Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
25-05-2022
25 mei 2022 - Estinnes-au-Mont - Maubeuge (Via Gallia Belgica)
De wandeling. Soms twijfel ik er wel eens aan of we die compostelaroutes wel als wandelroutes moeten beschouwen en die twijfel is vandaag in geen geval weggenomen, integendeel. Wij volgen de Via Gallia Belgica en beëindigen het laatste Belgische deel van de route zoals ze opgenomen is in een Nederlandse gids die dateert van 2014. Beginpunt is Estinnes-au-Mont en na 22.9 km zouden we Maubeuge moeten bereiken. Maar… compostelaroute, dat betekent ook summiere teksten, bewegwijzering die varieert van redelijk tot onbestaande - je moet altijd wel wat zoeken en proberen - en bovendien is de route op Frans grondgebied bij het naderen van Maubeuge grondig hertekend. Waarom nu per se de N2 gevolgd moet worden, is me niet duidelijk. Langs deze drukke weg stappen is de hel voor de rechtgeaarde wandelaar en het gaat hier niet zo maar om enkele meters! Bovendien is het even wennen aan de nieuwe wegwijzers; de geel-blauwe schelpen helpen niet, tenzij als bevestiging dat je nog altijd op het rechte pad bent, omdat ze op geen enkele manier de te volgen richting weergeven. Gelukkig zijn er ook hier en daar andere wegwijzers. Van alle apps met kaarten is alleen mapy.cz bij de tijd, maar dat ontdek ik pas thuis.Het kaartje geeft het nieuwe tracé weer, dat we slechts gedeeltelijk gevolgd hebben: we wisten namelijk niet of dat ons in de buurt van het station zou brengen. Achteraf bleek dat wel zo te zijn. Op het kaartje is het nieuwe tracé ingetekend. De aangename stukjes liggen ver uit elkaar en zijn bijzonder kort: een deels holle veldweg net voorbij Rouveroy wordt in het boekje vaak modderig genoemd, maar het echte probleem zal eerlang een invasie worden van taaie jongens als brandnetels, distels, hoefblad en andere russen. Dan is het stappen tot Vieux-Reng voor we opnieuw een stukje onverhard krijgen, langs de Trouille: dat is ongetwijfeld het aangenaamste stukje van vandaag. Nog even melden dat Mairieux nu genaderd wordt over enkele onverharde veldwegen, onmiskenbaar een verbetering, maar het is allemaal zo weinig… Kortom, de TWQ bedraagt amper 14% en dat is echt te weinig voor een langeafstandswandelpad. Je hebt dat wel meer met thematische routes: als je aan het thema vasthoudt moet je noodzakelijkerwijs soms lange, oninteressante delen inlassen. Onze quotering laat weinig tot de verbeelding over: 5.5/20. Spijtig… En oh ja, onze volgende wandeling wordt normaliter Ossendrecht - Kapellen, langs de …Via Gallia Belgica.
Ondanks het zwakke traject kon ik toch wel watfoto'snemen die de moeite waard waren. Bekijk alvast deze:
Ongetwijfeld het aangenaamste stuk van de tocht: de Trouille in Vieux-Reng. De Trouille is een bijrivier van de Hain en behoort dus tot het Scheldebekken.
Het is een bedevaartstocht en dus kom je ook langs (veel) kerken, zoals deze van Mairieux.
Het weer. Fris, winderig, van licht naar zwaar bewolkt - wel droog.
De stafkaarten. 46/5S Binche (1994) - 52/1N Merbes-Sainte-Marie (2002) - 51/4N Grand-Reng op 1:10.000 en 51/3-4 Grand-Reng (2018) op 1:25.000. Dit laatste kaart loopt net niet tot het station van Maubeuge, maar ik had internetkaarten afgedrukt die dat wel deden.
Hoe we er geraakten. De heenreis liep via Binche waar we bus 34 naar Mons konden nemen. Uiteraard kon het ook via Mons, maar dan moesten we er een overstap in Givry bijnemen. Voor de terugreis lieten we ons bijna verleiden tot de wonderbaarlijke IC Maubeuge - Charleroi - Namur, maar het kwam uiteindelijk veel beter uit als we bus 41 naar Mons namen. Die gaf spijtig genoeg geen aansluiting met de overstapvrije verbinding Mons - Halle - (Liège-Guillemins).
Een beetje geschiedenis. De buslijn die ons vandaag van Maubeuge naar Mons brengt is altijd een soort buitenbeentje geweest, ook door het internationale karakter van deze lijn. Voor haar geschiedenis moeten we eigenlijk 2 elementen uit het verleden vermelden: enerzijds was er de internationale treinverbinding Maubeuge - Mons, die lange tijd - tot het verdwijnen van de klassieke internationale treinen - instond voor de verbinding en anderzijds was er een tramverbinding Mons - Quévy - Havay (en verder naar Givry en Estinnes-au-Mont) die het tot 1958 uithield. Beide zijn uiteraard moeilijk met elkaar te vergelijken. Hoe zit het dan met de busverbinding Mons - Maubeuge? In het spoorboekje van 1957 vond ik een aanvullende buslijn van de NMBS onder tabelnummer 462, a rato van 2 heen-en-terugritten per dag. Mogelijk is dat de aanzet geweest - ondanks vermoedelijk een erg kort bestaan - tot de invoering van een buslijn 23, ook ter vervanging van de tramlijn, die enkele keren per dag tot Maubeuge doorreed. Dat mocht dan wel een internationale lijn zijn, ze zou haar erg regionale karakter behouden, ook toen de buslijn vernummerd werd tot 41, lijnnummer dat ze vandaag nog altijd draagt. Ik trof dat nummer voor het eerst aan in een busboekje van 1994, maar het lijnnummer is mogelijk ouder. Op 8 juli 2014 valt een net niet noodlottige beslissing voor de lijn 41: een administratieve reorganisatie in Frankrijk (van STIBUS naar SMTUS, Syndicat Mixte de Transports Urbains de la Sambre) breekt de lijn in twee ter hoogte van de Frans-Belgische grens. Op 22.07.2014 heeft de TEC-Hainaut de lijn al heropgestart aan onze zijde van de grens, de Fransen doen er tot 02.09.2014 over voor het gezond verstand weer enigszins terugkeert. Enigszins, want reizigers moeten voortaan overstappen aan de grens. Het probleem zou tot 01.09.2016 aanslepen, dag waarop de volledige verbinding zonder overstap van Mons naar Maubeuge in ere hersteld wordt, niet zonder enige uitdunning van de dienstregeling. In de pers wordt lijn 41 een leeftijd van 23 jaar toebedeeld (in 2014), maar dat valt wonderwel samen met de splitsing van de NMVB. De busverbinding Maubeuge - Mons is ouder.
De verbinding.
Halle - Binche
3428
07:41 08:39
+16
803 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: J
Binche - Estinnes-au-Mont
[34]
09:18 09:36
stipt
ab3882
VDL Citea CLF120
Mons
-
Maubeuge - Mons
[41]
16:56 17:49
+4
Iveco
Cars du Hainaut
Mons - Braine-le-Comte
3718
18:19 18:45
+3
327 (NK)
mr80 Break
controle: J
Braine-le-Comte - Halle
3418
19:06 19:19
+5
2733 (NK) - 58063 (FSR)
M4
controle: N
En wat we beleefden. Als er iets is wat de apps ons hebben bijgebracht, dan is het wel dat je kunt nagaan hoe het met je trein zit. Als we op uitstap trekken, is dat dan ook een van de eerste acties van de dag, uiteraard zolang dat kan met de oude app van de NMBS, ondanks de constante vermaning dat je de nieuwe moet raadplegen. In de oude kun je namelijk nog altijd het treinnummer intikken en meteen een overzicht krijgen van de hele rit. In de nieuwe moet je via station, met het gevolg dat je alleen de treinrit voorbij dat station vindt. Té omslachtig en té weinig informatief; wanneer zien ze eindelijk eens in dat een treinnummer een perfecte manier is om een trein te identificeren? Met onze IC 3428 van Turnhout naar Binche ziet het er eerst goed uit: de trein is met 1 minuut vertraging vertrokken uit Turnhout, maar dan loopt het fout: een gestoorde overweg tussen Herentals en Lier strooit roet in het eten: de vertraging schiet omhoog naar 16 minuten. Niet dat dit nu meteen een probleem is, want onze bus vertrekt 39 minuten na aankomst van de trein in Binche. De vertraging blijft al bij al binnen het redelijke: in Brussel-Zuid kan de trein vertrekken met 16 minuten, maar dat die in Halle van de perronschermen verdwijnt en plaats ruimt voor de S naar Braine-le-Comte is een veeg teken: voor de zoveelste keer in de voorbije maanden zullen we achter een trage trein zitten, deze keer eens niet op lijn 161. IC 3428 bestaat niet uit zijn gewone lange stel M4-rijtuigen. Dat zal wel het gevolg zijn van de problemen die er gisteren ook al waren op lijn 15, met een kabeldiefstal als oorzaak. In de plaats van de M4 maken 2 vierledige stellen hun opwachting. In de eerste eerste klas is het een gezellige boel: 2 en nog eens 4 reizigers van Slavische oorsprong zorgen voor muzikale begeleiding, je kunt een smartphone nu eenmaal ook gebruiken als speeldoos. Het is dus wachten op de doorkomst van de tbg. Blijkt dat iedereen mag blijven zitten, het duo tot Tubize en het viertal tot La Louvière-Sud. Is dat de nieuwe toenaderingspolitiek van de NMBS, of - wat je natuurlijk nooit weet - hebben de Slaven zich een eersteklasbiljet laten aansmeren? Weinig kans, geef toe. Ergens op de NMBS-site staat te lezen dat je ook eerste klas kunt kiezen als je rustig wil zitten. Dat deel van het contract wordt vandaag alvast niet nagekomen. De vertraging, die in de app de gekste bokkensprongen had gemaakt, loopt inderdaad op in het vaarwater van de S-trein: in Braine-le-Comte is dat al 21 minuten, in La Louvière-Sud gaan er enkele minuten af omdat daar een stilstand voorzien is van 5 minuten. Uiteindelijk komen we in Binche aan met 16 minuten vertraging. In La Louvière-Sud staat nogal wat materiaal aan de kant, voornamelijk M4 en tweeledige stellen; onnodig te zeggen in welke toestand. Mijn fotosafari's van vroeger lijken definitief verleden tijd. Wat zou je enkele uren langs een spoorlijn gaan staan als de helft van je foto's waardeloos zijn? Misschien kunnen de fantastische foto's van Steven (DS) en Steven (DH) me ooit nog op andere gedachten brengen, maar ik twijfel meer en meer.
Dat een maatschappij (de NMBS of dé maatschappij) erin slaagt om een monumentaal gebouw als dat van het station van Binche, compleet met mooi park ervoor, zo te laten verloederen is een smet op onze tijdsgeest. Voor het station staat een bus met draaiende motor te wachten, dat zal achteraf de 22 naar Mons worden, onze bus van lijn 34 komt tegen zijn vertrekuur aan.
Voor het eerst sinds lang kunnen we opnieuw vooraan instappen in de bus. Alleen in Estinnes-au-Pont staan nog reizigers aan de achterdeur te wachten. Die blijft even gesloten tot ze doorhebben dat ze vooraan moeten instappen, pas dan gaat de middendeur open om ons te laten uitstappen.
In Maubeuge is een nieuw busstation (en meer dan dat) in aanbouw: dat is geen overbodige luxe, want het is even zoeken naar de vertrekhalte van bus 41. We hebben een klein uur tijd en dus is dat niet echt een probleem. Dat we de plaatselijke horeca niet kunnen verblijden met een bezoek ligt aan hen wegens onvindbaar. De bus rijdt voor de TEC maar rijdt in de zilverwitte (en andere) kleuren van Les Cars du Hainaut. Het is een erg comfortabele IVECO, maar wie meer info heeft: graag. De chauffeur doet een doorgedreven poging om aan te tonen dat de voorgeschreven dienstregeling niet haalbaar is als je je aan de verkeersregels houdt: zo rijden we op een bepaald moment met acht minuten vertraging, alleen tegen het einde aan gaan daar nog enkele minuten af. Opvallend: de chauffeur houdt de hele tijd zijn mondmasker op. Onwillekeurig denk ik dat dit de verstandigste mens in de bus is.
Op de rechtstreekse trein naar Halle zou het een klein uur wachten zijn - de andere is net weg - en dus wordt het een verbinding met overstap in Braine-le-Comte. Meestal gaat dat vlot maar in Kortenberg is iemand onder een trein gesukkeld (?) : de aansluitende S-trein is afgeschaft, de IC's uit Liège-Guillemins rijden met gigantische vertraging. De onze zal wel op tijd vertrekken: de eersteklasafdeling van onze enige break loopt al snel voor de helft vol. Dat je de luidspreker van je smartphone ook kunt uitschakelen en dat dat veel aangenamer is voor je medereizigers dringt niet door. We horen gesprekken in het Spaans (4) en in een soort Engels (2). De tbg wordt aan het lijntje gehouden door een gepensioneerde collega en die heeft natuurlijk veel te vertellen. Na Jurbise komt er dan toch controle. Ook nu lijkt iedereen over een geldig eersteklasbiljet te beschikken. Als dit de toekomst is van eerste klas hoeft het voor mij niet meer - denk nog eens aan de beloofde maar niet af te dwingen rust. Ik vermoed dat de tbg gewoon doet alsof zijn neus bloedt. In Braine-le-Comte blijkt dat onze S-trein lang niet de enige trein is die afgeschaft is. Ons wordt aangeraden de IC naar Turnhout te nemen en zo krijgen we toch nog het gemiste ritje in een M4-rijtuig. De trein moet extra stoppen in Hennuyères en Lembeek: vijf minuten vertraging zijn het gevolg. In Hennuyères is het perron te kort voor de 10 rijtuigen van IC 3418; dat wordt ook omgeroepen, maar het is raden wat er precies is omgeroepen. Wij komen een dik kwartier later dan voorzien in Halle aan, maar zoals we al vaker gezegd hebben onder elkaar: het is beter dat de problemen bij de terugreis voorkomen dan bij de heenreis. Tot we eens ergens stranden in een of ander stationnetje…
De treinlectuur. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks. Sarah PERRY, Het monster van Essex.
Binnenkort is doorspoelen van reclame bij Telenet niet meer mogelijk. Als ik voor de verloren tijd hetzelfde tarief aanreken als onze schrijnwerker dan komt dat neer op €40,00 per uur, zijnde €0.66 per minuut. Per avond bekijk ik een vijftal programma's, dat betekent dus €3.33 per avond of… iets meer dan €1200.00 per jaar. En dat maal twee, we kijken nu eenmaal met twee. En de kans dat we producten kopen van de adverterende merken wordt eerder kleiner dan groter… maar dat moeten ze zelf maar met Telenet bedisselen.
Uitgedrukt… In een ik en een gij: vlot, zonder hapering, snel.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Ironisch genoeg is de GR129 Dwars door België vermoedelijk de best gekende GR in Vlaanderen, na de esbattementen van Arnout Houben op Eén. Het moet gezegd, telkens als we zelf een stukje van de grote 129-koek afsnijden, bekruipt ons de twijfel: heeft Houben echt het hele traject gestapt, met een cameraman en een geluidstechnicus in het zog? Vandaag groeit die twijfel nog, want dit deel van deze GR moet een marteling zijn als je materiaal mee de zware en lange helling moet opsleuren, helemaal bij het begin in Houyet, en als je later op een smal, golvend en hobbelig pad, gelijklopend met de Lesse, naar Wanlin moet. Dit om maar te zeggen dat we vandaag een stevige, afwisselende en interessante GR-moot aansneden, met de Lesse in de eerste twee derde van de tocht wel dikwijls binnen stapbereik. Onderweg krijg je enkele indrukwekkende vergezichten over de Famenne. Je moet op iets meer dan 15 km rekenen, met een TWQ van 63%. Alleen Hérock, Wanlin en de laatste afdaling naar Lavaux-Sainte-Anne moesten over beton afgelegd worden. Dat kun je ook aflezen vandit kaartje.
De Lesse in Wanlin kan toch wel bekoren.
Het weer. Behoorlijk warm, maar meestal zwaar bewolkt.
De stafkaarten. 59/1N Houyet (2004) en 59/1S Lavaux-Sainte-Anne (2004) op 1:10.000.Op 1:25.000 is dat 59/1-2 Houyet uit 2021.Met de oudere kaarten is het nog perfect te doen, alleen in de buurt van de E411 moest zonodig wat meer parking aangelegd worden, waardoor de oorspronkelijke weg omgelegd moest worden. Leve de betonnen automaatschappij!
Hoe we er geraakten. Er geraken was deze keer niet echt een probleem: Houyet wordt nu elk uur bediend door de L-trein Namur - Bertrix - Libramont en van Halle naar Namur reizen is een makkie. Het probleem lag bij de terugrit: de laatste bus van de dag vertrekt in Lavaux-Sainte-Anne om 14:52 en daar moest dus wel terdege rekening mee gehouden worden. De bus van lijn 166a brengt ons naar Jemelle en vanaf dan wordt de terugreis ook routine.
Een beetje geschiedenis. Ik had hethier(scrollen naar onder) al uitvoerig over de buslijn die ons vandaag van Lavaux-Sainte-Anne naar Jemelle brengt. De toestand is er ondertussen niet veranderd. Het is een triest voorbeeld van hoe de TEC-Namur de busverbindingen in de Famenne heeft laten verschralen ten voordele van bussen in het Naamse.
Het station van Wanlin. Tegenwoordig is Wanlin zelfs geen bediening door de vervangingslijn 166a meer gegund. Met één schoolbus per dag (lijn 421) moet Wanlin het stellen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555
06:58 07:07
stipt
08061 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Namur
2107
07:33 08:43
stipt
1355 (FNND) - 11836 (FSD)
I11
controle: J
Namur - Houyet
6058
08:55 09:46
stipt
08541 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
-
Lavaux-Sainte-Anne - Jemelle
[166a]
14:52 15:20
+5
ab4901-12
Mercedes Citaro LEÜ C2
Transports Penning
Rochefort-Jemelle - Brussel-Luxemburg
2137
15:30 17:03
+1
1354 (FNND) - 11828 (FSD)
I11
controle: J
Brussel-Luxemburg - Halle
3587
17:16 17:44
+1
924 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: J
En wat we beleefden. De laatste keer dat we IC 2107 namen deden we dat met een overstap in Brussel-Luxemburg, maar de ongezellige drukte op het treintje van lijn 26 laat ons deze keer besluiten om ons heil via Brussel-Zuid te zoeken. We komen wat van de regen in de drop, want ook S 1555 is erg druk; het voordeel is wel dat je heel snel in Brussel bent en rustig op de IC naar Luxemburg kunt stappen, want die staat tijdig aan het perron in Brussel-Zuid. Welke goddelijke ingeving ons via Brussel-Zuid liet reizen zullen we wel nooit ten volle kunnen duiden, maar in Brussel-Luxemburg staan we pal naast de S-trein uit Halle die onderweg een klein kwartier vertraging heeft opgelopen. Zonder twijfel zouden we de aansluiting gemist hebben, indien we de normale route gevolgd hadden! Tussen Gembloux en Namur lijken we een nieuwe covidregel te bespeuren: met een tweedeklasbiljet in eerste komen zitten mag op voorwaarde dat je geen mondmasker draagt. De rit zelf verloopt bijna vlekkeloos. In Namur staat de L-trein naar Libramont al klaar. Ook deze trein zal het stipt houden, zodat we in Houyet aankomen met net genoeg stapreserve om tegen een aangename, stressloze wandeling aan te kunnen kijken. We zitten vooraan in de desiro en kunnen bij elke halte horen dat de opération terminée is. We zijn weer even mee met de geplogenheden van nieuwe vertrekprocedures.
Kort nadat we in Houyet waren aangekomen, ging de bareel weer dicht. Ik hou niet zo van geïmproviseerde treinfoto's, maar deze valt nog mee, denk ik.
De bus van lijn 166a vertrekt aan de kerk van Lavaux-Sainte-Anne en hij pikt ons daar keurig op tijd op. Eigenlijk verwacht je hier geen medereizigers meer, maar toch zijn er nog instappers in Éprave (2!) en Rochefort. Ze zullen indien nodig gebruik kunnen maken van de terugrit naar Lavaux-Sainte-Anne om 16:30. (Later zijn er ook nog 2 bussen die tot Lessive beperkt zijn. Overigens, tijdens de vakantie rijdt er helemaal geen bus meer naar Lavaux-Saint-Anne, van de hele dag niet.) De bus rijdt aan een gezapig tempo en als we in Jemelle arriveren hebben we 5 minuten vertraging en dus nog 5 minuten over voor de overstap.
IC2137 heeft vanaf Namur te veel reizigers om goed te zijn. Deze samenstellingen met 6 internationale rijtuigen kunnen de drukste momenten niet aan, hoewel: on se met en première, c'est pas grave, hein? Dat horen we tussen Namur en Gembloux. Als de overigens ijverige tbg na Gembloux controleert, komt een kleine migratiestroom in beweging: plots lijkt er wel plaats in tweede. Als je tegenwoordig in de app een biljet eerste klasse koopt krijg je de wat onzinnige mededeling dat je zo veel euro kunt besparen als je een biljet tweede klasse koopt. Men zou net zo goed bij de aankoop van een tweedeklasbiljet kunnen vermelden hoe veel sommige reizigers ervoor overhebben om in eerste te kunnen reizen. Al maak ik me geen illusies, als er niet onverbiddelijk beboet wordt zal het profitariaat welig blijven tieren. En nee, dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van die ene treinbegeleider. Het S-treintje naar Halle is het laatste schuifje voor vandaag: enkele keren lijkt S 3587 een valse start te nemen, al meteen in Brussel-Luxemburg, maar na een korte stop rijdt de trein verder. Veel vertraging veroorzaakt het allemaal niet.
De treinlectuur. A.F.TH. van der HEIJDEN, Kwaadschiks. Een erg minutieuze beschrijving van een dag uit het leven van Nico Dorlas, onder invloed van drank en poeder, op zoek naar zijn gevluchte liefje Desy.(Tegen de 1300 pagina's aan, dit zware boek moet nog enkele keren mee in de rugzak.) Saskia de COSTER, Nachtouders.
De banken passen zich aan het gedrag van hun klanten aan en die gaan meer en meer digitaal. Dus sluiten ze kantoren en geldautomaten. Beweren ze. Of is het toch omgekeerd?
Uitgedrukt… (Goed) geladen: zichtbaar dronken.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Vandaag heet onze bron Au Pays de Saint-Hubert en het betreft een wandel- en mountainbikekaart voor Saint-Hubert en ruime omgeving. Zoals wel vaker is ze uitgegeven in samenwerking met het NGI dat zijn kaart op 1:25.000 - de vorige! - ter beschikking heeft gesteld. Je vindt er 25 wandelingen op terug die behalve uit Saint-Hubert zelf vertrekken uit dorpen als Vesqueville, Smuid, Arville, Mirwart en Awenne. Ons oog viel vandaag op een wandeling in Hatrival; ze is net iets meer dan 7 km lang en bestaat eigenlijk uit 2 mooie stroken bos, verbonden door relatief rustige asfaltbaantjes. (Ziekaartje). Dat resulteert in een TWQ van 58 en dat is genoeg om van deze tocht een korte, aangename, rustige wandeling te maken zoals je er zoveel kunt vinden in onze Ardennen.
