Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
12-12-2018
ttb map 46 (deel 3)
25. Wie deze uitstap op 09.04.1986 organiseerde, vind ik niet meer terug. Het zou wel eens ARBAC/KBVVS kunnen geweest zijn, vermoedelijk de oudste en op een bepaald moment prestigieuze vereniging van spoorwegliefhebbers, met een gewaardeerd tijdschrift en een jaarlijkse expo in Brussel-Centraal. Het nadeel aan het bezoek van werkplaatsen is dat je zelden deftige foto's kunt maken. Maar het theoretische deel waarop de werkplaats werd voorgesteld was dan weer erg interessant. HLE 2120 in de WDT Schaarbeek.
26. Op dezelfde plaats de 2715 - let ook op het tweedelige motorstel op het achterplan.
27. Ook hier heeft de operator weer iets te ijverig geknipt; de stoere 2008 mist dan ook een flink deel van de achtersteven.
28. Van de WDT Schaarbeek trokken we naar de WET Vorst-Zuid, waar deze 1192 stond.
29. De I3-rijtuigen waren de eerste couchetterijtuigen van de NMBS. Net ervoor staat een I2-rijtuig.
30. Dit is dan weer een I5-rijtuig, een couchetterijtuig van de 2de generatie (na de I3). Railtour regeerde het internationale toeristenvervoer per trein, in die mate dat de rijtuigen zelfs hun kleurtjes kregen.
31. In de buurt van HV 14103 staat deze rangeerloc 8012.
32. De 2232 met een stel M2-rijtuigen bracht me van Vorst-Zuid terug naar Halle. Het rijtuig rechts is een I4-rijtuig AB in blauw-gele Beneluxversie.
33. Tijd voor een echte fotosafari, op 30.04.1986 in de buurt van Kwatrecht. Mw 651 is E1782 Kortrijk - Turnhout.
34. Even later passeert mw 198 als E5333 Gent-int-Pieters - Aalst.
35. Tijd voor wat experimenteerwerk, weg van de perrons van Kwatrecht: een onbekend duo breaks passeert hier als E 1810 Gent-Sint-Pieters - Namur.
36. HLE 2509 trekt een goederentrein over lijn 50 (kp 47.5). Ik ben dus wat opgeschoven richting Merelbeke. Het resultaat daarvan verwerk ik in ttb47.
De wandeling. We stappen vandaag de Käthe Kollwitz-wandeling in Vladslo. Die is (nu) iets meer dan 9 km lang en voert ons (nu) o.a. langs het Duitse militaire Kerkhof, waar zich de beeldengroep van het Treurende Ouderpaar van de hand van Käthe Kollwitz bevindt. Ik schrijf in de vorige zin tweemaal (nu) omdat de wandeling gewijzigd is t.o.v. de folder die ik hier heb en zelfs t.o.v. het plannetje op de website van de stad Diksmuide. In de folder is nog sprake van een project dat gerealiseerd zou worden in 2012-2013 - niet dus -, tegenwoordig is de wandeling zwaar geamputeerd. Waarschijnlijk werd bij het ontwerp geen rekening gehouden met een privéweg, en zeg nu zelf, als enkele honderden wandelaars per jaar gedurende tienduizenden jaren gebruik maken van jouw weg, dan is die weg weg, zeker doordat ze ook nog eens uitgerust zijn met bottines met agressieve Vibramzolen. Daardoor komt het heen-en-weertje in het Welfvenestbos te vervallen, maar wat erger is: we lopen nu een tijd langs de toch niet zo aangename N363. De TWQ scoort dan ook laag (23%) en de wandeling heeft een wat eigenaardige achtvorm gekregen, zoals je ophet kaartjekunt merken.. Voor de rest is vooral het Praatbos (of Praetbos) een aangename omgeving, die je helpt om al de miserie die je net ervoor op het soldatenkerkhof hebt ervaren, door te slikken.
Het weer. Eerst ronduit somber en nevelig, later gewoon betrokken en fris. Wel droog!
De stafkaarten. 20/2N Beerst - 20/3N Bovekerke
Hoe we er geraakten. De halte Vladslo Houtland van belbus 49 ligt op de wandeling. Dus is onze keuze snel gemaakt. Die belbus vertrekt uit Diksmuide, dat we met 3 treinen vrij gemakkelijk kunnen bereiken, met overstap in Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters. De terugrit verloopt analoog, al bouwen we dan geen reserve in.
Een beetje geschiedenis. Het hoekje van Vladslo waar we vandaag stappen heeft lange tijd de boot - de bus, de tram - gemist: de tramlijn Diksmuide - Oostende/Brugge liep ten westen ervan, de buslijn Diksmuide - Aartrijke bediende wel het dorp van Vladslo, maar liep voor de rest ver ten zuiden van de huidige halte Houtland. Een ontworpen tramlijn Diksmuide - Esen - Vladslo - Koekelare is nooit gerealiseerd. Vandaag rijden hier erg beperkte schooldiensten (van en naar Beerst - zie haltebord) van lijn 64 Diksmuide - Aartrijke; gelukkig is er een belbus die dit deel van Vladslo bereikbaar maakt voor OV-gebruikers. Oorspronkelijk was dit belbus 59, maar met de reorganisatie van de belbusgebieden is dat nu 49 geworden. Blijkbaar acht men het niet meer de moeite om dit nog aan te passen op de halteborden (zie alweer foto haltebord). Eerlijk gezegd, die belbusnummers zijn niet echt relevant (meer) en misschien gaat men er zelfs van uit dat ze op korte termijn toch verdwijnen. Waarom dus nu nog een inspanning doen om die aanpassingen te doen?
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3657
8:08 8:25
+2
08106
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters
429
8:36 9:06
+16
1885 - 11824
I11
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Diksmuide
3008
9:53 10:47
+1
376
mr80 Break
controle: J
Diksmuide - Vladslo
[49]
11:05
n.v.t.
5838
VDL Bus&Coach MidCity
Diksmuide
-
Vladslo - Diksmuide
[49]
14:45
n.v.t.
5846
VDL Bus&Coach MidCity
Diksmuide
Diksmuide - Gent-Sint-Pieters
3037
15:13 16:07
+6
346
mr80 Break
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
515
16:23 16:53
stipt
1837 - 11810
I11
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3787
17:02 17:18
+4
08206
mr08 Desiro
controle: N
Eventjes vermelden dat die 3657 de 20.000ste trein is waarvan ik gegevens heb. Op 02.07.1975 begon ik namelijk systematisch allerlei gegevens over mijn genomen treinen te noteren. Z1823 bracht me toen van Halle naar Brussel-Zuid. Vanaf 07.09.1977 noteerde ik ook nummers van locomotieven en treinstellen: de eerste was toen E6905, alweer van Halle naar Brussel-Zuid, aan boord van tweeledig elektrisch motorstel 695. En vanaf 16.07.1978 noteerde ik ook nog eens het nummer van het rijtuig waarin ik de reis maakte: de eerste was Z 8358 van Brussel-Zuid naar Dendermonde, gesleept door HLD 5940. Het rijtuig droeg het nummer 43216, een gemengd rijtuig eerste/tweede klasse van FTY. Een ex-treinwachter die ondertussen onderstationschef in Halle was geworden, bracht me op het idee om ook rijtuignummers te noteren. En ja, dat heb ik tot vandaag volgehouden. Twintigduizend lijkt me toch wel een mijlpaaltje.
En wat we beleefden. Als we als kippen zonder kop op de planner vertrouwd hadden, waren we vandaag niet op tijd in Diksmuide geraakt. IC 530 rijdt nl. met zo veel vertraging dat we onze aansluiting in Gent-Sint-Pieters (nochtans 17 minuten) gemist zouden hebben, wat voor problemen met de belbus gezorgd zou hebben. Oorzaak van de vertraging: problemen met de samenstelling van deze trein in Liège-Guillemins. Wie kan hier zijn licht over laten schijnen? Mij lijkt er nooit iets gewijzigd te worden aan de samenstelling van deze treinreeks. Gelukkig hebben we dus het zekere voor het onzekere genomen, ook al kost dat in ons geval een stuk meer: in plaats van een rit Halle - Brussel-Zuid op de KeyCard in combinatie met een seniorenbiljet, moeten we nu een rit op de Railpass invullen. Niks dan winst dus voor de NMBS door de slechte betrouwbaarheid: duurdere biljetten verkopen en bovendien ontsnappen aan de terugbetaling van de biljetten Halle - Brussel-Zuid en Brussel-Zuid-Diksmuide, tel uit hun winst! Voor alle duidelijkheid: ik weet ook wel dat dit nergens op slaat…
Maar tegenwoordig vertrekken we vroeg genoeg en nemen we gewoon wat zich eerst aanbiedt. Eigenaardig genoeg is dat vaak een S-trein, al zijn die nu ook niet bepaald een toonbeeld van betrouwbaarheid. Maar deze 3657 slaagt er zelfs in 2 minuutjes af te pulken van de 4 die hij laat optekenen bij vertrek in Halle. (De IC 3407 die oorspronkelijk in onze planning zat, rijdt met 16 minuten vertraging Brussel-Zuid binnen. Dat zou nog op tijd geweest zijn voor de IC 1530 naar Blankenberge, die zelf met 9 minuten vertraging vertrekt.) Maar dankzij de redelijke prestatie van de 3657 kunnen we nog mee met IC 429 naar Kortrijk, je raadt het al: in vertraging. Deze trein werd oorspronkelijk aangekondigd met 7 minuten vertraging, maar zal buitensporig lang stilstaan in Brussel-Zuid, zodat we uiteindelijk met 19 minuten vertraging vertrekken. Binnenkort zullen dat er dus maar 18 meer zijn, want dit is een gesleepte trein en die krijgt een minuut meer om door de NZV te sukkelen. Vergeef me, NMBS, ikben en blijf een trouw supporter, maar zelfs die kunnen dit niet langer aanzien. In de 429 begint de tbg meteen aan zijn controle: zo een vijf reizigers zitten met een tweedeklasbiljet in eerste. Eén jongedame verhuist spontaan als ze de tbg ziet verschijnen: als schuldbekentenis kan dat tellen. Ondanks een vertragingszone onderweg, komen we met 16 minuten vertraging aan, tijd genoeg voor een koffie… Gelukkig zijn er ook nog treinritten die zonder veel ongemak verlopen. De twee breaks van IC 3008 brengen ons zonder al te veel problemen ongeveer op tijd in Diksmuide, ook al rijden we tussen Deinze en Tielt op tegenspoor.
Onze belbus is blijkbaar een migrant uit het verre Limburg. Het is alleszins zo dat het reserveringsnummer op de bus dat van de Limburgse belbuscentrale is. Maar we rijden rustig en dus aangenaam naar onze halte. De terugreis kunnen we zelfs nog wat vroeger dan voorzien beginnen; alweer een (klant)vriendelijke chauffeur brengt ons terug naar het station van Diksmuide. Overigens is de reservering vrij vlot verlopen, ook al was er geen plaats meer op de belbus die we eerst op het oog hadden, van een uurtje vroeger. Dan is het bij de reservering van de bus van de heenrit altijd uitkijken hoeveel wandeltijd we nodig hebben voor de terugrit. Die kwam ideaal te liggen, met een goede aansluiting op de trein naar Gent en Antwerpen. Ook hier geldt dat je wat geluk moet hebben met de operator aan de andere kant van de (denkbeeldig geworden) lijn.
Als de IC naar De Panne met zes minuten vertraging aangekondigd wordt, dan weet je dat de trein in de andere richting onvermijdelijk ook met enige vertraging zal rijden; ze kruisen elkaar nl. in Veurne en tussenin ligt één enkel spoor. Met vier minuten bij vertrek en zelfs maar 2 in Kortemark lijkt het allemaal wel los te lopen. Maar dan loopt het weer verkeerd bij het naderen van Lichtervelde: we staan lang stil bij het inrijsein van dat station met 9 minuten vertraging tot gevolg - we staan trouwens op spoor 4 i.p.v. het voorziene spoor 1. Ik vraag me soms af hoe frustrerend dit allemaal moet zijn voor goedmenend treinpersoneel, dat zijn best doet om stipt te rijden en dan altijd weer met nieuwe problemen geconfronteerd wordt. Enfin, bij aankomst in Gent-Sint-Pieters is de vertraging verminderd tot 6 minuten. Dan volgt nog eens een rit die volgens het boekje verloopt: IC 515 zet ons zelfs nog een tikkeltje te vroeg in Brussel-Zuid af. Onderweg zien we dat de inhuldiging van lijn 50A morgen symbolisch zal zijn: her en der staat nog zwaar materieel op de nieuwe sporen. S 3787 naar Braine-le-Comte is zwaar bezet tot Ruisbroek, maar dan normaliseert de toestand zich. Ook nu hebben we voor de stoptrein gekozen i.p.v. de meer voor de hand liggende IC.
In Diksmuide komt de IC naar De Panne met zes minuten vertraging aan.
De treinlectuur. Tom WOLFE, The bonfire of the vanities. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping.
Beerst was die gemeente waar onze brieven (voor Beert) destijds, voor de invoering van de postcodes, wel eens verdwaald raakten. Poststempels lieten daar toen weinig twijfel over bestaan. Anderzijds kwamen bij ons in Beert toch brieven op het juiste adres terecht als er gewoon Jefke - statie - Beert op stond, terwijl we toch wel een eind van het station van Beert-Bellingen woonden, weliswaar in een routehuis. Vandaag mag je al tevreden zijn áls de postbode langskomt. En een verkeerd huisnummer is voldoende voor foutieve aflevering. Wie was er in de jaren 1960 eigenlijk CEO van de Posterijen?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Limburg slaagt er telkens weer in om zijn wandelingen te bundelen tot een overzichtelijk en indrukwekkend geheel. De map - het is eerder een doos - Wandelen in Limburg bevat 8 streekkaarten met naar verluidt 2000 km wandelplezier. Wij stappen vandaag gewapend met de map Hoge Kempen en volgen de blauwe ruit die ons vanaf het Kasteel Pietersheim door het Pietersembos loodst. De eigenlijke wandeling heeft een TWQ van… 100%, maar je moet er wel twee keer 600 m langs de N78a voor over hebben om aan het beginpunt te geraken. De wandeling zelf is 7.5 km lang. Ze voert de wandelaar over boswegen in alle formaten. Veel van de gevolgde paadjes zijn blijkbaar recent: ze komen niet voor op de geraadpleegde kaarten, maar wees gerust, ze bestaan echt!Foto'senkaartje.
We zijn duidelijk niet alleen in het bos…
Het weer. Helder en heiig. Opnieuw uitmuntend stapweer.
De stafkaarten. 34/2N Lanaken - 26/6Z Zutendaal
Hoe we er geraakten. Eigenlijk ligt de halte Lanaken Pietersheim van lijn 63 het dichtst bij ons beginpunt, maar we opteren voor een eenvoudiger oplossing, al betekent dat een dikke kilometer extra stappen. De aansluitingen met lijn 20a lijken ons nl. weinig betrouwbaar, en zoals je weet siert eenvoud. Dus komen we per trein naar Bilzen, waar we overstappen op lijn 20a naar Lanaken.
Een beetje geschiedenis. We maken voor zowel de heen- als de terugreis gebruik van buslijn 20a, met overstap in Bilzen. In 1954 werd de spoorlijn Y. Beverst (eigenlijk Hasselt) - Maastricht gesloten voor het reizigersverkeer. Meteen verdwenen stations en halten als Beverst, Munsterbilzen, Eigenbilzen, Gellik en Lanaken uit de tabellen van de reizigerstreinen. Maastricht was niet langer rechtstreeks bereikbaar per trein uit Limburg. De bus van lijn 20a verving de bestaande treindienst. De splitsing in 2 varianten herkennen we vandaag nog, tenminste als je erin slaagt de zo goed als onbruikbare pdf-bestanden van De Lijn te lezen. Bilzen werd opgenomen in de bediening (wat voordien door de ligging van de spoorlijn moeilijk was); de meeste bussen vertrokken uit Hasselt. Vaak werd de halte Bilzen Station niet eens aangedaan, wel Bilzen Markt. De karakteristieke opsplitsing van een lijn 20a naar Maastricht en een andere naar Lanaken (en verder) stamt uit die tijd. (Het aantal varianten is ondertussen wel toegenomen.) In Mopertingen splitste één tak zich af naar Eigenbilzen, Gellik en Lanaken, de andere bereikte via Veldwezelt Maastricht. (Het is bijna niet te geloven dat De Lijn Limburg er na al die jaren nog altijd niet in geslaagd is orde op zaken te stellen in de nummering van de buslijnen. De a in 20a verwijst naar een bijna 60 jaar oude toestand! En ook al lopen beide lijnvarianten een hele tijd samen, een vernummering dringt zich al lang op.) Een belangrijk verschil met de oorspronkelijke lijn 20a is uiteraard de bediening van de Diepenbeekse Universiteit.
