het ook horen gebruiken als jongeren zich gedeisd houden en de ouderen in het gezelschap het gevaarlijke of moeilijke werk moeten uitvoeren.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

15-04-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
11-04-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 april 2022 - Nijlen (Paddekoten)

De wandeling.
Vermoedelijk zo een twintig jaar geleden - de prijs was al in euro uitgedrukt - verscheen een Toeristische wandelgids Nijlen, met 125 km bewegwijzerde wandelingen, verdeeld over 10 wandelingen, waarvan wij nummer 9, het Paddekotenpad, volgden. Hoofdbrok van dit pad is een goeie 2 km op de Netedijk, maar dat kan niet verhelen dat een groot stuk van de wandeling door bijna volledig bebouwd gebied loopt. Bovendien ligt de E313 vlakbij, al hadden we wat geluk: in de richting Antwerpen stond het verkeer zo goed als stil en dat scheelt in decibels. De Paddekotse Heide is niet meer dan een drukke woonwijk, waarvan alleen de naam nog naar een natuurvriendelijker verleden verwijst. Als we de brochure moeten geloven is het hier destijds allemaal begonnen met armzalige hutten (de koten) op het eind van de 18de eeuw. De wandeling is 8.5km lang en loopt voor 40% over trage of onverharde wegen, maar dat kan het geheel niet redden. Wij kwamen niet verder dan een score van 9.5/20.

De bewegwijzering ontbreekt op bepaalde plaatsen volledig en is op andere plaatsen nog nauwelijks terug te vinden, maar met het kaartje kom je goed weg. Wie niet opziet tegen enkele kilometers door bewoning en een tochtje langs de Nete kan smaken, vindt de wandeling misschien toch nog verteerbaar. Veel interessante foto's kon ik niet nemen. Bekijk alvast deze:


Deze mooie weg voerde ons weg van de huizen en de verharding richting Netedijk.


Een foto van de Nete is hier natuurlijk een must.


Het derde sas dateert van voor de kanalisering van de Nete: het ligt er wat nutteloos en mysterieus bij…

Het weer.
Aangename temperatuur, eerst nog naar het frisse toe. Cirrus palmde de hemel in, maar kon de zon toch nooit volledig maskeren.

De stafkaarten.
16/6 Nijlen (2003) of de recentere 16/5-6 (2016). De oudste kaart is nog best bruikbaar; één keer is er een lichte afwijking van de huidige toestand. Het zal iedereen ondertussen al duidelijk zijn dat ik de kaarten op 1:10.000 lang in het hart gedragen heb, maar nu de reeks op 1:25.000 stilaan voltooid geraakt, stap ik toch over op die kaarten. Mocht het NGI ooit nog eens het goede idee hebben om opnieuw kaarten op 1:10.000 uit te geven, dan zou ik meteen opnieuw schakelen.


Hoe we er geraakten.
Halle is rechtstreeks met Lier verbonden en daar zorgen lijnen 150 en 152 voor een halfuurdienst waarmee we zonder veel moeite de halte Koekoekstraat in Nijlen kunnen bereiken.

Een beetje geschiedenis.
De eerste "sporen" van een busverbinding tussen Lier en Herentals vond ik in het spoorboekje van 15.05.1936, in tabel 205. De lijn had meteen een goed gestoffeerde dienstregeling, die de eerder povere treindienst ongetwijfeld concurrentie aandeed. Het nummer en de plaats in het spoorboekje laten wel vermoeden dat het hier om een NMBS-lijn ging.

Na WO II (04.05.1947) verschijnt de lijn onder het nummer 223; in de benaming wordt gewag gemaakt van uitbreidingen naar Vorselaar en Bevel. Vanaf 05.10.1952 wordt dat tabel 311 en dat tot 29.09.1957 wanneer het lijnnummer 15a verschijnt. (Dat nummer wordt trouwens ook even gebruikt voor WO II.) Pas op 08.01.2007 verschijnt het lijnnummer 150, met varianten als 151, 152, 153 en belbus 943. Mogelijk was de wijziging al doorgevoerd voor 08.01.2007, want bij De Lijn voerde/voert men wijzigingen zelden door op de reguliere datum, ondertussen begin januari.
Het kan wat pietluttig klinken, die wijzigingen in het lijnnummer, maar voor de gebruiker had het waarschijnlijk wel invloed op de betaalde prijs, die verschilde al naar gelang een buslijn beschouwd werd als een aanvullende dan wel een vervangende buslijn van de NMBS. Uiteraard was dat geen probleem meer toen de NMVB de lijnen van de NMBS overnam.
Tegenwoordig is de lijn opgesplitst in een reeks met de nummers 150 - 151 - 152 - 153. En er rijdt ook nog een belbus 943.
Lijnen 151 en 153 zijn schooldiensten naar resp. Herenthout en Ranst. Lijn 150 rijdt naar Herentals, lijn 152 naar Grobbendonk en Vorselaar. (Denk aan de uitbreidingen waarvan al sprake was in tabel 223 - anno 1947!)

De verbinding.

Halle - Lier 3409 10:20 11:20 +3 2733 (NK) -  58044 (FSR) M4 controle: J
Lier - Nijlen [152] 11:37 12:05 -4 ab021058 MAN Lion's City Kruger Autobus
-
Nijlen - Lier [152] 14:51 15:17 +10 ab106474 Van Hool new A360H Kruger Autobus
Lier - Halle 3437 15:39 16:40 +5 2728 (NK) - 58057 (FSR) M4 controle: N

 

En wat we beleefden.
Eersteklasrijtuigen zouden zich volgens de omroepster in vijfde en laatste positie bevinden, maar de ervaring heeft ons al geleerd dat het meestal net omgekeerd is: in eerste en vijfde positie. Zo ook vandaag. De lange trein rijdt tot enkele meters voor het sein aan het eind van het perron door. Gelukkig heb ik aan het geluid in de tunnel van Halle leren herkennen of het stuurstandrijtuig of de locomotief vooraan hangt. (In Brussel-Centraal hoor ik de 2110 naar Luxemburg met 15 minuten vertraging aangekondigd worden: dat is de trein die ons enkele wandelingen geleden in Marloie een gemiste aansluiting en een taxirit kostte. Blijkbaar is er iets structureels fout (met de tijdige beschikbaarheid van personeel?) al heeft de trein in de voorbije dagen ook op tijd gereden. Onze trein rijdt gelukkig wel voorbeeldig al loopt de stilstand in Mechelen uit, wat resulteert in drie minuten vertraging.

Eigenaardig genoeg stapt er nauwelijks iemand in de bus bij het station, maar de doorrit van Lier zorgt toch voor wat passagiers. Bij de halte Nijlen Markt is drie minuten stilstand voorzien; ik heb niet kunnen uitdokteren wat de bedoeling hiervan kan zijn en de chauffeur blijkbaar evenmin, want hij rijdt meteen door. Zou het kunnen dat deze minuten de vertraging door de vaak gesloten bareel moeten opvangen?