Les Longs Prés - beneden stroomt de Ruisseau de Leupont.
De brem bloeit volop, zoals hier in de Rue de Saint-Hubert.
Het weer. Zwaar bewolkt, met een zon die maar af en toe tussen de wolken door scheen. Temperatuur net iets boven de 20°, met een aangename wind.
De stafkaarten. 64/4N Bras (2006) en 59/8S Saint-Hubert (2005).Ondertussen zijn de kaarten op 1:25.000 64/3-4 Libin (2020) en 59/7-8 Saint-Hubert (2021) ook beschikbaar.
Hoe we er geraakten. Veruit de handigste verbinding is die met buslijn 162b Jemelle - Libramont en dan vooral het deel Libramont - Saint-Hubert waar met een beetje goeie wil een 2-uurcadans te ontdekken valt. Jemelle - Saint-Hubert valt een stuk poverder uit en toch maken we gebruik van die ene voormiddagbus die het volledige traject Jemelle - Saint-Hubert - Libramont aflegt. Zo komen we 5 (vijf!) minuten vroeger in Hatrival aan dan met een bus uit Libramont en die 5 minuten kunnen altijd van pas komen.
Een beetje geschiedenis. In Hatrival stopten de eerste treinen op 10 september 1881, een kleine 23 jaar na de opening van de spoorlijn. Zoals dat toen wel vaker gebeurde lag het dorp 2.5km van het station verwijderd. En ook zoals vaak ontstond in de onmiddellijke omgeving van het station een kleine woonkern met wat industrie. Maar dat Hatrival de uitdunning van 1984 niet zou overleven, stond in de sterren geschreven: de halte tussen Poix-Saint-Hubert en Libramont verdween, samen met 14 andere tussen Namur en Arlon, op 3 juni 1984. De redenering zal wel geweest zijn dat niemand nog uit het dorp naar de halte afzakte om daar de trein te nemen; dat gebeurde immers - als het al gebeurde - met de auto en dan kon je evengoed naar Libramont rijden. Nochtans had Hatrival tot dan een tamelijk riante bediening gehad. Door de elektrificatie van lijn 162 en de souplesse waarmee de elektrische motorstellen konden worden ingezet, kon je zelfs rechtstreeks van de kust naar Hatrival sporen, weliswaar niet volgens de gecadanceerde dienstregelingen die we nu gewend zijn. Een voorbeeldje: trein 910 kwam al van Knokke en Blankenberge, met een aantal tweeledige stellen, waarvan er één werd afgehaakt in Jemelle: de 910 reed verder naar Luxemburg, de afgehaakte 5910 reed als stoptrein in het zog van de direct naar Arlon. Dat was in 1983 zo en in 1984 kwam daar abrupt een einde aan. De treinen werden vervangen door een nieuwe buslijn 162b Libramont - Jemelle, al waren de meeste ritten - zoals vandaag nog altijd het geval is - beperkt tot een traject Libramont - Saint-Hubert. Eigenlijk weerspiegelt de tabel vrij goed de hele filosofie achter het iC-IR-plan: er komt een vrij goede dienstregeling, toch op een deel van het traject, en de tabel geeft voorbeeldig de aansluitingen weer in Jemelle en Libramont. Anders dan op veel andere plaatsen was het boerenbedrog in de daaropvolgende jaren beperkt. Deze vervangingslijnen werden immers al snel uitgedund of opgeheven, maar lijn 162a hield enigszins stand. Dat ze instaat voor zowat de enige bruikbare verbinding met Saint-Hubert zal daar wel niet vreemd aan zijn.
De dienstregeling van de vervangingslijn zoals die inging bij de start van IC-IR.
In 1992 kwam Hatrival toch nog even in het nieuws, toen 5 wagons van een goederentrein loskwamen en na een helse rit tegen de volgende goederentrein botsten. De treinbestuurders komen er met de schrik van af, maar twee locs (2020 en 2307) raken onherstelbaar beschadigd. De 2020 wordt al in 1992 geschrapt, de 2307 krijgt nog respijt tot 1998. Tot overmaat van ramp vervoeren de losgeslagen wagons asbest: het zou maanden duren voor het goedje volledig is opgeruimd. Karakteristieke groene isolatietenten maken maandenlang deel uit van het decor.
De verbinding.
Halle - Brussel-Luxemburg
3557
07:14 07:43
+2
929 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: N
Brussel-Luxemburg - Rochefort-Jemelle
2107
07:56 09:27
+2
1347 (FNND) - 11836 (FSD)
I11
controle: JJ
Jemelle - Hatrival
[162b]
09:41 10:28
-1
ab4908-58
Iveco Crossway LE
Transports Penning
-
Hatrival - Libramont
[162b]
12:28 12:45
+3
ab4552
Jonckheere Transit 2000
Amberloup?
Libramont - Brussel-Luxemburg
2135
13:09 15:04
stipt
1848 (FSD) - 61033 (FBMZ)
M6
controle: JJ
Brussel-Luxemburg - Halle
3585
15:16 15:44
+2
950 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: N
En wat we beleefden. Omdat we vroeg vertrekken en eventueel bij gemiste aansluitingen ook nog 2 uur later op pad kunnen, kiezen we voor een keer voor een verbinding zonder veel reserve. Zoals wel vaker loopt de S-trein naar Mechelen snel vol, met veel instappende reizigers in zowat alle halten. Twee duikbrillen kunnen op de drukste momenten hun taak eigenlijk maar met moeite aan. In Sint-Job stapt een jongedame op met een echte fiets van vol formaat en die vindt er niets beter op dan zich te posteren op het platform tussen eerste en tweede klas. De hinder is enorm. Ik dacht dat deze duikbrillen anders wel een fietsruimte hadden, maar dan moet je natuurlijk wel in de juiste deur instappen. Een beer van een vent heeft zoveel metaal in gezicht en oren dat het dragen van een masker wel eens onmogelijk zou kunnen zijn. In Brussel-Luxemburg wordt S 4006 Charleroi-Sud - Luchthaven met 3 rijtuigen i.p.v. 6 aangekondigd. De bezetting laat zich raden. Het zou trouwens niet de laatste anomalie van de dag zijn.
IC 2107 gaat eigenlijk nooit voluit en dat resulteert in 4 minuten vertraging in Ottignies. Tussen Gembloux en Namur en in Namur raakt het probleempje opgelost, al blijven we nadien langer dan voorzien staan in Marloie. Vlak na Namur hebben we trouwens te horen gekregen dat we niet verder zullen rijden dan Arlon, volgens de treinbegeleider pour une raison totalement inconnue! Het is trouwens iemand die het tbg-hart op de rechte plaats draagt. Hij is ingestapt na Namur en wil alle reizigers nog eens controleren, ondanks een eerdere controle door een collega voor Namur. Mij niet gelaten, liever een controle te veel dan een te weinig. En opnieuw beginnen de moeilijkheden met het biljet (2 ritten RailPass) op mijn gsm, bij gebrek aan dekking. Dat wordt gecontroleerd door de tbg op zijn eigen gsm en hij zegt dat hij later terugkomt. Het duurt nog een hele tijd voor ik mijn biljetten te voorschijn kan halen, ik begin de procedure te kennen: opnieuw aanmelden maakt er onderdeel van uit. De charmes van de informatica…
In Jemelle komt bus 162b een drietal minuten te vroeg voor rijden, samen met ons stappen nog 2 vrouwen in. Het blijft me verbazen dat zelfs onzinnige busdiensten van de TEC nog reizigers moeten oppikken. Want voor Saint-Hubert maken nog andere reizigers hun opwachting en vanaf Saint-Hubert kun je van een normale bezetting spreken. We komen 1 minuutje te vroeg in Hatrival aan.
De bus van twee uur later naar Libramont moet de onze worden: twee uur tijd voor 7 kilometer, dat zou moeten kunnen. Deze keer is het een bus van de regie, volgens een bijdrage op het tecforum van stelplaats Amberloup. Het zou kunnen, ik geef het voor wat het waard is. In Libramont (eigenlijk nog Recogne) moet de bus door omvangrijke wegenwerken.
IC 2135 heeft een voorziene stilstand van 6 minuten in Libramont. Deze trein bestaat uit een negental M6-rijtuigen: plaats zat. Bovendien stappen we in het eerste rijtuig in, meer dan 1 medereizigster zullen we tot Brussel-Luxemburg niet hebben. De rit verloopt naar behoren al is Ottignies altijd goed voor enkele minuten vertraging. Ook nu worden we twee keer gecontroleerd: een keer voor en een keer na Namur.
In Brussel-Luxemburg ligt een heerschap in een van de wachtruimten. Vanmorgen was hij in een hevige strijd gewikkeld met een donsdeken dat zijn voeten maar niet wilde bedekken, maar dat heeft hij nu opgegeven. Mijn beroep? Ik hou de wachtzalen proper, want hier durft niemand meer binnen te komen. Op perron 3 maakt een drietal jongeren luidruchtige muziek; dat hoort erbij in Brussel-Luxemburg, dat een onstuitbare aantrekkingskracht uitoefent op allerlei ongewenste sujetten.
De S-trein naar Edingen bestaat uit één duikbril i.p.v. twee. Dat wordt niet aangekondigd. De tbg houdt zich onledig met andere aankondigingen - één in 4 talen - maar van controle is er geen sprake. In Moensberg krijgen we te horen dat de trein om technische redenen niet verder zal rijden dan Halle. Achteraf blijkt het om een door een bermbrand beschadigde bovenleiding te gaan. De reizigers worden verwezen naar de IC 3237. Het is maar de vraag of die in Edingen geraakt. Achteraf zal het nogal meevallen: deze trein vertrekt met 3 minuten in Halle, komt in Edingen aan met een vol kwartier. De twee breaks volstaan anders al nauwelijks, met nog wat reizigers van de S-trein erbovenop, ziet het er niet naar uit dat die nu meer plaats zullen hebben dan in de duikbril.
Twee van onze 4 treinen bereikten vandaag hun eindbestemming niet… Wij gelukkig wel.
De treinlectuur. A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks. Saskia DE COSTER, Nachtouders.
De vakbonden voeren weer actie. Dat is begrijpelijk. Tenslotte hebben we maar 4 keer opslag gekregen in iets meer dan een jaar tijd…
Uitgedrukt… De uitdrukking die ik in mijn jeugdjaren misschien wel het vaakst gehoord heb, is doetj â de(r)vuren, iets als doe je devoren. Het is een leenuitdrukking uit het Frans: je herkent er het Franse devoir(s). Ik heb versies gehoord met en zonder r, vandaar de haakjes. Ik vermoed dat het veelal in schoolverband gebruikt werd, zowel als aanmoediging dan als goedkeuring achteraf. A ê goe' zên de(r)vuren gedoen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Voor die ene stapper die het nog niet zou weten na Arnout Houben: GR129 wordt ook Dwars door België genoemd en terecht: ze begint in Brugge en eindigt in Arlon. Ze wordt beschreven in 3 topogidsen. Wij laten ons vandaag leiden door de tweede, de meest centrale op onze tocht van Solre-sur-Sambre naar Lobbes, dankbaar gebruikmakend van de beschikbaarheid van spoorwegstations in de onmiddellijke buurt van de GR. We stapten 15.5 km en of het de moeite waard was! De TWQ bedraagt 71%. Bij het begin volgen we een tijd de oude, gelukkig niet geraveliseerde trambedding van de lijn Binche - Montignies-sur-Christophe/Bersillies-l'Abbaye. Dan gaat het resoluut de hoogte in waar we langere tijd genieten van uitgestrekte akkers, vaak zover het oog reikt en na Labuissière komen we in de buurt van de vallei van de Samber en later gewoon naast de Samber. Tegen het einde aan kom je ook nog voorbij een vrouwelijke Jezus (Jeza?), de compleet verknoeide stadspoort La Portelette. De Collégiale Saint-Ursmer is nu ook mooi opgeknapt: toen we haar de laatste keer bezochten, was dat wel even anders. Kortom, dit is een erg aangenaam, afwisselend en interessant stukje GR dat we met een 18/20 crediteerden, uitermate geschikt voor OV-gebruikers die gebruik willen en kunnen maken van de uurdienst op de lijn Charleroi-Sud - Erquelinnes. Er komt trouwens een nieuwe versie van de topogids, naar verluidt met talrijke wijzigingen. O.a. in Labuissière wordt voor een mooier tracé gekozen. Let wel op: men is vergeten de oude aanduiding te verwijderen, maar metons kaartjekom je helemaal weg.
Het weer. Laat het ons maar bij wisselend bewolkt houden, al begon het bij een betrokken hemel. Naarmate we vorderden werd het ook warmer.
De stafkaarten. We gebruikten nog de kaarten op 1:10.000 (corona had voor veel uitstel gezorgd en dus veel tijd tussen voorbereiding en uitvoering): 52/1S Erquelinnes (2002), 52/2S Fontaine-Valmont (2002) en 52/2N Thuin (2002). Op 1:25.000 volstaat de kaart 52/1-2 Thuin (2018).
Hoe we er geraakten. Spoorlijn 130A wordt op weekdagen elk uur bediend door de S-treinen Charleroi-Sud - Erquelinnes. Begin- en eindpunt liggen op korte afstand van de stations Solre-sur-Sambre en Lobbes. Voor de verplaatsing naar Charleroi-Sud kiezen we gemakshalve voor de verbinding via Brussel-Zuid, al zou het ook via La Louvière-Sud kunnen.
Een beetje geschiedenis. Vlak na het begin van de tocht wandelen we een eind over de oude trambedding van de tramlijn Binche - Montignies-Saint-Christophe/Bersillies-l'Abbaye. Lang duurde het tramliedje daar niet: het gedeelte naar Montignies-Saint-Christophe overleefde WO II niet, het deel naar Bersillies hield stand tot 1953. Gelukkig kunnen we vandaag nog volop genieten van wat van de bedding overblijft. En zeggen dat er ooit plannen geweest zijn om de tram naar Beaumont en verder te laten rijden. Lobbes is een min of meer belangrijk knooppunt geweest met de internationale spoorlijn 130A, die lange tijd de eer had de sneltreinen uit Liège, Namur en Charleroi naar Parijs te bedienen. In Lobbes werd lijn 130A gekruist door lijn 109 Mons - Lobbes - Chimay. Vanuit Lobbes ging deze spoorlijn via Thuin-Ouest, Thuillies naar Chimay. Dat Thuin-Ouest is niet het huidige station van Thuin, dat destijds Thuin-Nord genoemd werd, kwestie van geen verwarring te stichten. Lijn 130A heeft met het verdwijnen van de klassieke internationale treinen veel van haar uitstraling verloren, al reden er een tijdlang (tot 2012) ook enkele stoptreinen door naar Jeumont. Onder politieke druk doken er zelfs IC-treinen Namur - Maubeuge op, maar die zouden vanaf december e.k. verdwijnen ten voordele van L-treinen Charleroi-Sud - Erquelinnes - Maubeuge, waarvan alvast een aantal zou worden doorgetrokken. En schrik niet als je in Lobbes ook nog een echte buurtspoorwegtram ontmoet: ASVIzorgt er al jaren voor dat de tram in de buurt van Lobbes overleeft. Ze hebben handig gebruik gemaakt van de in 1983 gesloten NMVB-lijn Anderlues - Thuin én van de oude spoorlijn 109. Dat bood meteen de mogelijkheid om in Thuin-Ouest een echt museum op te richten!
De oude spoorbedding van de tram Binche - Montignies-Saint-Christophe/Bersillies-l'Abbaye, hier op verhoogde berm.
De Pont de la Planchette voerde de treinen van lijn 109 Mons - Lobbes - Chimay over de Samber.
Erg mooie trambrug in Lobbes in de lijn Anderlues - Thuin, na een sterke afdaling naar de Samber toe.
Het lijkt allemaal uit een ver verleden te stammen: de ASVI-museumlijn tussen Lobbes en Thuin.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+5
805 (GCR)
mr75 - vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Charleroi-Sud
4530
09:45 10:36
+2
2758 (NK) - 61021 (FCL)
M6
controle: J
Charleroi-Sud - Solre-sur-Sambre
4760
10:44 11:20
stipt
4104 (GCR)
mw41
controle: J
-
Lobbes - Charleroi-Sud
4786
16:16 16:40
stipt
08189 (FSR)
mr08 - Desiro
controle: J
Charleroi-Sud - Brussel-Zuid
2016
16:54 17:45
+2
2745 (NK) - 61030 (FCL)
M6
controle: N
Brussel-Zuid - Halle
1589
17:53 18:02
+3
08142 (FML)
mr08 - Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Met alleen maar treinen met een (vrij) goede frequentiezou het vandaag een kommerloze dag moeten worden, maar het wordt al snel duidelijk dat de treingoden vandaag met ons moeten zijn. Tussen Edingen en Halle staat een defecte trein stil, maar wij rekenen gelukkig op een trein van de lijn 96. IC 3408 vertrekt op tijd, maar op dubbel geel, omdat een Thalys eerst over lijn 96N moet. Voor Buizingen staan we alweer stil. Wat later ook in Ruisbroek trouwens en bij het binnenrijden van Brussel-Zuid: voor je het weet heb je 5 minuten vertraging. Maar het kan erger: we stappen dan wel naar de 4530 van 9:45, maar de 2030 van 9:15 staat nog aan het perron. Zonder veel overtuiging stappen we naar perron 21, waar ook onze voorziene trein zal vertrekken. Zoals verwacht is instappen niet meer mogelijk, het sein staat op groen en de margriet schittert als een lentebloem. Maar vertrekken doet deze trein niet. Even later staat het sein opnieuw rood en wordt onze trein aangekondigd op perron 20. Als we vertrekken, staat de 2030 nog altijd aan perron 21, de deuren vermoedelijk nog altijd dicht. Ik heb het even opgezocht en deze trein heeft een marteltocht achter de rug en voor de boeg: het begint al vroeg op lijn 12, wordt dramatisch in Brussel-Zuid (+53) en de rit zal uiteindelijk eindigen in Nivelles. Wat er met de reizigers in deze trein gebeurd is, weet ik niet, wel dat ze niet massaal naar de 4530 gekomen zijn. Die maakt er trouwens een vlekkeloze rit van; alleen tussen Marchienne-au-Pont en Charleroi-Sud loopt hij de bijna klassieke 2 minuten vertraging op. Ook de rit naar Solre-sur-Sambre zal probleemloos verlopen, in een motorwagen 41 die ook al zwaar beklad is door het spuitgespuis. En vandaag zijn er geen kabels gestolen in de buurt van Hourpes, zoals gisteren. Infrabel maakt het de koperdieven trouwens zo op het eerste gezicht niet echt moeilijk: de kabels liggen voor het grijpen. Tussen Hourpes en Lobbes wordt op tegenspoor gereden: lijn 130A is al jaren (en nog jaren) een uitgebreide werf.
Ook voor de terugrit verwachten we een mw41, maar het is een desiro die uit de bocht komt. Stipte rit naar Charleroi, waar IC 2016 al klaarstaat op perron 4. Ook deze trein rijdt bijna stipt, zodat we zonder problemen kunnen overstappen op de S naar Denderleeuw, die met 3 minuten vertraging uit de NZV komt. In deze trein worden we gecontroleerd door een stagiaire-tbg die zich waarschijnlijk afvraagt waar Solre-sur-Sambre dan wel mag liggen - de tijd dat kaartjesknippers een vrij goed overzicht op het net (en op België) hadden, ligt alweer meer dan een halve eeuw achter de rug. Net als bij de volleerde tbg's loopt het scannen van de QR-code niet van een leien dakje. Als ik de code aantik (en dus vergroot), lukt het wel. Je vraagt je af hoe dit mogelijk is: soms volstaat het met je eigen QR-scanner ongeveer in de buurt van de code te komen, in de trein lukt het zelden van de eerste keer.
De treinlectuur. Mario PUZO, De peetvader. Saskia de COSTER, Nachtouders.
Weyts wil 30 proeftuinen in het Vlaamse onderwijs lanceren. Dat wordt wieden!
Uitgedrukt… Tegen geweld is geen kruid gewassen. (Betekent eigenlijk dat tegen overmacht niets ondernomen kan worden - zoals zo vele uitdrukkingen hoorde ik dit aan de kaarttafel.)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stappen vandaagnaast, over en in de buurt van de Lienne, een bijrivier van de Amblève. Leidraad is GR 571, Tour des Vallées des Légendes - Amblève-Salm-Lienne. Lang geleden waren dat 3 afzonderlijke GR's, maar men heeft daar enkele jaren geleden één lange, lusvormige streek-GR van gemaakt. Tot enkele dagen geleden kon je op de site van de SGR nog lezen dat de voetbrug over de Lienne (tussen Les Villettes en Bru) vernietigd was na de zomerregens van juli 2021, maar ik nam inlichtingen bij de gemeente Lierneux en die antwoordde prompt dat de brug hersteld was en dat alle paden opnieuw zonder omwegen konden worden gevolgd. Ik heb dit antwoord naar de SGR doorgestuurd en de melding is ondertussen verdwenen. Onze tocht van vandaag loopt van Les Villettes naar Chevron (Neufmoulin) en is 14 à 15km lang. De TWQ bedraagt 74%: we volgen inderdaad veel boswegen in een van de mooiste delen van de Ardennen. Dorpjes als Bra en Trou de Bra zorgen voor korte onderbrekingen. Als je weet dat je vallei in en vallei uit stapt, kun je wel vermoeden dat dit een zware tocht was, maar de beloning - prachtige, pseudo-ongeschonden vergezichten - vormen de beloning. (Pseudo omdat de invloed van de mens bijna onvermijdelijk te merken is.)
Deze passerelle overleefde de zondvloed van juli 2021 niet maar ondertussen is ze wel hersteld.
Dergelijke landschappen waren hier overvloedig beschikbaar.
Het weer. Wisselend bewolkt, met cumulusbewolking die nu en dan prominent aanwezig was. Aangename temperatuur.
De stafkaarten. 55/3-4 Lierneux (2017) - 49/7-8 Stoumont (2020).