Ik ga bewust voorbij aan Lanaken als vroegere tramstad, ook al liepen we een tijdje op het traject van de tram. Begin jaren 1950 werd Lanaken nog bediend door tramlijnen uit Genk en Tongeren. De halte Vertakking, langs de huidige N78a, verwijst nog naar het punt waar beide lijnen uit elkaar gingen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3658
09:11 09:27
+6
08072
mr08 Desiro
controle: J
Brussel-Zuid - Bilzen
2208
09:45 11:11
stipt
1910 - 61065
M6
controle: N
Bilzen - Lanaken
[20a]
11:29 11:58
stipt
ab4408-74
Van Hool New A360
Heidebloem
-
Lanaken - Bilzen
[20a]
15:01 15:29
stipt
ab4405-52
Mercedes Citaro LE
De Morgenstond
Bilzen - Brussel-Noord
2238
15:49 17:05
+4
1911 - 61047
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1738
17:13 17:32
+16
312
mr80 Break
controle: N
En wat we beleefden. Hoe eenvoudig en snel je een trein met enkele minuten vertraging kunt opzadelen, wordt al meteen geïllustreerd met onze eerste trein van vandaag. S 3658 vertrekt in Halle met dubbel geel en komt inderdaad na enkele honderden meters tot stilstand om de 1580 (+14) door te laten. Wie denkt, dat de rest van de rit dan vlot verloopt, komt bedrogen uit. Tot Lot gaat het nog altijd traag: daar moet IC 1930 (+3) naar lijn 96A en wij verlenen uiteraard keurig voorrang. Uitslag: +6 bij aankomst in Brussel-Zuid. Dat is gelukkig in ons geval niet zo erg, maar wie uitsluitend op de planner vertrouwt, weet hoe vaak aansluitingen van 6 minuten worden voorgesteld. Erg veel moet dan niet gebeuren om die ook de mist te zien ingaan. Met onze aansluitende IC 2208 gaat het dan weer bijzonder vlot. Na een rit van bijna anderhalf uur stappen we uit in Bilzen en daar zien we voor het eerst dat onze trein wel degelijk een treinbegeleider mee heeft, al hadden we hem wel al eens gehoord. In een reactie van de klantendienst na een (positief beantwoorde) vraag tot compensatie las ik een tijdje geleden dat je altijd naar de tbg kon stappen als je een aansluiting dreigde te missen. Dan kon die proberen om de aansluiting alsnog te redden. Maar wat als je op het hele traject geen tbg ziet?
Bilzen heeft enkele maanden geleden een nieuw busstation gekregen. Het ziet er wat overzichtelijker uit dan het vorige. Aribus ontbreekt. En hoe de onderlinge busaansluitingen geregeld worden, is ook niet meteen duidelijk. Maar we zijn nu eenmaal in een positieve golf naar Bilzen gevaren en problemen stellen zich dus niet. Onze bus pikt na enkele halten in Bilzen nog een klasje met onderwijzeres op. Ze moeten er in Waltwilder alweer uit. Het doet goed te merken dat sommige scholen niet te beroerd zijn om voor hun uitstapjes op De Lijn beroep te doen. In Lanaken wil de chauffeur ons al bij het Gemeentehuis lossen, maar wij willen helemaal tot het einde mee, ook al scheelt dat maar enkele honderden meters.
Voor de terugrit komen we vroeg genoeg aan om toch tot de halte Gemeentehuis te stappen. Die rit verloopt zonder veel vermeldenswaardige gebeurtenissen. Onderweg stappen de gewone reizigers in; wij zijn zoals vaak een beetje de vreemde eenden in de bijt. De chauffeur slaagt er wonderwel in de dienstregeling op de minuut te volgen. Nochtans is hij wat te vroeg aan de halte Lanaken Gemeentehuis vertrokken, maar dan werd keurig gewacht aan het Cultureel Centrum. Ik heb de indruk dat dit een manier is om een moeilijke situatie aan het eind- en beginpunt (Atheneum Alicebourg) op te vangen. Mocht de bus daar op zijn officiële vertrekuur wachten, zou hij wel erg hinderlijk zijn voor de rest van het verkeer. Zestig jaar geleden veroorzaakte dergelijke hinder het opdoeken van ook erg nuttige tramlijnen…
De terugrit verloopt stipt tot de Y. Wilsele en daar zadelt men ons op met 5 minuten vertraging. Het eersteklasrijtuig bevindt zich in de derde i.p.v. de aangekondigde vijfde positie. Treinsamenstellingen wisselen nu eenmaal vaak en als men dan koppig de voorziene samenstelling blijft omroepen, zit je met een probleem(pje).
Overigens hangt er een donkere wolk over ons laatste traject naar Halle: in de NZV staat een defecte trein. IC 1738 heeft het nog goed gedaan tot Leuven, maar de doortocht van de NZV verloopt met horten en stoten: Brussel-Noord +8, Centraal +16, Zuid +16. Dat zal ook de vertraging zijn bij aankomst in Halle. Lees er mijn vorige bijdrage nog eens op na en je zult merken dat ik defecte treinen niet echt kan appreciëren. Natuurlijk zijn er vertragingen waar de NMBS (en Infrabel) weinig vat op hebben, maar defecten zouden eigenlijk uitzonderlijk moeten zijn. Dagelijks de rubriek storingen raadplegen maakt duidelijk dat ze nog altijd schering en inslag zijn. Ik vermoed dat de gemiddelde reiziger daar zwaarder aan tilt dan aan weersomstandigheden of zelfmoorden. Ik reken me bij dat gemiddelde.
De treinlectuur. Tom Wolfe, The Bonfire of the Vanities. Hugo Claus, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Als onze politici aan het huidige tempo blijven vluchten naar het gemeentelijke en Europese niveau, kondigt de volgende regeringsvorming zich bijzonder moeilijk aan, niet omdat de vorming van een coalitie moeilijk zal zijn, maar omdat er te weinig politici zullen zijn om de postjes in te vullen…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
15 november 2018 Zandbergen - Geraardsbergen (GR512)
De wandeling. Vandaag sluiten we voor de tweede keer GR 512 Diest - Geraardsbergen af. De eerste keer gebeurde dat in 1994. Afgaande op dit laatste traject moet deze GR wel beter geworden zijn met de jaren: het aantal veld- en voetwegen lijkt me aanzienlijk toegenomen en zo kunnen we vandaag heerlijk genieten van mooie vergezichten over de valleien van de Dender en de Mark, en dat telkens opnieuw vanaf voetwegen die al een tijdje van de stafkaart verdwenen waren, maar die nu in ere hersteld zijn. Mooi zo! Dat brengt de TWQ voor deze bijna 14 km lange tocht op een mooie 66%. Nu moet alleen die ene boer nog overtuigd worden dat je voetwegen door het veld best niet omploegt, egt en bezaait. Maar als het waar is dat de boeren uitsterven, lacht de toekomst ons grimmig toe.
Het was dit soort wegjes die van de tocht een erg aangename bezigheid maakte.
De herfstbladeren maakten van deze trap een hachelijke variant op de Muur.
Toen we zelf een viertal jaar geleden het onderhoud van de bewegwijzering van meer dan 30 km GR-pad toegewezen kregen, werden ons in een informele babbel enkele duidelijke richtlijnen aangebracht. Ik som er hier enkele van op:
1. De bedoeling moet zijn dat je een GR kunt volgen zonder topogids en zelfs zonder kaart of gps. 2. Bewegwijzering gebeurt frontaal: de wandelaar loopt naar de wegwijzer toe, dit in tegenstelling tot laterale bewegwijzering, waar je zijlings langs de wegwijzer loopt. 3. Bij een richtingsverandering wordt de speciale wegwijzer aangebracht voor de afslag, niet erna of ter hoogte van.
Dat we er na enkele jaren de brui aan gaven - en ik verzeker je: we deden dit vrijwilligerswerk graag! - heeft o.a. met deze richtlijnen te maken. De eerste ontgoocheling was een vorm van piraterij: een of andere onverlaat had al dan niet bewust onze sobere maar degelijke bewegwijzering aangevuld met merktekens die te pas en te onpas werden aangebracht. Daar sta je eigenlijk machteloos tegenover. Tot overmaat van ramp hebben de GR-paden zich om de lieve centen ook verkocht aan de politiek, i.c. de provincies en de gemeenten, die blijkbaar maar al te graag een GR over hun grondgebied zien lopen. Niks ergs, zul je zeggen, maar als ze zelf op jouw "stukje" beginnen bewegwijzeren tegen de bovenstaande richtlijnen in, dan voel je je toch voor schut gezet. Een wandelpaal - gesponsord door de provincie Vlaams-Brabant - staat al jaren verkeerd: die moet namelijk op een kruispunt of afsplitsing van GR's staan en staat nu niet eens op het kruispunt van de GR's. Voeg daar dan nog aan toe dat je elk jaar opnieuw - want wij deden elk jaar een controle - op andere plaatsen ziet hoe andere wegwijzers (van een wandelnetwerk, van een fietsroute…) botweg over de zorgvuldig aangebrachte bewegwijzering geschroefd, geplakt, geschilderd wordt. Hier gaat de helft van de sticker van de GR de mist in onder de bewegwijzering van het wandelnetwerk.
Waarom vertel ik dit nu allemaal vandaag? Vermoedelijk omdat we zelden op zo een frequente manier geconfronteerd zijn geweest met alles wat ik hierboven aanhaal. Uiteraard wordt gretig gebruik gemaakt van de houten palen die in het kader van het wandelnetwerk geplaatst werden. Alleen, die staan altijd voorbij de afslag en wie daar dus een sticker van de GR op aanbrengt, gaat in tegen richtlijn 3. Ook heb je na een tijdje door of iemand eerder frontaal dan wel lateraal bewegwijzert; het probleem ontstaat pas als beide systemen door elkaar gebruikt worden. En verder: oorspronkelijk werd alleen geschilderd, nu voornamelijk gestickerd. Daar is op zich niets mis mee, als je de verfborstel bovenhaalt op de plaatsen waar bestickering onmogelijk is. Maar ja,… Moet je (dit stukje van) deze GR dus mijden? Zeker niet: het gevolgde traject is steengoed en vermoedelijk zelfs voldoende bewegwijzerd om aan richtlijn 1 te voldoen. (Op één plaats liepen we wel verloren; dan keer je na een tijdje op je stappen terug en blijkt inderdaad op geen enkele manier waarom we rechts hadden moeten afslaan.)
Het weer. De superlatieven raken stilaan op. Daarom houden we het maar bij helder, zacht en rustig.
De stafkaarten. 30/7N Schendelbeke - 30/7Z Geraardsbergen
Hoe we er geraakten.
Veel gemakkelijker dan vandaag kun je het eigenlijk niet verwachten. Voor heen- én terugreis maken we gebruik van de S Schaarbeek - Aalst via Geraardsbergen. Twee keer overstapvrij reizen dus, we hebben al andere esbattementen uitgehaald.
Een beetje geschiedenis. Ik wil het me deze keer eens wat gemakkelijker maken, ook al omdat Steven voor ongelooflijk sterk materiaal zorgt over dit station en over de hele omgeving van Geraardsbergen. Kijkhiermaar eens. En vermits ik gewoonlijk eerder de nadruk leg op ons aankomstpunt: hier vind je dezelfde gedegen info overGeraardsbergen.
De verbinding.
Halle - Zandbergen
1580
09:04 09:46
stipt
08156
mr08 Desiro
controle: N
-
Geraardsbergen - Halle
1563
14:25 14:56
stipt
08583
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Voor de tweede dag op rij staat dezelfde wagen zo geparkeerd dat in combinatie met al die ouders die hun kinderen met de wagen naar school voeren - omdat het te gevaarlijk is met al die auto's - de bus vast raakt, in de Balthazarstraat. De wijze uit het oosten had destijds op zijn kameel minder last dan wij vandaag in onze beschaafde wereld. De bus zal uiteindelijk 23 minuten later dan voorzien aan het station aankomen, zonder dat dit meteen invloed heeft op onze plannen. De S6 Schaarbeek - Aalst kan soms heel onverwacht met vertraging beginnen rijden, ook op weg van Aalst naar Schaarbeek. En het is een treinreeks die waarschijnlijk het snelst van al opeenvolgend door de NZV moet. Maar vandaag valt het allemaal erg mee. We vertrekken in Halle met 2 minuten vertraging. In Geraardsbergen vertrekken we al een minuut te vroeg - en ja, ik ken de nieuwe vertrekprocedure, maar 60 seconden is geen 30 seconden. Onderweg hebben de Desiro's hoorbaar last van gladde sporen, al zou je dat met het huidige droge weer niet verwachten. Maar we stappen zelfs nog iets te vroeg in Zandbergen uit, waar we opgewacht worden door 2 agressieve honden: een rottweiler en een of andere herdershond, die gelukkig met elkaar in de clinch gaan. En ze zitten nog achter draad ook, zodat dit een wat betekenisloze anekdote is.
De terugreis verloopt helemaal volgens plan.
De treinlectuur. Willem Frederik HERMANS, Nooit meer slapen. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. 1. Mayday, mayday dacht ik hier eerst te schrijven, maar dat is natuurlijk geen oprisping. Maar als je die verdomde De Morgen openslaat, zie je dat ze je voor geweest zijn. En zo wordt het toch nog min of meer een oprisping. 2. Hoge brandstofprijzen: maak ze afhankelijk van de vlotheid, de stiptheid van het wegverkeer. Zoals de prijzen van de NMBS. Alleen: hoe lager de brandstofprijzen, hoe lager de vlotheid.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
9 november 2018 Stekene - Moerbeke-Waas (GR Reynaertland)
De wandeling. Als je dewebsitevan de Vlaamse Groteroutepaden raadpleegt over de GR Reynaertland, krijg je meteen een serieuze waarschuwing: deze GR wordt volledig hertekend. En inderdaad, de oude topogids (1998!) is zo goed als waardeloos en bovendien niet meer te verkrijgen. Erger is dat ook de kaarten die op de website ter beschikking gesteld worden - en die ook al afweken van de topogids - niet meer betrouwbaar zijn. Dat hebben we vandaag mogen ervaren, maar gelukkig was de recent aangebrachte bewegwijzering erg goed. Het begon al in Stekene, waar we nog maar enkele maanden geleden waren aangekomen: de doortocht is gewijzigd, wat maakte dat we eerst eigenlijk in de verkeerde richting liepen. Verderop lopen we langer dan voordien over de bedding van de oude spoorlijn 77 Lokeren - Moerbeke-Waas. Het is duidelijk de bedoeling de GR voortaan over Trage Wegen (vaak onverhard) te sturen, al is het de vraag of een kaarsrecht, geasfalteerd, vrij breed parcours over de treinbedding voor de stapper zo aantrekkelijk is. Toch haalt dit stukje GR van 10 à 11 km een TWQ van 76% (de spoorbedding inbegrepen), waarvan de kilometers langs het Kanaal van Stekene en de Moervaart ongetwijfeld de mooiste zijn.
Het weer. Het evolueerde van zwaar naar licht bewolkt, bij een 13°.