De bus van de terugrit moet rondrijden tussen Bouwel en Nijlen en dat resulteert in 11 minuten vertraging. Ondanks het stroeve verkeer in Lier gaat daar nog een minuutje af. Ik wens inwendig de 2 ongemaskerde mannen die zich strategisch op de laatste bank hebben verschanst én de griet zonder masker 4 weken covid en 6 maanden long covid toe, maar wie wenst komt net als wie droomt meestal bedrogen uit. Gelukkig voor hen en eigenlijk ook voor mij, want ik zou het besterven van wroeging mochten ze ook echt ziek worden.

Ook voor IC 3437 wordt een verkeerde samenstelling aangekondigd: ook hier krijgen we een stel van 10 M4, en die hangen precies zoals die vanmorgen: uiteraard hangt het stuurstandrijtuig eerste klas nu achteraan. Je kunt maar beter goed uit je doppen kijken, wat inzicht hebben in treinsamenstellingen en vooral niet te goedgelovig in de omroepen trappen. Beluxtrains geeft trouwens de aangekondigde constellatie aan. Het hapert nog tegen het einde van de rit (in Lot) en dat verklaart de 5 minuten vertraging bij aankomst in Halle. Bij het uitstappen passeren we een medereiziger zonder masker die in zijn neus zit te pulken, en dat in coronatijden. Zelf was ik vóór corona een overtuigd pulker en ik hoop eigenlijk dat ik deze gewoonte over enige tijd opnieuw zal kunnen opnemen: wie ervan droomt om me binnenkort weer de hand te kunnen schudden, weze hierbij gewaarschuwd.

De treinlectuur.
Theodor FONTANE, Frau Jenny Treibel.
Saskia de COSTER, Nachtouders.



De kop in het zand steken lijkt een stuk minder hinderlijk dan een mondmasker.

Uitgedrukt…
Een mooie, voor zichzelf sprekende uitdrukking hoorde ik wel eens van een collega: je kunt niet alles hebben, een dikke vrouw en veel plaats in bed.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

11-04-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
06-04-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.materieelinzet historisch lijn 42

Dit is een overzicht van alle treinritten die ik in de voorbije bijna 50 jaar heb gemaakt op lijn 42, met allerlei gegevens, ook over de materieelinzet, en dat redelijk uitvoerig. Let op, het betreft 216 ritten in het bijgevoegde excelbestand. Wie wil kan het grondig uitpluizen, anderen zullen waarschijnlijk liever diagonaal lezen. Bij voldoende respons probeer ik het ook nog voor andere lijnen.

Stations worden in de lijst aangeduid met hun telegrafische afkorting. Met deze kom je al een heel eind: FL=Liège-Guillemins, MRV=Rivage, MWL=Aywaille, FNO=Trois-Ponts, FVI= Vielsalm, FVY=Gouvy.

Doordat de ritten chronologisch geordend staan, is het vrij eenvoudig om de evolutie voor zowel tractie als rijtuigen te volgen. Het geheel schetst een vrij duidelijk beeld, zeker voor de periode tot pakweg 2015.

Bijlagen:
materieelinzet lijn 42.xlsx (29.4 KB)   

06-04-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
28-03-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 maart 2022 - Sint-Pieters-Rode

De wandeling.
Het kan eigenaardig lijken dat we in een tijd waarin het internet overspoeld geraakt door wandelsuggesties toch nog gebruik willen maken van een tocht die in 1989 verscheen in Info-Vakantiegenoegens, van de hand van Bart Braeckevelt. Maar ook vandaag nog staat deze wandeling als een huis. Ze kreeg de titel Nattigheid in de Wingevallei mee, maar na een erg droge maand maart is er van die nattigheid niet veel te merken, tenzij in enkele korte vochtige bosstroken. Want bos konden we vandaag verkennen, met het Walenbos en het Troostembergbos in een glansrol. Ze lopen nog net niet in elkaar over en toch zijn het qua begroeiing opvallend verschillende bossen. We ontdekten ze langs goed begaanbare boswegen, in het verlengde van een schat aan voet- en veldwegen die de tand des tijds met vrucht hebben doorstaan. Voeg daar nog de omgeving van het Kasteel van Horst, jaja, dat van de Rode Ridder, bij en je kunt wel raden dat we van deze tocht intens hebben genoten. Niet toevallig quoteerden we 19/20. De tocht is 13.5 km lang en de TWQ van de eigenlijke wandeling ligt op 64% maar het lijkt nog meer, door de uitmuntende kwaliteit van de trage, onverharde wegen.
Met het openbaar vervoer moet je er 2 keer 770 m bijnemen, van de halte Sint-Pieters-Rode Horst tot de onmiddellijke omgeving van het kasteel. Dat is de appendix die je merkt op het kaartje. Foto's vind je dan weer hier.


Dit is het dan, het kasteel van de Rode Ridder.


Dergelijke mooie boswegen vormden een substantieel element van de wandeling.

Het weer.
Helder, enigszins heiig weer bij een zeer aangename temperatuur. Heel even waren er wat hoge wolken.

De stafkaarten.
24/7Z Nieuwrode (2001) en 32/3 Lubbeek (1999) op1:10.000. Recentere kaarten op 1:25.000 zijn 24/7-8 Aarschot (2020) en 32/3-4 Lubbeek (2019).

Hoe we er geraakten.
De halte Sint-Pieters-Rode Horst wordt bediend door buslijn 310 Leuven - Aarschot. We konden dus eigenlijk kiezen tussen een reisweg via Leuven of een via Aarschot, maar we kozen voor heen- en terugreis voor een overstap in Leuven. Voor de heenreis kon dat met de rechtstreekse IC naar Liège-Guillemins, voor de terugreis ging het vlot met de IC naar Oostende en een extra overstap in Brussel-Noord.

Een beetje geschiedenis.
Dankzij zone01 vond ik al een buslijn Leuven - Aarschot terug die haar opwachting vermoedelijk maakte tijdens het interbellum. In een busboekje kwam deze lijn voor onder tabel 33: de meeste bussen (op 1 na) zijn beperkt tot een traject Leuven - Sint-Pieters-Rode. Die ene vreemde eend in de bijt reed door tot Aarschot.

In een boekje uit 1948 blijft de tabel het nummer 33 dragen, de meeste ritten rijden nu tot Aarschot.
In het spoorboekje van 1950 verschijnt tabel 725, in de sectie NMVB. Met 4 ritten op N67, 3 op R6 en 5 (!) op R7 lijkt het geloof in deze lijn niet erg groot te zijn. Later zal de lijn opgenomen worden in tabel 599, nog later in 596. De bussen rijden als 10 (of één enkele als 10), eerst nog vrij onregelmatig gespreid over de dag, later met een soort 2-uurdienst, op alle dagen van de week.
Tot de NMVB moet besparen: het aantal rechtstreekse ritten tussen Leuven en Aarschot wordt gedecimeerd: reizigers moeten bijna altijd in Holsbeek overstappen van of naar de Leuvense stadslijn 2. Aan die besparingstruc komt gelukkig na enkele jaren een eind en in 2005 verschijnt het huidige lijnnummer 310. Tegenwoordig wordt van maandag tot zaterdag ongeveer een uurdienst gereden, op zondag rijden de bussen slechts om de 2 uur.