Hoe we er geraakten. De vallei van de Lienne ligt wat OV betreft in een niemandsland en dus wordt het behelpen, zelfs met een schooldienst die alleen op woensdagmiddag rijdt. En daarom kiezen we een woensdag uit met goede weersvoorspellingen en dat was dus 27 april 2022. De bediening van lijn 265 is altijd verre van optimaal geweest, maar tegenwoordig tart ze toch wel de verbeelding. De lijn Aywaille - Verleumont telt welgeteld 2 volledige ritten naar Aywaille en 1 (!) naar Verleumont. Op woensdag, schooldag komt daar nog een rit bij en omdat die toch tot Verleumont rijdt, laat men die ook maar geladen terugkeren. Het probleem met die woensdagrit was dat we misschien wat tijd te weinig zouden gehad hebben voor de tocht en dus zochten en vonden we een oplossing met een andere scholierenbus op woensdagmiddag: lijn 242 Trois-Ponts - Odrimont. Een onverwacht voordeel daarvan dat we een bushalte (Fourire) hadden, vlak bij ons aansluitingspunt met de GR. Wie het povere aanbod in deze regio wil bekijken, moet even naar www.letec.be surfen en de dienstregeling van de lijnen 265 en 242 opzoeken…
Een beetje geschiedenis. Meestal heb ik het over de terugrit, maar over buslijn 265 heb ik het al gehad in2015. (Daar vind je ook de andere wandelingen van augustus 2015.) Laten we het dus vandaag maar even kort over de bus van de heenrit hebben. Het duurt eigenlijk tot eind van de jaren 1980 voor er in tabel 42a een uitbreiding Trois-Ponts - Lierneux verschijnt, met een dienstregeling die nog in alle opzichten vergelijkbaar is met die van vandaag: een ochtendrit naar Trois-Ponts, een woensdagmiddagrit en een avondrit op de andere dagen, telkens uit Trois-Ponts. Het enige verschil is dat die avondrit tegenwoordig niet meer rijdt op woensdagavond, wat ze in het begin wel deed. Een typische schoollijn, dus. Later werd de lijn in de tabel opgenomen als 42a/3, samen met 2 andere varianten: 42a/4 en 42a/5. Mocht je je afvragen waar 1 en 2 zitten: die werden een tijdlang gebruikt voor de bussen uit het Luikse naar Trois-Ponts en de bussen Trois-Ponts-Gouvy. 42a/4 slaat op Comblain - Oneux - Géromont - Comblain, 42a/5 is dan weer Halleux - Comblain - Poulseur. Die onhandige 42a/3 werd gewijzigd in 242 in 2013. De verwijzing naar lijn 42a (tegenwoordig 142) is dus wat verwaterd, maar het is duidelijk dat alle varianten altijd beschouwd werden als uitbreidingen van de vervangingslijn 42a en als dusdanig nog heel even geëxploiteerd werd door de NMVB en later door de TEC-Liège-Verviers.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1707
08:27 08:36
+13
302 (NK)
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0507
08:55 09:59
+10
1847 (FSD) - 73014 (NK)
M7
controle: J
Liège-Guillemins - Trois-Ponts
5311
11:03 12:01
+1
08512 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Trois-Ponts - Les Villettes
[242]
12:56 13:21
stipt
ab5007-14
Mercedes Citaro II
Satracom
-
Chevron - Aywaille
[265]
18:36 19:01
-2
ab5005-38
Mercedes Citaro LE C2
Autobus Liégeois
Aywaille - Liège-Guillemins
5339
19:24 19:55
+3
08518 (LL)
mr08 Desiro
controle: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0542
20:01 20:53
+3
1846 (FSD) - 73013 (NK)
M7
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1942
21:01 21:23
stipt
558 (FHS)
mr96 - DMT
controle: N
En wat we beleefden. Omdat we geen woensdag wilden verspillen aan mislukte verbindingen, gingen we goed op tijd op pad. Je weet maar nooit wat er allemaal mis kan gaan… Normaal gezien zouden we met P7574 tijd genoeg moeten hebben om de IC naar Eupen te nemen, maar we kunnen nog mee met IC 1707, en dat is maar goed ook. Uit Halle vertrekken we met 3 minuten vertraging, maar dan begint het: vanaf Lot gaat het traag, trager, traagst en het duurt zelfs even voor we in Brussel-Zuid aan perron komen, weliswaar met 13 minuten vertraging. Maar al snel blijkt dat de situatie in Brussel-Zuid licht chaotisch is. Normaal gezien zou de IC naar Eupen op spoor 7 moeten aankomen, maar daar staat een leeg stel I10-rijtuigen op vertrek richting Brussel-Noord te wachten. IC 507 wordt dan ook verspoord naar spoor 6, al worden we daar vrij laat over geïnformeerd. De trein wordt aangekondigd met 6 minuten vertraging, maar het worden er 12 bij vertrek uit Brussel-Zuid en 13 in Brussel-Noord. Gelukkig hebben we een aansluiting van 64 minuten in Liège-Guillemins. Dat de IC van de reeks 400 op dit moment niet doorrijdt naar Welkenraedt is daar niet vreemd aan, evenmin als de werken op lijn 43 waardoor het vertrek van de IC naar Luxemburg enkele minuten vroeger kwam te liggen. Zelfs met de normale aansluiting van 8 minuten zouden we het trouwens niet geriskeerd hebben. Met één bus in de aanbieding is het erop of eronder… Bovendien wordt ook nog schade aan de sporen gemeld tussen Herent en Leuven: in dat laatste station bedraagt de vertraging nog altijd 13 minuten. IC 507 heeft trouwens ook nog een afwijkende samenstelling: er rijden maar twee AB-rijtuigen M7 mee i.p.v. 3 en van het tweede rijtuig zijn de buitendeuren ook nog geïsoleerd en dat maakt het ontoegankelijk. Blijft dus over: 1/3 van de normale capaciteit in eerste klas. Gelukkig zijn die M7'en nieuwe rijtuigen waarmee je nooit problemen hebt. IC 5311 zou volgens de (oude) app met 2 minuten vertraging vertrekken, maar dat valt wel mee: ondanks de korte keertijd wordt de eerste desiro afgehaakt en vertrekken we op tijd. Zoals gezegd is de dienstregeling aangepast, maar dat blijkt niet echt voldoende te zijn: Het lijkt wel alsof er tussen Méry en Rivage een kilometerslange werf ligt, wat ons opzadelt met 5 minuten vertraging. Door de buffer van 4 minuten in Aywaille krimpt die naar 2 minuten en we komen met 1 minuut vertraging in Trois-Ponts aan.
Niet dat we ons veel zorgen maakten: ook hier hebben we 55 minuten aansluitingstijd. Een vijftigtal scholieren heeft hier de keuze tussen een 5-tal bussen en tegen 12:45 zijn ze allemaal verdwenen. Het lijkt wel alsof bus 242 alleen voor ons zal rijden, maar uiteindelijk zal een tiental scholieren toch nog gebruik maken van deze rit. Het lijkt erop dat voor de scholieren in deze hoek van het land speciale coronamaatregelen getroffen zijn: niet één draagt een masker en ze doen niet eens de moeite om er onder kin een in aanslag te houden. Ook: welgeteld één meisje ontwaardt haar abonnement. De chauffeur geeft geen krimp. De dienstregeling van deze bus biedt enorm veel reserve tot Haute-Bodeux, waar we al 7 minuten te vroeg rijden, maar dan wordt de reserve snel opgesoupeerd: we komen precies op tijd aan.
Voor de terugrit maken we gebruik van de enige rit uit Verleumont sinds 14:42, dat is de terugkerende woensdagrit, op andere dagen moet je terug tot 7:15. Zoals verwacht is de bus leeg en dat is ook hoe de chauffeur zich gedraagt: alsof er niemand mee is. Mijn groet blijft onbeantwoord en als we uitstappen bij het station van Aywaille is er evenmin reactie. Het wordt misschien toch tijd om de chauffeurs uit hun plastieken isolement te halen, wat trouwens bij de TEC al gebeurt waar de bussen over gesloten of half gesloten cabines beschikken. De aansluiting in Aywaille zal wel geen probleem zijn, maar we bekijken met argusogen de aansluiting in Liège-Guillemins.
IC5339 vertrekt uit Aywaille met 1 minuut vertraging en eigenlijk heeft hij die ook nog altijd bij aankomst in Angleur, ondanks het verkeer op tegenspoor tussen Rivage en Esneux. In Poulseur zijn de rails op het tegenliggende spoor zelfs helemaal opgebroken. In Angleur duurt de stop wel 2 minuten langer dan voorzien en dan wordt de aansluiting wel heel krap. We zien trouwens hoe de IC naar Oostende ons voorbijrijdt. Voor een keer gaat het vlot tussen Angleur en Liège-Guillemins en we maken geen extra vertraging meer. Met drie minuten zullen we het moeten doen om van spoor 5 naar 3 te snellen. We stappen maar meteen vooraan in, in een aantal I11-rijtuigen: blijkbaar is het stel gedraaid of helemaal overhoop gegooid. De passage in de I11-rijtuigen op zoek naar de eersteklasrijtuigen M7 is ronduit ontnuchterend. Maskerdracht is een geintje voor de meesten, ongelooflijk hoe onze samenleving er niet meer in slaagt om zelfs het minste af te dwingen. Hoewel de toestand niet op alle treinen even misselijkmakend is als op deze trein, begin ik te begrijpen waarom veel treinbegeleiders liever niet door hun trein lopen. Het binnenrijden van Leuven verloopt haperend, wat tot 5 minuten vertraging leidt. In Brussel-Noord blijven er daar nog 3 van over. We komen wel op spoor 4 aan i.p.v. spoor 9. Mogelijk heeft het probleem met de infrastructuur tussen Herent en Leuven daar nog altijd mee te maken, want we rijden tot Zaventem over lijn 36 en niet 36N. Blijft nog een rit in IC 1942, maar die verloopt echt vlekkeloos.
De treinlectuur.
Mario PUZO, De peetvader. Tja, je moet dat eens gelezen hebben, zeker? Echt denderend vind ik het niet… Saskia de COSTER, Nachtouders.
Volksraadplegingen, referenda: uitingen van de lafheid van politici die zelf geen maatregelen meer durven nemen en de moeilijke beslissingen maar in handen geven van het volkske.
Uitgedrukt… Van de preekstoel vallen: zegde men als een huwelijk werd aangekondigd in de kerk, vanaf de preekstoel of kansel.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het zou verbazen mocht een stad in een ongelooflijke wandelstreek niet over een netwerk van aangeduide wandelingen beschikken: Gedinne geeft in samenwerking met het NGI een wandelkaart uit met een 25-tal wandelingen, vertrekkende uit Gedinne zelf, maar ook uit deelgemeenten als Vencimont, Rienne, Bourseigne-Neuve, Houdremont en Bièvre. Wij selecteerden de wandelingen 2 (Le moulin de la Galette) en 6 (Chersi) die we, zoals je opde kaart kunt merken combineerden tot een dubbele lus in achtvorm. Dat betekent wel dat je een kort stuk van de wandeling 2 keer moet lopen, maar de weg en het uitzicht zijn van die aard dat je je dit echt niet zult beklagen. De tocht is 10 km lang; 60% ervan loopt over goed begaanbare onverharde wegen. Het pad langs de Houille is topklasse: met doorkijkjes naar de nu rustig kronkelende Houille waan je je in een geluidsarm paradijs. De enige vlek op de overigens goed aangeduide wandelingen is een stuk langs een brede betonweg. Let er bij het volgen wel op dat door de combinatie van de 2 wandelingen de bewegwijzering in de bovenste lus in tegenrichting gevolgd moet worden.
De Houille zal de harten van menig wandelaar stelen.
Dit stukje moet je twee keer volgen, maar ik denk niet dat iemand daar zal om treuren.
Het weer. Eerst zo goed als helder, later zeer bescheiden cumulus. De wind maakte het wel fris.
De stafkaarten. 63/3-4 Gedinne (2019)
Hoe we er geraakten. Vermoedelijk denken de meesten dat Gedinne met zijn treinstation makkelijk te bereiken is, maar het centrum ligt op meer dan 3 km van dat station en dus zochten we andere oplossingen. Spijtig genoeg voelt men bij de TEC de behoefte aan een degelijke verbinding tussen station en centrum niet: om 9:38 is er een laatste bus tussen station en centrum en daarna wordt het behelpen. We vonden een oplossing in een bus van lijn 341 die in Beauraing vertrekt en Gedinne bereikt om 11:48. Die gaf ons bovendien de mogelijkheid om om 15:02 de bus van lijn 9 te nemen naar het station, zodat we 's morgens niet al te vroeg moesten vertrekken en 's avonds toch op een deftig uur konden terugkeren. Het NMBS-aanbod geeft een waaier aan overstapmogelijkheden: in Brussel-Zuid, Brussel-Luxemburg, Etterbeek, Namur en Dinant. We kiezen voor een oplossing met enige reserve.
Een beetje geschiedenis. Ik heb het bij vroegere gelegenheden al gehad over de buslijnen 141, 241, 341 en 441 die in de plaats kwamen van de vroegere lijn 41 en over buslijn 9 Beauraing - Alle-sur-Semois, die het trammetje dat destijds reed tussen Gedinne en Alle verving. Laat me daarom nog even een overzicht gevenvan de ritten die ik de voorbije 45 jaar maakte over lijn 166. De glorieperiode liep ten einde tegen 1983 toen machtige diesellocs van de reeksen 52 en 54 hun trein brullend over de Ardense hellingen sleepten: meestal ging het om 3 M2-rijtuigen. We lieten onze keuze ongetwijfeld afhangen van het ingezette materieel, want ook autorails werden hier frequent ingezet: autorails van de reeksen 43, 45 en later ook 44. Tot vanaf 2003 mw41 op de lijn verschenen. Vanaf 2012 was het dan gedaan met de diesels op lijn 166, met de intrede van de desiro's, toestand die waarschijnlijk nog lange tijd onveranderd zal blijven. Het is dus al 10 jaar geleden dat de lijn haar aantrekkingskracht verloor, want uit een desiro kun je nu eenmaal niet echt genieten van het prachtige landschap. Buitenbeentjes in de reeks zijn enkele toeristische treinen (uit Brussel-Zuid, Namur of zelfs even uit Braine-le-Comte) naar Virton, die tot Namur een elektrische loc voorgespannen kregen en dan overschakelden op dieseltractie. Tijdelijk was het mogelijk om uit Halle zonder overstap naar Virton te rijden!
De verbinding.
Halle - Etterbeek
3357
07:45 08:07
+2
921 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: J
Etterbeek - Dinant
2508
08:42 10:03
stipt
08584 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
Dinant - Beauraing
6059
10:27 10:56
+2
08523 (LL)
mr08 Desiro
cpntrole: J
Beauraing - Gedinne
[341]
11:08 11:48
-6
ab4201-51
Mercedes Citaro II
Transports Penning
-
Gedinne - Gedinne
[9]
15:02 15:06
-2
ab4532
Jonckheere Transit 2000
Menuchenet*
Gedinne - Dinant
6087
15:48 16:30
stipt
08528 (LL)
mr08 Desiro
controle: J
Dinant - Etterbeek
2538
16:57 18:17
+3
08572 (GCR)
mr08 Desiro
controle: J
Etterbeek - Halle
3588
18:22 18:44
+5
0951 (FSR)
mr86 Sprinter
controle: N
* volgens het TEC-forum zou deze bus uit Manhay ingezet worden, maar dit lijkt me wel hoogst onwaarschijnlijk
En wat we beleefden. Sommigen zullen dit ongetwijfeld overdreven vinden: we hadden ook om 8:14 kunnen vertrekken en dan met de 2108 en de 6059 naar Beauraing sporen, maar de rust is ook iets waard en zelfs met reserve ben je niet altijd zeker van je zaak. Dus vertrekken we een half uurtje vroeger en kiezen voor de IC naar Dinant - onze dag zal toch al in het teken staan van Desiro's. Hoewel, de eerste rit wordt er een in een duikbril, waarvan ik het rijgedrag vergelijk met dat van de M1-rijtuigen uit 1937. En erg snel zijn ze ook niet: in Etterbeek komen we aan met 2 minuten vertraging, al kan de degelijke bezetting van de trein daar ook debet aan zijn. We hebben dan nog 33 minuten overstaptijd. Het valt op dat de sporen 3 en 4 in Etterbeek tegenwoordig even druk gebruikt worden als sporen 1 en 2 (van lijn 161 Brussel - Namur). IC 2508 vertrekt in Etterbeek met 4 minuten vertraging maar zal toch stipt rijden vanaf Ottignies. In Dinant worden we verrast door de hoge perrons: het is een aanwijzing dat we hier al een tijdje niet meer geweest zijn. Een tweede verrassing is dat overweg 115 nog altijd buiten dienst is. Dat is die overweg die in juli 2021 de volle laag kreeg: kolkend water en drijvende auto's vernielden toen de installatie. Blijkbaar heeft men de hoge voetgangersbrug verplaatst naar de overweg, zodat voetgangers die niet opzien tegen de onhandige trappen toch over de overweg kunnen. L6059 bestaat uit 2 Desiro's; wij kiezen een plaatsje helemaal voorin. Dat kan in Beauraing het verschil maken. We vertrekken op tijd maar voor de enkelsporige brug van Anseremme worden we opgehouden doordat de L-trein ui Libramont met vertraging rijdt en eerst over de brug moet. In Anseremme tekenen we 4 minuten op, in Gendron-Celles zelfs 5, maar uiteindelijk komen we in Beauraing aan met 2 minuten vertraging. Anders dan in de IC naar Dinant krijgen we deze keer wel controle, maar dat loopt niet van een leien dakje. We hebben maar heel even bereik, maar niet lang genoeg voor de volledige controle. En het wil maar niet lukken, op een bepaald moment zie ik zelfs dat we geen biljetten meer zouden hebben, zelfs geen vervallen! De app wil ons een nieuwe aankoop aansmeren, maar dan valt de euro: om één of andere reden ben ik uitgelogd. Opnieuw inloggen doet de biljetten verschijnen en de tbg kan vooralsnog de controle vervolledigen. Hij verbaast er zich over dat we geen duoticket gekocht hebben. Maar dat is nogal gemakkelijk te verklaren: een duoticket voor Beauraing zou €28.00 kosten, uit Gedinne zelfs €32.00 . Zelfs met het duoticket van Halle naar Ottignies - omdat seniorentickets pas geldig zijn vanaf 9:00 - en 2 seniorenbiljetten komen we meer dan €20.00 goedkoper uit.
De bus van lijn 341 komt niet voor het station, maar bedient wel de halte Route de la Gare. Samen met ons nemen twee oudere mannen de bus, de ene tot Vencimont, de andere net als wij helemaal tot Gedinne. De bus bedient halten in Pondrôme, Froidfontaine, Vonêche, Vencimont en Sart-Custinne en zal na Gedinne ook nog doorrijden naar Rienne, Willerzie, Bourseigne-Neuve en Bourseigne-Vieille. Erg snel moet het allemaal niet gaan, we komen zo al 6 minuten te vroeg in Gedinne aan. De bus heeft trouwens 2 nummers: aan de buitenzijde is het de 4201-51 van Transports Penning, het nummer binnenin is nog altijd 7051-48, zoals het tot voor enkele jaren in gebruik was bij Autobus Liégeois.
Voor de terugreis kunnen we lijn 9 nemen die ons in 4 minuten naar het station van Gedinne brengt. We zouden trouwens ook door kunnen rijden tot Beauraing, deze keer wel snel in een 20-tal minuten, om erin dezelfde trein over te stappen, maar we kiezen toch voor een overstap in Gedinne. Ik heb geluk en kan de tegenliggende trein fotograferen.Spoor 1 is buiten dienst en het oeroude bord op het perron verwijst ons naar spoor 2. Net op het moment dat de trein op spoor 2 aankomt, worden de borden op spoor 1 al weggenomen. De rode vlag is al eerder verdwenen.
Desiro 08503 als L6063 Namur - Dinant - Libramont in Gedinne. Het vroegere station is links zichtbaar.
In Dinant staat IC 2538 al aan het perron; normaal gezien hebben ze hier inderdaad een keertijd van 54 minuten, maar de vorige rit heeft met meer dan 20 minuten vertraging gereden door een seinstoring in Meiser. We rekenen nu anders dan vanmorgen wel op een aansluiting van 5 minuten in Etterbeek. Tot Ottignies (+1) lijkt er geen vuiltje aan de lucht, maar S 3989 (naar Zottegem!) heeft wat vertraging en wij rijden in diens zog. Het resultaat is 3 minuten vertraging en we houden al geen rekening meer met de aansluiting, maar S3588 staat nog niet eens aan het perron: we halen nog vlot de aansluiting, want de duikbrillen rijden met 2 minuten vertraging. Of het aan het personeel of aan de stellen ligt, weet ik niet maar in Halle zullen we al met 5 minuten vertraging aankomen: de vertraging is bij elke halte nog gegroeid. Misschien is dat wel ons geluk geweest in Etterbeek. Nog dit: in de duikbril is een erg storend geluid te horen, als dat van een spastische drummer die in een ondefinieerbaar ritme klopt op wat toevallig ter beschikking is; of is het gewoon een Duracellkonijn? En nog dit: gordijntjes zijn afwezig in dit stel. Hopelijk komen die snel terug, want de zon staat elke dag een stukje hoger.
De treinlectuur.
Mario PUZO, De peetvader. Saskia de COSTER, Nachtouders.
Wat een ongelooflijke besparing zou het niet zijn als men gewoon alle verkeersborden wegnam! Goede chauffeurs (en dat zijn niet zij die van zichzelf denken dat ze goede chauffeurs zijn) zijn verstandig genoeg om het zonder borden te doen en de anderen houden er toch geen rekening mee.
Uitgedrukt… Met zijn/haar gat omhoog gevallen. Gezegd van een snob, een parvenu die zijn/haar afkomst vergeten is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het boekje Guide des promenades en Péruwelzis dateert van… 1983, maar geen nood: als je de talrijke auto's uit het grensdorp Wiers, deelgemeente van Péruwelz, wegdenkt, lijk je teruggekatapulteerd naar de landelijkheid van de jaren 1950 - 1960, zoals we die ook kenden in onze Pajotse jeugdjaren. In Wiers werden destijds 2 wandelingen uitgetekend en wij volgen de tweede: La Garenne et Gourgues. Het Bois de Garenne domineert het eerste deel, het laatste deel valt dan weer Gourgues te beurt. Van de 7.3 km is 39% onverhard: de wandeling heeft dus goed standgehouden, dankzij aangename voetwegen die hier in de streek nog vrij overtuigend aanwezig zijn. Bovendien hebben we een substantiële verbetering aan de tocht aangebracht, door op de dijk van het kanaal Nimy - Blaton een zeer aangenaam, kronkelend pad tussen de bomen te volgen: dat verhoogt de TWQ met zo een 10%. Het Bois de Garennekleurt trouwens even purper als "ons" Hallerbos dat op dit moment samen met de boshyacinten wordt platgetreden. Maar dit bos is privé en door begroeiing vrij moeilijk toegankelijk en dus zijn de overlevingskansen van de paarse magie hier vele malen groter dan in ons eigenste Hallerbos.
Het Bois de Garenne staat borg voor een miniatuurversie van de purperen pracht die we ook in "ons" Hallerbos vinden.
Het weer. Half bewolkt en aangenaam warm, al mocht er wat minder NO-wind zijn.
De stafkaarten. 44/4N Péruwelz (2000) en 44/3N Hollain (1999) op 1:10.000, voor de wandeling perfect bruikbaar. Op de recente versie op 1:25.000 44/3-4 Péruwelz (2020) ontbreken eigenaardig genoeg enkele voetwegen die we vandaag zonder enig probleem konden volgen. We vinden ze wel terug in de TopomapViewer van het NGI en ophet kaartje(de kaartjes) op routeyou.
Hoe we er geraakten. De halte Wiers Place wordt bediend door bus 491 Tournai - Péruwelz. Het komt er op aan om de voor ons meest geschikte mogelijkheid te vinden. Antoing kun je uit Tournai al bereiken met bus 491, waar dan overgestapt moet worden op de antenne naar Péruwelz, maar uiteindelijk rijden we naar Antoing per trein. Dat spaart een overstap bus/bus uit. De terugreis gebeurt via Péruwelz, wat reismogelijkheden via Mons of Tournai biedt. Voor ons kwam de verbinding via Tournai het best uit.