De stafkaarten. 14/4Z Stekene - 14/8N Sinaai
Hoe we er geraakten. Als we in het Waasland stappen, lijkt het evident dat we gebruik maken van de rechtstreekse trein van Halle naar Sint-Niklaas. Voor de heenreis doen we dat ook: als we wat reserve willen inbouwen, zouden we toch al in de buurt van het vertrekuur van deze IC uitkomen, en dus is er geen enkel bezwaar tegen om die te nemen. Voor de terugkeer ligt het even anders: een reisweg via Antwerpen-Berchem levert ons in ideale omstandigheden een half uur tijdswinst op - omdat de aansluiting bus - rechtstreekse IC verre van optimaal is - en geeft ons bovendien uitzicht op een vlotte aansluiting met de bus in Halle.
Een beetje geschiedenis. Uit het spoorboekje van 08.10.1950 (geldig tot 19.05.1951) kopieerde ik de volgende dienstregeling, voor de lijn 57A Sint-Gillis (Waas) - Moerbeke. Uit de kaart in hetzelfde spoorboekje kun je afleiden dat deze lijn een soort verbindingslijn was tussen lijn 54 Temse - Terneuzen (Temse omdat de kanaalbrug daar nog niet hersteld was), met aansluitingspunt in Sint-Gillis (Waas) en lijn 57 Zelzate (Kanaal) - Lokeren - Dendermonde - Aalst, met aansluitingspunt Moerbeke.
Enkele kanttekeningen:
- alle treinen hebben TA voor het treinnummer staan; dat betekent dat de lijn volledig geëxploiteerd werd met de allerkleinste soort autorails; - veel van de treinen komen van of rijden door naar Sint-Niklaas: dat zijn de treinen waarvan het aankomst- of vertrekuur rechtop afgedrukt is; bij cursivering moet worden overgestapt; - vermits zaterdag nog een halve werk- en schooldag was reden er meer treinen op zaterdag(na)middag; - de meest opvallende trein is de zaterdagtrein TA9588 van Moerbeke (12:39) naar Stekene (12:56), die na 2 minuten al opnieuw richting Moerbeke vertrekt, als enige directe trein uit de dienstregeling.
We vinden deze dienstregeling nog terug in het spoorboekje van 07.10.1951 maar niet meer in dat van 18.05.1952. Voor Stekene staat daar alleen nog een geheimzinnige verwijzing naar een tabel 1517, die niet in het boekje voorkomt. In het spoorboekje van 05.10.1952 treffen we dan wel een echte vervangingslijn (57a) aan die tussen Sint-Niklaas en Moerbeke samenloopt met de huidige buslijn 41. Vanaf 02.06.1957 zal de lijn vernummerd worden tot 57b en een jaar later zelfs tot 57c. Die laatste vermeldt ook de oudere verbinding Sint-Niklaas - Hulst. De Lijn splitste de 57c dan weer op in twee lijnen, 41 en 43, waarvan de laatste naar Hulst rijdt.
Het oude station van Stekene. Indien goed onderhouden zijn deze gebouwen onverwoestbaar.
De verbinding.
Halle - Sint-Niklaas
3207
09:03 10:36
stipt
438
mr80 - Break
controle: J
Sint-Niklaas - Stekene
[41]
11:18 11:40
+3
ab2217-75
MAN's Lion City
A. Weyn & Zonen
-
Moerbeke-Waas - Sint-Niklaas
[41]
15:14 15:49
+1
ab2040-01
Mercedes Citaro G II
A. Weyn & Zonen
Sint-Niklaas - Antwerpen-Berchem
736
16:00 16:17
+2
471
mr96 - DMT
controle: N
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
2038
16:30 16:59
stipt
1850 - 61029
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
8802
17:05 17:26
+5
2159 - 53504
M5
controle: J
En wat we beleefden. IC 3207 sleept bij vertrek in Halle nog 3 minuten vertraging mee die hij eerder heeft opgebouwd (met o.a. 2 minuten vertraging bij vertrek in Kortrijk), maar eenmaal in Dendermonde, waar van front gewisseld wordt, verloopt de rit stipt. Alleen tussen Brussel-Zuid en Brussel-Centraal neemt de vertraging nog even toe tot 5 minuten. Sint-Niklaas beschikt nog over een echt stationsbuffet en dus is de lange wachttijd trein-bus snel voorbij. De bus van lijn 41 brengt ons vlot en veilig naar Stekene, waar we toch met 3 minuten vertraging aankomen.
Voor de terugrit hebben we zelfs een gelede bus, die aan erg veel halten onderweg stopt. Deze keer bereiken we wel zo goed als op tijd Sint-Niklaas.
En dan begint een opmerkelijk vlotte terugreis: IC 736 loopt dan wel wat vertraging op door een vertragingszone in de buurt van Melsele, maar de overstap in Berchem verloopt rustig. De rit met de IC naar Charleroi-Sud verloopt ook geschiedenisloos, en zelfs de P 8802, een van die P-treinen met buiten de warme perioden best aangename M5-rijtuigen, vertrekt op tijd in Brussel-Noord. Dat die trein toch wat vertraging oploopt in de NZV lijkt onvermijdelijk, al blijft ook die beperkt tot 3 minuten. In Brussel-Zuid stapt een tweekoppige TICO-ploeg op, geflankeerd door twee stoere Securail-mannen. Uiteindelijk bereiken we Halle met 5 minuten vertraging: van lijn 96N naar 96 overkomen net voor Halle duurt wat te lang. Maar onze aansluiting met bus 155 is een zekerheid. Eigenlijk hebben we dus de hele verplaatsing heen en terug zo goed als volgens het boekje gemaakt.
De treinlectuur. Willem Frederik HERMANS, Nooit meer slapen. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. In het begin van mijn leraarscarrière (zo een 12 jaar lang) kreeg ik bijna uitsluitend sterke klassen toegewezen. Door een directeurswissel verloor ik dat privilege: ik moest plots ook in (veel) zwakkere klassen lesgeven. Mijn eerste reactie was dat ik mijn niveau moest laten zakken, maar na een tijdje had ik door dat je geen resultaten haalt, als je minder eisen stelt. En dus schakelde ik opnieuw een versnelling hoger: ik begon meer te eisen van mijn zwakkere leerlingen. Plots begonnen die beter te presteren en mij beter te appreciëren. Misschien zit hier een les in voor de universiteiten die het studenten tegenwoordig wel erg gemakkelijk maken en die toch desastreuze slaagcijfers publiceren.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het natuurreservaat Dassenaarde ligt tussen een aantal woonkernen zodat het niet zo eenvoudig is om op de wandeling van vandaag een gemeentenaam te plakken. Zelf hou ik het bij Molenstede, maar het zou evengoed Engsbergen en zelfs Tessenderlo of Schaffen kunnen zijn. Belangrijk is dat we hier iets meer dan 9 km erg prettig konden stappen in een afwisselend landschap - ideaal voor wie niet zo hoog oploopt met eindeloze stroken bos, maar er af en toe toch eens wat bos bij wil. Voeg er nog wat bescheiden of minder bescheiden hoevetjes aan toe en weet dat de TWQ met 65% vrij hoog ligt. Het is trouwens een van die wandelingen waarvan je de TWQ intuïtief nog wat hoger inschat. De wandeling is aangeduid met rode driehoekjes maar dat hadden we pas tegen het einde van onze tocht door. Ten opzichte van de beschrijving en de kaart die verschenen in het lijfblad van Natuurpunt van de zomer 2014 is er een kleine wijziging. Blijkbaar kun je nog altijd moeiteloos over voetwegen bouwen en met afsluitingen de doorgang definitief onmogelijk maken.
In deze uitzonderlijke weertijden compleet nutteloos…
Het weer. Begin november en toch nog een temperatuur van 19° optekenen: ook dat is nu mogelijk. Altocumuswolken maken het extra mooi.
De stafkaarten. 25/1Z Deurne (Diest)
Hoe we er geraakten. Het was wat zoeken naar een geschikt aansluitingspunt tussen bus en wandeling maar uiteindelijk vonden we een ideaal gelegen en goed bediende halte van lijn 299 Hasselt - Diest - Geel: Engsbergen Vlassen. Om in Diest te geraken gebruikten we de IC Gent-Sint-Pieters - Tongeren die tussen Brussel en Diest alleen in Aarschot stopt. De terugreis was gewoon het spiegelbeeld van de heenreis.
Een beetje geschiedenis. Vermits we vandaag in beide richtingen gebruik maken van lijn 299 lijkt het me opportuun om even op de relatief korte geschiedenis van deze lijn in te gaan. We vinden lijn 299 voor het eerst terug in het spoorboekje van 29.05.1960, en wel als een directe lijn Antwerpen - Hasselt, via Tessenderlo en Diest. Het begon allemaal erg bescheiden met 4 ritten per dag, maar een jaar later was het aantal ritten al verdubbeld. In de dienstregeling zien we ook nieuwe vermeldingen van Borgerhout, Wommelgem, Kwaadmechelen en Tessenderlo. Niet dat je zo maar overal op de bus kon stappen. Enkel toegelaten aan reizigers van Antwerpen, Borgerhout en Wommelgem naar Kwaadmechelen, Tessenderlo, Diest of Hasselt en omgekeerd. Zo stond het te lezen onderaan de dienstregeling. Lijn 299 was namelijk een aanvullende buslijn van de NMBS en in die tijd werd er angstvallig op toegekeken dat dergelijke lijnen nooit in concurrentie traden van bestaande buslijnen, veelal geëxploiteerd door de NMVB.
In het spoorboekje van 31.05.1964 (maar mogelijk vroeger) rijdt de bus langs de nieuwe autoweg, met haltes in Borgerhout (Turnhoutse Poort), Geel (Autostrade), Tessenderlo Kerk, Diest en Hasselt. Enkele ritten gebruiken de autoweg tot Paal. In het spoorboekje van 31.05.1970 werd de lijn zowaar verlengd tot Tongeren: één late rit op vrijdag naar Tongeren en één vroege rit op maandag uit Tongeren. Een jaar later is deze uitbreiding al opnieuw geschrapt. Ondertussen is het aantal beperkingen wel verder geëxpliciteerd. Deze lijn mag niet gebruikt worden door personen welke, in één der beide richtingen wensen te reizen in de volgende relaties: Antwerpen - Borgerhout; Tessenderlo - Diest; Tessenderlo - Hasselt, Paal - Hasselt, Hasselt - Tongeren; Diest - Eindhout en Hasselt - Diest. Om het nog wat ingewikkelder te maken: Op zon- en feestdagen mogen echter reizigers vervoerd worden tussen Hasselt en Tessenderlo, Hasselt en Herk-de-Stad, Herk-de-Stad en Diest en omgekeerd.
Het duurt tot 03.06.1984, met de invoering van het IC-IR-plan, voor in deze toestand verandering komt. Dan wordt lijn 299 immers een lijn Geel - Diest - Hasselt, want Geel is op dat ogenblik een belangrijk overstappunt trein - bus geworden. De lijn verliest meteen haar snelle karakter; ondanks het nummer wordt het een typische buslijn met veel halten onderweg. Op weekdagen wordt een uurdienst ingelegd, op zaterdag en zondag vindt men een 2-uurdienst voldoende. Wanneer precies op zaterdag opnieuw een uurdienst wordt ingevoerd heb ik niet terug kunnen vinden. Feit is dat alleen op zondag nog om de twee uur gereden wordt.
Overigens kwamen er achteraf toch weer snelle bussen tussen Limburg en Antwerpen, maar die werden na enkele jaren geschrapt - besparingen, weet je wel. De Lijn vond trouwens dat het niet haar taak was snelle verbindingen tussen steden als Hasselt en Antwerpen in te richten; dat moest de NMBS maar doen. Ondertussen is Flixbus dankbaar in het gat gesprongen.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3660
11:11 11:27
+1
08112
mr08 Desiro
controle: J
Brussel-Zuid - Diest
2210
11:45 12:33
stipt
2114 - 58064
M4
controle: J
Diest - Engsbergen
[299]
13:05 13:13
stipt
ab4420-62
Van Hool New AG300
Autobusbedrijf G. Mebis
-
Engsbergen - Diest
[299]
15:57 16:09
stipt
ab4420-76
MAN's Lion City
Autobusbedrijf G. Mebis
Diest - Brussel-Noord
2238
16:27 17:05
stipt
1904 - 61034
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1738
17:13 17:32
+1
342
mr80 Break
controle: J
En wat we beleefden. Meestal vermeld ik de busverbinding naar het station van Halle niet in deze blog, maar vandaag vind ik dat toch nodig. We hadden dankzij Haltelink al gemerkt dat de bus 5 minuten te vroeg reed en dus waren we wat vroeger dan voorzien vertrokken. Toch misten we ei zo na nog onze bus die ondertussen al 10 (!) minuten te vroeg reed. Met een door vele decennia in het onderwijs ontwikkelde stem kon ik nog net vermijden dat de bus ons voorbijreed op enkele tientallen meters van de halte. Ik begon met dank u, maar je rijdt wel tien minuten te vroeg. Uit het antwoord blijkt dat de chauffeur zich daar wel degelijk van bewust was en het argument dat hij hier niet kon wachten, slaat uiteraard nergens op: dat had al veel vroeger moeten gebeuren, ook al om te vermijden dat hij nu wat verderop toch nog 7 minuten stil moet staan. Maar kom, mede daardoor kwamen we goed op tijd in Halle aan. We nemen de eerste trein naar Brussel en dat is de S naar Leuven, nadat we eerst kletsnatte biljetten uit de automaat hebben gehaald; het station wordt blijkbaar grondig afgespoeld. Gelukkig is de inkt op de biljetten waterproof. In Brussel-Zuid nemen we de IC naar Tongeren, een trek-en-duwstel M4, met het eersteklasrijtuig in eerste positie. De reis verloopt zonder problemen. We hebben onze dag zo uitgekiend dat we in deze trein kunnen eten, in het stationsbuffet een koffie kunnen drinken en vermijden dat we onderweg een eetpauze moeten inlassen, al zou dat vandaag niet erg geweest zijn.
De rit met de 299 (amper 8 minuten) verloopt zonder problemen. Ik volg het traject op de app van De Lijn en dat lukt na wat haperingen wonderwel. Ook de terugrit loopt trouwens vlot. We komen zelfs nog wat te vroeg in Diest aan; als we dat gewild hadden, zouden we de L naar Leuven hebben kunnen nemen. Dat had ons een tiental minuten tijdswinst opgeleverd, maar we hadden ons al volledig ingesteld op de rechtstreekse rit Diest - Brussel-Noord.
P 8802 blijkt afgeschaft en de reizigers worden verwezen naar de IC 1738 naar Quiévrain die we zelf ingepland hadden. Dit moet tot plaatsgebrek leiden. Toch blijft de invasie van de eersteklasafdeling helemaal vooraan uit. Bijna in Halle zien we een treinbegeleider opduiken die controleert. Een dame springt zowaar recht als ze hem ziet komen, alsof rechtstaan in eerste met een tweedeklasbiljet strikt gesproken verschil maakt. De controle van een andere reizigster duurt zo lang dat je daar alleen maar uit kunt concluderen dat die een klasverhoging gekocht heeft. Tot overmaat van ramp (voor de eerst recht gesprongen reizigster) meent die zich ook nog tegenover ons te moeten verantwoorden. Dat had ze nu net niet moeten doen. Ik snauw dat je ook gewoon kunt betalen, zoals wij. Zij riposteert nog dat een vroeger trein afgeschaft was en dat er op deze trein nauwelijks plaats was om te staan. Ook dat maakt eigenlijk geen verschil. En bovendien maak je mij niet wijs dat een treinbegeleider controleert in een trein die zo druk is als madam beweert.