De verbinding.

Halle - Leuven 1708 09:26 10:08 stipt 324 mr80 Break controle: J
Leuven - Sint-Pieters-Rode [310] 10:42 11:08 +5 ab2719 VDL B&C Citea SLFA Hybrid Tielt
-
Sint-Pieters-Rode - Leuven [310] 16:01 16:28 stipt ab2697 VDL B&C Citea SLFA Hybrid Leuven-Noord
Leuven - Brussel-Noord 538 16:34 16:50 stipt 1867 -  73018 M7 controle: N
Brussel-Noord - Halle 1938 17:01 17:23 stipt 1871 -  61036 M6 controle: J

 

En wat we beleefden.
Corona heeft de gewoonten van sommigen grondig aangetast. Vroeger zag je bij de komst van de treinbegeleider de meesten zoeken naar hun al dan niet digitale vervoerbewijs, sommigen verhuisden al spontaan naar tweede klas, maar vandaag is er ook een beperkt aantal dat eerst het masker, dat tot dan onder de kin heeft gehangen, over de neus moet schuiven, masker dat meteen na de doortocht van de tbg meteen weer onder de kin terechtkomt, net op het moment dat de eerste reizigers terugkeren uit tweede klas om zich opnieuw in eerste te nestelen. Maar voor de rest verloopt onze heenreis vlot.

Bus 310 komt 3 minuten later dan voorzien en een beetje onverwacht neemt de vertraging onderweg nog toe tot 5 minuten. Lijn 310 lijkt me trouwens een buslijn waar aan heel veel haltes in- of uitgestapt wordt. De bus is van de stelplaats Tielt. Dat weet ik dankzij de bijna wijlen tracker van haltelink. Hoe ik dat daarna moet opsnorren, moet ik nog uitzoeken, al vrees ik voor de zaak.

Ook de bus van de terugreis is een gelede bus, deze keer van stelplaats Leuven-Noord. We hebben maar 6 minuten aansluiting in Leuven, maar de bus blijft mooi op tijd rijden. Ook nu passeren we veel haltes waar in- of uitgestapt wordt.

Na wat ontgoochelende belevenissen genieten we vandaag van een onberispelijke terugreis per trein. En dan krimpen deze bijdragen tot belachelijk ogende proporties. Gelukkig, zou ik zeggen. Als zal die verdwaalde reiziger die wel behulpzaam bijgestaan werd door de treinbegeleidster daar misschien wel anders over denken.

De treinlectuur.
Ilja Leonard PFEIJFFER, La Superba.
Saskia de COSTER, Nachtouders.



Konijn Rousseau wordt CEO van Duracell!

Uitgedrukt…
Mijn schoonvader daagde zijn publiek graag uit met raadseltjes en als die dan onopgelost bleven, zei hij in zijn Strombeeks dialect: keske bloaze? Dat betekende zoveel als geef je het op? Ik moet eerlijk zeggen dat ik de uitdrukking nooit elders gehoord of gelezen heb. Ik vermoed dat ze letterlijk betekent Blaas je het kaarsje uit? maar zelfs de nieuwe Van Dale en diverse dialectwoordenboeken maken geen jota vuil aan deze sprekende uitdrukking.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

28-03-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
24-03-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 maart 2022 - Beffe

De wandeling.
In 2001 verscheen bij Lannoo het Wandelboek Ardense natuur van de toen 70-jarige en ondertussen overleden Julien van Remoortere. Samen met Lannoo heeft hij de wandelsport tot een hoog niveau verheven, zij het bijna uitsluitend in boeken met een respectabel aantal luswandelingen. Wij stapten in Beffe, deelgemeente van Rendeux, langs de Ourthe. De wandeling is kort, ongeveer 7.5 km lang, en ze is in het begin ongelooflijk goed en tegen het einde evenredig zwak. Als OV-gebruikers hebben we niet geprobeerd om de wandeling in Beffe te starten (Van Remoortere ging er steevast van uit dat het OV in Wallonië waardeloos was), maar met de halte École Communale in Rendeux-Haut van lijn 13 Melreux - La Roche heb je een bruikbaar vertrekpunt.

Dat de TWQ niet hoger komt dan 48% is meteen een vrij realistische evaluatie van deze wandeltocht. Het begint allemaal met een schitterende tocht langs de Ourthe, o.a. door het arboretum Lenoir en met een stevig stijgende bosweg van bijna een kilometer door het Bois del Côre. Het kaartje (en zeker de grafiek) spreekt boekdelen. Zo bereik je de hoogte waar ook Beffe zijn plaats heeft gevonden, maar de terugweg naar de vallei van de Ourthe is waardeloos, langs een rijweg die meer dan druk genoeg én gevaarlijk is: voor wandelaars is er een moeilijke grasstrook langs de weg gereserveerd, maar daar moet je het dan ook mee stellen. In de wandelbeschrijving heet deze weg rustig; mogelijk is deze weg op dit moment een alternatief voor een route via de opgebroken Ourthe-brug in Hotton. Eigenlijk stap je dus voor 2/3 van de tijd langs prachtige paden en wegen; het laatste derde moet je er dan maar bijnemen. Het is dus geen toeval dat de foto's bijna uitsluitend uit het eerste deel van de tocht komen. We quoteerden het geheel met een 13.5/20.


De Ourthe in de buurt van de Moulin de Bardonwé.


Flaneren, nu ja, het kon wel eens moeilijk zijn, langs de Ourthe.

Het weer.
Helder en aangenaam warm.


De stafkaarten.
55/5 N Hotton en 55/5S Marcourt, beide uit 2003 en perfect bruikbaar. De recente kaart 55/5-6 Rendeux dateert van 2017.

Hoe we er geraakten.
In normale omstandigheden zouden we vermoedelijk tot Melreux-Hotton sporen en daar overstappen op een bus van lijn 13 naar La Roche. De meeste bussen komen als 11/2 uit Marloie aan en worden dan een 13, wat een andere, overstapvrije mogelijkheid biedt. De brug van Hotton over de Ourthe is echter opgebroken en dat voor de duur van 2 jaar: niet alleen de brug maar ook de omgeving wordt mensvriendelijker gemaakt.

De TEC-Luxembourg dokterde een oplossing uit, die ons eigenlijk niet hinderde: het eindpunt van lijn 11/2 wordt verlegd naar Hotton Les Sarts Arrêt Provisoire; reizigers kunnen blijven zitten want de bussen rijden vanaf dat punt als 13 naar La Roche. Dat betekent wel de afschaffing van een reeks halten voor en na Hotton Pont, maar dat is vandaag niet ons probleem. Bovendien is er geen overstap trein/bus in Melreux meer mogelijk.
Het lukt allemaal goed en de dienstregeling op pdf is aangepast en duidelijk.