Een beetje geschiedenis. Net als de vorige keer kwam ik ook nu weer terecht in het interbellum, en wel met een buslijn die in 1934 al geboekt stond als Tournai - Péruwelz - Leuze, dat laatste à rato van 2 ritten HT. De rest van de tabel toonde 4 ritten tussen Tournai en Péruwelz. In de hoofding van deze buslijn vinden we als extra aanduiding C.F.B. wat hoogstwaarschijnlijk een verwijzing is naar de Belgische spoorwegen. Opvallend: tijdens het theaterseizoen vertrok er nog een rit om 23:30 naar Péruwelz en terug… Na WO II vinden we deze buslijn terug in tabel 336. Op dat moment duikt de eerste variant op, met als terminus Laplaigne. Veel had het voor het dorp Wiers trouwens niet om het lijf: 2 ritten op vrijdag en zondag. In 1953 krijgt de lijn het nummer 491, dat het dus al 69 jaar uithoudt! In 1954 wordt de lijn uitgebreid tot Bon-Secours, wat meteen ook een substantiële verbetering voor Wiers inhield. In 1956 wordt 491 491a, want 491b wordt dan gebruikt voor de verbinding Péruwelz - Vieux-Condé. Dat sleept aan tot 1963, wanneer het nummer weer gewoon 491 wordt en de bediening van Vieux-Condé in de rest van de lijn wordt opgenomen. In 1973 wordt de lijn uitgebreid tot Harchies. In 1978 wordt voor het eerst gebruik gemaakt van een overstap in Antoing, zij het voor een beperkt aantal ritten. Zo ontstaan ritten Tournai - Mortagne en Antoing - Bon-Secours. Op 23.05.1982 verschijnt een nieuw busboekje maar op 03.07.1982 volgt al een bijvoegsel: Minister van Verkeerswezen Decroo ging met de moker door de weekenddiensten van NMBS en NMVB. Voor lijn 491 gebeurt dat met de klassieke receptuur: de amplitude inkrimpen en overdag hier en daar een rit laten sneuvelen. Op 03.06.1984 wordt dan IC-IR ingevoerd: in tabel 491 vinden we even ook bussen van Péruwelz naar Blaton via Bonsecours, maar eigenlijk is dat boerenbedrog: het betreft de ritten van de nieuwe buslijn 78 Saint-Ghislain - Blaton die de verdwenen stops van spoorlijn 78 moet opvangen. Op 02.06.1985 zijn deze ritten alweer verdwenen uit tabel 491, er wordt wel verwezen naar tabel 78. Als men bij de TEC-Hainaut overstapt op lijnfolders verschijnen eerst nog folders met de lijnen 491 en 78, vanaf 1997 is er een afzonderlijk busboekje voor lijn 78.
Conclusie: de vooroorlogse basisverbinding heeft eigenlijk tot vandaag stand gehouden, met 2 nuanceringen: de basislijn heeft er nogal wat varianten bij gekregen en de overstap in Antoing is daar een vast onderdeel van geworden.
De verbinding.
Halle - Tournai
1932
11:24 12:15
stipt
1874 (NK) - 61007 (FBMZ)
M6
controle: J
Tournai - Antoing
4683
12:22 12:28
stipt
706 (NK)
mr 73
controle: N
Antoing - Wiers
[491]
12:48 13:07
+3
ab3006-06
Iveco Urbanway
Roman
-
Wiers - Péruwelz
[491]
15:54 16:02
stipt
ab3002-07
Mercedes Citaro LE
Voyages Nicolay
Péruwelz - Tournai
4665
16:19 16:34
stipt
966 (GCR)
mr CityRail
controle: N
Tournai - Halle
1916
16:44 17:36
stipt
527 (FHS)
mr 96
controle: J
En wat we beleefden. Terwijl we in Halle wachten op IC1932 naar Tournai, komt E 3410 aan: deze trein rijdt normaal gezien met M6, maar vandaag is een lang stel M4 van dienst, ingesloten tussen 2 27'en. Eerste klasse wordt aangekondigd in 5de positie, maar de souplesse om die aankondigingen snel aan te passen aan de realiteit ontbreekt (nog) en de twee eersteklasrijtuigen zitten dus elders in de trein. Het gaat om een stel van FCL, wat laat veronderstellen dat het normaal gezien ingezet wordt voor een of andere P-trein. Ook de situering van het eersteklasrijtuig in IC1932 is trouwens fout: aangekondigd in het 5de rijtuig, hangt ze in werkelijkheid in 3de positie. De gevolgen hiervan zijn natuurlijk tamelijk beperkt. In Tournai staat L 4683 op spoor A, een kopspoor dat gebruikt wordt nu deze L-treinen in de vakantieperiode niet doorrijden naar Moeskroen. We zullen vandaag merken hoe ongelooflijk laag de perrons nog altijd zijn in Tournai, Antoing en Péruwelz - en ongetwijfeld ook in de schaarse tussenliggende P-haltes.
In Antoing zit er drie minuten overstaptijd tussen beide bussen (één naar Mortagne uit Tournai en die naar Péruwelz). De eerste komt goed op tijd aan en de meeste reizigers stappen uit om over te stappen, maar die laat op zich wachten. Je zou verwachten dat beide bussen minstens even op hetzelfde moment aan het busperron staan, zodat de chauffeurs zeker zijn dat de aansluiting lukt, maar dat is dus niet het geval. Zou men het oplossen door de bus naar Péruwelz stelselmatig een vijftal minuten te laat te laten vertrekken? De chauffeur rijdt snel, hoekig en alles bij elkaar onaangenaam.
Van de terugrit per bus valt weinig te vertellen: deze chauffeur is wel stipt en een stuk rustiger.
In Péruwelz blijkt dat nog eens overvloedig hoe onhandig die lage perrons zijn als ik een dametje help uitstappen. Ze sleept een trolley en een boodschappentas mee, maar als ik de trolley wil nemen, zegt ze dat ze die nodig heeft om op te steunen. Ze is al heel blij dat ik de tas overneem. Ik zeg nog even ten overvloede dat het allemaal te hoog is en zij beaamt dat, uiteraard. Het scenario herhaalt zich in Antoing, deze keer met vrouw en kinderwagen.
In de eersteklasafdeling van S4665 zitten een treinbestuurder en -begeleidster: ze zal met ons mee naar IC 1916 stappen. Je leest het goed: precies 10 minuten na aankomst in Tournai moet deze tbg de IC naar de luchthaven bedienen. Het minste incident op lijn 78 (personen in het spoor, gestoorde overweg, kapotte bovenleiding zoals enkele dagen geleden in Harchies…) en de IC vertrekt met vertraging… of niet. Gelukkig loopt het vandaag vlot en de IC brengt ons stipt naar Halle.
De treinlectuur. Theodor FONTANE, Frau Jenny Treibel. Of de korte roman waarin de nouvelle riche Frau Jenny bepaalt met wie haar zoon Leopold zal trouwen en vooral met wie niet. Saskia de COSTER, Nachtouders.
Na- of doordenkertje. Nu is men plots verbaasd dat niemand nog Nederlands op academisch niveau wil studeren. Verwonderlijk is dat niet. Dankzij de vele hervormingen is het vak verwaterd tot een speelmoment, dat door onze oude directeur omschreven werd als frieten plakken, dát trouwens, nadat een progressieve collega de leerlingen opdracht had gegeven een collage te maken (ja, waarover?) en enkele gluiperds naar een sekscinema waren getrokken, waar ze zonder verpinken affiches voor de erotische hoogtepunten van die week op de kop konden tikken. In de middelbare is linguïstiek sowieso al vele jaren taboe en de studie van de literaire canon onbestaande. In erg goede klassen vond je nochtans nog wel wat leerlingen die je hiervoor kon interesseren - want dat probeerde ik, tot het einde -, maar als puntje bij paaltje kwam, kozen ze uiteindelijk toch voor geneeskunde, rechten of meer van die chique richtingen. En in de zwakkere klassen, tja…
Uitgedrukt…
Beter een oud gecreveerd dan een jong geriskeerd. Gecreveerd ja, al is dat duidelijk hetzelfde als gecrepeerd. De uitdrukking sloeg oorspronkelijk waarschijnlijk op dieren als ossen en paarden, die zwaar en gevaarlijk werk moesten doen, maar ik heb het ook horen gebruiken als jongeren zich gedeisd houden en de ouderen in het gezelschap het gevaarlijke of moeilijke werk moeten uitvoeren.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Vermoedelijk zo een twintig jaar geleden - de prijs was al in euro uitgedrukt - verscheen een Toeristische wandelgids Nijlen, met 125 km bewegwijzerde wandelingen, verdeeld over 10 wandelingen, waarvan wij nummer 9, het Paddekotenpad, volgden. Hoofdbrok van dit pad is een goeie 2 km op de Netedijk, maar dat kan niet verhelen dat een groot stuk van de wandeling door bijna volledig bebouwd gebied loopt. Bovendien ligt de E313 vlakbij, al hadden we wat geluk: in de richting Antwerpen stond het verkeer zo goed als stil en dat scheelt in decibels. De Paddekotse Heide is niet meer dan een drukke woonwijk, waarvan alleen de naam nog naar een natuurvriendelijker verleden verwijst. Als we de brochure moeten geloven is het hier destijds allemaal begonnen met armzalige hutten (de koten) op het eind van de 18de eeuw. De wandeling is 8.5km lang en loopt voor 40% over trage of onverharde wegen, maar dat kan het geheel niet redden. Wij kwamen niet verder dan een score van 9.5/20. De bewegwijzering ontbreekt op bepaalde plaatsen volledig en is op andere plaatsen nog nauwelijks terug te vinden, maar methetkaartjekom je goed weg. Wie niet opziet tegen enkele kilometers door bewoning en een tochtje langs de Nete kan smaken, vindt de wandeling misschien toch nog verteerbaar. Veel interessantefoto'skon ik niet nemen. Bekijk alvast deze:
Deze mooie weg voerde ons weg van de huizen en de verharding richting Netedijk.
Een foto van de Nete is hier natuurlijk een must.
Het derde sas dateert van voor de kanalisering van de Nete: het ligt er wat nutteloos en mysterieus bij…
Het weer. Aangename temperatuur, eerst nog naar het frisse toe. Cirrus palmde de hemel in, maar kon de zon toch nooit volledig maskeren.
De stafkaarten. 16/6 Nijlen (2003) of de recentere 16/5-6 (2016). De oudste kaart is nog best bruikbaar; één keer is er een lichte afwijking van de huidige toestand. Het zal iedereen ondertussen al duidelijk zijn dat ik de kaarten op 1:10.000 lang in het hart gedragen heb, maar nu de reeks op 1:25.000 stilaan voltooid geraakt, stap ik toch over op die kaarten. Mocht het NGI ooit nog eens het goede idee hebben om opnieuw kaarten op 1:10.000 uit te geven, dan zou ik meteen opnieuw schakelen.
Hoe we er geraakten. Halle is rechtstreeks met Lier verbonden en daar zorgen lijnen 150 en 152 voor een halfuurdienst waarmee we zonder veel moeite de halte Koekoekstraat in Nijlen kunnen bereiken.
Een beetje geschiedenis. De eerste "sporen" van een busverbinding tussen Lier en Herentals vond ik in het spoorboekje van 15.05.1936, in tabel 205. De lijn had meteen een goed gestoffeerde dienstregeling, die de eerder povere treindienst ongetwijfeld concurrentie aandeed. Het nummer en de plaats in het spoorboekje laten wel vermoeden dat het hier om een NMBS-lijn ging. Na WO II (04.05.1947) verschijnt de lijn onder het nummer 223; in de benaming wordt gewag gemaakt van uitbreidingen naar Vorselaar en Bevel. Vanaf 05.10.1952 wordt dat tabel 311 en dat tot 29.09.1957 wanneer het lijnnummer 15a verschijnt. (Dat nummer wordt trouwens ook even gebruikt voor WO II.) Pas op 08.01.2007 verschijnt het lijnnummer 150, met varianten als 151, 152, 153 en belbus 943. Mogelijk was de wijziging al doorgevoerd voor 08.01.2007, want bij De Lijn voerde/voert men wijzigingen zelden door op de reguliere datum, ondertussen begin januari. Het kan wat pietluttig klinken, die wijzigingen in het lijnnummer, maar voor de gebruiker had het waarschijnlijk wel invloed op de betaalde prijs, die verschilde al naar gelang een buslijn beschouwd werd als een aanvullende dan wel een vervangende buslijn van de NMBS. Uiteraard was dat geen probleem meertoen de NMVB de lijnen van de NMBS overnam. Tegenwoordig is de lijn opgesplitst in een reeks met de nummers 150 - 151 - 152 - 153. En er rijdt ook nog een belbus 943. Lijnen 151 en 153 zijn schooldiensten naar resp. Herenthout en Ranst. Lijn 150 rijdt naar Herentals, lijn 152 naar Grobbendonk en Vorselaar. (Denk aan de uitbreidingen waarvan al sprake was in tabel 223 - anno 1947!)
De verbinding.
Halle - Lier
3409
10:20 11:20
+3
2733 (NK) - 58044 (FSR)
M4
controle: J
Lier - Nijlen
[152]
11:37 12:05
-4
ab021058
MAN Lion's City
Kruger Autobus
-
Nijlen - Lier
[152]
14:51 15:17
+10
ab106474
Van Hool new A360H
Kruger Autobus
Lier - Halle
3437
15:39 16:40
+5
2728 (NK) - 58057 (FSR)
M4
controle: N
En wat we beleefden. Eersteklasrijtuigen zouden zich volgens de omroepster in vijfde en laatste positie bevinden, maar de ervaring heeft ons al geleerd dat het meestal net omgekeerd is: in eerste en vijfde positie. Zo ook vandaag. De lange trein rijdt tot enkele meters voor het sein aan het eind van het perron door. Gelukkig heb ik aan het geluid in de tunnel van Halle leren herkennen of het stuurstandrijtuig of de locomotief vooraan hangt. (In Brussel-Centraal hoor ik de 2110 naar Luxemburg met 15 minuten vertraging aangekondigd worden: dat is de trein die ons enkele wandelingen geleden in Marloie een gemiste aansluiting en een taxirit kostte. Blijkbaar is er iets structureels fout (met de tijdige beschikbaarheid van personeel?) al heeft de trein in de voorbije dagen ook op tijd gereden. Onze trein rijdt gelukkig wel voorbeeldig al loopt de stilstand in Mechelen uit, wat resulteert in drie minuten vertraging.
Eigenaardig genoeg stapt er nauwelijks iemand in de bus bij het station, maar de doorrit van Lier zorgt toch voor wat passagiers. Bij de halte Nijlen Markt is drie minuten stilstand voorzien; ik heb niet kunnen uitdokteren wat de bedoeling hiervan kan zijn en de chauffeur blijkbaar evenmin, want hij rijdt meteen door. Zou het kunnen dat deze minuten de vertraging door de vaak gesloten bareel moeten opvangen?
De bus van de terugrit moet rondrijden tussen Bouwel en Nijlen en dat resulteert in 11 minuten vertraging. Ondanks het stroeve verkeer in Lier gaat daar nog een minuutje af. Ik wens inwendig de 2 ongemaskerde mannen die zich strategisch op de laatste bank hebben verschanst én de griet zonder masker 4 weken covid en 6 maanden long covid toe, maar wie wenst komt net als wie droomt meestal bedrogen uit. Gelukkig voor hen en eigenlijk ook voor mij, want ik zou het besterven van wroeging mochten ze ook echt ziek worden.
Ook voor IC 3437 wordt een verkeerde samenstelling aangekondigd: ook hier krijgen we een stel van 10 M4, en die hangen precies zoals die vanmorgen: uiteraard hangt het stuurstandrijtuig eerste klas nu achteraan. Je kunt maar beter goed uit je doppen kijken, wat inzicht hebben in treinsamenstellingen en vooral niet te goedgelovig in de omroepen trappen. Beluxtrains geeft trouwens de aangekondigde constellatie aan. Het hapert nog tegen het einde van de rit (in Lot) en dat verklaart de 5 minuten vertraging bij aankomst in Halle. Bij het uitstappen passeren we een medereiziger zonder masker die in zijn neus zit te pulken, en dat in coronatijden. Zelf was ik vóór corona een overtuigd pulker en ik hoop eigenlijk dat ik deze gewoonte over enige tijd opnieuw zal kunnen opnemen: wie ervan droomt om me binnenkort weer de hand te kunnen schudden, weze hierbij gewaarschuwd.
De treinlectuur. Theodor FONTANE, Frau Jenny Treibel. Saskia de COSTER, Nachtouders.
De kop in het zand steken lijkt een stuk minder hinderlijk dan een mondmasker.
Uitgedrukt… Een mooie, voor zichzelf sprekende uitdrukking hoorde ik wel eens van een collega: je kunt niet alles hebben, een dikke vrouw en veel plaats in bed.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Dit is een overzicht van alle treinritten die ik in de voorbije bijna 50 jaar heb gemaakt op lijn 42, met allerlei gegevens, ook over de materieelinzet, en dat redelijk uitvoerig. Let op, het betreft 216 ritten in het bijgevoegde excelbestand. Wie wil kan het grondig uitpluizen, anderen zullen waarschijnlijk liever diagonaal lezen. Bij voldoende respons probeer ik het ook nog voor andere lijnen.
Stations worden in de lijst aangeduid met hun telegrafische afkorting. Met deze kom je al een heel eind: FL=Liège-Guillemins, MRV=Rivage, MWL=Aywaille, FNO=Trois-Ponts, FVI= Vielsalm, FVY=Gouvy.
Doordat de ritten chronologisch geordend staan, is het vrij eenvoudig om de evolutie voor zowel tractie als rijtuigen te volgen. Het geheel schetst een vrij duidelijk beeld, zeker voor de periode tot pakweg 2015.
De wandeling. Het kan eigenaardig lijken dat we in een tijd waarin het internet overspoeld geraakt door wandelsuggesties toch nog gebruik willen maken van een tocht die in 1989 verscheen in Info-Vakantiegenoegens, van de hand van Bart Braeckevelt. Maar ook vandaag nog staat deze wandeling als een huis. Ze kreeg de titel Nattigheid in de Wingevallei mee, maar na een erg droge maand maart is er van die nattigheid niet veel te merken, tenzij in enkele korte vochtige bosstroken. Want bos konden we vandaag verkennen, met het Walenbos en het Troostembergbos in een glansrol. Ze lopen nog net niet in elkaar over en toch zijn het qua begroeiing opvallend verschillende bossen. We ontdekten ze langs goed begaanbare boswegen, in het verlengde van een schat aan voet- en veldwegen die de tand des tijds met vrucht hebben doorstaan. Voeg daar nog de omgeving van het Kasteel van Horst, jaja, dat van de Rode Ridder, bij en je kunt wel raden dat we van deze tocht intens hebben genoten. Niet toevallig quoteerden we 19/20. De tocht is 13.5 km lang en de TWQ van de eigenlijke wandeling ligt op 64% maar het lijkt nog meer, door de uitmuntende kwaliteit van de trage, onverharde wegen. Met het openbaar vervoer moet je er 2 keer 770 m bijnemen, van de halte Sint-Pieters-Rode Horst tot de onmiddellijke omgeving van het kasteel. Dat is de appendix die je merkt op hetkaartje. Foto's vind je dan weerhier.
Dit is het dan, het kasteel van de Rode Ridder.
Dergelijke mooie boswegen vormden een substantieel element van de wandeling.
Het weer. Helder, enigszins heiig weer bij een zeer aangename temperatuur. Heel even waren er wat hoge wolken.
De stafkaarten. 24/7Z Nieuwrode (2001) en 32/3 Lubbeek (1999) op1:10.000. Recentere kaarten op 1:25.000 zijn 24/7-8 Aarschot (2020) en 32/3-4 Lubbeek (2019).
Hoe we er geraakten. De halte Sint-Pieters-Rode Horst wordt bediend door buslijn 310 Leuven - Aarschot. We konden dus eigenlijk kiezen tussen een reisweg via Leuven of een via Aarschot, maar we kozen voor heen- en terugreis voor een overstap in Leuven. Voor de heenreis kon dat met de rechtstreekse IC naar Liège-Guillemins, voor de terugreis ging het vlot met de IC naar Oostende en een extra overstap in Brussel-Noord.
Een beetje geschiedenis. Dankzij zone01 vond ik al een buslijn Leuven - Aarschot terug die haar opwachting vermoedelijk maakte tijdens het interbellum. In een busboekje kwam deze lijn voor onder tabel 33: de meeste bussen (op 1 na) zijn beperkt tot een traject Leuven - Sint-Pieters-Rode. Die ene vreemde eend in de bijt reed door tot Aarschot. In een boekje uit 1948 blijft de tabel het nummer 33 dragen, de meeste ritten rijden nu tot Aarschot. In het spoorboekje van 1950 verschijnt tabel 725, in de sectie NMVB. Met 4 ritten op N67, 3 op R6 en 5 (!) op R7 lijkt het geloof in deze lijn niet erg groot te zijn. Later zal de lijn opgenomen worden in tabel 599, nog later in 596. De bussen rijden als 10 (of één enkele als 10), eerst nog vrij onregelmatig gespreid over de dag, later met een soort 2-uurdienst, op alle dagen van de week. Tot de NMVB moet besparen: het aantal rechtstreekse ritten tussen Leuven en Aarschot wordt gedecimeerd: reizigers moeten bijna altijd in Holsbeek overstappen van of naar de Leuvense stadslijn 2. Aan die besparingstruc komt gelukkig na enkele jaren een eind en in 2005 verschijnt het huidige lijnnummer 310. Tegenwoordig wordt van maandag tot zaterdag ongeveer een uurdienst gereden, op zondag rijden de bussen slechts om de 2 uur.
De verbinding.
Halle - Leuven
1708
09:26 10:08
stipt
324
mr80 Break
controle: J
Leuven - Sint-Pieters-Rode
[310]
10:42 11:08
+5
ab2719
VDL B&C Citea SLFA Hybrid
Tielt
-
Sint-Pieters-Rode - Leuven
[310]
16:01 16:28
stipt
ab2697
VDL B&C Citea SLFA Hybrid
Leuven-Noord
Leuven - Brussel-Noord
538
16:34 16:50
stipt
1867 - 73018
M7
controle: N
Brussel-Noord - Halle
1938
17:01 17:23
stipt
1871 - 61036
M6
controle: J
En wat we beleefden. Corona heeft de gewoonten van sommigen grondig aangetast. Vroeger zag je bij de komst van de treinbegeleider de meesten zoeken naar hun al dan niet digitale vervoerbewijs, sommigen verhuisden al spontaan naar tweede klas, maar vandaag is er ook een beperkt aantal dat eerst het masker, dat tot dan onder de kin heeft gehangen, over de neus moet schuiven, masker dat meteen na de doortocht van de tbg meteen weer onder de kin terechtkomt, net op het moment dat de eerste reizigers terugkeren uit tweede klas om zich opnieuw in eerste te nestelen. Maar voor de rest verloopt onze heenreis vlot.
Bus 310 komt 3 minuten later dan voorzien en een beetje onverwacht neemt de vertraging onderweg nog toe tot 5 minuten. Lijn 310 lijkt me trouwens een buslijn waar aan heel veel haltes in- of uitgestapt wordt. De bus is van de stelplaats Tielt. Dat weet ik dankzij de bijna wijlen tracker van haltelink. Hoe ik dat daarna moet opsnorren, moet ik nog uitzoeken, al vrees ik voor de zaak.