Dat neemt allemaal niet weg dat het meest hatelijke wat de NMBS voor ons in petto heeft een afgeschafte trein is. Ik zou zeggen dat dit met stip bovenaan staat in de onhebbelijkheden waarop je als reiziger getrakteerd kunt worden, gevolgd door een trein met zoveel vertraging dat de aansluiting verbroken wordt en de trein met verminderde samenstelling. Dag na dag veroorzaken soortgelijke problemen ervoor dat treinreizen soms kunnen ontaarden in zenuwslopende bezigheden. Maar wij mogen vandaag uiteraard niet klagen. Het is lang geleden dat we nog eens 4 treinen na elkaar hebben gebruikt die allemaal op tijd reden. Wat we de laatste weken al hebben meegemaakt, wordt zo gecompenseerd, net zoals deze mooie nazomerdagen ook nog wel gecompenseerd zullen worden…
De treinlectuur. Patricia HIGHSMITH, Ripley, een man van talent. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Schiftingsvragen waarbij je het aantal deelnemers aan een wedstrijd moet raden, zouden bij wet verboden moeten zijn.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Als de TWQ amper 15% bedraagt en je te lezen krijgt dat de wandeling deels de wegwijzers van de fietsroute "De Bokkenrijders achterna" volgt, weet je al dat de verwachtingen niet te hoog gespannen mogen staan. En dat komt spijtig genoeg ook wel uit: sommige delen kunnen nog net charmant genoemd worden (ondanks verharding), andere zijn zelfs bepaald mooi (langs de Herk in de buurt van de Wellense watermolen), maar enkele honderden meters lopen ook langs drukke steenwegen en dat kunnen we toch missen als de pest. Vallen wel nog mee: de dorpskernen van Herten, Wellen, Ulbeek en Berlingen en de omgeving van het Kasteel Rullingen dat blijkbaar een grondige verjongingskuur ondergaat. We hebben dit jaar dus al (veel) betere paden gevolgd, maar echt waardeloos kun je deze tocht toch ook niet noemen, al was het maar voor de rust die je een groot deel van de tocht kunt ervaren. Kaartjeenfoto's.
Het begint met een mooi pad naast de oude lijn 23.
En tegen het einde kruisen we een laatste maal de Herk.
Het weer. Half bewolkt of minder, tamelijk fris, maar toch warm en rustig genoeg om zonder jas te stappen. Erg goed wandelweer!
Hoe we er geraakten. Soms moeten we zo een wandeling echt wat hertekenen in functie van het beschikbare OV en dat doen we ook vandaag, al valt het al bij al nogal mee. Voor de heenreis kiezen we lijn 38 Hasselt - Borgloon - Heers tot de halte Borgloon Stationsplein en voor de terugreis nemen we lijn 23a bij de halte Steenweg op Kuttekoven. De mogelijkheden zijn talrijk, al moeten we stilaan rekening houden met het korten van de dagen.
Een beetje geschiedenis. Kuttekoven zelf is nooit echt bediend geweest door een tram- of spoorlijn en moet het vandaag stellen met een belbus die trouwens meer van de dorpjes die we vandaag aandeden bedient. Het is alweer afwachten wat dit in de toekomst wordt. (Wat wel opvalt: voor de oorlog kwam Kuttekoven wel voor in de tabel van de tramlijn Hasselt - Oreye, maar dat zal wel een heel zijdelingse bediening geweest zijn.) Dan kwam Borgloon beter aan zijn trekken: precies op ons vertrekpunt van vandaag kruisten de spoorlijn 23 en de tramlijn (Hasselt) - Kortessem - Oreye elkaar. Die lijn zag nog net het licht in de XIXde eeuw, maar hield het uiteindelijk maar tot 1949 vol. De huidige buslijn 38 is er de voortzetting van, althans tussen Hasselt en Borgloon. De Tramstraat in Borgloon ligt pal op de oude bedding van deze tramlijn. De bus bedient onderweg ook nog de halten Kortessem Oud Tramstation en Wellen Oud Tramstation. Tijdens de wandeling liepen we vooral in het begin een tijdje naast de oude spoorlijn 23. Bij het Stationsplein stond zelfs een bordje met wat geschiedkundige uitleg over de bietenlijn. Ik pluk er graag wat gegevens uit. De eerste plannen voor een treinverbinding tussen Sint-Truiden dateren al van 1845, wat geen verbazing wekt. Wel verbazingwekkend: er zou omstreeks 1870 een privateconcessieaanvraag voor een lijn Halle (!) - Maastricht via Landen, Borgloon en Tongeren zijn ingediend en afgeketst door de Belgische Staat. Ik had hier nooit eerder wat van gehoord of gelezen. Het belang van lijn 23 lag eerst vooral in het vervoer van graan, aardappelen en hout. Later kwamen daar ook nog de Zuid-Limburgers bij die pendelden naar de Luikse industriegebieden. Bovendien was de aanleg van de spoorweg een grote stimulans voor de fruitteelt (en de bijhorende stroopfabrieken.) Na WO II neemt het belang van de verbinding snel af: de reizigersdienst werd al opgeheven in 1957, tussen Sint-Truiden en Borgloon overleefde de goederendienst nog tot eind jaren 1960.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207
09:03 09:15
stipt
332
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Hasselt
2208
09:45 10:49
+7
1905 - 61052
M6
controle: J
Hasselt - Borgloon
[38]
11:26 11:56
+6
ab4981
Jonckheere Transit 2000
Tongeren??
-
Borgloon - Sint-Truiden
[23a]
16:53 17:12
+5
ab4419-53
Mercedes Citaro LE C2
Cintral
Sint-Truiden - Brussel-Noord
1540
17:44 18:38
stipt
567
mr96 DMT
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1590
18:42 19:02
stipt
08556
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Blijkbaar worden er in de Allerheiligenvakantie niet alleen P-treinen afgeschaft, maar rijden sommige niet-gesleepte treinen ook met een beperkte samenstelling. Dat zou je toch vermoeden als je de 3207 ziet binnenrijden met één break i.p.v. twee. Niet dat er daardoor op deze brugdag plaatsgebrek zou zijn: de éne break biedt voldoende plaatsen. Het is bijna ongelooflijk: zo een dertig jaar geleden werkte zo goed als iedereen in deze korte vakanties, tegenwoordig lijkt iedereen thuis (of in de luchthaven van Zaventem) te zitten. En toch stijgt de werkdruk, de stress, het aantal burn-outs en andere depressies, het aantal pillenslikkers elk jaar opnieuw. Maar kom, er zullen wel andere oorzaken zijn, die men liever niet noemt: het lawaai van het autoverkeer, de files en die masochisten die de tijd in de files zo een heerlijke me-time vinden… Verder hoef je niet te zoeken. We rijden eens niet over lijn 96A Brussel binnen maar wel via de 96N.
Ondertussen is het duidelijk geworden dat we vermoedelijk niet zonder vertraging uit Brussel-Zuid zullen vertrekken: tussen Gent en Brussel staat er een defecte trein, vager kan een plaatsomschrijving niet zijn. En toch zou een concretere lokalisatie veelzeggend kunnen zijn. Onze IC 2208 rijdt immers tot Denderleeuw over de oude lijn 50. Als de defecte trein dus op lijn 50A stilstaat tussen Gent en de Y. Lombeek is er voor ons niet zo heel veel aan de hand. Maar de IC verliest nogal wat tijd in Denderleeuw, en dus zal het probleem wel dichter bij Brussel zitten. Met 14 minuten vertraging vertrekken we in Brussel-Zuid. Die vertraging zal eerst nog wat groeien (de NZV!), maar gaandeweg toch wat krimpen: Aarschot +11, Diest +9 en 7 minuten bij aankomst in Hasselt. Tussen Aarschot en Diest wordt omgeroepen dat reizigers voor Schulen in Diest kunnen overstappen. Attent van de treinbegeleider, ten gerieve van de overstappers die in Aarschot hun aansluiting misten. Maar zijn die dan eigenlijk al niet uitgestapt in Aarschot?
Bij De Lijn-Limburg wordt vandaag volgens de zaterdagdienstregeling gereden. Besparen blijft het actiewoord als het over OV gaat. Lijn 38 naar Borgloon en Heers heeft eerder al haar uurdienst op zaterdag ingeleverd, vandaag zijn de reizigers dus nog meer de klos, met een 2-uurdienst. Reizigers zijn er nochtans, al zal dat niet blijken uit de Prodatagegevens, want het gele fossiel weigert dienst. In en om Wellen wordt een lange omleiding gevolgd, wat tot enkele minuten vertraging leidt.
Voor de terugrit hebben we de halte Steenweg op Kuttekoven van lijn 23a gekozen. Het is één van die typische lawaaierige halten langs een veel te drukke steenweg, zij het dat het schuilhuisje afgeschermd wordt door een stevige plataan. Ook deze bus heeft behoorlijk wat volk mee. Zoals wel vaker blijft de bus lange tijd stipt rijden tot hij de stad nadert. Plots is de voorziene rittijd te krap; voeg daar nog een omleiding bij en je hebt meteen een verklaring voor de 5 minuten vertraging bij aankomst.
In Sint-Truiden gaan we voor het eerst in onze reizigerscarrière naar het stationsbuffet. Daar kan ik me neervlijen op een stel banken dat men blijkbaar gerecupereerd heeft uit een oud rijtuig, ik gok op een I1, maar kan er evengoed glad (bij ons zouden ze grat zeggen) naast zitten. (Gelukkig niet naast de bank…) Dan merk je pas hoe men erin geslaagd is om de voorbije 50 à 60 jaar het treincomfort in eerste klas stelselmatig te laten dalen, terwijl auto's almaar comfortabeler werden. Maar kom, met de M7 leven we misschien op hoop.
IC 1540 bestaat uit 3 DMT's of Deense neuzen of boudins. Hoewel we nog met 2 minuten vertraging uit Sint-Truiden vertrekken loopt het zo vlot dat we in Brussel-Noord zonder problemen de S naar Geraardsbergen en Aalst halen - dat is een overstap van 4 minuten, maar door de perfecte rit van de 1540 komen daar vandaag nog eens 2 minuten extra bij. Samen met ons zit er een jong koppel in het laatste eersteklassecoupé van de trein. Ze spreken de taal van Goethe en eten koude pizza. Je vraagt je toch af waar die zo in de avond nog naartoe treinen. Ik waag in elk geval geen gokje over hun bestemming. De kans dat ze ze stipt zullen bereiken is reëel… als ze niet in de verkeerde trein zitten.
De treinlectuur. Patricia HIGHSMITH, Ripley, een man van talent. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. 1. Sartre wist het al: l'enfer, c'est les autres. In het Nederlands: stress, dat zijn de anderen. 2. We vierden net Sint-Hubertus. Dat is ongetwijfeld de meest misbruikte heilige uit de christelijke geschiedenis. Want hij liet het hert leven, terwijl al die schietgrage massamoordenaars allemaal Hubertus in het vaandel dragen.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Eén van de GR's die het meest tot de verbeelding spreken is ongetwijfeld de GR 12 die Amsterdam via Brussel met Parijs verbindt. Wij stappen vandaag nog eens een eerder korte 13 km tussen La Hestre en Anderlues. Hoewel we deze GR al enkele keren hebben gelopen (in België…) stappen we vandaag over een traject dat we nog niet eerder gevolgd hadden. Zeker bij het begin is de GR enkele keren gewijzigd, zodat we vandaag niet zomaar uit Mariemont, waar we de vorige keer geland waren, kunnen vertrekken, maar wel in de buurt. Dat is echt niet erg, want we belanden zo in het Bois de Mariemont en daar is het aangenaam toeven. Het is eigenaardig dat een zo sterk geïndustrialiseerde regio ook voor erg aangename voettochten garant staat. Terrils zijn immers nooit erg storend en al de andere industrie lijkt voorgoed verdwenen te zijn. Met een TWQ van 65% scoort deze tocht bovendien erg goed. Sommige wegjes en paadjes zijn bepaald charmant.
Het weer. Betrokken tot zwaar bewolkt, fris maar rustig herfstweer.
De stafkaarten. 46/2S Manage - 46/6N Morlanwelz - 46/6S Anderlues
Hoe we er geraakten. De halte La Hestre Écoles provinciales past perfect als beginpunt voor onze tocht van vandaag. Bus 167 vertrekt aan La Louvière-Sud en rijdt dan langs La Louvière-Centre richting Jolimont en Godarville. Omdat het uiteindelijk niets uitmaakt of we deze bus in Sud of Centre nemen, kiezen we voor het eerste. Mocht onze trein op tijd zijn, dan zit er daar nog een koffietje in het stationsbuffet in. Voor de terugreis kiezen we opnieuw voor de halte Anderlues Roi des Belges, maar deze keer gaan we resoluut voor een bus van lijn 30, die ons iets sneller naar La Louvière-Sud brengt. Voor heen- en terugreis kunnen we op die manier gebruik maken van de IC Turnhout - Binche (en omgekeerd), die ons rechtstreeks naar en van de Wolvenstad brengt.
Een beetje geschiedenis. Het lijkt wel alsof we vandaag door een stuk trein- en tramgeschiedenis stappen. Het begint al in de eerste kilometer, in het Bois de Mariemont, waar we sporen van oude industrielijnen, compleet met hellend vlak, vonden. Ik had het hier al eerder over in een bijdrage van 4 maart 2013. De beddingen zijn nog nauwelijks te herkennen, maar de rechtlijnigheid en de verhoogde ligging van bepaalde boswegen kunnen als leidraad dienen. Wat verder liepen we onder lijn 112 door, halfweg tussen de vroegere halte van Mariemont en het station van Morlanwelz. Deze lijn (van La Louvière tot Marchienne-au-Pont) maakt deel uit van de Waalse dwarslijn, die hier een bochtig parcours volgt. Net uit het bos van Mariemont loont het de moeite om eens achterom te kijken, naar dit mooie brugje in lijn 118.
Voorbij Carnières volgen we dan weer een tijdje de bedding van de vroegere tramlijn 30 Bracquegnies - Anderlues. Dat onze bus van de terugreis ook het nummer 30 draagt, is geen toeval. De bus volgt grotendeels het traject van de tram, al is hij wel verplicht de wegen te volgen: voor de tram waren er - zoals op het stuk dat wij stapten - vrije beddingen door het indrukwekkende groen. Vanuit Morlanwelz naar Carnières trammen was al mogelijk in 1900, het vervolg naar Anderlues kwam er pas in 1910. De tramlijn onderging het lot van zo goed als alle andere tramlijnen in Henegouwen en werd gesloten in 1986. In de buurt van Piéton kruisten we dan weer de vroegere industriële lijn 251. We vonden er nog een merkwaardig bord met de melding SF 1; meestal trof je bij een onbewaakte overweg op de lijnen met vereenvoudigde exploitatie een bord SF 0,5 aan, wat betekende dat de treinbestuurder de overweg alleen mocht kruisen met fluitsignaal (Siffler-Fluiten) en tegen een snelheid van 5 km/u. Hier gold dus blijkbaar een snelheidsbeperking tot 10 km/u. Deze spoorlijn verbond Piéton met de mijnen van Anderlues. Op de kaart is nog altijd een enorme dubbele bocht te herkennen. Een zeldzame paal. En het kon niet op: later stapten we ook nog naast of over de vroegere bedding van lijn 110 Piéton - Bienne-lez-Happart - Merbes-Sainte-Marie, waar aansluiting mogelijk was met de lijn 109 Mons - Lobbes - Chimay. Lijn 110 werd later ingekort en gedegradeerd tot industrielijn 281 Piéton - Anderlues en verdween helemaal in 1989. Je ziet het: eigenlijk zou je aan elk van deze 4 interessante punten een stevige studie kunnen wijden, maar dat kan ik dus niet in het kader van deze blog. Het moet een beetje geschiedenis blijven, met de nadruk op beetje.
De verbinding.
Halle - La Louvière-Sud
3430
09:40 10:22
+12
2708 - 51029
M4
controle: J
La Louvière - La Hestre
[167]
10:50 11:22
+1
ab3141
Van Hool New AG300
La Louvière
-
Anderlues - La Louvière
[30]
15:32 16:13
+3
ab3142
Van Hool New AG300
La Louvière
La Louvière-Sud - Halle
3416
16:38 17:20
+7
2710 - 58039
M4
controle: J
En wat we beleefden. Eerlijk gezegd: tussen 9 en 10 per trein vertrekken is veelal een riskante zaak, want het lijkt wel of al de treinen op dat moment nog de naweeën van de ochtendspits ondergaan. Dat is vandaag niet anders: de 1939 naar Doornik, de 1730 naar Quiévrain, de 3430 naar Binche: allemaal rijden ze met minstens 10 minuten vertraging. Bovendien wordt er over de oorzaken flink gelogen of minstens omzeilend gecommuniceerd. De 1730 rijdt met vertraging door het drukke treinverkeer: daar krijg je toch de stuipen van. Correct zou zijn: we slagen er niet (meer) in onze treinen op tijd te laten rijden. Die 1730 is al in Liège met 5 minuten vertrokken, in Landen was de vertraging al opgelopen tot 9 minuten. Druk treinverkeer? Op dat deel van lijn 36? Uiteraard groeit de vertraging nog aan tussen Leuven en Brussel-Noord, maar zou dat ook het geval geweest zijn als de trein in Leuven op tijd was aangekomen en vertrokken? De 3430 rijdt volgens de speakerin met vertraging door een probleem tijdens de voorgaande rit. Toch wel eigenaardig, want de trein is stipt vertrokken in Turnhout en maakt zijn vertraging naarmate hij Brussel nadert. Uiteindelijk zal hij met 13 minuten vertraging in Halle vertrekken - erg veel gaat er niet meer af. Dat we onze eerder gemelde koffie daardoor kunnen vergeten is niet zo belangrijk; de geplande bus wordt zonder problemen gehaald.