Een beetje geschiedenis.
Eigenlijk zou onze wandeling uit Beffe moeten vertrekken, maar dat dorp is niet bereikbaar met regulier OV. De eerste vermelding vond ik in het busboekje van 23.08.1982, in een tabel 995 (met lijn 13 Melreux - La Roche en talrijke varianten zonder eigen aanduiding). Het betrof een bus Marloie - Samréé (in de eerste maanden uit Marche-en-Famenne) met een rit heen en terug op donderdag en een andere op elke eerste en derde maandag van de maand. Het betrof in beide gevallen een marktbus. Vast staat dat deze bus alleszins de eeuwwisseling nog heeft meegemaakt: ik vond hem voor het laatste in een boekje van 01.12.2002. Vanaf 1994 kreeg de buslijn trouwens 11/6 als kenmerk, zonder invloed op de dienstregeling. Het is typisch voor Luxemburg dat men allerlei varianten aanduidt met schuine streep plus cijfer. Ik vond deze marktdienst niet meer terug, maar in het centrum van Beffe staat er nog wel een goed onderhouden haltepaal.

Overigens is men het er blijkbaar nooit over eens geraakt of deze varianten nu wel aansluiten bij de lijn 11 (Melreux - Manhay) of 13 (Melreux - La Roche).
Naast deze marktdienst verschijnt vanaf 01.06.1994 een echte schooldienst in het busboekje: lijn 13/5 Bois d'Arlogne - Rendeux. In 1998 wordt de lijn vernummerd naar 13/2.

In de opeenvolgende versies van mijn gemeenterepertorium vind ik voor 2011 de lijnen 11/6, 13/2 en 13/5 terug. De marktdienst verdwijnt nog voor 2015. Tegenwoordig heten de lijnen die Beffe bedienen nog 13/2 en 134, zonder schuin streepje.

Het is zo dat de tramlijn tussen Melreux en La Roche de hoofdweg volgde en dat verklaart mogelijk waarom een aantal dorpen die niet echt ver van deze weg liggen, nooit een echte bediening kregen.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1558 09:58 10:07 +1 08063 mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Marloie 2110 10:33 12:21 +20 1349* -  11817 I11 controle: J
taxi
-
Rendeux-Haut - Hotton [13] 16:46 17:04 stipt ab4561 Jonckheere Transit 2000 Houffalize**
Hotton - Marloie [11/2] 17:04 17:25 +3 ab4561 Jonckheere Transit 2000 Houffalize
Marloie - Brussel-Noord 2139 17:42 19:17 +21 1360 -  11803 I11 controle: J
Brussel-Noord - Halle 1591 19:42 20:02 stipt 08064 mr08 Desiro controle: N

 * Ik heb niet de tijd gehad om het nummer van loc te noteren in Marloie, maar ik zag 's avonds in Ottignies P8628 die met hetzelfde rijtuigenstel gereden wordt - het is dus een beredeneerde gok.

**Volgens een forum over de TEC zou deze bus behoren tot de stelplaats Houffalize. Ik zou eerder aan Marloie denken, maar de wegen van de bussen zijn ondoorgrondelijk.

En wat we beleefden.
Met een verbinding uit Marloie om de twee uur zorg je best wel voor wat reserve, maar 19 minuten overstaptijd tussen trein en bus zouden moeten volstaan. En de S-trein uit Schaarbeek rijdt dan wel stipt en IC 2110 komt ruimschoots op tijd aan het perron, maar daarom vertrek je nog niet op tijd, laat staan dat je op tijd aankomt. Want enkele minuten voor het vertrek krijgen we te horen dat het wachten is op de aflos van de treinbestuurder. Als ik na een kwartier poolshoogte neem - vanuit de openstaande deur - zie ik inderdaad een tb arriveren. We vertrekken met 17 minuten vertraging, met 19 minuten overstaptijd in Marloie zou dat nog net kunnen. Bovendien is de app alweer bijzonder optimistisch: we zouden zelfs op tijd aankomen! De realiteit bleek al snel anders: in Brussel-Luxemburg hebben we al 21 minuten vertraging en dan moet de miserie nog beginnen: vanaf Groenendaal zitten we achter de 6560 aan, die zelf met enkele minuten vertraging rijdt. Eigenlijk is de diagnose duidelijk: tussen Brussel en Ottignies rijden er te veel treinen zo lang er geen mogelijkheid is om treinen even opzij te zetten. In Ottignies hebben we een vol half uur vertraging. Daar zal al behoorlijk wat af moeten gaan om onze uitstap te redden. Maar eigenlijk zijn er nog te veel obstakels onder de vorm van snelheidsbeperkingen, o.a. tussen Ottignies en Gembloux, nog altijd ten gevolge van de zondvloed van juli 2021. De vertraging slinkt dan ook mondjesmaat: Gembloux +28, Namur +24, Ciney +21 en Marloie… +20. We stappen strategisch naar een rijtuig of 2 verder naar voren en de berekening lijkt te kloppen: we kunnen uitstappen vlak bij de trap; als ik aan het vernieuwde busstation van Marloie aankom, is het 12:43.

Het is duidelijk dat de bus al vertrokken is: aribus werkt hier trouwens evenmin als in Halle en dan is het nog de vraag of bij correct werken de chauffeurs wel zouden wachten. Ik vermoed dat in totaal een zestal reizigers getroffen is. Wat kun je je als OV-gebruiker betekenisloos voelen. Wij moeten 2 uur wachten op de volgende bus, het meisje dat de 15 had moeten nemen ook, indien ze niet toevallig naar een van de dorpen op de varianten moet; dan is het 4 uur!
Ik heb thuis even gekeken of we de tocht ook 2 uur later hadden kunnen lopen, maar dan was de reserve wel erg klein: nauwelijks 5 minuten tussen geschatte aankomst en laatste bus van de dag. Als we vandaag in Rendeux willen stappen, zal het dus een taxi moeten worden. Ik stap naar het stationsbuffet waar men zelf de taxi opbelt, na toch even gecheckt te hebben of we 50 euro overhebben voor de rit naar Rendeux. We hebben weinig keuze als we de wandeling rustig, in een aanvaardbaar tempo willen stappen. Op de taximeter zien we de prijs een stuk boven de "afgesproken" 50 stijgen, maar we krijgen 10 euro terug van 60. Twintig minuten later staan we in de buurt van de bushalte die ons vertrekpunt had moeten zijn.