Ook de bus van de terugreis is een gelede bus, deze keer van stelplaats Leuven-Noord. We hebben maar 6 minuten aansluiting in Leuven, maar de bus blijft mooi op tijd rijden. Ook nu passeren we veel haltes waar in- of uitgestapt wordt.
Na wat ontgoochelende belevenissen genieten we vandaag van een onberispelijke terugreis per trein. En dan krimpen deze bijdragen tot belachelijk ogende proporties. Gelukkig, zou ik zeggen. Als zal die verdwaalde reiziger die wel behulpzaam bijgestaan werd door de treinbegeleidster daar misschien wel anders over denken.
De treinlectuur. Ilja Leonard PFEIJFFER, La Superba. Saskia de COSTER, Nachtouders.
Konijn Rousseau wordt CEO van Duracell!
Uitgedrukt… Mijn schoonvader daagde zijn publiek graag uit met raadseltjes en als die dan onopgelost bleven, zei hij in zijn Strombeeks dialect: keske bloaze? Dat betekende zoveel als geef je het op? Ik moet eerlijk zeggen dat ik de uitdrukking nooit elders gehoord of gelezen heb. Ik vermoed dat ze letterlijk betekent Blaas je het kaarsje uit? maar zelfs de nieuwe Van Dale en diverse dialectwoordenboeken maken geen jota vuil aan deze sprekende uitdrukking.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In 2001 verscheen bij Lannoo het Wandelboek Ardense natuur van de toen 70-jarige en ondertussen overleden Julien van Remoortere. Samen met Lannoo heeft hij de wandelsport tot een hoog niveau verheven, zij het bijna uitsluitend in boeken met een respectabel aantal luswandelingen. Wij stapten in Beffe, deelgemeente van Rendeux, langs de Ourthe. De wandeling is kort, ongeveer 7.5 km lang, en ze is in het begin ongelooflijk goed en tegen het einde evenredig zwak. Als OV-gebruikers hebben we niet geprobeerd om de wandeling in Beffe te starten (Van Remoortere ging er steevast van uit dat het OV in Wallonië waardeloos was), maar met de halte École Communale in Rendeux-Haut van lijn 13 Melreux - La Roche heb je een bruikbaar vertrekpunt. Dat de TWQ niet hoger komt dan 48% is meteen een vrij realistische evaluatie van deze wandeltocht. Het begint allemaal met een schitterende tocht langs de Ourthe, o.a. door het arboretum Lenoir en met een stevig stijgende bosweg van bijna een kilometer door het Bois del Côre. Hetkaartje (en zeker de grafiek) spreekt boekdelen. Zo bereik je de hoogte waar ook Beffe zijn plaats heeft gevonden, maar de terugweg naar de vallei van de Ourthe is waardeloos, langs een rijweg die meer dan druk genoeg én gevaarlijk is: voor wandelaars is er een moeilijke grasstrook langs de weg gereserveerd, maar daar moet je het dan ook mee stellen. In de wandelbeschrijving heet deze weg rustig; mogelijk is deze weg op dit moment een alternatief voor een route via de opgebroken Ourthe-brug in Hotton. Eigenlijk stap je dus voor 2/3 van de tijd langs prachtige paden en wegen; het laatste derde moet je er dan maar bijnemen. Het is dus geen toeval dat defoto'sbijna uitsluitend uit het eerste deel van de tocht komen. We quoteerden het geheel met een 13.5/20.
De Ourthe in de buurt van de Moulin de Bardonwé.
Flaneren, nu ja, het kon wel eens moeilijk zijn, langs de Ourthe.
Het weer. Helder en aangenaam warm.
De stafkaarten. 55/5 N Hotton en 55/5S Marcourt, beide uit 2003 en perfect bruikbaar. De recente kaart 55/5-6 Rendeux dateert van 2017.
Hoe we er geraakten. In normale omstandigheden zouden we vermoedelijk tot Melreux-Hotton sporen en daar overstappen op een bus van lijn 13 naar La Roche. De meeste bussen komen als 11/2 uit Marloie aan en worden dan een 13, wat een andere, overstapvrije mogelijkheid biedt. De brug van Hotton over de Ourthe is echter opgebroken en dat voor de duur van 2 jaar: niet alleen de brug maar ook de omgeving wordt mensvriendelijker gemaakt. De TEC-Luxembourg dokterde een oplossing uit, die ons eigenlijk niet hinderde: het eindpunt van lijn 11/2 wordt verlegd naar Hotton Les Sarts Arrêt Provisoire; reizigers kunnen blijven zitten want de bussen rijden vanaf dat punt als 13 naar La Roche. Dat betekent wel de afschaffing van een reeks halten voor en na Hotton Pont, maar dat is vandaag niet ons probleem. Bovendien is er geen overstap trein/bus in Melreux meer mogelijk. Het lukt allemaal goed en de dienstregeling op pdf is aangepast en duidelijk.
Een beetje geschiedenis. Eigenlijk zou onze wandeling uit Beffe moeten vertrekken, maar dat dorp is niet bereikbaar met regulier OV. De eerste vermelding vond ik in het busboekje van 23.08.1982, in een tabel 995 (met lijn 13 Melreux - La Roche en talrijke varianten zonder eigen aanduiding). Het betrof een bus Marloie - Samréé (in de eerste maanden uit Marche-en-Famenne) met een rit heen en terug op donderdag en een andere op elke eerste en derde maandag van de maand. Het betrof in beide gevallen een marktbus. Vast staat dat deze bus alleszins de eeuwwisseling nog heeft meegemaakt: ik vond hem voor het laatste in een boekje van 01.12.2002. Vanaf 1994 kreeg de buslijn trouwens 11/6 als kenmerk, zonder invloed op de dienstregeling. Het is typisch voor Luxemburg dat men allerlei varianten aanduidt met schuine streep plus cijfer. Ik vond deze marktdienst niet meer terug, maar in het centrum van Beffe staat er nog wel een goed onderhouden haltepaal. Overigens is men het er blijkbaar nooit over eens geraakt of deze varianten nu wel aansluiten bij de lijn 11 (Melreux - Manhay) of 13 (Melreux - La Roche). Naast deze marktdienst verschijnt vanaf 01.06.1994 een echte schooldienst in het busboekje: lijn 13/5 Bois d'Arlogne - Rendeux. In 1998 wordt de lijn vernummerd naar 13/2.
In de opeenvolgende versies van mijn gemeenterepertorium vind ik voor 2011 de lijnen 11/6, 13/2 en 13/5 terug. De marktdienst verdwijnt nog voor 2015. Tegenwoordig heten de lijnen die Beffe bedienen nog 13/2 en 134, zonder schuin streepje.
Het is zo dat de tramlijn tussen Melreux en La Roche de hoofdweg volgde en dat verklaart mogelijk waarom een aantal dorpen die niet echt ver van deze weg liggen, nooit een echte bediening kregen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1558
09:58 10:07
+1
08063
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marloie
2110
10:33 12:21
+20
1349* - 11817
I11
controle: J
taxi
-
Rendeux-Haut - Hotton
[13]
16:46 17:04
stipt
ab4561
Jonckheere Transit 2000
Houffalize**
Hotton - Marloie
[11/2]
17:04 17:25
+3
ab4561
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
Marloie - Brussel-Noord
2139
17:42 19:17
+21
1360 - 11803
I11
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1591
19:42 20:02
stipt
08064
mr08 Desiro
controle: N
* Ik heb niet de tijd gehad om het nummer van loc te noteren in Marloie, maar ik zag 's avonds in Ottignies P8628 die met hetzelfde rijtuigenstel gereden wordt - het is dus een beredeneerde gok.
**Volgens een forum over de TEC zou deze bus behoren tot de stelplaats Houffalize. Ik zou eerder aan Marloie denken, maar de wegen van de bussen zijn ondoorgrondelijk.
En wat we beleefden. Met een verbinding uit Marloie om de twee uur zorg je best wel voor wat reserve, maar 19 minuten overstaptijd tussen trein en bus zouden moeten volstaan. En de S-trein uit Schaarbeek rijdt dan wel stipt en IC 2110 komt ruimschoots op tijd aan het perron, maar daarom vertrek je nog niet op tijd, laat staan dat je op tijd aankomt. Want enkele minuten voor het vertrek krijgen we te horen dat het wachten is op de aflos van de treinbestuurder. Als ik na een kwartier poolshoogte neem - vanuit de openstaande deur - zie ik inderdaad een tb arriveren. We vertrekken met 17 minuten vertraging, met 19 minuten overstaptijd in Marloie zou dat nog net kunnen. Bovendien is de app alweer bijzonder optimistisch: we zouden zelfs op tijd aankomen! De realiteit bleek al snel anders: in Brussel-Luxemburg hebben we al 21 minuten vertraging en dan moet de miserie nog beginnen: vanaf Groenendaal zitten we achter de 6560 aan, die zelf met enkele minuten vertraging rijdt. Eigenlijk is de diagnose duidelijk: tussen Brussel en Ottignies rijden er te veel treinen zo lang er geen mogelijkheid is om treinen even opzij te zetten. In Ottignies hebben we een vol half uur vertraging. Daar zal al behoorlijk wat af moeten gaan om onze uitstap te redden. Maar eigenlijk zijn er nog te veel obstakels onder de vorm van snelheidsbeperkingen, o.a. tussen Ottignies en Gembloux, nog altijd ten gevolge van de zondvloed van juli 2021. De vertraging slinkt dan ook mondjesmaat: Gembloux +28, Namur +24, Ciney +21 en Marloie… +20. We stappen strategisch naar een rijtuig of 2 verder naar voren en de berekening lijkt te kloppen: we kunnen uitstappen vlak bij de trap; als ik aan het vernieuwde busstation van Marloie aankom, is het 12:43.
Het is duidelijk dat de bus al vertrokken is: aribus werkt hier trouwens evenmin als in Halle en dan is het nog de vraag of bij correct werken de chauffeurs wel zouden wachten. Ik vermoed dat in totaal een zestal reizigers getroffen is. Wat kun je je als OV-gebruiker betekenisloos voelen. Wij moeten 2 uur wachten op de volgende bus, het meisje dat de 15 had moeten nemen ook, indien ze niet toevallig naar een van de dorpen op de varianten moet; dan is het 4 uur! Ik heb thuis even gekeken of we de tocht ook 2 uur later hadden kunnen lopen, maar dan was de reserve wel erg klein: nauwelijks 5 minuten tussen geschatte aankomst en laatste bus van de dag. Als we vandaag in Rendeux willen stappen, zal het dus een taxi moeten worden. Ik stap naar het stationsbuffet waar men zelf de taxi opbelt, na toch even gecheckt te hebben of we 50 euro overhebben voor de rit naar Rendeux. We hebben weinig keuze als we de wandeling rustig, in een aanvaardbaar tempo willen stappen. Op de taximeter zien we de prijs een stuk boven de "afgesproken" 50 stijgen, maar we krijgen 10 euro terug van 60. Twintig minuten later staan we in de buurt van de bushalte die ons vertrekpunt had moeten zijn.
Voor de terugrit is het vooral opletten dat we in de juiste bus stappen: er vertrekken er namelijk twee na elkaar uit La Roche, een naar Hotton en de tweede naar Melreux die uitzonderlijk via een lange omweg naar Melreux rijdt, vermoedelijk om daar aansluiting te geven met bus 11 naar Manhay. De eerste bus heeft een duidelijke film 13 Hotton en dat moet dus onze bus worden. Er zit nog een behoorlijk aantal scholieren op, maar de bus loopt vrij snel leeg. En aan de lus van de tijdelijke halte zien we hoe de 13 geruisloos een 11/2 wordt. Tot Marche reed de bus goed op tijd, maar dan duiken de saturatieproblemen op - zoals overal - het is een wonder dat we pas 3 minuten vertraging hebben bij aankomst in Marloie.
Toch verwachten we nog problemen: IC 2139 staat al de hele week als volzet in de app van de NMBS, net zoals de 2138 en de 2140 trouwens. Drie uur na elkaar wordt je dus aangeraden om de trein te vermijden. Bij aankomst blijkt de trein normaal bezet, misschien proportioneel iets drukker in eerste dan in tweede klas. Verondersteld moet worden dat die aangegeven bezettingsgraden tot het betere nattevingerwerk behoren. Tot Namur blijft de trein ook stipt rijden, maar in Beuzet staat de 6288 stil en wij staan daar al vrij rap achter. Al bij al begint de 6288 nog snel opnieuw te rijden, maar wij zullen natuurlijk achter deze trein moeten blijven tot Gembloux: +10. Ook de rit naar Ottignies verloopt niet echt zoals het hoort: +12. En dan moet het nog beginnen. In Ottignies (of waar dan ook de treingoden zich tegenwoordig bevinden) vonden ze het aangewezen om S 3990 toch maar te laten vertrekken. Amper 4 minuten later vertrekken wij ook en de rest van het verhaal laat zich raden. Alweer zitten we tot Brussel-Luxemburg (en bijna zeker tot vlak voor Brussel-Noord) achter een veel tragere trein: de overstap met S 3589 in Brussel-Luxemburg slaan we even over en we sporen door tot Brussel-Noord, waar we met 21 minuten vertraging aankomen. We kunnen nog mee met de S naar Denderleeuw; uiteindelijk zal onze vertraging in Halle 18 minuten bedragen, ten opzichte van onze planning, want deze S-trein klaart de klus wel naar behoren.
Vaker en vaker twijfel ik eigenlijk aan de bruikbaarheid van het OV: afgeschafte bussen, gemiste aansluitingen, spoorlopers, andere storingen, werken die de normale dienstregeling overhoop halen… en de OV-gebruiker die het allemaal ondergaat en aan zijn lot wordt overgelaten. Eigenlijk zou een mens beter gewoon thuis blijven: geen stresserende toestanden met treinen en bussen, je kas niet moeten opfretten over het gedrag van je medereizigers. Gelukkig kom je tijdens de wandeling af en toe nog eens vriendelijke mensen tegen - die er vandaag allemaal van uitgingen dat we Nederlandstalig waren - en kun je op het einde onverhoopt nog een tripel drinken in Le Trendeux…
De treinlectuur. Lisa Genova, Every note played. Jo CLAES, Het kaïnsteken.
Joepie, de nieuwe papieren Van Dale is gearriveerd. De vorige versie telde drie delen a-h, i-q en r-z. In de zestiende editie is dat abcdefgh, ijklmnopq en rstuvwxyz geworden. Voor wie zijn alfabet niet meer kent…
Uitgedrukt… Zijn hand op een ijle(n) nest leggen. Betekent: te laat komen; wat je wilde mislopen. IJl betekent hier leeg. In onze streek is nest mannelijk (de nest), vandaar de buigings-e(n). In het AN is nest onzijdig en zou er dus een ijl nest staan, mocht de uitdrukking al bestaan…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We vonden deze wandeling op een kaart van het toerismebureau van de gemeente Stoumont, gerealiseerd in samenwerking met het NGI. LG5 voert de stapper van La Gleize naar Borgoumont, het dorp Moulin du Ruy en de Roannay. Bij de terugkeer aan de bushalte La Gleize Centre heb je 8.3 km op de teller; 59% van de gevolgde wegen is onverhard. De hoofdrollen zijn weggelegd voor prachtige, indrukwekkende vergezichten, erg mooie bossen en vooral een drietal beken: de Nabonru, de Ruisseau de Borgoumont en de Roannay, die je langere tijdvan dichtbij volgt. Dan krijg je meteen ook een beeld van de ravage die deze waterloop tussen beek en riviertje in de voorbije zomer heeft aangericht, al bleven de huizen blijkbaar gespaard. Rode rechthoeken houden je onberispelijk goed op de juiste weg, al is het rood hier en daar fel verbleekt.
De Roannay is lange tijd onze trouwe metgezel...
… maar in de voorbije zomer moet hij wel zwaar hebben uitgehaald.
Het weer. We kregen niet de beloofde zon en de hoge temperaturen, want het bleef somber en fris. Dat zou aan het aangevoerde Saharazand te wijten zijn geweest.
De stafkaarten. 49/8N La Gleize (2002) - 49/7-8 Stoumont dateert van 2020.
Hoe we er geraakten. Het dorp La Gleize heeft enkele bushalten op lijn 142 Aywaille - Trois-Ponts. de halte Centre ligt bijna op de lusvormige wandeling. Het komt er voor ons op aan naar Liège-Guillemins te sporen en daar over te stappen op de IC naar Luxemburg. Omdat La Gleize zo dicht bij Trois-Ponts ligt, kan het soms sneller als je niet in Aywaille overstapt maar in Trois-Ponts, vanwaar je dan eigenlijk met de bus een stukje terugrijdt.
Een beetje geschiedenis. Vanmonumentaal stationtot containerpark: een in vele opzichten exemplarische evolutie. Dat het station erg ongunstig gelegen was t.o.v. de woonkern van La Gleize zal oorspronkelijk wel geen bezwaar geweest zijn: gebruikers waren maar al te blij met de 2.5 km lange afdaling naar het station in de Amblève-vallei; of ze evenzeer genoten van de weg terug is een andere vraag. Feit is dat La Gleize ondanks zijn ongunstige ligging kon genieten van dezelfde bediening als al die andere halten en stationnetjes langs lijn 42. Meer zelfs: in WO I had La Gleize nog 2 treinen, terwijl Lorcé-Chevron, Nonceveux en Liotte gewoon dichtgingen. La Gleize bleef zijn treinen houden tot begin de jaren 1960: ongeveer 7 ritten, die niet altijd even goed gespreid waren. Een zware slag werd toegebracht in 1969: La Gleize verloor al zijn treinen op 2 na. Dat was een verder stadium in de geleidelijke afbouw van de bediening, die uiteindelijk in 1984 helemaal werd opgeheven. Volgens Georges Henrard in Histoire de tortillards ardennais - Tome 3 - Le chemin de fer de l'Amblève werd de beperking tot 2 treinen per dag ingegeven doordat de halte in een scherpe bocht lag, die toezicht bij het oversteken van de sporen noodzakelijk maakte. Veel belangstelling voor deze treinen zal er sowieso niet meer geweest zijn.
Voor de inwoners van La Gleize was de afbouw niet eens zo dramatisch. De bus kon immers wel het centrum bedienen en die verscheen dan ook - zij het eerst schuchter - op het toneel. In het spoorboekje van 1950 vinden we zo een private buslijn terug in tabel 1062 die Verviers via Trois-Ponts verbond met het sanatorium van Borgoumont en het preventorium van Stoumont. Meer dan 2 bussen in elke richting op zondag reden er niet. Het was duidelijk dat deze bus vooral reizigers aanbracht die hun zieke familieleden wilden bezoeken. In 1955 vinden we al 2 buslijnen terug: lijn 379 Liège - Vielsalm, die 3 ritten heen en terug aanbiedt en lijn 388, de buslijn die eerder onder het nummer 1062 figureerde. Lijn 388 Verviers - Spa rijdt vandaag nog, de bediening is nu wel beperkt tot een buslijn die parallel loopt met de spoorlijn naar Spa. Lijn 379 is zonder meer de voorloper van de vervangingslijn 42a, die vanaf 1958 de hiaten in de treindienst moet opvullen. Aanvankelijk is de invloed van de komst van de bus op de treinbediening beperkt, maar gaandeweg wordt duidelijk dat de bus, die geleidelijk frequenter gaat rijden, een goed excuus is om de treindienst af te bouwen. De inwoners van La Gleize zullen er ongetwijfeld niet om getreurd hebben, maar de inwoners van dorpen als Rahier, Cheneux, Beauloup en Monceau zagen de trein wel met lede ogen verdwijnen: dit vond ik opnieuw bij Georges Henrard. Buslijn 42a had als beginpunt Liège-Guillemins, Esneux, Poulseur en later Comblain-au-Pont en reed tot Trois-Ponts of Gouvy. Veelal was Trois-Ponts het scharnierpunt: de meeste ritten uit het Luikse eindigden daar en de ritten naar Gouvy begonnen daar. Een tijdje werden zelfs afzonderlijke tabellen 42a1 en 42a2 gepubliceerd. Vanaf 2000 werd de exploitatie drastisch verbeterd, met een uurdienst tussen Aywaille en Stoumont. Dat ging deels ten koste van het gedeelte Stoumont - Trois-Ponts, zodat de bediening van La Gleize vandaag eigenlijk slechter is dan voor de reorganisatie. Nog te vermelden dat vermoedelijk in 2013 - ik vind de nieuwe nummering voor het eerst terug in mijn gemeenterepertorium van 2013 - lijn 42a vernummerd werd tot 142.
Tot slot nog een anekdote die met het nodige korreltje zout genomen moet worden: ik las ze tientallen jaren geleden en de tand des tijds kan één en ander bijgekleurd hebben. Verlaine (of was het Rimbaud of zels Apollinaire) zou een tijdje verbleven hebben in een hotel in de buurt van het station van La Gleize. Hij zou er nog altijd een openstaande rekening te vereffenen hebben, ware het niet dat hotel en dichter al lang verdwenen zijn…
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+1
834
mr75 (vierledig)
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
508
09:55 10:59
stipt
1818 - 73024
M7
controle: J
Liège-Guillemins - Trois-Ponts
5311
11:07 12:01
stipt
08548
mr08 Desiro
controle: J
Trois-Ponts - La Gleize
[142]
12:15 12:25
+6
ab5007-07
Mercedes Citaro LE C2
Satracom
-
La Gleize - Aywaille
[142]
15:15 15:49
+4
ab5007-08
Mercedes Citaro LE
Satracom
Aywaille - Liège-Guillemins
5336
16:24 16:54
+7
08548
mr08 Desiro
controle: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
439
17:28 18:19
stipt
1803 - 61075
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3689
18:23 18:51
stipt
08197
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. Tot Liège-Guillemins loopt het allemaal vlot en gelukkig maar, want de aansluiting is maar 8 minuten groot en de vertraging van de IC uit Oostende mag niet meer bedragen dan 5 minuten. Als we langer dan normaal in Brussel-Centraal (+4) stilstaan, gaan de alarmbellen al rinkelen, maar vanaf Leuven rijdt de trein stipt. De IC naar Luxemburg bestaat uit 1 desiro. Jarenlang heb ik genoten van de ritten langs de lijnen 43 en 42, vanuit alle soorten rijtuigen (M2, M4, internationale rijtuigen), maar vanuit een Desiro verliest deze lijn (en andere lijnen in de Ardennen) een groot deel van haar charme. Hopelijk wordt hier snel ander materieel ingezet…
Bij het verkommerde station van Trois-Ponts staan behoorlijk veel scholieren te wachten op hun bus, maar gelukkig vertrekken er op woensdagmiddag meer dan alleen onze 142 en daardoor blijft de bezetting laag, ook als bij de volgende halte nog eens wat scholieren instappen. De bus vertrekt met 5 minuten vertraging, in La Gleize zullen we 6 minuten te laat aankomen. Je denkt dan aan een strategische vertraging om tijdens de rit niet al te traag te moeten rijden, maar ook de namiddagrit waarmee we naar Aywaille rijden, is wat te laat vertrokken uit Trois-Ponts. De theorie van de strategische vertraging lijkt wel niet te kloppen, want de bus haalt onderweg geen vertraging in. In Nonceveux stapt een vijftal jongeren in; er is er maar een die ontwaardt en maskers zijn er lang niet voor iedereen. Bij de halte Aywaille Institut Saint-Raphaël herhaalt het scenario zich. Ook nu is er maar één jongere die betaalt, de vijf andere gebaren van krommenaas, al dan niet gemaskerd. Ik hoor de chauffeur mompelen dat er geen controle meer is en dat iedereen maar gratis rijdt. Dat is wel sneu voor wie wel volgens de regels meerijdt.