Onze allereerste rit op lijn 167 zal met een gelede bus uitgevoerd worden. De bus toont duidelijk nog de tekenen van de ochtendspits: her en der liggen de resten van een snel ontbijt dat hoofdzakelijk lijkt te bestaan uit chocomelk. Vierentwintig minuten na ons vertrek en 8 km verder stappen we uit bij de halte Écoles provinciales. De bus is dus tegen een gemiddelde snelheid van 20 km/u door La Louvière en voorsteden gesukkeld. Wat slagen we er toch in om onze mobiliteit op een efficiënte manier te organiseren, en dat is geen verwijt aan chauffeur of dienstregelaar die de rittijd perfect respecteren en inschatten. Geen wonder dat twee joggers ons onderweg 3 keer inhalen!
Voor de terugrit kunnen we opnieuw gebruik maken van een gelede bus. Ook nu weer wordt de dienstregeling op een bewonderenswaardige wijze gevolgd, althans tot Jolimont. Vanaf hier is het aanschuiven aan verkeerslichten, maar de schade blijft al bij al beperkt. In La Louvière-Sud worden we opgewacht door een vijftal controleurs. Het kan een indruk zijn, maar sinds de invoering van de MoBIB is het aantal controles drastisch omhooggegaan. Dat is ook niet moeilijk: vroeger waren er bijna nooit controles.
Ook nu is de overstap te kort om nog een bezoekje te brengen aan het stationsbuffet. Het is er bovendien zo druk dat we onmogelijk snel bediend kunnen worden. IC 3416 vertrekt stipt in La Louvière-Sud, maar dat is allang geen garantie meer dat deze trein ook nog stipt in Brussel aankomt. In Ecaussinnes tekenen we al 10 minuten vertraging op: daar ligt inderdaad een stuk dat wegens werken enkelsporig uitgebaat wordt, maar de tegemoetkomende treinen rijden echt niet met zo veel vertraging dat dit de vertraging zou kunnen verklaren. IC 3416 is weer op de sukkel; zeven minuten vertraging bij aankomst in Halle vallen nog mee, maar dat voorspelt weinig goeds voor de rest van het traject…
De treinlectuur. Thomas BRUSSIG, Am kürzeren Ende der Sonnenallee. Die Sonnenallee is een straat die door de Berlijnse Muur in twee is gedeeld, met het erg korte stuk in Oost-Duitsland. Het is een prettige, schalkse kijk op het leven van Michaël, die door zijn moeder Mischa wordt genoemd omdat dat Russisch klinkt. Om je een idee te geven van de humor: Mario heeft een gesmokkelde Engelse persing van Exile on Main Street van de Rolling Stones op de kop kunnen tikken en die dubbelelpee redt hem als een echt kogelvrij vest als hij door een Oost-Duitse soldaat wordt neergeschoten in een poging om een weggevlogen liefdesbrief te recupereren uit de verboden grenszone. "Let eens op waarom hier niets verandert. Als je zegt wat er fout loopt, word je gearresteerd en de anderen houden je voor een dommerik omdat je nog niet eens weet wat je niet zeggen mag. Als je niet gearresteerd wil worden, moet je dus zwijgen over wat er fout loopt, maar dan verandert er ook niets, want de anderen denken dat alles in deze wereld in orde is. En daardoor kan hier dus nooit iets veranderen." (eigen vertaling) Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. De vakbonden van Aviapartner hebben in vijf dagen al meer gedaan voor het milieu dan al onze ministers van Milieu in vijf jaar.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
22 oktober 2018 - Brugge - Veldegem (Via Brugensis)
De wandeling. We stappen vandaag voor het eerst over de Via Brugensis, een Compostelaroute die loopt van Sluis tot Sébourg - eigenlijk tot Compostela dus, maar dan heb je meer dan één boekje nodig. We legden bijna 19 km af, voor 37% over trage of onverharde wegen, en dat zegt dus al wat over de kwaliteit van het uitgestippelde tracé. Je komt wel enkele keren door erg aangename (domein)bossen maar tussendoor is het behelpen met asfalt- of betonwegen, zelfs in de enkele doorkruiste bossen. Dat je vaak niet over interessantere, onverharde boswegen en prachtige dreven kunt lopen, heeft te maken met de ziekelijke neiging om iedereen hier uit de bossen te houden: je kunt hier fortuinen verdienen met de fabricatie van bordjes Privaat eigendom - verboden toegang. Dat is een wonderbare bevestiging van de stuursheid en norsheid van voorbijrijdende fietsers en collega's wandelaars. Het lijkt wel alsof haarlak ook de gezichtshuid heeft verstrakt, zodat een kleine groet of glimlach blijkbaar te pijnlijk is. In het boekje lezen we verder dat de bewegwijzering in Vlaanderen beperkt is: dat is een eufemisme; in totaal kwamen we misschien 8 blauwe schelpen tegen en dan werd voor de eerste 7 km nog gebruik gemaakt van de rood-witte bewegwijzering van de GR 5A. Ze hadden zich de moeite van die schelpjes ook kunnen besparen. Zonder topogids en degelijke voorbereiding thuis valt er niet aan te beginnen.
De Diksmuidse Heerweg: we volgden hem over enige afstand, nu eens verhard dan weer onverhard. Af en toe, zoals hier, erg mooi.
Na de Abdij Zevenkerke kwamen we in de buurt van een wat bescheidener priorij: Bethanië.
Hoe we er geraakten. Brugge is uiteraard geen enkel probleem. Voor de terugkeer is er een onregelmatige maar toch bruikbare verbinding met buslijn 74 Roeselare - Brugge. Op een avontuurlijk moment hadden we ook een terugkeer via Roeselare of Torhout kunnen proberen, maar het gaat veruit het snelst via Brugge. En bovendien zit je dan altijd met problemen omdat de NMBS de alternatieve terugreis afgeschaft heeft. Voor wandelaars is dat een onbegrijpelijke maatregel. Dat men in Nederland op dat vlak een stuk verder staat, kun je lezen ophttp://www.goedkoop-treinkaartje.nl. Het moet niet eens goedkoper zijn dan nu al het geval is, als je maar wat meer mogelijkheden krijgt. Een suggestie voor de NMBS: vermits het seniorenbiljet toch tegen een forfaitaire prijs verkocht wordt, kan het geen probleem zijn om op het biljet (op papier of elektronisch) twee lijntjes te voorzien waarop het traject van heen- en terugreis afzonderlijk kunnen worden ingevuld. (Maar dat lost natuurlijk een gelijkaardig probleem met het weekendbiljet niet op.)
Een beetje geschiedenis. Veldegem was vanouds een halte op wat al meer dan een eeuw lijn 66 genoemd wordt. Vermoedelijk ging deze halte open bij de indienstneming van het baanvak Brugge - Torhout op 04.10.1846. In het spoorboekje van 01.05.1892 vinden we de volgende halten en stations terug: Brugge - Loppem - Zedelgem - Veldegem - Torhout - Lichtervelde - Gits - Beveren - Roeselare. Eigenaardig genoeg loopt de toenmalige tabel 64 dan verder richting Menen. Tabel 65 vervolledigt de verbinding Roeselare - Kortrijk met stops in Rumbeke - Izegem - Ingelmunster - Lendelede - Heule en Kortijk. Uit het spoorboekje van 17.05.1953 kunnen we opmaken dat daar nog halten in Sint-Michiels - Kachtem en Sint-Katharina zijn bijgekomen. Maar meer dan dat zal het niet meer worden. In het spoorboekje van 22.05.1955 zien we het resultaat van een grote opkuisactie: de overblijvende stations zijn die van vandaag plus Veldegem, dat op wonderbaarlijke manier de kaalslag in de halten overleeft. Nu ja, overleeft is veel gezegd. Op zaterdag is er nog een trein om 13:28 naar Kortrijk en dagelijks stopt ook nog een trein om 18:43. In de andere richting is er een trein om 6:10 (niet op zondag) naar Brugge. Wie een zinnige verklaring hiervoor kent: graag. Verbazend genoeg blijft deze toestand min of meer onveranderd tot 27.05.1978. In het spoorboekje van 22.05.1977 vinden we voor de laatste keer een vergelijkbare dienstregeling terug: treinen naar Kortrijk, Zottegem en Brussel-Noord om 7:50 (niet op zaterdag en zondag), om 17:21 (dagelijks) en om 18:57 (niet op zaterdag en zondag) naar Kortrijk. In de andere richting was er één (1!) trein richting Brugge om 5:50, niet op zondag. De uitgedunde treindienst werd in 1955 opgevangen door de invoering van de vervangingsbus 66a Brugge - Roeselare. Een vergelijkbare busdienst vinden we vandaag nog terug als lijn 74 Roeselare - Brugge, die ondanks de basismobiliteit nooit een volledig gecadanceerde dienst kreeg. De hiaten werden nl. opgevuld door de belbus van Torhout.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:58 09:07
+3
08011
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Brugge
2830
09:26 10:29
+11
1860 - 61042
M6
controle: J
-
Veldegem - Brugge
bus
16:39 17:05
stipt
ab5506-84
MAN's Lion City
Van Coillie (Connex)
Brugge - Brussel-Zuid
1516
17:10 18:08
stipt
560
mr96 DMT
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1939
18:12 18:22
stipt
546
mr96 DMT
controle: N
En wat we beleefden. Zo net na 9:00 is het altijd wat uitkijken naar hoe de 1557 en de 3207 presteren. De eerste vertrekt net voor, de tweede net na 9:00, uur waarop we onze seniorenbiljetten kunnen laten gelden. Maar vandaag heeft de 1557 wat vertraging, wat ons wat meer speling geeft in Brussel-Zuid. Bovendien is die 1557 wat minder druk dan de 3207, oh ironie, waarmee we dus te allen tijde mee mogen. Een reizigster heeft geen biljet - toen wij aankwamen stonden er inderdaad wat mensen aan te schuiven aan de 2 automaten - en ze heeft zich braaf bij de tbg gemeld. De toeslag is in dit geval wat unfair, al is het ook een middel om een nog hogere boete te vermijden. Ik zou er mijn hand echt niet voor in het vuur willen steken dat al de andere ingestapte reizigers wél een biljet hebben. Maar de tbg verdwijnt na de aanmaak van het biljet. Meestal verloopt zo een rit van de S naar Brussel-Zuid vrij vlot en dat is ook vandaag ook het geval; er gaat zelfs een minuutje vertraging af. De IC 2830 van Brussels-Airport naar Knokke, dat is een ander paar mouwen. Die is afgeschaft op het eerste deel van zijn traject en zal blijkens de app vanuit Brussel-Zuid vertrekken. Dat valt voor ons nog mee. Die 2830 is de terugrit van de 2305 die bij het ochtendgloren al in Brugge gestrand is omdat Infrabel lijn 66 Brugge - Kortrijk na nachtwerk nog niet vrijgegeven had. De trein heeft de reis als ledige rit Brugge - Brussel-Zuid afgelegd. Zonder vertraging lukt dat ook niet achter de reguliere treinen aan, waarvan sommige ook vertraging hebben. We zullen uiteindelijk met 17 minuten vertraging vertrekken, zelfs nog na de 430, alhoewel de deuren van beide treinen gesloten waren. Beter één trein met veel vertraging dan twee met wat minder. De reis verloopt voor de rest zonder veel problemen, al had het nog met een minuutje of twee minder gekund. Lees de rubriek Binnenkomen op rood op hgbtf…
De bus van lijn 74 rijdt behoorlijk stipt. We halen zelfs nog een onverwachte aansluiting met IC 1516 naar Genk, al ligt de bushalte Sint-Michiels Station West alles behalve ideaal. Maar daar uitstappen is alleszins nog beter dan een rondje naar 't Zand en de voorzijde van Brugge Station.
Deze keer zal de terugrit 's avonds wel erg goed meevallen. IC 1516, die uit 4 Deense neuzen bestaat, arriveert zelfs krek op tijd in Brussel-Zuid, zodat we 4 minuten later nog meekunnen met IC 1939 naar Tournai. Deze trein bestaat uit 3 Deense neuzen en dat is in tweede klasse te weinig. De overrompeling van eerste klas blijft evenwel uit. Het is al vijftig jaar zo: tegen het einde van de avondspits heeft de NMBS niet alleen de neiging om geen P-treinen te laten rijden, maar de cadanstreinen rijden ook in samenstellingen die de staart van de avondspits nauwelijks aankunnen. Je zou dan geneigd kunnen zijn om te wachten op de volgende IC (naar Quiévrain) maar die is met 2 breaks in hetzelfde bedje ziek. Opvallend wel: IC 1939 bolt op tijd het sinds kort met legale graffiti versierde station van Halle binnen. Nu de overkapping nog…
De treinlectuur. Thomas BRUSSIG, Am kürzeren Ende der Sonnenallee. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Waarom gebruiken sommigen nog altijd Gutmensch als er een zo voor de hand liggend en duidelijk Nederlands equivalent voor bestaat: do-gooder.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We openen vandaag al het derde schuifje van een ronduit schitterende tocht Over hoogplateaus en door weidse Ardeense bossen, tussen Renuamont en Givry. Dat is in totaal net iets meer dan 13 km, de anderhalve kilometer van de dichtstbijzijnde, bruikbare bushalte tot ons aansluitingspunt in de buurt van Flamierge inbegrepen. Neem het van ons aan: dit is een prachtige, geestverruimende tocht over het hoogplateau van de echte Ardennen, voornamelijk langs weiden en kleinere bossen, in een dunbevolkte streek, als je de koeien niet meerekent. De TWQ ligt hoog: 76%, langs goed begaanbare wegen tussen de weiden door. Bovendien was het al van op de trein duidelijk dat er wat te beleven zou zijn in de lucht: altocumulus en cirrus zorgden voor een voortdurend wisselend spektakel en het weze ons vergeven datde foto'sdeze keer ook wat aandacht besteden aan de prachtige wolkenluchten.Het kaartje vind je hier.
Prachtige wolkenluchten.
Het weer. Mooi nazomerweer, half bewolkt of minder, en aangenaam warm.
De stafkaarten. 60/6 S Flamierge - 60/7 S Champs - 60/6 N Roumont
Hoe we er geraakten. Veel keuze hebben we deze keer niet: Renuamont kan ten vroegste om 11:35 bereikt worden, met lijn 1 uit Marloie. In Givry is er een bus van lijn 17 naar Bastogne om 15:40. Vanuit Bastogne zouden we vroeger ongetwijfeld de trein naar Libramont genomen hebben, maar je leest hieronder waarom dit niet meer kan. Misschien is dat de reden waarom ik eerst aan lijn 163b dacht - de vervangingslijn van spoorlijn 163-, maar uiteindelijk was de meest voor de hand liggende oplossing opnieuw lijn 1 van Bastogne naar Marloie. Tussen beide bussen in hebben we net voldoende tijd.
Een beetje geschiedenis. Over lijn 1 Marche - Bastogne heb ik het hier al gehad. Laat ons vandaag even stilstaan bij een deel van wat overbleef van spoorlijn 163, meer bepaald het deel Bastogne-Sud - Libramont dat in een goede 20 jaar van de spoorwegkaart werd gegomd en blijkbaar zo grondig dat een terugkeer van treinen weinig waarschijnlijk is.