Voor de terugrit is het vooral opletten dat we in de juiste bus stappen: er vertrekken er namelijk twee na elkaar uit La Roche, een naar Hotton en de tweede naar Melreux die uitzonderlijk via een lange omweg naar Melreux rijdt, vermoedelijk om daar aansluiting te geven met bus 11 naar Manhay. De eerste bus heeft een duidelijke film 13 Hotton en dat moet dus onze bus worden. Er zit nog een behoorlijk aantal scholieren op, maar de bus loopt vrij snel leeg. En aan de lus van de tijdelijke halte zien we hoe de 13 geruisloos een 11/2 wordt. Tot Marche reed de bus goed op tijd, maar dan duiken de saturatieproblemen op - zoals overal - het is een wonder dat we pas 3 minuten vertraging hebben bij aankomst in Marloie.

Toch verwachten we nog problemen: IC 2139 staat al de hele week als volzet in de app van de NMBS, net zoals de 2138 en de 2140 trouwens. Drie uur na elkaar wordt je dus aangeraden om de trein te vermijden. Bij aankomst blijkt de trein normaal bezet, misschien proportioneel iets drukker in eerste dan in tweede klas. Verondersteld moet worden dat die aangegeven bezettingsgraden tot het betere nattevingerwerk behoren. Tot Namur blijft de trein ook stipt rijden, maar in Beuzet staat de 6288 stil en wij staan daar al vrij rap achter. Al bij al begint de 6288 nog snel opnieuw te rijden, maar wij zullen natuurlijk achter deze trein moeten blijven tot Gembloux: +10. Ook de rit naar Ottignies verloopt niet echt zoals het hoort: +12. En dan moet het nog beginnen. In Ottignies (of waar dan ook de treingoden zich tegenwoordig bevinden) vonden ze het aangewezen om S 3990 toch maar te laten vertrekken. Amper 4 minuten later vertrekken wij ook en de rest van het verhaal laat zich raden. Alweer zitten we tot Brussel-Luxemburg (en bijna zeker tot vlak voor Brussel-Noord) achter een veel tragere trein: de overstap met S 3589 in Brussel-Luxemburg slaan we even over en we sporen door tot Brussel-Noord, waar we met 21 minuten vertraging aankomen.
We kunnen nog mee met de S naar Denderleeuw; uiteindelijk zal onze vertraging in Halle 18 minuten bedragen, ten opzichte van onze planning, want deze S-trein klaart de klus wel naar behoren.

Vaker en vaker twijfel ik eigenlijk aan de bruikbaarheid van het OV: afgeschafte bussen, gemiste aansluitingen, spoorlopers, andere storingen, werken die de normale dienstregeling overhoop halen… en de OV-gebruiker die het allemaal ondergaat en aan zijn lot wordt overgelaten. Eigenlijk zou een mens beter gewoon thuis blijven: geen stresserende toestanden met treinen en bussen, je kas niet moeten opfretten over het gedrag van je medereizigers. Gelukkig kom je tijdens de wandeling af en toe nog eens vriendelijke mensen tegen - die er vandaag allemaal van uitgingen dat we Nederlandstalig waren - en kun je op het einde onverhoopt nog een tripel drinken in Le Trendeux…

De treinlectuur.
Lisa Genova, Every note played.
Jo CLAES, Het kaïnsteken.


Joepie, de nieuwe papieren Van Dale is gearriveerd. De vorige versie telde drie delen a-h, i-q en r-z. In de zestiende editie is dat abcdefgh, ijklmnopq en rstuvwxyz geworden. Voor wie zijn alfabet niet meer kent…

Uitgedrukt…
Zijn hand op een ijle(n) nest leggen. Betekent: te laat komen; wat je wilde mislopen. IJl betekent hier leeg. In onze streek is nest mannelijk (de nest), vandaar de buigings-e(n). In het AN is nest onzijdig en zou er dus een ijl nest staan, mocht de uitdrukking al bestaan…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

24-03-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
16-03-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 maart 2022 - La Gleize

De wandeling.
We vonden deze wandeling op een kaart van het toerismebureau van de gemeente Stoumont, gerealiseerd in samenwerking met het NGI. LG5 voert de stapper van La Gleize naar Borgoumont, het dorp Moulin du Ruy en de Roannay. Bij de terugkeer aan de bushalte La Gleize Centre heb je 8.3 km op de teller; 59% van de gevolgde wegen is onverhard. De hoofdrollen zijn weggelegd voor prachtige, indrukwekkende vergezichten, erg mooie bossen en vooral een drietal beken: de Nabonru, de Ruisseau de Borgoumont en  de Roannay, die je langere tijd van dichtbij volgt. Dan krijg je meteen ook een beeld van de ravage die deze waterloop tussen beek en riviertje in de voorbije zomer heeft aangericht, al bleven de huizen blijkbaar gespaard.

Rode rechthoeken houden je onberispelijk goed op de juiste weg, al is het rood hier en daar fel verbleekt.


De Roannay is lange tijd onze trouwe metgezel...


… maar in de voorbije zomer moet hij wel zwaar hebben uitgehaald.

Alle foto's hier.

Het weer.
We kregen niet de beloofde zon en de hoge temperaturen, want het bleef somber en fris. Dat zou aan het aangevoerde Saharazand te wijten zijn geweest.

De stafkaarten.
49/8N La Gleize (2002) - 49/7-8 Stoumont dateert van 2020.

Hoe we er geraakten.
Het dorp La Gleize heeft enkele bushalten op lijn 142 Aywaille - Trois-Ponts. de halte Centre ligt bijna op de lusvormige wandeling. Het komt er voor ons op aan naar Liège-Guillemins te sporen en daar over te stappen op de IC naar Luxemburg. Omdat La Gleize zo dicht bij Trois-Ponts ligt, kan het soms sneller als je niet in Aywaille overstapt maar in Trois-Ponts, vanwaar je dan eigenlijk met de bus een stukje terugrijdt.

Een beetje geschiedenis.
Van monumentaal station tot containerpark: een in vele opzichten exemplarische evolutie. Dat het station erg ongunstig gelegen was t.o.v. de woonkern van La Gleize zal oorspronkelijk wel geen bezwaar geweest zijn: gebruikers waren maar al te blij met de 2.5 km lange afdaling naar het station in de Amblève-vallei; of ze evenzeer genoten van de weg terug is een andere vraag. Feit is dat La Gleize ondanks zijn ongunstige ligging kon genieten van dezelfde bediening als al die andere halten en stationnetjes langs lijn 42. Meer zelfs: in WO I had La Gleize nog 2 treinen, terwijl Lorcé-Chevron, Nonceveux en Liotte gewoon dichtgingen.

La Gleize bleef zijn treinen houden tot begin de jaren 1960: ongeveer 7 ritten, die niet altijd even goed gespreid waren. Een zware slag werd toegebracht in 1969: La Gleize verloor al zijn treinen op 2 na. Dat was een verder stadium in de geleidelijke afbouw van de bediening, die uiteindelijk in 1984 helemaal werd opgeheven. Volgens Georges Henrard in Histoire de tortillards ardennais - Tome 3 - Le chemin de fer de l'Amblève werd de beperking tot 2 treinen per dag ingegeven doordat de halte in een scherpe bocht lag, die toezicht bij het oversteken van de sporen noodzakelijk maakte. Veel belangstelling voor deze treinen zal er sowieso niet meer geweest zijn.