Voor de terugreis moeten we opnieuw rekenen op de krappe aansluiting van 7 minuten in Liège-Guillemins. In dit geval spreken app en website niet eens van een maximale vertraging; de IC naar Oostende hoeft zich nergens wat van aan te trekken. Het ziet er in Aywaille nog erg goed uit, maar net voor Rivage (ter hoogte van het vroegere station van Liotte) staan we stil en de tbg roept met een heuse lijkbiddersstem om dat er zich een defecte trein voor ons bevindt. Dat blijkt L 5587 Marloie - Liers te zijn die nog op tijd uit Rivage vertrokken is, maar 16 minuten heeft stilgestaan in Poulseur. Maar, zoals de lijkbidder weet te melden, het probleem is snel (?) opgelost. Veel zal het voor ons (en enkele andere reizigers die op dezelfde aansluiting rekenen) wel niet uitmaken. In Rivage bedraagt de vertraging "maar" 5 minuten, maar uiteindelijk zullen het er toch 7 worden bij aankomst in Liège-Guillemins waar de IC naar Oostende 2 perrons verder nog staat. Maar net als we op perron 3 aankomen zet de trein zich in beweging. Onderstationschefs, treinregelaars, seingevers… van 40 jaar geleden rijzen de haren ten berge als ze zo iets lezen. Ik meen te weten dat het toen zelfs gewoon verboden was om een trein te laten vertrekken als de trein in vertraging zich al in de actieradius van het seinhuis bevond. (Dat zou tegenwoordig natuurlijk onmogelijk zijn met die seinhuizen die hele provincies bedekken, maar er zijn ongetwijfeld andere regels te bedenken, in het voordeel van de klant.) En dan te weten dat deze IC mogelijk enkele minuten te vroeg in Leuven aankomt, waar we al zo vaak minutenlang hebben stilgestaan. (De eerlijkheid gebiedt me te schrijven dat dit gisteren niet het geval was…)
Het halve uur kan gelukkig nog worden doorgebracht in Le Grand Café de la Gare, waar we enkele reizigers van de trein uit Luxemburg herkennen. Voor ons zal het dus de 439 worden i.p.v. de 539 en dat houdt meteen een gemiste busaansluiting in Halle in. IC 439 legt zijn rit wel vlot af. Een reiziger zit parmantig zonder mondmasker op allerlei elektronische spullen te tokkelen; hij toont zich verbaasd als hij er door de tbg op gewezen wordt dat maskers nog altijd verplicht zijn in de trein. In Brussel-Noord kunnen we nog mee met de S naar Braine-le-Comte, maar in Halle zit er niets anders op dan te voet huiswaarts te trekken, een kleine 4 kilometer extra; gelukkig hebben we er nog niet te veel opzitten. Op de volgende bus wachten heeft niet echt veel zin, zelfs te voet zijn we sneller thuis.
De treinlectuur. Saskia de Coster, Nachtouders. Jo Claes, Het kaïnsteken.
Waar zitten de roepers die vonden dat coronamaatregelen erger waren dan oorlog? En let op: het virus heeft nog lang geen vredesverdrag ondertekend…
Vanmiddag op Radio 1: ene Marijke van de Universiteit van Hasselt die behartenswaardige dingen komt vertellen over veen- en potgrond. Jammer genoeg kent ze ook al het onderscheid tussen slaan en slagen niet meer. Om het goed te maken draaiden ze daarna De opstand der bloemen van Jasperina de Jong, min of meer over hetzelfde onderwerp maar dan wel 100% taalvaardig en inventief. Je vindt het vast wel op joetoep.
De Mariaprocessie in Halle ligt op apegapen: er zijn geen vrijwillige naaisters meer die de kledij verzorgen. Natuurlijk niet, die hebben het te druk met de apenpakjes voor carnaval.
Uitgedrukt… Zich aangeven: bij ons betekent het opkomen bij de verkiezingen. Maar het wordt natuurlijk ook gezegd van een dader die naar het politiekantoor trekt om te bekennen. Zou er een verband zijn?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Met GR129 kun je tegenwoordig al van Brugge tot Arlon stappen, zoals Arnout Houben ons heeft voorgedaan. Wij stappen vandaag van Beernem naar Doomkerke, 17.2 km met een TWQ van 58%. Ondanks dat relatief hoge cijfer kwamen we toch maar tot een score van 14/20. Als je meer dan 5 km moet stappen voor je het eerste stukje onverhard onder de bottines krijgt, begint het al ergens te knellen, gelukkig niet aan de voeten. Later wordt dat gelukkig ruimschoots goedgemaakt met bostrajecten in de buurt van het door de stormen zwaar getroffen Bulskampveld, de Vagevuurbossen en de Gulke Putten. Opvallend lange, rechte stukken (ziekaartje) (ook waar alternatieven voor de hand lagen) kenmerken voor de rest dit stukje GR. De topogids dateert al van 2006; het hoeft dan ook niet te verbazen dat het traject al op heel wat plaatsen is aangepast. De website van de GR geeft gelukkig een overzicht. Doomkerke is het prototype van een Vlaams straatdorp. Het dorp (de parochie) werd opgericht door pastoor Carolus Doom in de tweede helft van de 19de eeuw. Van veel bescheidenheid kun je de parochieherder niet verdenken: de kerk is ook nog eens een Heilige-Caroluskerk!
De stafkaarten. 13/5-6 Oostkamp (2019) - 21/1-2 Tielt (2016)
Hoe we er geraakten. Beernem wordt elk uur bediend door de L-trein Mechelen - Zeebrugge. Voor ons betekent dat overstappen in Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters. Voor de terugreis zijn we aangewezen op belbus 77 van Tielt die ons van Doomkerke naar Aalter brengt. Uit Aalter hebben we niet minder dan 3 mogelijkheden om terug te keren, 2 keer met een directe IC naar Genk of Brussels-Airport-Zaventem, een keer met de L-trein van vanmorgen (in de andere richting) en dus een bijkomende overstap in Gent-Sint-Pieters.
Een beetje geschiedenis. Ik heb nu eenmaal de gewoonte om me hier toe te spitsen op de vertrekhalte van de terugreis en dat is vandaag niet anders. Alleen, Doomkerke is eigenlijk tot de komst van de belbus bij het begin van deze eeuw verstoken gebleven van openbaar vervoer. Ik vond belbus 77 Tielt Noord-Oost voor het eerst terug in het busboekje van 01.03.2003, maar hij kan al wat vroeger gereden hebben. Die belbus bediende toen de volgende dorpen en steden: Tielt, Ruiselede, Schuiferskapelle, Kanegem, Doomkerke, Kruiskerke, Aalter, Aarsele en Dentergem. Toen De Lijn zware besparingen werden opgelegd, werden de belbusgebieden uitgebreid, meestal door samenvoeging met een ander gebied, in casu Tielt Zuid-West. Voor bus 77 kwam dat neer op een uitbreiding met Egem, Meulebeke, Oostrozebeke, Pittem en Wielsbeke. Dat dit in het nadeel van de belbusgebruikers uitliep, wordt hier scherp verwoord. Overigens werden de halteborden niet (meer) aangepast aan de nieuwe toestand: bij de halte Doomkerke Kerk vermeldt het bord nog altijd 77 Tielt Noord-Oost
Ik heb zelf onvoldoende zicht op wat de besparingen op de belbus voor de gebruiker precies betekenden, al kan het nauwelijks anders dan dat de uitgestrekte gebieden problemen veroorzaken bij reservering en bediening. Waar ik wel zicht op heb: oorspronkelijk kon je jezelf vrij goed een idee vormen van de mogelijkheden die je met de belbus had: de belangrijkste halte (in dit geval Tielt Station) stond vermeld met doortochtuur en in dezelfde tabel stonden alle belangrijke halten, niet met een doortochtuur, maar met een telefonisch symbooltje. De bussen reden en rijden niet volgens een vaste route en dus kon een precies doortochtuur voor alle halten niet vermeld worden. Tegenwoordig is het ronduit ondoenbaar om zelfs maar een vaag idee te krijgen van de beschikbare belbussen. De mededeling die De Lijn in petto heeft is de volgende: Deze route is een voorstel. Voor de exacte tijden en route dien je te bellen naar de belbuscentrale of reserveer online. (Dat laatste is volgens de website trouwens aan een aantal voorwaarden onderworpen.) Dat voorstel zwijgt in alle talen over doorkomsttijden, waar dat vroeger wel het geval was. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat het al enkele jaren geleden was (corona…) dat ik nog gereserveerd had, maar het liep wel vlot. De West-Vlamingen aan de telefoon spreken nu een behoorlijk Nederlands, met hoorbaar Noord-Nederlands accent, zoals je wel vaker hoort als callcenters het roer van de klantendienst hebben overgenomen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1708
09:26 09:35
stipt
427
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters
1531
09:53 10:21
stipt
1915 - 61048
M6
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Beernem
0581
10:45 11:15
stipt
08130
mr08 Desiro
controle: N
-
Doomkerke - Aalter
[77]
17:04
ab651-062
Joost Sprinter*
Aalter - Brussel-Zuid
2817
17:45 18:29
+3
353
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Halle
3240
18:47 18:57
+3
393
mr80 Break
controle: N
En wat we beleefden. Het is al een tijdje geleden dat we nog in een trein gezeten hebben met een aardige bezetting als IC 1708. Zou dat echt het gevolg zijn van code geel? Of is het toeval? Feit is dat de IC naar Blankenberge (10 M6!) ook behoorlijk vol zit in eerste klas. Daar speelt vermoedelijk het feit dat het gehele benedendek volgekliederd is met infantiele verfvlekken. Als we in Gent uitstappen blijkt het benedendek inderdaad zo goed als leeg te zijn. Mijn foute inschatting, ik geef het toe. We moeten door een lange werf met een snelheidsbeperking tot 60 km/u; ik heb de indruk dat de waterzieke bedding hier gesaneerd wordt. Toch komen we nog op tijd in Gent-Sint-Pieters aan. Blijft nog het half uurtje L-trein tot Beernem. Veel valt hier niet over te vertellen; hier en daar is men ijverig aan het werk om de lijn viersporig te maken.
Twee dagen voordien heb ik belbus 77 besteld. Dat liep alles bij elkaar vlot. Ik had een bus na 16:30 gevraagd en met een bus om 17:04 zaten we er niet eens ver af. Nieuw is dat ik even later een bevestiging kreeg via e-mail. Dat is een handige verbetering. De belbus zelf komt zo goed als op het afgesproken uur aan; hij heeft nog 5 reizigers mee, nog, want geleidelijk komen die allemaal ter bestemming. De chauffeuse heeft de goede gewoonte om bij aankomst aan de gevraagde halte alstublieft te zeggen en de klanten antwoorden als in een reflex dank u wel. De meesten zijn vaste klanten, want meestal kan er ook nog een tot de volgende keer af.
We hadden erop gerekend dat we de trein van 17:23 zouden kunnen halen maar die staat al aan het perron als we uit de bus stappen. We doen geen moeite, 22 minuten later is er al een andere trein richting Brussel. Dat is IC 2817 uit Knokke. Een medereiziger draagt een veilig FFP2-masker, maar om te hoesten maakt hij zijn gezicht vrij. Later doet hij dat nog eens over als hij moet niezen. En nog later om te eten! De uitdrukking onderaan is rechtstreeks door hem geïnspireerd. Voor Gent lopen we wat vertraging op en die zullen we houden tot Brussel-Zuid, met dank aan de vertragingszone. De snelle aansluiting met de S naar Braine-le-Comte valt daardoor in de waterzieke grond. IC 3240 zal de taak van de S-trein overnemen. We hebben vandaag 5 treinen genomen en zijn 1 keer gecontroleerd. Op korte termijn vermindert dat ongetwijfeld het aantal conflicten - daar moet je immers met twee voor zijn- , maar ik vrees dat dit op lange termijn de toestand alleen maar kan verergeren.
De treinlectuur. Ellery Queen, The Siamese Twin Mystery. Engels kreeg je destijds in de klassieke humaniora gedurende 3 jaar a rato van één (1!) lesuur per week. Toch moesten we in de retorica een Engelse roman lezen in oorspronkelijke versie - easy readers waren en zijn in mijn ogen en in die van onze leraar nog altijd geldklopperij en een vreselijke tegemoetkoming aan de gemakzucht van leraars en leerlingen. Die allereerste roman werd dus deze detective, gekocht in 1970 maar oorspronkelijk verschenen in 1933. Ik had voordien al vertaalde verhalen van hetzelfde auteursduo gelezen, maarHans Devroezorgde ervoor dat ik me voortaan aan de originele versies zou wagen. Hij is er trouwens ook rechtstreeks "verantwoordelijk"voor dat ik Germaanse ben gaan studeren, want zijn lessen vergelijkende en historische taalkunde, hadden een dergelijke aantrekkingskracht dat ik Germaanse major Nederlandse taalkunde moest kiezen. Of hoe een leraar die buiten de lijntjes kleurt, toch van onschatbare waarde voor zijn leerlingen kan zijn. Jo CLAES, Het kaïnsteken.
Dringend gezocht: cursus of lesgever voor het lezen en interpreteren van Delhaizerekeningen.
18 renners die niet meer starten in Parijs - Nice. Of is het Parijs - Nies.
Uitgedrukt… Waar Onze Lieve Heer allemaal zijn goed eten in steekt. Gezegd als iemand zich dom, belachelijk, onnozel gedraagt…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In de huidige topogids van GR561 Kempen - Maasland lees ik dat de eerste verscheen in 1977. Wij stapten inderdaad in de jaren 1980 van Valkenswaard naar Diest, niet in één keer, voor alle duidelijkheid. Vandaag is GR 561 de samensmelting van de oorspronkelijke GR 561 Dommel - Nete - Demer en GR 562 Limburg van Kempen tot Maas. Wij starten gemakshalve bij het station van Diest en lopen 12 à 13 km tot Vorst. Bij de berekening achteraf waren we verbaasd dat de TWQ "slechts" 68% bedroeg, want de eerste 9 km verlopen zo goed als ononderbroken over veld-, bos- en voetwegen. Dan valt de kwaliteit sterk terug, door bebouwing en door de verering van Sint-Velocipedus, voor wie enkele honderden meters voetweg dringend verhard en verbreed moesten worden. Na het fantastisch goede eerste deel, in reservaten als Dassenaarde en Gerhagen, moesten we het uiteindelijk stellen met een typisch Vlaamse GR en dat verklaart dat we toch maar 15/20 gaven. Wat uiteraard nog altijd een goede score is… Hetkaartjeillustreert een en ander, net zoals defoto's. Deze geeft een voorsmaakje:
Het weer. Bijna helder (alleen wat cirrus), rustig en fris.
De stafkaarten. 25/5N Diest (2001) - 25/1 Z Deurne (Diest) (2001) - 25/1 N Tessenderlo (2001). Recente kaarten uit 2017 op 1:25.000: 25/1-2 Tessenderlo en 25/5-6 Diest.
Hoe we er geraakten. Diest is tegenwoordig erg gemakkelijk te bereiken met de IC Gent - Tongeren. Een aloud alternatief bestaat erin naar Leuven te sporen en daar over te stappen op de stoptrein naar Hasselt. Maar als het overstapvrij kan, doen we dat natuurlijk! Voor de terugrit kunnen we met buslijn 19 gemakkelijk in Diest geraken om daar opnieuw de IC te nemen, deze keer in de richting Brussel - Gent. Een terugkeer via Geel zou ook kunnen maar omdat men enkele jaren geleden besliste om een alternatieve terugreis niet langer aan te bieden, zijn we redelijkerwijs verplicht langs Diest terug te keren. Of met een veel duurdere Railpass te reizen.
Een beetje geschiedenis. We stapten heel recent nog in Meerhout en toen kwam de tramlijn Turnhout - Zichem ook al ter sprake. Het toeval wil dat we vandaag in Vorst opstappen en dat werd door het gedeelte naar Zichem bediend, vanaf 1900 tot 1949. Om een beeld te krijgen van het traject van deze tram tussen Eindhout en Zichem som ik even wat tussenliggende stopplaatsen op: Vorst Dorp - Veerle Dorp - Abdij van Averbode - Zichem Staatsstatie. Zo vond ik de lijn terug in het spoorboekje van 01.07.1913. Met 5 ritten uit en 5 naar Zichem was de bediening voor die tijd vrij behoorlijk. De meeste ritten kwamen evenwel niet uit Turnhout en zelfs niet uit Mol. De exploitatie werd opgesplitst in afzonderlijke baanvakken. In het spoorboekje van 1932 vinden we hetzelfde aantal ritten terug, maar die leggen nu allemaal het volledige traject af: in Mol werd meestal een tiental minuten tijd verloren, maar ook zonder deze verlengde stilstand duurde de rit Turnhout - Zichem al snel twee en een half uur. In het laatste jaar van de tramexploitatie waren die doorgaande ritten alweer verleden tijd; het aantal ritten bleef wel hetzelfde. Opvallend: komende uit Eindhout verliet de tram ter hoogte van Vorst heel even de hoofdweg - het zou me niet verbazen mocht daar het station hebben gelegen, maar je vindt er tegenwoordig niets meer van terug. De tram werd dus vervangen door een buslijn, eigenlijk een vertakte buslijn Tessenderlo - Zichem (via Klein en Groot Vorst, Averbode) en Geel - Zichem (via Winkelomheide, Eindhout, Groot Vorst, Veerle en Averbode). Het is die laatste tak die vandaag nog als basis dient voor de huidige lijn 19. In het spoorboekje van 22.05.1955 zien we de verbinding vanuit Zichem verlengd tot Diest via Molenstede. In 1956 wordt het tabelnummer 1199 ingevoerd, meteen het hoogste nummer dat ooit door de NMVB gebruikt is. Tabellen met een nummer boven 1199 waren voorbehouden aan de particuliere busdiensten. Op hetzelfde moment krijgt de lijn het nummer 19. Stilaan komt het zwaartepunt trouwens op de verbinding Geel - Diest te liggen. In het busboekje van 01.07.1991 staat te lezen: de bediening op zondag wordt vanaf 01.04.1990 afgeschaft. De overgang van NMVB naar De Lijn liet zich duidelijk voelen… Trouwens, ik vermoed dat de zondagsdienst al een eerste keer afgeschaft is geweest in de jaren 1970 en later (wanneer?) weer werd ingevoerd.
Uit het busboekje van 31.05.1981 kopieerde ik de volgende bladzijde: je ziet, de dienstregeling was behoorlijk ingewikkeld…
Je bemerkt ook hoe ik de dienstregelingenboekjes zonder al te veel problemen up-to-date hield. Bladzijden uit een verschenen bijvoegsel werden over de te vervangen bladzijden gekleefd. Tegenwoordig zou dat niet eens geen frustrerende bezigheid meer zijn, het is gewoon onmogelijk geworden.
Het wordt nog moeilijker om de verdere evolutie te schetsen: in 1995 wordt op weekdagen iets wat op een 2-uurdienst gereden, op zaterdag is het zelfs een 2-uurdienst tout court. Met de komst van de basismobiliteit kwam er een uurdienst op week- en zaterdagen en een 2-uurdienst op zondag. Ik wil er nog even op wijzen dat er ook nog een schooldienst 19b bestaat, die ook door Vorst komt.
Voor de liefhebbers: Vorst had als telegrafische afkorting MV.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+2
829
mr75
controle: N
Brussel-Zuid - Diest
2208
09:44 10:33
stipt
1901 - 61046
M6
controle: N
-
Vorst - Diest
[19]
14:29 14:49
+7
ab2140
VDL Bus&Coach Citea SLE
Beverlo
Diest - Brussel-Noord
2237
15:27 16:05
+4
1904 - 61048
M6
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3437
16:20 16:40
+4
2712 - 58057
M4
controle: J
En wat we beleefden. IC 3408 vertrekt uit Halle op dubbel geel en dan weet je dat de kans dat hij op tijd in Brussel-Zuid aankomt klein is. IC 2208 legt het traject Brussel - Diest vlot af. Spijtig genoeg zal het vanaf Diest een stuk moeizamer gaan, want een seinstoring tussen Diest en Hasselt zorgt voor problemen, die ons evenwel niet meer deren. Het zal trouwens niet het einde zijn van de ellende op lijn 35: er volgen nog een defecte trein en een storing aan een overweg tussen Leuven en Aarschot.
De bussen van lijn 19 bedienen een halte die gemeenschappelijk is voor de richting Geel en voor de richting Diest. De aanwezige reizigers worden vrij evenredig verdeeld over beide bussen; normaal komt die naar Diest eerst en pas dan die naar Geel, maar vandaag verschijnen ze in omgekeerde volgorde. Die naar Diest wordt lange tijd met 4 minuten vertraging aangekondigd, maar plots gaat het naar 10 minuten: de omleiding in Winkelomheide is daar debet aan. Ik volg de bus op de app van De Lijn en daar heb je dat eigenaardige verschijnsel dat de bus op de omleiding de vertraging blijft optekenen bij het begin van de omleiding. Ja, ik zal de haltelink tracker missen, want daar kun je de bus ook op de omleiding volgen. En aflezen tot welke stelplaats de bus behoort. Op weg naar Diest vermindert de vertraging nog wat, de aansluiting bus/trein is sowieso erg ruim.
Ondanks de vertraging hebben we genoeg tijd om een bezoekje te brengen aan Wim's Clubs, eigenlijk een stationsbuffet met net iets meer, zoals ze spijtig genoeg allemaal verdwenen zijn. Spijtig dat de NMBS niet inziet dat een goeddraaiend buffet een appetijtelijk cachet geeft aan de eigen stationsruimte, vele keren meer dan al die hedendaagse must haves die we zijn gaan mijden als de pest. En als uit de luidsprekers dan ook nog Dire Straits (Walk of life), Dexy's Midnight Runners (Come on Eileen), Roger Glover (Love is all) en Supertramp (Take a little bit) weerklinken, zou je je trein (bijna) laten rijden, wat we dus niet gedaan hebben. Tenslotte kan ik ze thuis ook gewoon in de cd-speler schuiven.
Van problemen lijkt er geen sprake meer te zijn, al rijdt onze IC met 4 minuten vertraging. Daar zal niets meer af gaan tot Brussel-Noord. Normaal gezien moeten we nu met de IC naar Quiévrain naar Halle. Maar die heeft in Leuven vertraging opgelopen en die neemt alleen maar toe. En dus zoeken we ons heil in de IC naar Binche; dat die uit M4 is samengesteld is meegenomen. Die gaat opvallend vlot door de NZV, maar verliest wel 4 minuten tijd in Brussel-Zuid. Twee perrons verder komt de IC naar Quiévrain trouwens al post vatten, maar wij gaan eerst naar Halle. Meteen na Brussel-Zuid krijgen we de eerste controle van de dag…
De treinlectuur. Laurent GOUNELLE, L'homme qui voulait être heureux. Josie SILVER, Een dag in december.