In het spoorboekje van 22.05.1966 wordt de lijn nog uitgebaat met halten in Ourt, Bernimont, Wideumont, Rosières, Morhet, Sibret en Villeroux. Op zondag rijden er geen treinen, op weekdagen zijn er acht ritten, waarvan 1 zonder tussenstops en 2 die een aantal stops overslaan. (Tegelijk is er ook al een buslijn 163 b met 7 ritten op weekdagen en 6 op zondagen).
Tien jaar later, in het spoorboekje van 30.05.1976, vinden we al de eerder vermelde halten nog altijd terug. Er zijn nog altijd 8 ritten maar halten als Ourt, Bernimont, Rosières en Villeroux worden lang niet door alle treinen bediend.
In het spoorboekje van 28.05.1978 vinden we dan ook geen spoor meer terug van Ourt, Rosières en Villeroux. Met dat laatste verdwijnt wat in Het Spoor van ergens halfweg de jaren 1960vermeld werd als hoogst gelegen Belgisch station. (Wat zou nu het hoogst gelegen station zijn?) Er is wel één trein bijgekomen. Een jaar later wordt ook de bediening van Bernimont en Morhet afgeschaft. Blijven dus over: Wideumont en Sibret. Ook nu komt er een rit bij; er komt zelfs een erg beperkte zondagdienst!
Met de invoering van het IC-IR-plan wordt een 2-uurcadans ingevoerd: Wideumont en Sibret gaan nu ook voor de bijl. De trein doet er 28 minuten over, wat niet meteen een topprestatie is. De refertesnelheid ligt nog altijd op 70 km/u. Daarna gaat de afbouw snel. Zelfs die 70 km/u is nog te hoog gegrepen. De treinen rijden enige tijd maximaal 40 km/u en dat geleidelijk over het hele traject van Libramont tot Bastogne. De rittijd wordt dan ook 35 minuten. De lijn is ten dode opgeschreven: voor onderhoud is er geen geld meer en in het spoorboekje van 23.05.1993 lezen we: De treinen tussen Bastogne en Libramont kunnen vanaf een nog te bepalen datum vervangen worden door bussen toegankelijk voor reizigers in het bezit van een geldig vervoerbewijs NMBS. In feite sleept deze toestand al 25 jaar aan en veel beweging komt er niet meer in de zaak. Om de zoveel jaren is er wel eens politieke partij die haar staart roert, maar altijd zonder veel resultaat. Het prachtige stationsgebouw van Bastogne-Sud is ondertussen in de feiten een busstation geworden.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555
06:58 07:07
+1
08064
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marloie
2107
07:33 09:21
stipt
515
mr96 DMT
controle: J
Marloie - Renuamont
[1]
10:40 11:35
stipt
ab4550
Jonckheere Transit 2000
Amberloup
-
Givry - Bastogne
[17]
15:40 15:55
stipt
ab4562
Jonckheere Transit 2000
Houffalize
Bastogne - Marloie
[1]
16:17 17:33
stipt
ab4551
Jonckheere Transit 2000
Amberloup
Marloie - Brussel-Noord
2139
17:41 19:17
+24
1348 - 11711
I10
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3790
19:52 20:18
+4
08046
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. De aangewezen trein naar Marloie is eigenlijk de 2108 van 8:33 en die heeft het in de voorbije week lang niet zo slecht gedaan, maar we nemen liever geen risico en dus wordt het de 2107 van 7:33. Dat betekent wel dat we in Marloie een uur en twintig minuten zullen moeten wachten, maar het biedt tenminste uitzicht op een rustige heenreis met hoge slaagkans. Het spijt me dat ik het moet schrijven, maar het vertrouwen in de hele treingebeuren en de bijpassende aansluitingen met de bus is de laatste jaren stelselmatig geslonken. S 1555 zit eigenlijk goed vol, ondanks de 3 Desiro's. Dan pas merk je hoe benepen je hier zit als je allebei een rugzak op je schoot houdt - waar zou je hem moeten laten? - en daar zijn ook de mensen rechtover je het slachtoffer van. Gelukkig is het maar voor 9 minuten. IC 2107 zal zonder veel kleurscheuren in Marloie geraken: behalve in Brussel-Centraal en Ottignies zal de vertraging nooit meer dan 3 minuten bedragen. Met ons rijdt een wants mee zuidwaarts. Ze heeft al mijn rugzak, de zetel waarop die staat en de tussengang geëxploreerd. Hopelijk bereikt ze heelhuids haar bestemming. 't Is niet makkelijk om mier te zijn, maar wantsen hebben nauwelijks meer zekerheid. (IC 2108 zal met 10 minuten vertraging in Brussel-Zuid vertrekken maar ook op tijd in Marloie aankomen. We hadden ons dus de ruime reserve kunnen besparen. Marloie heeft gelukkig nog een echt stationsbuffet en dat maakt veel goed.) Opvallend is dat de IC's richting Brussel wel met veel vertraging rijden, genoeg om de aansluiting met de L naar Liers te verbreken. Een vijftiental scholieren met begeleider zijn daar o.a. het slachtoffer van.
Motorstel 648 staat hier nog te wachten maar zal even later vertrekken naar Liers, zonder op de vertraagde IC uit Arlon te wachten.
De bus naar Bastogne beginnen we onderhand te kennen. Veel reserve zit er niet in de dienstregeling, alsof de opstellers toch weten dat er nauwelijks instappers zijn. Wat voor alle duidelijkheid niet waar is; zelfs het ommetje in Bande levert reizigers op. We rijden ook even de stelplaats van Amberloup binnen. De chauffeur komt buiten met een tas: het lijkt wel de goede oude tijd toen trams en bussen ingeschakeld waren in intern of extern pakjes- en tassenvervoer.
Voor de terugrit kunnen we lijn 17 naar Bastogne nemen. Meer dan 2 bussen per dag zijn er niet en toch heeft ook deze bus al wat reizigers mee. Ik blijf me hierover verbazen: het is een sterk staaltje van aanpassing aan de erg magere mogelijkheden. Van de vorige keer weten we hoe veel leerlingen rond 16:15 in Bastogne de bus nemen. Daarom passen we een trucje toe en we zijn blijkbaar niet de enigen: 650 m scheiden ons van de halte Clinique als we van de bus van lijn 17 stappen en twee bussen van lijn 1 beginnen daar hun rit. We kunnen dus onze plaatsjes kiezen voor een rit die toch wel een dik uur zal duren. De info aan de halten is verouderd; vanmorgen aan de halte Renuamont trouwens ook al. Blijkbaar doet men niet eens meer de moeite om de wijzigingen - deels nodig door het voortdurend verschuiven van de treinuren in Marloie - aan te passen. Elk van de twee bussen volgt een andere reisweg, maar ze worden verondersteld met amper 1 minuut verschil in Marloie aan te komen. We nemen dus de eerste; die volgt ongeveer de reisweg van vanmorgen, maar de halte Renuamont wordt niet bediend: de bus blijft op de N4, zoals voorzien. De grootscheepse werken en omleidingen in Bastogne zijn achter de rug en de bus slaagt er wonderwel in op tijd te rijden. Onderweg worden blijkbaar ook nog enkele aansluitingen bus/bus gerealiseerd, o.a. uit La Roche in Champlon en in Lavacherie. Ik vraag me af hoe dat afloopt als het niet allemaal even vlot gaat.
Over de korte aansluiting in Marloie hoeven we ons al een tijdje geen zorgen meer te maken: IC 2139 rijdt met vertraging, zelfs 18 minuten bij vertrek in Marloie. Die zal oplopen tot 24 minuten bij aankomst in Brussel-Noord, waar we na de gemiste aansluiting in Brussel-Luxemburg overstappen. Tussen Ciney en Namur rijden we na een tijdje achter L 5788 aan en eigenlijk gaat er nauwelijks vertraging af op weg naar Brussel. Zelfs een overstapje op de S naar Geraardsbergen en Aalst zit er niet meer in en dus nemen we maar de S naar Braine-le-Comte. Die vertrekt wel op tijd in Brussel-Noord, maar staat langer dan voorzien in Brussel-Zuid. Uiteindelijk tekenen we 4 minuten vertraging op bij aankomst in Halle; we hadden dus net zo goed toch in Brussel-Luxemburg kunnen overstappen. We komen 38 minuten later dan voorzien aan; de laatste tijd lijkt de terugreis altijd weer vol hindernissen te zitten.
De treinlectuur. A.F.Th. van der HEIJDEN, De helleveeg. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Ik krijg af en toe wel eens een reactie van wat waarschijnlijk een rechtse internettrol is die mijn aandacht en inzet voor het openbaar vervoer maar meteen linkt aan een linkse maatschappijvisie, zo in de zin van: je rode en groene vriendjes zullen weer huilen, ocharme. Ik zie niet in waarom pleiten voor beter openbaar vervoer en dus een beter leefmilieu en een menselijker omgeving meteen links moet zijn, maar als het dan toch over de vriendjes gaat: liever groene en rode vriendjes dan blauwe en bruine.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Er zijn in Vlaanderen regio's die zich graag verkopen als wandelgebieden bij uitstek: ik denk aan de Vlaamse Ardennen en het eigen Pajottenland, maar ook het West-Vlaamse Heuvelland hoort daar ongetwijfeld bij. Alleen: in al die gebieden is het betonrot al zo sterk doorgedrongen dat het zo goed als onmogelijk is geworden om een beton- en asfaltvrij traject uit te tekenen. Dat blijkt ook vandaag weer als we nog maar eens een nieuwe GR aanpakken, die van het Heuvelland, die we van Kemmel tot Mesen over een dikke 22 km volgen. 22% is ook de TWQ en dat is veel te weinig voor een wandelgebied die naam waardig. Kemmel mag er natuurlijk wel zijn, maar dan is het bijna wachten tot de Dikkebusse Vijver en later het onvermijdelijke Domein Palingbeek voor de wandelaar zijn hartje kan ophalen aan voor hem erg geschikte paadjes en wegen. De laatste 7 km loop je onafgebroken over betonwegen en dan mag het landschap nog zo aantrekkelijk zijn, als wandelaar verwacht je wat anders dan verharde wegen. Spijtig maar meteen een unieke kans om te bewijzen dat men het echt meent met het opbreken van nutteloos beton…
Het heeft wel wat, dat typisch landelijke Heuvelland.
De stafkaarten. 28/5N Kemmel - 28/2Z Ieper - 28/6N Wijtschate
Hoe we er geraakten. Kemmel is voor ons alleen maar bereikbaar met de belbus. Naar Ieper reizen doen we via Gent-Sint-Pieters. Voor de terugreis maken we gebruik van de reguliere maar niet gecadanceerde buslijn 72 die ons van Mesen naar Ieper brengt. De terugreis zou volgens hetzelfde stramien van vanmorgen, dus met overstap in Gent-Sint-Pieters en Brussel-Zuid moeten verlopen.
Een beetje geschiedenis. Eigenlijk kon Mesen relatief snel op een tramverbinding rekenen: het lag dan ook vrij strategisch tussen Ieper en de Franse grens en het niet onbelangrijke stadje Armentières. In feite liepen er 2 tramlijnen tussen Ieper en Frankrijk: eentje naar Nieuwkerke en een andere naar Waasten. Tussen Ieper en Kemmel lag een gemeenschappelijk deel, vanaf daar splitste de lijn in tweeën. WO I onderbrak tot 1922 de exploitatie van het deel waarnaar vandaag onze aandacht gaat: de lijn via Mesen naar Waasten. Het definitieve einde kwam er in 1938 toen de tak naar Waasten gesloten werd. Mesen kwam dan wel nog een tijdje voor in de alfabetische lijst van de bediende gemeenten, maar in de tabel waar men naar verwees komt geen bediening van Mesen voor. Dat betekende overigens niet dat Mesen na de sluiting van de tramlijn van alle OV verstoken bleef: in 1938 reed er blijkbaar een bus tussen Ieper - Zillebeke - Wijtschate - Mesen - Ploegsteert - Le Bizet, met aansluiting naar Lille.
Na WO II duurde het blijkbaar even voor de NMVB de bediening van Mesen opnieuw opnam: in het spoorboekje van 08.10.1950 vind ik voor Mesen wel een verwijzing naar de tabellen 768 en 768 A: zie p. 117 lees ik, maar op de bewuste pagina (en op de pagina's in de onmiddellijke omgeving) is geen dienstregeling te vinden. Toch is het duidelijk dat in de jaren 1950 een busverbinding tot stand komt, die tot vandaag standhoudt. Die vinden we ondertussen terug onder tabel 742, eerst tabel- en later lijnnummer, dat het enkele tientallen jaren zal uithouden. West-Vlaanderen had op een bepaald moment immers het goede idee om de wat onoverzichtelijke lijnnummers te vervangen door de tabelnummers, voorbeeld dat spijtig genoeg niet gevolgd werd elders in het land. Met de defederalisering, provincialisering en de nakende regionalisering is dat al helemaal uitgesloten. Het moet ergens rond 2005 zijn dat de lijn haar huidige nummer kreeg: 72.
Wat er in tussentijd met de bediening gebeurd is, laat zich makkelijk raden: geleidelijk worden ritten afgeschaft, en dat vooral op zaterdag en nog meer op zondag. Met de invoering van de basisbereikbaarheid zou de lijn voorbij Mesen verder uitgedund worden. Voor Mesen zou het er iets beter uitzien door de verlenging van lijn 61, waar bijkomende ritten voorzien worden. Afwachten dus, want die lijn 61 is vandaag ook niet veel meer dan een schooldienst.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1555
06:58 07:07
stipt
08579
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters
428
07:32 08:02
+4
1802 - 61076
M6
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Ieper
707
08:36 09:43
stipt
466
mr96 - DMT
controle: N
Ieper - Kemmel
29
9:50
nvt
ab5838
VDL Bus&Coach MidCity
Ieper
-
Mesen - Ieper
72
17:17 17:40
stipt
ab5501-55
MAN's Lion City
Gruson Autobus
Ieper - Gent-Sint-Pieters
740
18:16 19:24
+16
442
mr96 - DMT
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
419
19:54 20:24
+1
2150 - 58035
M4
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3441
20:30 20:39
+1
812
mr75 - vierledig
controle: J
En wat we beleefden. Gezien de belbus zouden we niet graag hebben dat er onderweg iets verkeerd loopt - wanneer wel? - en dus bouwen we wat reserve in. Vandaar een wat vroeger dan strikt nodig vertrek uit Halle, een wat langere overstap in Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters. En het valt dus allemaal behoorlijk mee. IC 428 vertrekt dan wel met 6 minuten vertraging in Brussel-Zuid, maar het gaat vlot naar Gent en met IC 707 bewijst de NMBS dat kommerloze ritten nog mogelijk zijn, al begin zelfs ik daar de laatste tijd flink aan te twijfelen. De belbus dekt na een besparingsronde nu 3 belbusgebieden die vroeger afzonderlijk bediend werden, maar de reservatie is toch erg vlot verlopen. We krijgen een aansluiting trein/belbus van 6 minuten en dat is uiteraard prachtig. De klanten van de belbus (en die zijn er!) bestaan voor twee derden uit mensen die duidelijk niet tot de doelgroep van de NVA behoren en die dus eerder vroeg dan laat hun verplaatsingsmogelijkheden zullen zien krimpen. Het is toch wel spijtig dat politieke golfbewegingen nog altijd weerspiegeld worden in de mogelijkheden die je als OV-gebruiker hebt: dat is zowat de enige constante die ik in een halve eeuw tijd in het aanbod aan OV heb menen te ontdekken. Enfin, je kunt je nauwelijks voorstellen dat die vier medereizigers die geduldig ommetjes maken - typisch voor de belbus en er graag bijgenomen - over enkele jaren zelf hun plan zullen mogen trekken. Overigens zouden ze beter ontwaarden: dat biedt wel geen enkele garantie, maar het kan ooit wel van pas komen als nog eens een rechts politicus beweert dat bussen leeg rijden.
Samen met ons stappen 2 reizigers op aan de halte Mesen Plaats. In totaal zijn er 6 reizigers, wat niet echt veel is, maar we lijken dan ook even in de minst productieve richting - op dit moment van de dag toch - te reizen. De bediening van de Ieperse markt is eigenlijk te gek voor woorden, maar we zitten toch geduldig de rit uit tot het station.