Voor de inwoners van La Gleize was de afbouw niet eens zo dramatisch. De bus kon immers wel het centrum bedienen en die verscheen dan ook - zij het eerst schuchter - op het toneel. In het spoorboekje van 1950 vinden we zo een private buslijn terug in tabel 1062 die Verviers via Trois-Ponts verbond met het sanatorium van Borgoumont en het preventorium van Stoumont. Meer dan 2 bussen in elke richting op zondag reden er niet. Het was duidelijk dat deze bus vooral reizigers aanbracht die hun zieke familieleden wilden bezoeken. In 1955 vinden we al 2 buslijnen terug: lijn 379 Liège - Vielsalm, die 3 ritten heen en terug aanbiedt en lijn 388, de buslijn die eerder onder het nummer 1062 figureerde. Lijn 388 Verviers - Spa rijdt vandaag nog, de bediening is nu wel beperkt tot een buslijn die parallel loopt met de spoorlijn naar Spa. Lijn 379 is zonder meer de voorloper van de vervangingslijn 42a, die vanaf 1958 de hiaten in de treindienst moet opvullen. Aanvankelijk is de invloed van de komst van de bus op de treinbediening beperkt, maar gaandeweg wordt duidelijk dat de bus, die geleidelijk frequenter gaat rijden, een goed excuus is om de treindienst af te bouwen. De inwoners van La Gleize zullen er ongetwijfeld niet om getreurd hebben, maar de inwoners van dorpen als Rahier, Cheneux, Beauloup en Monceau zagen de trein wel met lede ogen verdwijnen: dit vond ik opnieuw bij Georges Henrard.
Buslijn 42a had als beginpunt Liège-Guillemins, Esneux, Poulseur en later Comblain-au-Pont en reed tot Trois-Ponts of Gouvy. Veelal was Trois-Ponts het scharnierpunt: de meeste ritten uit het Luikse eindigden daar en de ritten naar Gouvy begonnen daar. Een tijdje werden zelfs afzonderlijke tabellen 42a1 en 42a2 gepubliceerd.
Vanaf 2000 werd de exploitatie drastisch verbeterd, met een uurdienst tussen Aywaille en Stoumont. Dat ging deels ten koste van het gedeelte Stoumont - Trois-Ponts, zodat de bediening van La Gleize vandaag eigenlijk slechter is dan voor de reorganisatie. Nog te vermelden dat vermoedelijk in 2013 - ik vind de nieuwe nummering voor het eerst terug in mijn gemeenterepertorium van 2013 - lijn 42a vernummerd werd tot 142.

Tot slot nog een anekdote die met het nodige korreltje zout genomen moet worden: ik las ze tientallen jaren geleden en de tand des tijds kan één en ander bijgekleurd hebben. Verlaine (of was het Rimbaud of zels Apollinaire) zou een tijdje verbleven hebben in een hotel in de buurt van het station van La Gleize. Hij zou er nog altijd een openstaande rekening te vereffenen hebben, ware het niet dat hotel en dichter al lang verdwenen zijn…

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +1 834 mr75 (vierledig) controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 508 09:55 10:59 stipt 1818 -  73024 M7 controle: J
Liège-Guillemins - Trois-Ponts 5311 11:07 12:01 stipt 08548 mr08 Desiro controle: J
Trois-Ponts - La Gleize [142] 12:15 12:25 +6 ab5007-07 Mercedes Citaro LE C2 Satracom
-
La Gleize - Aywaille [142] 15:15 15:49 +4 ab5007-08 Mercedes Citaro LE Satracom
Aywaille - Liège-Guillemins 5336 16:24 16:54 +7 08548 mr08 Desiro controle: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 439 17:28 18:19 stipt 1803 -  61075 M6 controle: J
Brussel-Noord - Halle 3689 18:23 18:51 stipt 08197 mr08 Desiro controle: J

 

En wat we beleefden.
Tot Liège-Guillemins loopt het allemaal vlot en gelukkig maar, want de aansluiting is maar 8 minuten groot en de vertraging van de IC uit Oostende mag niet meer bedragen dan 5 minuten. Als we langer dan normaal in Brussel-Centraal (+4) stilstaan, gaan de alarmbellen al rinkelen, maar vanaf Leuven rijdt de trein stipt. De IC naar Luxemburg bestaat uit 1 desiro. Jarenlang heb ik genoten van de ritten langs de lijnen 43 en 42, vanuit alle soorten rijtuigen (M2, M4, internationale rijtuigen), maar vanuit een Desiro verliest deze lijn (en andere lijnen in de Ardennen) een groot deel van haar charme. Hopelijk wordt hier snel ander materieel ingezet…

Bij het verkommerde station van Trois-Ponts staan behoorlijk veel scholieren te wachten op hun bus, maar gelukkig vertrekken er op woensdagmiddag meer dan alleen onze 142 en daardoor blijft de bezetting laag, ook als bij de volgende halte nog eens wat scholieren instappen. De bus vertrekt met 5 minuten vertraging, in La Gleize zullen we 6 minuten te laat aankomen.
Je denkt dan aan een strategische vertraging om tijdens de rit niet al te traag te moeten rijden, maar ook de namiddagrit waarmee we naar Aywaille rijden, is wat te laat vertrokken uit Trois-Ponts. De theorie van de strategische vertraging lijkt wel niet te kloppen, want de bus haalt onderweg geen vertraging in. In Nonceveux stapt een vijftal jongeren in; er is er maar een die ontwaardt en maskers zijn er lang niet voor iedereen. Bij de halte Aywaille Institut Saint-Raphaël herhaalt het scenario zich. Ook nu is er maar één jongere die betaalt, de vijf andere gebaren van krommenaas, al dan niet gemaskerd. Ik hoor de chauffeur mompelen dat er geen controle meer is en dat iedereen maar gratis rijdt. Dat is wel sneu voor wie wel volgens de regels meerijdt.