Dringend gezocht: cursus of lesgever voor het lezen en interpreteren van Delhaizerekeningen.
Uitgedrukt… Een koningswens: de wens van ouders om eerst een zoon en dan een dochter op de wereld te zetten. In het Algemeen Nederlands spreekt men van een rijkeluiswens; in beide gevallen zal het er wel om gaan de stamboom voort te zetten.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De Tour du Brabant wallon was oorspronkelijk een buitenbeentje in de lange lijst van Belgische langeafstandswandelpaden: wij zetten onze eerste stappen op het met paars-rood bewegwijzerde pad in 1999. Maar toen de ontwerpers het niet meer zagen zitten om voor het onderhoud van het pad in te staan, werd het overgenomen door de Sentiers de Grande Randonnée, die het naar hartenlust aanpasten en uitbreidden. De eerste topogids van GR127 verscheen in 2018. Het is die gids die we vandaag meedragen voor een tocht tussen Orp-le-Grand en Opheylissem, 11.5 km lang en met een behoorlijke TWQ-score van 60%. GR 127 voert ons langs de Kleine Gete, grote boerderijen en nog grotere akkers door een aangenaam golvend Haspengouws landschap en doet ons uiteindelijk landen in het Provinciaal Domein van Hélécine, in Opheylissem. De recente stormen hebben hier en daar voor wat problemen gezorgd: al meteen in Orp-le-Grand is een erg mooi pad langs de Kleine Gete door een nadarhekken afgesloten, maar we wagen het er toch maar op. Na zo een 200 m stoten we op een viertal arbeiders van de gemeente die een omgewaaide boom aan het opruimen zijn. Op dat moment is het aangeraden om die mannen te respecteren en dus vragen we of we door mogen: dat wordt joviaal toegestaan. Helemaal op het einde, bij het naderen van het domein van Hélécine, komen we wel voor een door wat omgevallen boompjes onneembaar obstakel te staan, maar het te volgen pad loopt parallel met het betonnen pad dat we al een tijdje aan het volgen zijn. Ik denk dat we de komende weken nog wel meer voor onverwachte hindernissen kunnen komen te staan; zelfs die van de waterbom zijn nog verre van opgelost. Maareen goed kaartje kan de problemen natuurlijk voorkomen. We quoteerden 16/20.
Het is altijd prettig als je de mooie dorpen in de verte ziet opdoemen: Pellaines.
Het provinciaal domein van Opheylissem.
Het weer. We kregen wat ons beloofd was: van helder naar licht bewolkt, bij een aangename temperatuur en niet te veel wind.
De stafkaarten. Ik bereidde de tocht verleden jaar voor op de kaarten op 1:10.000 waarover ik op dat moment beschikte. Je hebt er niet minder dan 4 nodig voor deze relatief korte tocht: 40/4N Orp-le-Grand (2001), 41/1N Lincent (1998), 33/5S Landen (2000) en 32/8Z Hoegaarden (2000). Denk niet dat het met de ondertussen gepubliceerde kaarten op 1:25.000 minder ingewikkeld is: ook van deze reeks heb je 4 kaarten nodig: 40/3-4 Jodoigne (2019), 41/1-2 Hannut (2020), 33/5-6 Sint-Truiden (2018) en 32/7-8 Tienen (2019).
Hoe we er geraakten. De heenreis was eigenlijk een evidentie: met de IC naar Landen en daar overstappen op de TEC-bus 148 naar Gembloux. Die rijdt wel maar om de 2 uur, maar we wagen het erop om geen reserve te voorzien. De terugreis kan even eenvoudig: lijn 339 naar Tienen en daar opnieuw met de IC Liège-Guillemins - Quiévrain rechtstreeks naar Halle. Maar we houden een vroegere verbinding in ons achterhoofd: met de 339 naar Ezemaal en daar overstappen op de trein. We moeten dan nog wel een 600 m stappen omdat de bus niet aan het station van Ezemaal komt, maar we zouden op deze manier wel een half uur kunnen winnen.
Een beetje geschiedenis. Opheylissem, ons eindpunt van vandaag, wordt bediend door 2 buslijnen. De eerste, lijn 339, verbindt Hannut met Tienen. Ik vond ze voor het eerst terug in het spoorboekje van 05.10.1952. Ze kaderde in het streven van de NMBS om het spoorwegnet met aanvullende buslijnen uit te breiden. Het lijnnummer is tot vandaag van toepassing, ondanks de overheveling van de lijn van de NMBS naar de NMVB en bij de regionalisering naar de TEC-Brabant wallon. Ook vandaag nog rijdt deze lijn tijdens het weekend, met 5 ritten op zaterdag en 3 op zondag. Bepaalde ritten van deze lijn bedienen Ezemaal, zij het niet allemaal tot Ezemaal Station. De nadruk is komen te liggen op de verbinding Hannut - Tienen via Goetsenhoven, zonder ommetje langs Ezemaal.
De tweede lijn heeft als lijnnummer 26. Daarvoor moeten we verder terug in de geschiedenis: in 1908 werd de tramlijn Jodoigne - Ezemaal - Sint-Truiden ingevoerd. Langer dan 1953 zou de reizigersdienst het hier niet uithouden. We vinden ze eerst terug onder tabel 315, in die tabel kun je aflezen dat Ezemaal zelfs over een stelplaats van de NMVB beschikte. De lijn splitste in Overhespen af van de lijn Sint-Truiden - Tienen, waarover ik het eerder al had. In 1936 maakten autorails hun opwachting, al waren er blijkbaar tot de afschaffing ook nog enkele diensten met stoom (?), in de tabellen terug te vinden met de verwijzing mixte. De tramlijn werd verbust; het eerste spoor (nu ja…) daarvan vinden we terug in het spoorboekje van 23.05.1954, onder tabel 734. Vanaf 03.06.1956 zou dat 609 worden. In het nationale NMVB-boek van 30.05.1976 wordt lijnnummer 26 vermeld. In feite verandert er weinig aan de dienstregeling in de week, maar de zondagdienst sneuvelt in 1984 en de zaterdagdienst is ondertussen tot 2 ritten in elke richting gekrompen. Op een oude topografische kaart vond ik de tramlijn terug: de E40 en later de HSL hebben net voor Opheylissem voor een grondige herschikking gezorgd: de tram volgde hier destijds de huidige N279, maar even voor Opheylissem (Le Steenberg) verliet hij de weg en liep achter de huizen door naar Neerheylissem. De golvende N279 zal hier wel niet vreemd aan zijn.
De verbinding.
Halle - Landen
1708
9:26 10:34
stipt
372 (FSD)
mr80 Break
controle: N
Landen - Orp-le-Grand
[148]
10:43 11:01
stipt
ab 6417
Mercedes Citaro LE C II
Chastre
-
Opheylissem - Ezemaal
[339]
14:21 14:26
+2
ab6106-07
Mercedes Citaro LE
Cintra
Ezemaal - Brussel-Noord
3638
14:44 15:35
+14
566 (FHS)
mr96 Deense neus
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1937
16:01 16:23
+1
1866 (NK) - 61038 (FCL)
M6
controle: J
En wat we beleefden. Veel valt er van de rit in IC 1708 niet te vertellen: na Brussel-Zuid duikt een jongeman op met de bekende bedelbriefjes, maar die verdwijnt even snel als hij gekomen is. Vanaf Brussel-Noord zitten we alleen in onze afdeling. In Leuven staan we in totaal 7 minuten stil: we komen 4 minuten te vroeg aan en vertrekken om een niet gemelde reden 3 minuten te laat. In Landen arriveren we alweer 3 minuten te vroeg.
Er staan 3 bussen te wachten op het busstation: een 127 naar Huy en 2 pas en service. We wachten geduldig: de 2 chauffeurs slaan een babbeltje en ik ben er wel zeker van dat de film zonder tussenkomst van de chauffeur op 148 Jauche Station springt. Een minuutje later verandert de film van de andere bus in 148 Gembloux. Dat wordt onze bus. Ik wist eigenlijk niet dat het beheer van de lijnfilms automatisch kon gebeuren. Dat vermindert hopelijk de kans dat een bus zonder of met de verkeerde film rondrijdt.
Voor de terugrit staan we op het veel te smalle voetpad langs de muur van het domein. Er zitten nog opvallend veel scholieren in deze bus; soms heb je de indruk dat Waalse jongeren zelf kunnen bepalen wanneer ze komen of gaan. De bus eindigt zijn rit bij de halte Ezemaal Sint-Job. We zien lijn 36 in de verte liggen.
Op de oude app heb ik vandaag een melding gekregen dat die is stopgezet. Die deugt sowieso niet om de storingen op te volgen, want die worden meer niet dan wel actueel gehouden. De nieuwe is zo mogelijk nog erger: daar is helemaal geen rubriek storingen en je krijgt alleen maar een voetnoot als je één bepaalde verbinding opzoekt. Ruimte om zelf alternatieven te zoeken is er nauwelijks. Vandaag is er een storing tussen Tienen en Vertrijk en IC 3638 wordt aangekondigd met 5 minuten vertraging. Veel later lees ik dat de voorziene aansluiting (met S 1587) waarschijnlijk niet gehaald zal worden. Dat had ik zelf ook al door. Van alternatief is er geen sprake, of ik vind er geen in de annekensnest die deze app kenmerkt. (Ik heb net vandaag antwoord gekregen op een klacht die ik een maand of 2 geleden heb ingediend over het verdwijnen van de oude app en diens mogelijkheden: gegevens per trein, storingen, bushaltes en dies meer opzoeken. Het antwoord is nogal onthutsend: de nieuwe app heeft toch al wat vernieuwingen gebracht! Ik zou mijn oude tv niet wegdoen voor ik een nieuwe heb, maar tot iets dergelijks dwingt de NMBS ons. Vandaag verschijnt het bericht, met een link naar de nieuwe app, nog altijd, maar de oude functioneert vooralsnog.) Gelukkig is er nog de website; op die manier kun je de meeste problemen met de app(s) omzeilen. IC 3638 komt uiteindelijk met 7 minuten in Ezemaal aan, in Tienen zijn het er nog 6, maar dan moeten de problemen nog beginnen. Bij het naderen van Vertrijk komen we stil te staan voor sein B428. De tb stapt uit en haalt de toestemming om op zicht verder te rijden uit het kastje - er moet een goede reden zijn waarom dat in 2022 nog altijd op deze manier moet gebeuren. Oorzaak van de miserie blijkt OW42 te zijn, in de buurt van de vroegere halte Roosbeek. Uiteindelijk vertrekken we uit Vertrijk met 16 minuten vertraging, in Brussel-Noord blijven er nog altijd 14 over. Het wordt dus net als verleden week weer IC 1938, die ons bijna stipt in Halle brengt. Uiteindelijk hebben we 10 minuten gewonnen - in plaats van een half uur - door via Ezemaal te reizen, want de IC 1737 heeft geen last meer gehad van de storing…
De treinlectuur. Laurent GOUNELLE, L'homme qui voulait être heureux. Julian bezoekt tijdens een vakantie op Bali een genezer en komt tot de ontdekking dat hij helemaal niet gelukkig is, door een verstoord zelfbeeld. Josie Silver, Een dag in december.
Knap, hoor, die ontwerpers van apps. Ook voor het scherpe inzicht bij het ontwerpen ervan, maar in de eerste plaats voor het gemak waarmee ze bepalen wanneer de doorsnee gebruiker de app eindelijk in de vingers heeft en het dus de hoogste tijd is voor een nieuwe versie…
Uitgedrukt… De Russen zijn in 't land. Als eufemisme (of dysfemisme?) voor menstrueren… Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Bij het NGI gaf men een wandelkaart uit met 25 bewegwijzerde wandelingen in Esneux en Anthisnes. Wij kozen vandaag de korte wandeling uit Esneux met de naam Tige de Fontin. Tige betekent heuvelkam of -rug en dat zullen we geweten hebben want uit Esneux wordt het een vrij, lange matige klim tot Fontin, niet meer dan een gehuchtje rond een kerk. Daarna volgt een vrij steile afdaling die je terugbrengt naar de Ourthe, zoals je kunt zien op het kaartje. Met een zestal km is het een van de kortste wandelingen van onze jaarplanning, maar zoals wel vaker zijn deze korte wandelingen ook krachtig. Eenmaal uit Esneux (via een reeks kuitenbijtende trappen) kom je terecht in een landschap met glooiende weiden en twee keer ook een stukje bos. Dat laatste stukje (parallel met de Ruisseau d'Évieux) was trouwens min of meer afgesloten: bij de ingang van het bos stond een opzijgeschoven nadar en dus dachten we dat de doorgang vrij was, maar bij de uitgang stond wel degelijk een nadar die aan duidelijkheid weinig te wensen liet. Onderweg kun je trouwens zien hoe het sterk dalende beekje hier en daar serieus tekeer was gegaan tijdens de zomerse zondvloed. Vermoedelijk is de weg afgesloten omdat hier en daar een boom nogal onstabiel lijkt en in deze tijden wordt de wandelaar dan niet op zijn eigen verantwoordelijkheid gewezen - wat normaal zou zijn - maar probeert men vooral te vermijden dat de eventueel door een vallende boom getroffen stapper naar de rechtbank stapt, als hem dat nog lukt. Het is wel even opletten met de bewegwijzering, die trouwens erg goed is als je er rekening mee houdt dat hetzelfde symbooltje gebruikt wordt voor nog 2 andere wandelingen uit Esneux. Op de precaire splitsingen staan wel duidelijke borden en zolang je Tige de Fontin volgt, kan het niet verkeerd lopen. Zeker niet metdit kaartje.
Het kasteel van Avionpuits is het hoogtepunt, zelfs bijna letterlijk, van onze korte uitstap.
Foto'skunnen verklaren waarom we de wandeling bedachten met een riante 16/20. Doen dus!
Het weer. Licht bewolkt en winderig.
De stafkaarten. 49/2N Esneux.
Hoe we er geraakten. Vermoedelijk huiveren sommigen als je zegt dat je 3 treinen heen en 3 terug nodig hebt, maar al bij al is dat helemaal geen probleem, zeker nu Esneux zelfs 2 keer per uur bediend wordt uit Liège, zij het zeer slecht gespreid.
Een beetje geschiedenis. Er zijn weinig baanvakken waarop in de loop van de geschiedenis zo veel haltes gesloten zijn als het deel van lijn 43 tussen Angleur en Rivage, maar goedgelegen stations als Esneux en Poulseur hebben moeiteloos overleefd: die lagen dan ook optimaal t.o.v. de stads- of dorpskern. Esneux ligt vlak bij de Tunnel d'Esneux, die 612 m lang is. meer Luikwaarts ligt de halte Hony, op 1.1 km van Esneux, zodat je echt de indruk krijgt dat alleen de tunnel beide stopplaatsen van elkaar scheidt. Mooie anekdote: halfweg de jaren 1970 zonden BRT en KRO de reeks Centraal Station uit, met de spoorwegpolitie in de hoofdrol. In een van de afleveringen zie je een goederentrein die door het nachtelijke Hony rijdt, toen vermoedelijk niets speciaals, maar als in een van de wagons een vrouwenbeen uitsteekt boven de vracht, zit daar natuurlijk een opdracht in voor Romain de Coninck die een van de hoofdrollen speelde.
Belangrijke momenten voor Esneux in de voorbije 40 jaar waren de invoering van het beruchte IC-IR-plan (waarbij met de grove borstel door de haltes van de lijnen 43 en 42 werd gegaan) en de elektrificatie van lijn 43 (naar Marloie) in 1993. Onderstaand overzicht geeft hopelijk een goed beeld van de manier waarop Esneux in de loop van de jaren bediend werd. Ik beperkte me tot de treinen uit Liège.
Vanaf de overweg krijg je dit mooie beeld van de Tunnel d'Esneux. Het blauwe bord HON kondigt de halte Hony aan.
De laatste dienstregeling voor 1984 toont een onregelmatig bedieningspatroon met omnibussen en semi-directe treinen naar Jemelle of Gouvy. Op weekdagen waren er treinen van 6:11 tot 23:08, op zaterdag sloot men een uurtje vroeger (22:06) en op zondag was de amplitude al gekrompen tot 7:54 - 20:24.
Met de komst van IC-IR kwam er wel een overzichtelijke bediening: om de 2 uur reed een L-trein naar Jemelle (amplitude 6:37 - 22:37), alle dagen van de week. Op weekdagen reden er ook nog 3 P-treinen (pas uitgevonden!), 1 in de ochtend en 2 in de namiddag. Dat de bediening op zaterdag en zondag nauwelijks afweek van de weekdienst kan op het eerste gezicht positief lijken, maar het is ook een gevolg van de starheid van het IC-IR-plan, dat berucht werd om de manier waarop zelden rekening werd gehouden met forensen en scholieren. Het zou soms jaren duren voor correcties werden aangebracht. Op 23.05.1993 werd de elektrificatie van lijn 43 ingehuldigd. Aan de 2-uur-dienst werd niet geraakt. De amplitude wijzigde licht, door de verschuivingen in de rittijd die door de elektrificatie mogelijk werden gemaakt: 6:35 - 22:42, alle dagen van de week.Echte vooruitgang kwam er dan ook pas 16 jaar later toen lijn 43 een uurdienst kreeg, alleen op weekdagen, wel te verstaan. Op weekdagen liep de dienst van 5:34 tot 22:52, op zaterdag en zondag begon men er 's morgens een uurtje later aan.Recent (13.12.2020) besloot men ook de IC naar Luxemburg in Esneux te laten stoppen. De amplitude valt dan wel terug op 6:22 - 22:34, maar dit is onmiskenbaar een stevige vooruitgang.
Spijtig genoeg zitten IC naar Luxemburg en L naar Marloie erg dicht op elkaar; op zaterdag en zondag is de toestand zo mogelijk nog erger omdat beide treinen maar om de 2 uur rijden en allebei alleen op de pare uren.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1709
10:26 10:35
+1
323
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
509
10:55 11:59
stipt
1872 - 73024
M7
controle: J
Liège-Guillemins - Esneux
5312
12:07 12:22
stipt
08514
mr08 Desiro
controle: J
-
Esneux - Liège-Guillemins
5585
14:23 14:43
stipt
08545
mr08 Desiro
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
537
15:01 15:50
stipt
1820 - 11806
I11
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1937
16:01 16:23
+4
1878 - 61001
M6
controle: J
En wat we beleefden. Het zijn niet de treinen die voor problemen zorgen, wel de app van de NMBS: ik probeer seniorenbiljetten Halle - Esneux te kopen, maar bij de betaling loopt het fout. Er verschijnt een melding dat het 10 minuten kan duren voor de betaling effectief uitgevoerd wordt. Mijn gedacht! Vijftien uur later lijkt de app nog altijd in een eindeloze loop terechtgekomen, de QR-code zal wel nooit meer verschijnen. We krijgen trouwens 5 keer controle en de reacties van de tbg's maken duidelijk dat het geen eenmalig verschijnsel is. Het gaat van een wegwerpgebaar tot een gelaten mededeling dat het wel vaker voorkomt. En wie nog snel een biljet wil kopen als de tbg verschijnt, weze gewaarschuwd: op de app is wel degelijk af te lezen hoe laat de betaling is geïnitieerd, in ons geval om 9:38! Ik heb vandaag met de klantendienst gebeld en de vriendelijke juffrouw aan de andere kant van de lijn heeft me verzekerd dat mij geen blaam treft maar dat het wel degelijk een gekend probleem is. Ze geeft me de raad om de volgende keer meteen de klantendienst te bellen en dat zal ik desgevallend dus zeker doen.
Met de treinen zit het wel snor: de IC naar Liège-Guillemins die we later zullen inhalen met de IC naar Eupen heeft een minimale vertraging en bestaat uit 2 breaks waarop malloten hun artistieke onkunde hebben botgevierd. Dan ziet de IC naar Eupen er nog wat frisser uit alhoewel de witte kleur toch echt wel vuil lijkt aan te trekken. Van de 2 Desiro's op spoor 5 in Liège-Guillemins blijft een achter. In Esneux stappen eigenlijk verrassend veel reizigers uit; ik vermoed spijtig genoeg dat dit ten koste gaat van de bezetting van de snel volgende L-trein.
Voor de terugreis nemen we trouwens de L-trein die wat meer overstaptijd geeft in Liège-Guillemins. Tot onze verrassing bestaat IC 537 uit I11-rijtuigen (en mogelijk één I10-rijtuig) en niet uit de verwachte combinatie met M7-rijtuigen. Mij niet gelaten, die I11 ben ik pas na langere tijd enigszins gaan appreciëren en met de M7 kan het ook nog wel een tijdje duren voor ik die echt goed vind. Een gezin met 2 kinderen zit gelukkig aan het andere uiteinde van het rijtuig; zoals verwacht zitten ze abusievelijk (?) in eerste. De tbg vraagt hen te verhuizen en even lijken ze dat ook te zullen doen, maar als de tbg weg is, gaan ze gewoon opnieuw zitten. Twee andere reizigers maken even later ook hun opwachting: ze zijn ook uit eerste klasse gestuurd, maar schuiven gewoon een rijtuig op, naar "ons" eersteklasrijtuig.
IC 1937 ondergaat het gewone gesukkel van de NZV-verbinding, wat de vertraging in Halle verklaart. Even hebben we in Brussel-Noord getwijfeld om de S naar Braine-le-Comte te nemen, maar die zullen we tussen Lot en Buizingen over lijn 96E inhalen. In Brussel-Zuid stapt een groep scholieren op: 20 reizigers die allemaal net de deur van eerste klas uitkiezen en dan in een lange rij naar het volgende rijtuig doorschuiven. Hoe kun je toch die aantrekkingskracht van de deuren van eersteklas verklaren? Ik mag er trouwens niet aan denken dat ik destijds als begeleider mijn groep of klas door de verkeerde deur zou hebben laten instappen.
De treinlectuur. Hisham MATAR, De terugkeer. Na jaren omzwervingen en gevangenschap naar het Libië dat eindelijk bevrijd is geraakt van Khadaffi. Zou verplichte lectuur moeten zijn voor dat knulletje dat op een van de rijtuigen van IC 1937 geschreven heeft dat het onschuldige CST gelijk is aan de totalitaire staat, waar je onschuldig 21 jaar lang in eenzaamheid en duisternis kan worden opgesloten, ook al om de anderen niet te besmetten met je revolutionaire ideeën. William Makepeace THACKERAY, De kermis der ijdelheid.