Daar lijkt een probleemloze terugrit ons deel te worden. Anders dan veertien dagen geleden rijdt de IC uit Antwerpen op tijd en ook P 8008 Schaarbeek - Poperinge rijdt op de minuut nauwkeurig. We vertrekken dan ook stipt in Ieper. Maar in Wervik loopt het compleet fout: problemen met een deur zorgen voor 12 minuten vertraging en daarbovenop zijn ondertussen een reeks overwegen in alarm gegaan - het één houdt uiteraard verband met het andere. Menen bedienen we met 25 minuten vertraging. Die vertraging zal geleidelijk kleiner worden naarmate we Gent naderen, maar de voorziene aansluiting met IC 1518 gaat deze keer wel de mist in. Gelukkig is er vrij snel een tweede verbinding naar Brussel met IC 419. Die houdt het zo goed als stipt tot Brussel-Zuid, zodat we nog meekunnen met IC 3441, de IC naar Binche die uit een gemoderniseerd vierledig stel bestaat. Tussendoor meldt de app nog even personen op de sporen tussen Brussel-Noord en Schaarbeek, maar voor een keer ondervinden we daar geen hinder van.
P 8008 Schaarbeek - Poperinge rijdt op de minuut nauwkeurig. Ik heb wel wat werk gehad om de graffiti van de locomotief en het eerste rijtuig te verwijderen, want het geklieder bedekte grote delen. Ik heb mijn best gedaan om de loc toonbaar te maken, zoals anderen hun best doen om ze afzichtelijk te maken.
De treinlectuur. Ian McEwan, Blue Tooth. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Met een fractie van wat dit land elk jaar uitgeeft om voetbalwedstrijden in de hogere klassen min of meer zonder al te veel incidenten te laten verlopen, kunnen we ons hele spoorwegnet graffiti- en kabeldievenvrij houden. Maar NMBS en Infrabel zijn waarschijnlijk niet corrupt genoeg…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
4 oktober 2018 Trivières - Anderlues GR 412 O des Terrils
De wandeling. We stappen vandaag het vervolg van onze vroegere tochten langs GR 412 Ouest, de Sentier des Terrils, tussen Trivières en Anderlues. Dat is net geen 18 km, langs een traject dat niet altijd even aantrekkelijk is. De TWQ is met 46 % al niet bijster hoog, maar het zijn vooral de doortochten van enkele woongebieden die er wat te veel aan zijn. En bovendien zou men de inwoners van deze streek eens diets (!) mogen maken dat mooie achterafhoekjes niet in de eerste plaats dienen om bouwafval, lege giftonnen en de gewone pmd-resten te storten. Armoede wedijvert hier vaak met goorheid. Toch blijft het een tocht die de moeite waard is: de terrils op de achtergrond geven een en andere een aantrekkelijke toets en er valt echt nog wel wat te beleven in de meer landelijke stukjes die je hier ook nog aantreft. Bovendien, zou je hier anders komen ware het niet van die originele GR?Kaartjeenfoto's.
Ik hoop dat deze foto perfect illustreert dat de streek wel wat te bieden heeft.Op de achtergrond de terril Albert Ier in Trivières. Zelf zijn we op dat moment al op weg naar de beide Haines, Saint-Paul en Saint-Pierre.
Het weer. Gewoonweg prachtig nazomerweer.
De stafkaarten. 46/5N Péronnes - 46/6N Morlanwelz - 46/6S Anderlues
Hoe we er geraakten. Voor de heenreis doen we gewoon achterstevoren wat we de vorige keer voor de terugreis deden. De halte Tondrée van lijn 136 ligt inderdaad zo goed als op de GR en ze wordt alleen maar bediend door deze lijn. Voor de terugreis zijn er meer mogelijkheden: bus 30 naar La Louvière-Sud lijkt de beste opportuniteiten te bieden, lijn 136 zou ook kunnen, via La Louvière-Centre, maar dat is wel een omweg van een klein kwartier. En er is ook nog de mogelijkheid om van Anderlues de premetro (de tram…) te nemen tot Charleroi, met dien verstande dat het eerste deel van die verbinding al maanden uitgevoerd wordt met een vervangende busdienst tot Pétria.
Een beetje geschiedenis. Buslijn 136 is een rechtstreekse afstammeling van tramlijn 90,waarvan de geschiedenis wel erg tot de verbeelding spreekt, getuige de hits die je kunt googlen met een simpele tram 90 Charleroi - Binche - La Louvière. Tegelijk is het een illustratie van een van de meest hallucinante evoluties in de geschiedenis van de Belgische, later Waalse tram. Vanaf 1931 reed een bestaande tramlijn Mons - Binche - Charleroi geëlektrificeerd. In 1973 wordt het vak Binche - Mons opgeheven, maar de bestaande tramlijn 36 Binche - La Louvière zou voortaan vanaf Binche de lijn Charleroi - Binche verlengen, zodat een lange verbinding Charleroi - Binche - La Louvière (tram 90) ontstond. In de jaren 1980-1982 werd het tramverkeer gedurende bijna 2 jaar onderbroken: de lijn werd volledig gemoderniseerd met het oog op de komst van de nieuwe BN-trams, waarvan de zustertrams op de kustlijn werden ingezet. Toen kwam de noodlottige regionalisering en de daarmee gepaard gaande reorganisatie van het streekvervoer: in 1991 werd lijn 90 plots een lijn die uitgebaat werd door de TEC-Charleroi, maar die voorbij Anderlues duidelijk en ver doordrong in het gebied dat door TEC-La Louvière beheerd werd. Toen die laatste weigerde om een deel van de exploitatiekosten op zich te nemen, werd de tien jaar eerder volledig vernieuwde lijn ingekort tot het deelvak Charleroi - Anderlues. Vanaf Anderlues zette de TEC-La Louvière voortaan zijn buslijn 136 in. Deze lijn volgt nog altijd zo goed en zo kwaad als mogelijk het tracé van de lijn 90 zoals die sinds 1973 Charleroi en La Louvière met elkaar verbond. In de jaren 1990 reed deze bus twee keer per uur, op zaterdag en zondag één keer per uur. Enkele jaren later wordt de zondagdienst gehalveerd, en nog later verdwijnt de halfuurdienst op vakantiedagen: vakantie- en zaterdagen delen sinds dat moment een uurdienst, op zondag wordt tot vandaag nog altijd om de twee uur gereden. Lijn 136 bedient onderweg halten die nog rechtstreeks verwijzen naar stukjes spoorweggeschiedenis: voor de halte Saint-Vaast Station vicinale is dat overduidelijk. Er is ook nog een halte Ancienne gare de Bouvy: die verwijst naar het vroegere station van La Louvière-Bouvy dat iets dichter bij het huidige La Louvière-Centre lag dan het huidige La Louvière-Sud. En ten slotte is er ook nog Ressaix Ancienne gare. Ressaix werd in 1984 gesloten in het kader van het IC-IR plan. Het lag tussen Leval en Binche.
De foto van lijn 108 werd genomen vanaf een brug tussen de vroegere halten Hayettes en Cronfestu die in 1984 het lot van Ressaix ondergingen. Op de foto is duidelijk te zien dat de lijn oorspronkelijk tweesporig was en dat ook na elektrificatie gebleven was. Dat sprookje van dubbelsporig geëlektrificeerde lijn heeft geduurd van 1983 tot 2002.
De verbinding.
Halle - La Louvière-Centre
3430
09:40 10:17
+12
2731 - 51022
M4
controle: J
La Louvière - Trivières
[136]
10:55 11:06
stipt
ab3157
Mercedes Citaro G
La Louvière
-
Anderlues - La Louvière
[136]
15:29 16:30
+19
ab3134
Van Hool New AG300
La Louvière
La Louvière-Sud - Braine-le-Comte
4367
17:15 17:37
+1
772
tweeledig stel
controle: J
Braine-le-Comte - Halle
3667
17:52 18:10
stipt
mr 08004
mr08 Desiro
controle: J
En wat we beleefden. IC 3440 heeft in de voorbije 5 weekdagen een schitterend palmares aan vertragingen bij elkaar gereden: 1 keer zouden we tijdig in La Louvière geraakt zijn, de 4 andere keren zou de vertraging groot genoeg geweest zijn om de aansluiting in de grond te boren. Veel verwachten we er dus niet van. De wetenschap dat bus 136 om het half uur rijdt, helpt om de zenuwen onder controle te houden. Want ja hoor, het loopt weer allemaal verkeerd met deze trein. Hoewel hij op tijd is vertrokken in Turnhout, neemt de vertraging gaandeweg toe: in Halle is die opgelopen tot 14 minuten. Meer dan twee minuten zal daar niet meer af gaan: een vertragingszone in Hennuyères en wat getreuzel in en om Ecaussinnes, 12 minuten bij aankomst is het bilan. De bus is dan al 7 minuten vertrokken en de halte Gazomètre ligt bovendien ook nog eens zo een viertal minuten van het station, dat om een of andere reden zijn bushalten op het pleintje ervoor is verloren. Er is hier trouwens wel meer verloren gegaan: het stationsbuffet, het grootste deel van de accommodatie binnen in de wachtzaal, vindbare en niet beschadigde gele affiches: alles moet weg, blijkbaar.
De bus komt gelukkig wel op tijd; de chauffeur deponeert ons een dikke 10 minuten later bij het beginpunt van onze wandeltocht.
Voor de terugrit hebben we eigenlijk op een bus van lijn 30 gerekend: die brengt ons van Anderlues naar La Louvière-Sud een stuk sneller dan bus 136, maar we zien nog net een 30 rijden en dus is het een half uur wachten op de volgende. Met de 136 heb ik eigenlijk geen rekening gehouden, omdat ze toch ongeveer gelijktijdig aan de halte Roi des Belges doorkomen. Maar we staan nog niet zo heel lang te wachten als er toch een 136 opdaagt. Dat is ofwel een spookbus die niet in de dienstregeling voorkomt, ofwel een bus met een fikse vertraging van 17 minuten. Wat snel hoofdrekenen laat ons besluiten toch maar deze 136 te nemen. Veel verschil zal het wel niet uitmaken. Alhoewel er behoorlijk wat scholieren mee moeten, wordt dit toch op geen enkel moment een van die overbevolkte schoolbussen. Het aantal staande reizigers blijft beperkt en het oeverloze gegiechel van de bakvissen blijft verteerbaar. Wel is de gevolgde weg duidelijk van erg slechte kwaliteit; dat wordt nog een stuk duidelijker in de remorque waar we alleen in uiterste nood plaatsnemen. Uiteindelijk komen we met 19 minuten vertraging aan de Gazomètre aan; de rechtstreekse trein naar Halle zouden we sowieso niet gehaald hebben en dus wordt het een verbinding met overstap.
Wat hier aan rommel tussen de sporen ligt is onvoorstelbaar. Mocht er ooit statiegeld op blik ingevoerd worden, dan kun je hier een fortuin verdienen. Al zal dat het probleem van de spoorlopers alleen maar erger maken. Van het eens redelijk belangrijke station blijft niet veel meer over, al zijn er blijkbaar toch plannen om de omgeving wat aangenamer te maken voor de wachtende treinreiziger. Dat is heus niks te vroeg. De L-trein naar Braine-le-Comte bestaat uit een klassiekje; dat is alweer een tijdje geleden. In Familleureux stapt een reiziger in voor Quaregnon. Hij meldt dat de automaat defect is en krijgt een biljet zonder toeslag, dat zelfs minder kost dan die toeslag. Hopelijk heeft men de reglementering niet versoepeld en is de automaat echt defect. De rest is geschiedenisloos. De S-trein naar Leuven staat aan het perron. Gewoontegetrouw krijgt de reiziger eerst de vermanende boodschap om niet in te stappen, maar na een tijdje lijkt het toch om een S2 te gaan, die ons keurig naar Halle brengt.
De treinlectuur. Ian McEWAN, Sweet tooth. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Onlangs had Dirk Draulans het in Knack over tamme konijnen. Onderzoek wijst uit dat domesticatie automatisch betekent dat het dier een deel van zijn hersenen opoffert, omdat bepaalde functies niet langer nodig blijken. Je moet niet vragen wat dat bij het supergedomesticeerde zoogdier, de mens, betekent.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
34 treinfoto's op https://photos.google.com/share/AF1QipPWNnXefJIpqJr6KMucZ05rJxgSriQT3xzDRSHRay91yaeLM6VxhiodvkU7yz6ueg?key=d0pweVd2UlYza1hzSGxyVlFfZi0tbTRtNXEtV0ln.
De wandeling. In het Groot Wandelboek Vlaanderen van Luc Vanneste (uitgave 2004) wordt als laatste wandeling een tocht gesuggereerd in Zillebeke, deelgemeente van Ieper, onder de titel Palingbeek, Gasthuisbossen en de 'hills'. Als je al dat moois aan elkaar rijgt, krijg je een wandeling van iets meer dan 16 km, voor iets minder dan twee derde over onverharde wegen (TWQ 61%). Het is echt wel een aardige tocht, door het mooie, ietwat al te nette Domein van de Palingbeek, door de Gasthuisbossen en langs de Hills 60 en 62. Daarmee is in dit herdenkingsjaar ook de onvermijdelijke WO I aan bod gekomen. De aanbevolen startplek is het dorpscentrum van Zillebeke, maar dat is al enkele maanden wegens werken onbereikbaar per bus en dus vatten we de wandeling aan op de Komense Weg, ter hoogte van de Zwarteleenstraat, waar een tijdelijke halte van De Lijn is ingericht. Dat heeft het voordeel dat je meteen volop in de natuur duikt en dat de grote omcirkeling van de Zillebekevijver op het einde komt te liggen, samen met het Vijverzicht waar je de innerlijke mens kunt verfrissen of net verwarmen. Foto'senkaartje.
Ik wil ook mijn bijdrage leveren aan de herdenking van WO I: Hill 62.
Het weer. Licht bewolkt, vrij rustig nazomerweer.
De stafkaarten. 28/2Z Ieper - 28/6N Beselare - 28/3Z Wijtschate.
Het NGI is gestopt met de productie van haar kaarten op 1:10.000 en houdt op dit moment zelfs uitverkoop. Ik blijf ze voorlopig nog wel gebruiken, al zijn ze vaak verouderd. Ook vandaag was dat het geval en zoals al eerder geschreven: tegenwoordig komen er eerder wegjes bij dan dat er nog extra verdwijnen. Dat kun je snel verifiëren met allerlei beschikbare kaarten en uiteraard publiceert het NGI op het moment ook een nieuwe reeks kaarten op 1:25.000.
Hoe we er geraakten. Voorlopig kan Zillebeke nog vrij vlot bereikt worden met bus 89; je kunt zelfs kiezen of je in Komen dan wel in Ieper overstapt. Ieper (of Komen) is voor ons het best bereikbaar met overstap in Brussel-Zuid en Gent-Sint-Pieters. De rechtstreekse IC Sint-Niklaas - Kortrijk met stop in Halle, is weinig bruikbaar door de lange overstap in Kortrijk.