Voor de terugreis moeten we opnieuw rekenen op de krappe aansluiting van 7 minuten in Liège-Guillemins. In dit geval spreken app en website niet eens van een maximale vertraging; de IC naar Oostende hoeft zich nergens wat van aan te trekken. Het ziet er in Aywaille nog erg goed uit, maar net voor Rivage (ter hoogte van het vroegere station van Liotte) staan we stil en de tbg roept met een heuse lijkbiddersstem om dat er zich een defecte trein voor ons bevindt. Dat blijkt L 5587 Marloie - Liers te zijn die nog op tijd uit Rivage vertrokken is, maar 16 minuten heeft stilgestaan in Poulseur. Maar, zoals de lijkbidder weet te melden, het probleem is snel (?) opgelost. Veel zal het voor ons (en enkele andere reizigers die op dezelfde aansluiting rekenen) wel niet uitmaken. In Rivage bedraagt de vertraging "maar" 5 minuten, maar uiteindelijk zullen het er toch 7 worden bij aankomst in Liège-Guillemins waar de IC naar Oostende 2 perrons verder nog staat. Maar net als we op perron 3 aankomen zet de trein zich in beweging.
Onderstationschefs, treinregelaars, seingevers… van 40 jaar geleden rijzen de haren ten berge als ze zo iets lezen. Ik meen te weten dat het toen zelfs gewoon verboden was om een trein te laten vertrekken als de trein in vertraging zich al in de actieradius van het seinhuis bevond. (Dat zou tegenwoordig natuurlijk onmogelijk zijn met die seinhuizen die hele provincies bedekken, maar er zijn ongetwijfeld andere regels te bedenken, in het voordeel van de klant.) En dan te weten dat deze IC mogelijk enkele minuten te vroeg in Leuven aankomt, waar we al zo vaak minutenlang hebben stilgestaan. (De eerlijkheid gebiedt me te schrijven dat dit gisteren niet het geval was…)

Het halve uur kan gelukkig nog worden doorgebracht in Le Grand Café de la Gare, waar we enkele reizigers van de trein uit Luxemburg herkennen. Voor ons zal het dus de 439 worden i.p.v. de 539 en dat houdt meteen een gemiste busaansluiting in Halle in.
IC 439 legt zijn rit wel vlot af. Een reiziger zit parmantig zonder mondmasker op allerlei elektronische spullen te tokkelen; hij toont zich verbaasd als hij er door de tbg op gewezen wordt dat maskers nog altijd verplicht zijn in de trein. In Brussel-Noord kunnen we nog mee met de S naar Braine-le-Comte, maar in Halle zit er niets anders op dan te voet huiswaarts te trekken, een kleine 4 kilometer extra; gelukkig hebben we er nog niet te veel opzitten. Op de volgende bus wachten heeft niet echt veel zin, zelfs te voet zijn we sneller thuis.

De treinlectuur.
Saskia de Coster, Nachtouders.
Jo Claes, Het kaïnsteken.



Waar zitten de roepers die vonden dat coronamaatregelen erger waren dan oorlog? En let op: het virus heeft nog lang geen vredesverdrag ondertekend…

Vanmiddag op Radio 1: ene Marijke van de Universiteit van Hasselt die behartenswaardige dingen komt vertellen over veen- en potgrond. Jammer genoeg kent ze ook al het onderscheid tussen slaan en slagen niet meer. Om het goed te maken draaiden ze daarna De opstand der bloemen van Jasperina de Jong, min of meer over hetzelfde onderwerp maar dan wel 100% taalvaardig en inventief. Je vindt het vast wel op joetoep.

De Mariaprocessie in Halle ligt op apegapen: er zijn geen vrijwillige naaisters meer die de kledij verzorgen. Natuurlijk niet, die hebben het te druk met de apenpakjes voor carnaval.

Uitgedrukt…
Zich aangeven: bij ons betekent het opkomen bij de verkiezingen. Maar het wordt natuurlijk ook gezegd van een dader die naar het politiekantoor trekt om te bekennen. Zou er een verband zijn?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

16-03-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
08-03-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beernem - Doomkerke GR 129

De wandeling.
Met GR129 kun je tegenwoordig al van Brugge tot Arlon stappen, zoals Arnout Houben ons heeft voorgedaan. Wij stappen vandaag van Beernem naar Doomkerke, 17.2 km met een TWQ van 58%. Ondanks dat relatief hoge cijfer kwamen we toch maar tot een score van 14/20. Als je meer dan 5 km moet stappen voor je het eerste stukje onverhard onder de bottines krijgt, begint het al ergens te knellen, gelukkig niet aan de voeten. Later wordt dat gelukkig ruimschoots goedgemaakt met bostrajecten in de buurt van het door de stormen zwaar getroffen Bulskampveld, de Vagevuurbossen en de Gulke Putten. Opvallend lange, rechte stukken (zie kaartje) (ook waar alternatieven voor de hand lagen) kenmerken voor de rest dit stukje GR. De topogids dateert al van 2006; het hoeft dan ook niet te verbazen dat het traject al op heel wat plaatsen is aangepast. De website van de GR geeft gelukkig een overzicht.

Doomkerke is het prototype van een Vlaams straatdorp. Het dorp (de parochie) werd opgericht door pastoor Carolus Doom in de tweede helft van de 19de eeuw. Van veel bescheidenheid kun je de parochieherder niet verdenken: de kerk is ook nog eens een Heilige-Caroluskerk!

Sint-Carolus


Bulskampveld.

Meer foto's vind je hier.

Het weer.
Helder, fris en winderig.

De stafkaarten.
13/5-6 Oostkamp (2019) - 21/1-2 Tielt (2016)

Hoe we er geraakten.
Beernem wordt elk uur bediend door de L-trein Mechelen - Zeebrugge. Voor ons betekent dat overstappen in Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters.

Voor de terugreis zijn we aangewezen op belbus 77 van Tielt die ons van Doomkerke naar Aalter brengt. Uit Aalter hebben we niet minder dan 3 mogelijkheden om terug te keren, 2 keer met een directe IC naar Genk of Brussels-Airport-Zaventem, een keer met de L-trein van vanmorgen (in de andere richting) en dus een bijkomende overstap in Gent-Sint-Pieters.

Een beetje geschiedenis.
Ik heb nu eenmaal de gewoonte om me hier toe te spitsen op de vertrekhalte van de terugreis en dat is vandaag niet anders. Alleen, Doomkerke is eigenlijk tot de komst van de belbus bij het begin van deze eeuw verstoken gebleven van openbaar vervoer. Ik vond belbus 77 Tielt Noord-Oost voor het eerst terug in het busboekje van 01.03.2003, maar hij kan al wat vroeger gereden hebben. Die belbus bediende toen de volgende dorpen en steden: Tielt, Ruiselede, Schuiferskapelle, Kanegem, Doomkerke, Kruiskerke, Aalter, Aarsele en Dentergem.