De Lijn slaat het enkeltje met 25% op. De brave burger betaalt mee voor de zwartrijders…
Uitgedrukt… Zoeken naar een naald in een hooiberg. Tja, zijn er eigenlijk nog wel hooibergen? Ik stel voor om de uitdrukking te vervangen door zoeken naar een NMBS-rijtuig zonder (sporen van) graffiti…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. De basis voor onze tocht van vandaag puurden we uit een wandelbox Picardisch Wallonië te voet. Dat is (inderdaad) een Nederlandstalige box (uit het Frans vertaald) met 50 bewegwijzerde wandelingen. We stapten wandeling 3.41, Gehuchten en hoogtepunten van Zullik-Hellebeek, niet meteen een vlotte titel, maar de vlag dekt wel de lading. Bij de voorbereiding koos ik voor de wandeling in tegenwijzerzin, maar dat bleek een vergissing. De oorspronkelijke tocht werd bovendien hapklaar gemaakt voor gebruikers van het openbaar vervoer, zodat we starten en aankomen bij het station van Silly. Dat maakt de tocht 18 km lang, waarvan spijtig genoeg niet meer dan 17% over onverharde paden en wegen. Voor de rest gaat het meestal over rustige betonwegen. Het landschap is bijwijlen ongelooflijk open, wat prachtige vergezichten oplevert in een regio die nog erg agrarisch is gebleven. Beekjes en beken (zoals de Sille) zorgen voor de extraatjes. We quoteerden 14.5/20. Voor wie zich niet stoort aan het beton best doenbaar. Spoorwegliefhebbers zullen wellicht vertederd worden omdat we ook deels langs de oude spoorlijn 94 liepen en ook langs het compleet ingepalmde plateau van het vroegere station van Bassilly.Het kaartjetoont de bijna dubbele lus van deze wandeling. De bewegwijzering met bordjes 3.41 is niet altijd even volledig (meer). Laat defoto'svoor de rest voor zichzelf spreken. Deze zijn een voorsmaakje:
Uit 1502 zegt de muur van deze mooie boerderij in de Rue de la Wastine.
Aan de oevers van de Sille.
Het weer. Alleen wat cirrus en hier en daar een bescheiden cumuluswolk doorbraken de helderblauwe luchten. Wel fris.
De stafkaarten. 38/3-4 Enghien op 1:25.000 uit 2020.
Hoe we er geraakten. De eigenlijke wandeling begint in het centrum van Bassilly, maar omdat de busbediening niet meteen hoge toppen scheert, besloten we de tocht uit te breiden met een kleine 2 km tot het Far-Weststation van Silly. Dat wordt op weekdagen nl. 2 keer per uur bediend en dat leek ons een stuk praktischer, ook al omdat de verlenging niet onoverkomelijk was.
Een beetje geschiedenis. Toen ik in 1955 (een koude winter) als tweejarige in het overweghuisje van OW13 langs lijn 94 terechtkwam, kon ik nog niet vermoeden dat hier, in Beert, de basis zou worden gelegd van wat een levenslange belangstelling voor spoorwegen zou worden. (Of waren het toch de autorails van de NMVB op de lijn Leerbeek - Ninove die a.h.w. door de achtertuin van mijn grootouders reden, die het virus deden muteren?) Voor mij is lijn 94 alleszins altijd de belangrijkste lijn van het land gebleven. In 1963 maakte ik nog de modernisering van de seininrichting mee, en de automatisering van de overwegen die meteen mijn moeder werkloos maakte. Voor de komst van de diesels, reden hier stoomlocs van het type 1, 12, 29, 16, 64 en 81, een variatie kortom waar je nu alleen maar van kunt dromen. En dan vergeet ik nog de SNCF-locs die sommige treinen Lille - Schaarbeek sleepten. Op het vlak van de rijtuigen ben ik zeker dat hier toen M1, M2, M3, K1 en K2 en zelfs nog even GCI-rijtuigen reden. De L-rijtuigen kwamen hier toen al niet meer. En als curiosum passeerden ook nog 2 keer per dag slaaprijtuigen die de reizigers via Dover naar Londen brachten. Toen ik in de jaren 1970 mijn eerste treinverkenningen deed, lag het spectaculairste deel van de lijn ongetwijfeld tussen Ath en Edingen, met talrijke bochten: locs van de reeks 51 (of 62) sleepten hun korte stellen M2 sierlijk door de wat toen in spoorwegmilieus nog courpen heetten, met een verbasterd leenwoord uit het Frans: courbe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat gezocht werd naar een beter tracé, dat in dienst kwam in september 1985. De HSL zou later over enige afstand naast de nieuwe lijn komen te liggen. Wij stapten vandaag over het deel Bassilly - Hellebecq. Bassilly had het statuut van een overstapstation (lijn 87 takte hier af) en stond daarom vetjes aangegeven in de opeenvolgende spoorboekjes, nog lang nadat van lijn 87 geen sprake meer was. Misschien was dat wel de reden - samen met de onbeduidendheid van het plaatsje - dat lang niet alle semi-directe treinen in Bassilly stopten. Als er geen aansluiting was, hoefde er ook geen trein te stoppen. (Een toestand die bijvoorbeeld te vergelijken valt met die van Anzegem tussen Kortrijk en Oudenaarde.) We stapten deels parallel met de oude bedding, ook voorbij de plaats waar destijds het station van Silly was ingeplant. Dat laatste had toen als telegrafische afkorting FIL, lettercombinatie die vandaag toegepast wordt op het station van Silly dat langs de nieuw aangelegde lijn werd gebouwd. De vroegere afkorting voor Bassilly (FBY) is helemaal verdwenen. Het was ons trouwens niet altijd duidelijk of we wel over de eigenlijke bedding van lijn 94 liepen. Vaak leek het erop alsof die door de aangelanden was ingenomen en alsof een nieuwe onverharde weg naast de bedding is komen te liggen. Feit is dat men erop rekent dat hier ooit een Ravel komt, want nu al staan er bordjes die naar de pré-Ravel verwijzen. Laat ons hopen dat dit niet weer een betonnen en oersaai lint wordt… Metdit kaartje(ik hoop dat de link werkt) krijg je een duidelijk beeld van de toestand toen de treinen nog Bassilly, Silly en Hellebecq bedienden. Het toont aan dat de vermelding op het wandelplannetje fout is: daar wordt gewag gemaakt van ex-lijn 87C, waar het duidelijk om de oude 94 gaat. 87C heeft op zich nooit bestaan: wel was er een lijn 87 die lang voor de 94 verdwenen is en hier in de buurt minder duidelijk aanwezig is gebleven.
Nog een korte anekdote, vermoedelijk van de allerlaatste exploitatiedag, maar zeker ben ik er niet van. In mijn uitgebreide collectie treinkaartjes (die nu door de komst van virtuele biljetten nog nauwelijks aangroeit) ontbrak nog een kaartje uit Bassilly. Ik dacht de goedkoopste oplossing gevonden te hebben door een perronkaartje te kopen, dat in die tijd toegang gaf tot de perrons voor bijvoorbeeld begeleiders die zelf niet meereisden met de trein.) Het heeft nog wat voeten in de aarde gehad voor de loketbediende me het kaartje wilde geven: ik mocht immers ook zonder kaartje op het perron postvatten, het was helemaal niet nodig om een kaartje te kopen. Ik vind het ding spijtig genoeg niet meer terug…)
De verbinding.
Halle - Silly
1931
10:24 10:41
+4
538
mr96 Deense neus
controle: N
-
Silly - Halle
3214
15:44 16:02
stipt
1822 - 61069
M6
controle: J
En wat we beleefden. IC 1931 is met 3 Deense neuzen bepaald ruim bemeten en het laatste stel rijdt op 1 andere reiziger na leeg mee. Dat is geen verwijt: deze trein is de verderzetting van een trein Mons - Brussels-Airport en daar was deze samenstelling wel nodig. We stappen achteraan in, omdat ik zo nog snel een foto kan nemen , al is Silly (met de muur tussen lijn 94 en de HSL) niet meteen een riant stukje van het spoorwegnet.
IC 3214 van de terugrit is aangekondigd met 1 minuut vertraging. Ik noem dat een infrabelminuut: de trein zou op tijd vertrekken in Ath en toch op tijd aankomen in Edingen. Overigens rijdt de trein ook in Bassilly perfect op tijd. De vraag die ik me dan stel: wat is de zin van die aangekondigde minuut vertraging? En stel nu dat de rittijd tussen Ath en Silly toch lichtjes te krap is, waarom voorziet men die dan niet gewoon in de dienstregeling?
De treinlectuur. Agatha CHRISTIE, The Mystery of the Blue Train. William Makepeace THACKERAY, De kermis der ijdelheid.
Soms vraag ik me af hoe al de huidige generaties die zich onwezenlijk druk maken over onbenulligheden zoals mondmaskers, thuiswerk, contactbubbels… ooit door WO II zouden zijn gekomen. Met als toppunt die onlangs gehoorde uitspraak van een tachtiger-taart die vond dat het nu allemaal veel erger was dan in de oorlog…
Zegswijze van de dag. Hij (of zij) is van de kiekens van onder de haag gekrabd. Werd spottend gezegd van een buitenechtelijk kind, van wie de vader onbekend was. (Let ook op dat van, te vergelijken met het Duitse von in passieve zinnen.)
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Onlangs las ik op de website van routeyou dat er nog opvallend veel wandelbeschrijvingen en -kaarten afgedrukt worden en dat dit de toenemende belangstelling voor wandelen volgt. Ik vind dat zondermeer goed nieuws. Misschien begrijpen sommige uitgeverijen dan dat er nog altijd een markt is voor wandelboeken en dito folders. Uitgeverij Lannoo is wat minder uitbundig geworden dan vroeger, maar houdt het nog altijd enigszins vol. Vandaag steunen we op het Wandelboek Antwerpen (van Stan Verhelst) dat in 2012 verscheen in een reeks provinciale gidsen. We gaan voor wandeling 16 in Meerhout, die Molens in het land van de Grote Nete heet. Volgens het boekje is deze wandeling 14.6 km lang, onze gps kwam uit op 14.3. Het kaartje in het boek wijkt af vanditomdat we op het einde nog enkele mooie kerkwegels konden volgen, in het boek is men rechttoe, rechtaan, wij houden van wat kronkelingen. De tocht is niet overal even waardevol: een deel loopt door voor wandelaars waardeloze woonwijken, een ander deel volgt rustige, maar verharde wegen door een typisch vrij vlak landschap en het geheel wordt gelukkig gered door interessante trajecten - bij het begin volgen we een tijdje de Grote Nete langs een onverhard pad, op het einde lopen we door een bescheiden bosgebied met enkele kerkwegels als toetje. Zo halen we toch nog een TWQ van 44%, wat betekent dat bijna de helft over waardevolle trage wegen loopt; het kan slechter. De titel laat vermoeden dat Grote Nete en allerlei molens een belangrijke rol spelen, maar laat het er ons maar op houden dat beide slechts beperkt aan bod komen.De foto'sgeven een beeld van zowel riviertje als van de overblijvende molens.
De Grote Nete lijkt eerder klein.
De Haanvense Molen in Zittaart.
Het weer. Toen ik om 6:45 opstond was de hemel sterrenhelder, een uur later had de mist al dat moois onder zijn kille deken verborgen. Het was dus bang afwachten wat het in de Kempen zou worden en het werd al vrij vlug duidelijk dat het wel eens erg mee zou kunnen vallen: we wandelden onder een mooie blauwe hemel, met tijdelijk wat meer cumuluswolken bij een aangename staptemperatuur van zo een 9°.
De stafkaarten. 17/5-6 Balen uit 2017, op schaal 1:25.000. Het is nog altijd wennen…
Hoe we er geraakten. De halte Meerdonk Markt dorp (waarom die dubbele naam?) wordt bediend door buslijn 299 Geel - Diest - Hasselt, meteen de 3 stations waar aansluitingen trein/bus mogelijk zijn. We kozen voor Geel, veruit de snelste verbinding. Dat we voor 9:00 vertrekken en dus een Railpass "invullen" biedt bovendien de mogelijkheid om alternatief terug te reizen, in casu via Diest. Bovendien blijven we zo weg van drukke schoolbussen en eindigen we ruim voor de schemering.
Een beetje geschiedenis. Meerhout kreeg al een tramverbinding tegen het eind van de XIXde eeuw: zo werd het verbonden met Mol en Turnhout in de ene richting en met Eindhout en Westerlo of Zichem in de andere richting. In 1949 kwam het dorp zonder tramverbinding te zitten: tot dan reden er 5 ritten tussen Mol en Oosterlo; op dinsdag kwam daar nog een markttram bij. In het tweede spoorboek van 1949 lezen we dat we voor de sectie Mol - Zichem de affiches moeten raadplegen. In 1950 vinden we de dienstregeling van de bussen "al" terug in het spoorboekje: Meerhout krijgt een soort dubbele bediening met een lijn Geel - Tessenderlo en een lijn Eindhout - Mol, beide goed voor een 5-tal ritten. Vanaf de jaren 1960 vinden we lijnen 20 en 47 terug. Die 47 komt nog voor in het nummer van de huidige buslijn 470 Turnhout - Mol: het is duidelijk dat het deel ten zuiden van Mol is weggevallen. Lijn 20 was wat beter gestoffeerd. Eigenlijk zal Meerhout met zijn bussen veelal gericht blijven op Geel of Mol. Tegenwoordig is de belangrijkste verbinding die met lijn 299 Geel - Hasselt, waarover ik hethier(onderaan bij Molenstede 06.11.2018) al uitvoerig heb gehad. Lijn 20 heeft het overleefd als schooldienst. Overigens is de bediening van Meerhout wel vaker gewijzigd. Een kort maar zeer onvolledig overzicht kan dat illustreren: in het busboekje van 03.06.1984 vinden we nog 4 lijnen terug: 20 (in tabel 1198), 17b, 646/1 (47 van de groep Antwerpen) en vooral 302 Maaseik - Leopoldsburg - Geel. Lijn 299, die nu veruit de belangrijkste rol speelt, rijdt op dat ogenblik nog via Zittaart en bedient het dorp van Meerhout dus niet. (Lijn 17b is een lijn tussen Leopoldsburg en Geel Industrie. Er is ook een lijn 17C geweest: Diest/Zichem/Eindhout - Tessenderlo - Ham, niet meer dan een schooldienst.)
En voor de liefhebbers: Meerhout had als afkorting LMU, toen de telegraafpalen nog met elkaar praatten.
De verbinding.
Halle - Herentals
3407
08:21 09:36
+20
2716 - 58057
M4
controle: J
Herentals - Geel
2959
10:05 10:15
stipt
08112
mr08 Desiro
controle: N
Geel - Meerhout
[299]
11:05 11:23
-2
ab4415-25
MAN's Lion City
R. Meloote & Co
-
Meerhout - Geel
[299]
14:42 14:57
+4
ab4420-80
MAN's Lion City
G. Mebis
Geel - Herentals
4335
15:07 15:18
stipt
2114 - 53513
M5
controle: N
Herentals - Halle
3437
15:23 16:40
+2
2716 - 58057
M4
controle: J
En wat we beleefden. IC 3407 wordt aangekondigd met eersteklasrijtuigen in vijfde en laatste positie. Zou men voor één keer de actuele toestand geven en niet de theoretische? Want dan moet het stuurstandrijtuig immers vooraan hangen. Blijkt dat de informatie nog altijd flink fout is. Als het lange stel M4 binnenrijdt, hangt het M4-ADx-rijtuig (het stuurstandrijtuig eerste klas) waar het hoort: in eerste positie. We staan wat strategisch opgesteld, zodat we zonder veel moeite toch in dit rijtuig kunnen instappen. Dat de trein in Halle met 7 minuten vertraging vertrekt, baart meer zorgen. En inderdaad zien we de vertraging snel stijgen en de kans op een goede aansluiting in Herentals de mist ingaan: Brussel-Zuid +10, Brussel-Noord +12, Vilvoorde +15, Mechelen +20. In Nijlen heeft een voertuig ook nog de nabijheid van de sporen opgezocht en mogelijk is dat de reden waarom de aansluitende 4309 van Herentals vertrekt i.p.v. van Antwerpen-Centraal. Wij ondervinden van dat voertuig geen bijkomende hinder. Ook onze IC zal trouwens beperkt worden tot Herentals, gezien de grote vertraging. Het aantal mensen dat hierdoor getroffen wordt, laat zich schatten als je ziet hoeveel passagiers deze trein gedwongen verlaten. Voor ons zit er niets anders op dan de L-trein naar Mol te nemen en een uur tijd te verspelen in Geel. In een ideale wereld die twee keer per week door Jan-Jaap wordt aangekondigd, zouden OV-gebruikers nu aanspraak maken op compensatie, maar we weten dat die ideale wereld nog veraf ligt en zelfs nog niet binnen bereik is. Toch zou het uiteindelijk niets uit mogen maken wie verantwoordelijk is voor het uur extra reistijd.
Terwijl we op de bus staan te wachten, zien we een tas in het midden van de straat liggen. Gewicht en vorm zouden wel eens op een laptop kunnen wijzen en ik breng de tas in veiligheid op de stoep. Ik doe 2 pogingen om aan het stationsloket te melden dat een tas ligt te wachten op de rechtmatige eigenaar én of het zin zou hebben een en ander aan het loket af te geven. Van de loketbediende is er evenwel geen spoor te bekennen: het lijkt wel een pleidooi voor de afschaffing van nog meer loketten. Als ik de tweede keer buitenkom, pikt een fietser (vermoedelijk erg opgelucht, al laat hij dat niet merken) zijn eigendom op.
Van de bus die om 11:05 moet vertrekken, weet De Lijn te melden dat er nauwelijks staanplaatsen beschikbaar zijn! Gelukkig blijkt deze info fout. Het wordt een aangename rit, met een tiental reizigers.
Omdat we nu eenmaal probeerden om schoolbussen te vermijden, leggen we er flink de pees op en zo halen we nog gemakkelijk de bus van 14:42 richting Geel. Die is mooi op tijd, maar in Geel wordt er toch nog een viertal minuten vertraging gemaakt. Ik zei het eerder al: ze kunnen bij De Lijn niet overweg met de doortochten van op zich onbeduidende stadjes als Geel. Gelukkig komt onze aansluiting niet in het gedrang.
IC 4335 bestaat uit M5-rijtuigen, geduwd door loc 2114. De bezetting is zo laag dat we probleemloos een zitplaats vinden waar niet een of andere raamlijst in de weg zit. De trein komt precies op tijd in Herentals aan. Doordat het eersteklasrijtuig in het midden zit, is het nog een heel eind van perron 1 naar 2, waar we tegelijk met de IC naar Binche aankomen. Ook nu wordt de samenstelling fout aangekondigd. De stuurstand hangt nu achteraan, de 2716 vooraan. Veel is er over de terugreis niet meer te vertellen. IC 1738 heeft 11 minuten vertraging en dat is genoeg om onze trein voorrang te geven. In Brussel-Zuid zien we enkele treinen die door de graffiti de NMBS onwaardig zijn: wanneer gaat men dat eens begrijpen? Wat verdwijnt er het eerst: corona of graffiti? Ik verwacht dat de spuiters nog erg lang met plezier en kennis hun mondmaskers zullen ophouden, dat lijkt een essentiële veiligheidsmaatregel te zijn die in dat wereldje wel gerespecteerd wordt. En het vermindert ook nog eens de herkenbaarheid.
De treinlectuur. Karl MAY, De rotsvesting in Sonora. Met veel heimwee terug naar een tijd dat mannen nog mannen, vrouwen nog vrouwen waren en bleven, dat Indianen nog roodhuiden genoemd mochten worden door de bleekgezichten en dat het gezond verstand en het vernuft nog heerste. William Makepeace THACKERAY, De kermis der ijdelheid.
Toch ook goed nieuws: in 2020 en 2021 werden veel minder nieuwe auto's ingeschreven… Het slechte nieuws: er zijn veel meer tweedehands auto's ingeschreven…
De veestapel moet dringend kleiner worden, want de koeien produceren te veel methaan. Kunnen we meteen ook een massaslachting in honden en katten organiseren, want die hebben dan weer een enorme pootafdruk door al die gesofisticeerde spullen die we hen te voeren geven.
Met De Mol lijkt het afgelopen, nu die in onze tuin nog…
Uitdrukking van de dag.
Wat baten kaars en bril, Als de uil niet zien en wil.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Corona en vooral ook het onvoorspelbare mistige weer nopen ons ertoe om tijdelijk wat gas terug te nemen als het om wandelingen buiten de eigen streek gaat en we vallen dan ook terug op een beproefde methode uit de enige echte lockdown in de lente van 2020: de Thuis-wandelingen. Elf hadden we er ondertussen al op ons palmares staan en zoals wel vaker wisten we hier en daar nog wegjes en wegen liggen die niet meteen konden worden ingeschakeld in het toch wel aanzienlijke aantal tochten in eigen streek. Als dat besef komt, is het een kleine stap naar aflevering 12, daarmee het dozijn vol makend. Vooral de ouderen onder ons vinden een dozijn nog altijd een handelbaar en duidelijk aantal.
De wandeling is 16 km lang en voert ons van Dworp richting Alsemberg (en terug). De TWQ bedraagt een mooie 56%. Let wel op: nogal wat van de mooiste wegjes zijn compleet kapot gereden door fietsers. Er worden miljoenen geïnvesteerd in betere fietsinfrastructuur en uit dankbaarheid gaan die bereden mannen (en af en toe een vrouw) dan de modder opzoeken. Nu, ik heb nog altijd liever dat er geïnvesteerd wordt in fietswegen dan in auto-, ring- en andere verbindingswegen, maar het moest me toch even van het hart.
Liefhebbers van aardige toponiemen komen tijdens deze tocht volop aan hun trekken: de Weikes (of Waaikes), Elsemheide en Solheide, Gasthuisbos en Begijnenbos en zelfs een Dikke Mier. Dat laatste heeft niets te maken met de diertjes die het volgens Raymond van het Groenewoud niet gemakkelijk hebben, maar wel met meer(steen), een synoniem voor grenssteen.
OV-gebruikers vinden bij het beginpunt een bushalte van de lijnen 153 en 155: Dworp Gravenhof.
Kaartje(en de rechtste weg naar gpx-bestand) en foto's.
De Weikes (waaile zeggen waaikes) spreken nog altijd tot de verbeelding…
Het parcours kan soms pittig zijn, maar dat lijkt deze schapen niet te deren.
Het weer. Even was er een voorspelde bui, zonder veel erg. Voor de rest was het meestal bewolkt. Met 5 graden is het nog altijd aangenaam stappen, zeker als de wind zich rustig houdt.
De stafkaarten. Bij de uitwerking van deze tocht heb ik me nog laten inspireren door de volgende kaarten op 1:10.000: 31/6Z Halle - 31/7Z Linkebeek - 39/2N Tubize en 39/3N Waterloo. Dat helpt om de wandeling te situeren, maar met 4 kaarten tegelijk werken is niet eenvoudig. De kaarten zijn bovendien niet meer up-to-date. Alleen de kaarten 31/5-6 Halle en 31/7-8 Ukkel zijn ondertussen beschikbaar in de nieuwe versie op 1:25.000, op de kaarten 39/1-2 en 39/3-4 is het nog wat wachten. Hoe ongelukkig de regio uit de versnijding van de kaartenbladen komt, wordt hier nog extra duidelijk, want ook op 1:25.000 heb je dus 4 kaarten nodig.
De treinlectuur.
Mochten we de trein hebben genomen, dan zouden we deze meegnomen hebben: Charlotte ROTH, Bis wieder ein Tag erwacht. William Makepeace THACKERAY, De kermis der ijdelheid.
Na- of doordenkertje. De langverwachte coronabarometer begint in het rood. En wat doen wij, nu ja, zij dan: versoepelen. Hoe langer de coronacrisis duurt, hoe langer men de andere problemen kan uitstellen.
Normaal gezien stond er voor morgen een wandeling in Meerhout gepland, maar na rijp beraad met mijn vrouw hebben we besloten om voorlopig af te zien van recreatief OV-gebruik. Maar geen nood: verleden jaar stelde ik al 11 wandelingen op die je allemaal kunt vinden op routeyou.com. Voor morgen staat Thuis Aflevering 5 op het programma.