Toen De Lijn zware besparingen werden opgelegd, werden de belbusgebieden uitgebreid, meestal door samenvoeging met een ander gebied, in casu Tielt Zuid-West. Voor bus 77 kwam dat neer op een uitbreiding met Egem, Meulebeke, Oostrozebeke, Pittem en Wielsbeke. Dat dit in het nadeel van de belbusgebruikers uitliep, wordt hier scherp verwoord. Overigens werden de halteborden niet (meer) aangepast aan de nieuwe toestand: bij de halte Doomkerke Kerk vermeldt het bord nog altijd 77 Tielt Noord-Oost

Ik heb zelf onvoldoende zicht op wat de besparingen op de belbus voor de gebruiker precies betekenden, al kan het nauwelijks anders dan dat de uitgestrekte gebieden problemen veroorzaken bij reservering en bediening. Waar ik wel zicht op heb: oorspronkelijk kon je jezelf vrij goed een idee vormen van de mogelijkheden die je met de belbus had: de belangrijkste halte (in dit geval Tielt Station) stond vermeld met doortochtuur en in dezelfde tabel stonden alle belangrijke halten, niet met een doortochtuur, maar met een telefonisch symbooltje. De bussen reden en rijden niet volgens een vaste route en dus kon een precies doortochtuur voor alle halten niet vermeld worden. Tegenwoordig is het ronduit ondoenbaar om zelfs maar een vaag idee te krijgen van de beschikbare belbussen. De mededeling die De Lijn in petto heeft is de volgende: Deze route is een voorstel. Voor de exacte tijden en route dien je te bellen naar de belbuscentrale of reserveer online. (Dat laatste is volgens de website trouwens aan een aantal voorwaarden onderworpen.) Dat voorstel zwijgt in alle talen over doorkomsttijden, waar dat vroeger wel het geval was. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat het al enkele jaren geleden was (corona…) dat ik nog gereserveerd had, maar het liep wel vlot. De West-Vlamingen aan de telefoon spreken nu een behoorlijk Nederlands, met hoorbaar Noord-Nederlands accent, zoals je wel vaker hoort als callcenters het roer van de klantendienst hebben overgenomen.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1708 09:26 09:35 stipt 427 mr80 Break controle: N
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters 1531 09:53 10:21 stipt 1915 -  61048 M6 controle: J
Gent-Sint-Pieters - Beernem 0581 10:45 11:15 stipt 08130 mr08 Desiro controle: N
-
Doomkerke - Aalter [77] 17:04 ab651-062 Joost Sprinter*
Aalter - Brussel-Zuid 2817 17:45 18:29 +3 353 mr80 Break controle: N
Brussel-Zuid - Halle 3240 18:47 18:57 +3 393 mr80 Break controle: N

 

En wat we beleefden.
Het is al een tijdje geleden dat we nog in een trein gezeten hebben met een aardige bezetting als IC 1708. Zou dat echt het gevolg zijn van code geel? Of is het toeval? Feit is dat de IC naar Blankenberge (10 M6!) ook behoorlijk vol zit in eerste klas. Daar speelt vermoedelijk het feit dat het gehele benedendek volgekliederd is met infantiele verfvlekken. Als we in Gent uitstappen blijkt het benedendek inderdaad zo goed als leeg te zijn. Mijn foute inschatting, ik geef het toe. We moeten door een lange werf met een snelheidsbeperking tot 60 km/u; ik heb de indruk dat de waterzieke bedding hier gesaneerd wordt. Toch komen we nog op tijd in Gent-Sint-Pieters aan. Blijft nog het half uurtje L-trein tot Beernem. Veel valt hier niet over te vertellen; hier en daar is men ijverig aan het werk om de lijn viersporig te maken.

Twee dagen voordien heb ik belbus 77 besteld. Dat liep alles bij elkaar vlot. Ik had een bus na 16:30 gevraagd en met een bus om 17:04 zaten we er niet eens ver af. Nieuw is dat ik even later een bevestiging kreeg via e-mail. Dat is een handige verbetering. De belbus zelf komt zo goed als op het afgesproken uur aan; hij heeft nog 5 reizigers mee, nog, want geleidelijk komen die allemaal ter bestemming. De chauffeuse heeft de goede gewoonte om bij aankomst aan de gevraagde halte alstublieft te zeggen en de klanten antwoorden als in een reflex dank u wel. De meesten zijn vaste klanten, want meestal kan er ook nog een tot de volgende keer af.

We hadden erop gerekend dat we de trein van 17:23 zouden kunnen halen maar die staat al aan het perron als we uit de bus stappen. We doen geen moeite, 22 minuten later is er al een andere trein richting Brussel. Dat is IC 2817 uit Knokke. Een medereiziger draagt een veilig FFP2-masker, maar om te hoesten maakt hij zijn gezicht vrij. Later doet hij dat nog eens over als hij moet niezen. En nog later om te eten! De uitdrukking onderaan is rechtstreeks door hem geïnspireerd. Voor Gent lopen we wat vertraging op en die zullen we houden tot Brussel-Zuid, met dank aan de vertragingszone. De snelle aansluiting met de S naar Braine-le-Comte valt daardoor in de waterzieke grond. IC 3240 zal de taak van de S-trein overnemen. We hebben vandaag 5 treinen genomen en zijn 1 keer gecontroleerd. Op korte termijn vermindert dat ongetwijfeld het aantal conflicten - daar moet je immers met twee voor zijn- , maar ik vrees dat dit op lange termijn de toestand alleen maar kan verergeren.

De treinlectuur.
Ellery Queen, The Siamese Twin Mystery. Engels kreeg je destijds in de klassieke humaniora gedurende 3 jaar a rato van één (1!) lesuur per week. Toch moesten we in de retorica een Engelse roman lezen in oorspronkelijke versie - easy readers waren en zijn in mijn ogen en in die van onze leraar nog altijd geldklopperij en een vreselijke tegemoetkoming aan de gemakzucht van leraars en leerlingen. Die allereerste roman werd dus deze detective, gekocht in 1970 maar oorspronkelijk verschenen in 1933. Ik had voordien al vertaalde verhalen van hetzelfde auteursduo gelezen, maar Hans Devroe zorgde ervoor dat ik me voortaan aan de originele versies zou wagen. Hij is er trouwens ook rechtstreeks "verantwoordelijk"voor dat ik Germaanse ben gaan studeren, want zijn lessen vergelijkende en historische taalkunde, hadden een dergelijke aantrekkingskracht dat ik Germaanse major Nederlandse taalkunde moest kiezen. Of hoe een leraar die buiten de lijntjes kleurt, toch van onschatbare waarde voor zijn leerlingen kan zijn.

Jo CLAES, Het kaïnsteken.


Dringend gezocht: cursus of lesgever voor het lezen en interpreteren van Delhaizerekeningen.

18 renners die niet meer starten in Parijs - Nice. Of is het Parijs - Nies.

Uitgedrukt…
Waar Onze Lieve Heer allemaal zijn goed eten in steekt. Gezegd als iemand zich dom, belachelijk, onnozel gedraagt…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

08-03-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • Historie lijn 105/106 (Etienne Tas)
        op 30 april 2025 Ossendrecht - Kapellenbos (Martinusroute)
  • - (KB)
        op 4 april 2025 - Leut
  • Foto's van kastelen, dat zie ik graag. (eddy meuris)
        op 10 maart 2025 - Brasschaat - Deurne (GR12)
  • Inhoud blog
  • 22 oktober 2025 - Jodoigne - Beauvechain (GR127)
  • 17 oktober 2025 Warnant-Dreye - Dommartin (GR412)
  • 10 oktober 2025 - Saive - Olne (GR563)
  • 2 oktober 2025 - Drieslinter - Tienen (GR Hageland)
  • klaagmuur van het OV: september 2025

    Archief per maand
  • 10-2025
  • 09-2025
  • 08-2025
  • 07-2025
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!