Een beetje geschiedenis. Zillebeke heeft eigenlijk nooit een echte station gehad: pas in oktober 1909 kwam er een treinhalte die het uitzong tot mei 1979. De halte, die samen met Hollebeke en Houthem een triootje vormde tussen Komen en Ieper, werd oorspronkelijk alleen bediend door stoptreinen; dat was ook normaal, omdat de hele lijn 69 Kortrijk - Ieper - Hazebrouck alleen maar stoptreinen had, die af en toe wel eens een halte oversloegen. Je raadt het al: in 3 gevallen stopte een trein die verder overal stopte, niet in Zillebeke. En het ging van kwaad naar erger: in 1932 rijden er alleen nog treinen naar Ieper om 7:09, 12:01 en 18:52. Het moet dan ook geen verbazing wekken dat busuitbaters het gat in de markt probeerden op te vullen: vanaf de jaren 1930 werd een busdienst Ieper - Zillebeke - Geluveld - Beselare - Geluwe georganiseerd. Ook na WO II vullen bussen de povere treindiensten aan; toch moet genoteerd dat Zillebeke na de Wereldoorlog opnieuw een wat betere bediening kreeg. Opvallend: in de jaren 1950 reed op zondagavond een studententrein van Ieper naar Gent, Mechelen en Leuven die ook stopte in Zillebeke! Buslijn 69a duikt voor het eerst op in het spoorboekje van 22.05.1955. De bus lijkt niet door Zillebeke Dorp te rijden: de voor Zillebeke in de tabel opgenomen halte heet Weg naar Zillebeke. Het was duidelijk dat deze buslijn op termijn de treinbediening van de halten tussen Ieper en Komen kon overnemen. Voor Zillebeke werd niet eens gewacht op de invoering van het IC-IR-plan in 1984: de halte werd opgedoekt in 1979. Lijn 69a nam in 1984 de bediening van de twee overblijvende dorpen helemaal over: op weekdagen reden er bussen naar Ieper om 6:26, 8:02, 9:27, 14:27, 16:27, 17:27, 18:27. Op zaterdag waren er bussen om 9:27, 14:27, 16:27 en 18:27. Dit is de toestand in 1999, de zondagdienst is ondertussen opgeheven. Later, bij het begin van de XXIste eeuw werd de lijn hernummerd naar 89, zonder verregaande aanpassing van de dienstregeling. Die zou er pas komen met de algemene invoering van de basismobiliteit, met wat grof geschetst op een niet volledige twee-uurdienst neerkwam. De volgende klap komt er in 2020, met de invoering van wat men de basisbereikbaarheid noemt: de lijn zal verpieteren tot wat men een functionele lijn noemt, met alleen schooldiensten. Op dat moment zal Zillebeke virtueel onbereikbaar worden voor de OV-gebruiker, want over de alternatieven wordt zedig gezwegen. Ik hoop dat ik het verkeerd voorheb.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3207
09:03 09:15
stipt
320
mr80 break
controle: J
Brussel-Zuid - Gent-Sint-Pieters
430
09:36 10:06
+3
1840 - 61068
M6
controle: J
Gent-Sint-Pieters - Komen
709
10:36 11:33
+1
478
mr96 Deense neus
controle: N
Komen - Zillebeke
[89]
12:17 12:37
stipt
ab5501-44
Jonckheere Transit 2000
Gruson Autobus
-
Zillebeke - Ieper
[89]
17:36 17:55
-5
ab5501-51
VDL Bus & Coach Linea SLE
Gruson Autobus
Ieper - Gent-Sint-Pieters
740
18:16 19:24
+11
475
mr96 Deense neus
controle: N
Gent-Sint-Pieters - Brussel-Zuid
1518
19:38 20:08
stipt
1902 - 61032
M6
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1941
20:12 20:22
+30
344
mr80 break
controle: N
En wat we beleefden. Als we enkele NMBS-personeelsleden na de gedane taken van de ochtendspits in het benedendek van de M6 horen plaatsnemen, verhuizen we alsnog naar het bovendek, waar het inderdaad een stuk rustiger is. Gent-Sint-Pieters binnenrijden is nog altijd niet zo gemakkelijk als zou moeten: ik vermoed dat het IC 2809 uit Knokke is, die wat roet in het eten heeft gestrooid: het is alleszins pas na passage van deze trein dat we Sint-Pieters binnenrijden. Nu, we hebben gewoontegetrouw voor de heenreis wat reserve ingebouwd, en problematisch is die kleine vertraging niet. De reis van Gent naar Komen verloopt opperbest, zonder vertraging en in een erg rustige eersteklasafdeling.
In Komen is de aansluiting met bus 89 niet optimaal. Dat geeft ons gelegenheid om het lege stationsgebouw te verkennen - aan de buitenzijde dan toch, want alles zit potdicht. Rond het middaguur steekt een vijftal jongeren parmantig de sporen over: spoorloperij van de zuiverste graat. Dit is een tip voor Security - zonder dank.
De bus van lijn 89 is een oude Transit 2000 die er toch nog een stuk minder afgeleefd uitziet dan de Conecto van de TEC die hier al van bij onze aankomst op het vertrek wacht. Lijn 6 heeft inderdaad een minimale bediening. Ik informeer nog even bij de chauffeur van onze bus naar de tijdelijke halte, want met omleidingen weet je nooit. Wat ik wel weet: sinds de invoering van de basismobiliteit worden de nieuwe buslijnen zo vaak omgeleid dat ze eigenlijk nooit de kans krijgen om een deftig clientèle aan te trekken. Dat is hier natuurlijk minder het geval want deze lijn rijdt al bijna 70 jaar, wat niet wegneemt dat we de enige reizigers zijn, ook bij de avondrit, trouwens. De bus brengt ons rustig van dorp naar dorp, Houthem, Hollebeke en dus bijna Zillebeke.
Van vertraging is hier ondanks de spits geen sprake. En doordat de bus langs het omleidingstraject ook nog wat minder afstand aflegt, komen we ruimschoots op tijd in Ieper aan. Ook nu zou de aansluiting trouwens niet echt goed zijn, en vandaag doen ze er bij de NMBS nog een schepje bovenop: de IC uit Antwerpen die daarna uit Poperinge naar Antwerpen terug zal keren, heeft een klein half uur vertraging (al vanaf zijn vertrek in Antwerpen-Centraal): over de oorzaak wordt met geen woord gerept. De terugrit (onze 740) verwacht men met 13 minuten vertraging, maar dat worden er uiteindelijk 19. Dat volstaat ruimschoots om onze aansluiting in Gent de mist te zien ingaan, net zoals die van de dame die nog naar Hasselt moet. We zitten vlak bij het bemande loket en horen twee Britten - die niet samen reizen - om het telefoonnummer van een taxibedrijf vragen. De tweede heeft geen gsm en vraagt of er ergens een telefooncel is; dat is spijtig genoeg niet meer het geval: een lege nis is een stille getuige van vergane tijden. De loketbediende speelt reddende engel.
In Kortrijk hebben we amper 3 minuten vertraging ingelopen; de koppeling met het treindeel uit Moeskroen verloopt wel wat sneller dan voorzien; maar zelfs met 13 minuten vertraging is er weinig kans dat we de aansluiting in Gent halen. Als we daar met 11 minuten vertraging aankomen (op spoor 3) hebben we het eigenlijk al opgegeven: de IC naar Genk reed ongeveer gelijktijdig met ons het station binnen. We stappen dan ook niet echt gehaast naar perron 10 en zie: we hebben nog een volle minuut op overschot, zelfs ondanks de nieuwe vertrekprocedure. En dat is maar best ook, want de eerstvolgende trein (IC 419) is ondertussen afgeschaft, na eerst met een steeds groeiende vertraging te zijn aangekondigd. De echte miserie moet trouwens nog beginnen: in Herent of zo is er nog maar eens een reiziger onder een trein terechtgekomen en in Mons zijn de hulpdiensten al de hele avond actief, om niet vermelde redenen: IC 1941 van 20:12 staat met een twintigtal minuten aangekondigd en blijkens de app zal hij uit Brussel-Zuid vertrekken. Die 1941 is inderdaad de IC 3718 die normaal gezien naar de Luchthaven rijdt, maar die met 83 minuten vertraging in Brussel-Zuid aankomt en het retourtje naar de Luchthaven overslaat. We zullen Brussel-Zuid met 28 minuten vertraging verlaten. Overigens doen de alternatieven het niet beter: IC 1741 naar Saint-Ghislain rijdt met 26 minuten, IC 3441 naar Binche met 23, maar zal als stoptrein naar Braine-le-Comte rijden, ter vervanging van de door het persoonsongeval afgeschafte S2. Wij komen met een half uur vertraging in Halle aan, en dat is meer dan genoeg om de bus van lijn 155 te missen. Gelukkig hebben we ons vertrouwen in het openbaar vervoer correct gedoseerd en staat de auto geduldig op aansluiting te wachten… De treinbegeleider van de 1941 heeft er niet veel zin meer in: hoewel eerste klasse bemand wordt door mensen die daar niet thuishoren - en deze keer ben ik daar wel zo goed als zeker van - komt hij rustig zelf in eerste klas zitten, zonder controle. Het valt nog ergens te begrijpen dat een tbg er wat van terugschrikt om te controleren in een trein met zo veel vertraging, maar dit is hier duidelijk niet het geval. Tot overmaat van ramp - voor hem - krijgt hij nog een telefoontje, of hij even door zijn trein kan lopen om te zien of er reizigers zijn die een aansluiting willen nemen in Ath. Voor Jurbise zijn er geen, voor Lessines en Geraardsbergen wel, hoor ik daarna doorbellen. Voor Jurbise gaat het inderdaad over de laatste aansluiting van de dag.
De treinlectuur. Arnon GRUNBERG, De joodse messias. Hugo CLAUS, Het verdriet van België.
Een scheutje oprisping. Je kunt de kostendekkingsgraad van het openbaar vervoer op 100% brengen, als je de dekkingsgraad ervan op 0% brengt. Onze vriend Weyts heeft dat al lang door. Omgekeerde evenredigheid heette dat destijds, al vanaf de lagere school…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Op een wandelkaart van La Roche die toch wel al enkele decennia oud is, vonden we wandeling 11, volgens de folder middelmatig zwaar, een "grote wandeltocht door de bossen". Dat middelmatig moet je met een korreltje zout nemen. In feite klim je van zo een 200 m naar 560 m, zonder onderbreking, in de eerste helft van de wandeling. De beloning volgt onder de vorm van een afdaling van hetzelfde formaat in de tweede helft. Tussenin ben je dan even rakelings langs Samrée geweest. De tocht is iets meer dan 13 km lang en de TWQ bedraagt 56%. Met name bij begin en einde duurt het even voor je over ontspannende (nu ja, gelet op de stijging…) onverharde wegen kunt stappen. Deze wandeling 11 lijkt nu grotendeels samen te vallen met de huidige wandeling 5, op het begin na. Het profiel dat bijhet kaartjehoort, geeft absoluut geen correct beeld van de stijging en de daling die deze wandeling kleurde.
Kapvlakten zijn natuurlijk een aanslag op het bos, maar soms openen ze ook onverwachte uitzichten, zoals hier.
Het weer. Erg warm nazomerweer. Het ging van licht naar half bewolkt en om 16:00 werden we onverwacht getrakteerd op een korte, pittige regenbui.
De stafkaarten. 60/2N La Roche - 55/6S Samrée
Hoe we er geraakten. We hebben vandaag de keuze tussen een bus Melreux - La Roche (lijn 13) en een bus Marche - Marloie - La Roche (lijn 15). Die 13 rijdt trouwens in het verlengde van lijn 11/2 Marloie - Marche - Melreux en best handig is dat infotec vermeldt dat beide ritten met hetzelfde voertuig gereden worden. We hadden het stukje trein Marloie - Melreux dus strikt genomen niet nodig. Voor de terugrit valt onze keuze op lijn 15, want die brengt ons veruit het snelst naar Marloie. Bovendien vertrekt er ook nog een 15 om 18:45, wat achteraf bekeken niet eens nodig was.
Een beetje geschiedenis. Het sterk op het toerisme gerichte stadje La Roche is ooit per tram bereikbaar geweest vanuit Melreux, waar aansluiting op het spoorwegnet bestond. Een tweede tramlijn via Ortho naar Baconfoy is ooit wel gepland geweest maar nooit gerealiseerd. Zelfs voor WO II vinden we dan ook al schuchtere pogingen om La Roche per bus bereikbaarder te maken: in 1934 met een buslijn Ortho - La Roche, enkele jaren later met een verbinding naar Houffalize en zelfs met een bus Brussel - La Roche, met alleen een stop in Namur. Die bus deed er 3 uur over. Waar de opstappunten in Brussel en Namur gelegen waren, werd niet vermeld. In de jaren 1950 zag een buslijn La Roche - Champlon het licht: het was een eerste aanzet tot bediening van enkele dorpen (Beausaint, Vecmont, Mierchamps) die nu door de trage variant van buslijn 15 bediend worden. In 1955 (mogelijk vroeger, maar exacte gegevens vind ik niet) duikt dan een lijn Marloie - La Roche - Houffalize op, via Hollogne, Roy, Gênes, Halleux en Beausaint. Tijdens de vakantieperiode wordt op dat ogenblik sneller gereden. Vandaag volgt lijn 15 twee trajecten, die dus eigenlijk hun oorsprong gevonden hebben in de jaren 1950. De snelle bus wijkt niet af van de hoofdwegen, de tragere bedient een reeks dorpen onderweg en doet er ongeveer dubbel zo lang over. Misschien verrassend: deze lijn wordt ook nog bediend tijdens het weekend, uitsluitend door de "directe" dienst.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:58 09:07
+5
08562
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Marloie
2109
09:33 11:22
+20
520
mr96 Deense neus
controle: J
Marloie - Melreux-Hotton
5583
11:44 11:55
+20
518
mr96 Deense neus
controle: J
Melreux - La Roche
[13]
13:15 13:39
stipt
ab4541
Jonckheere Transit 2000
Marloie
-
La Roche - Marloie
[15]
17:45 18:17
+1
ab4141
Jonckheere S2000T
Marloie
Marloie - Brussel-Noord
2140
18:37 20:17
+16
1360 - 11619
I6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1592
20:42 21:02
stipt
08168
mr08 Desiro
controle: J
Mr 518 heeft ons net afgezet in Melreux-Hotton. Eigenaardig genoeg is dat blijkbaar de officiële benaming van deze halte, maar in de halte lees je alleen maar Melreux op de lichtbakken die er nog tamelijk nieuw uitzien.
Wat later komt Desiro mr 08523 uit Liers naar Marloie (L 5560). De graffiti op de zijwand zijn gelukkig onherkenbaar. Zoals de meeste graffiti stellen ze toch niks voor.
En wat we beleefden. Je weet nooit waar de kabeldieven en de spoorlopers hebben toegeslagen of zullen toeslaan, maar vanmorgen lijkt ons treintraject gespaard te blijven. Nu, bij trein 2109 staat vermeld dat deze trein een verhoogde kans op vertraging heeft. Nog verhoogd? En bij de 2110 lezen we dezelfde boodschap. Die 2110 zou eigenlijk de aangewezen trein zijn om ons naar Marloie te begeven, maar we bouwen veiligheidshalve toch maar een uur reserve in; minder kan niet: de huidige uurdienst van Brussel naar Luxemburg komt al vaak genoeg onder druk te staan; een tweede trein per uur zou de situatie alleen maar erger kunnen maken. We reizen gemakshalve trouwens ook via Brussel-Zuid, dat geeft net iets meer mogelijkheden om een alternatief zonder extra schade onder de vorm van een verbroken aansluiting uit te zoeken. De 1557 heeft 5 minuten vertraging en dat opent meteen zijn deuren voor de reizigers met seniorenbiljetten. Het geeft trouwens ook enkele minuten extra aansluitingstijd. Tot mijn verbazing vang ik bij het binnenrijden van Brussel-Zuid een glimp op van een groene 55. Dat rijtuiggroen werd destijds wegens eentonigheid vervangen door wijnrood en later door vele tinten grijs; dat laatste doorbreekt alleen in romans de gewraakte eentonigheid. Ik heb spijtig genoeg niet gezien om welke loc het gaat. (Dat stond er inderdaad eerst: maar ondertussen heb ik in een bijdrage op hgbtf gelezen en gezien dat het om de 5528 gaat en alsof dat nog niet genoeg is, is ondertussen ook het laatste nummer van Op de Baan in mijn (echte) brievenbus gevallen. Ik vind het wat beangstigend dat ik dat pas nu weet. Ik kan me niet voorstellen dat ik enkele jaren geleden zo iets niet meteen geweten zou hebben - ik volg het allemaal blijkbaar wat meer van op afstand. Oud worden, zeker?) IC 2109 staat eerst zonder vertraging aangekondigd, maar dan begint het debacle zich langzaam af te tekenen: eerst 6 minuten vertraging, maar geleidelijk groeit die aan tot 15 minuten en meer. Reizigers voor Ottignies worden zelfs verwezen naar de S-trein naar Ottignies (van 9:48) en wie naar Gembloux en Namur wil kan maar beter de IC naar Liers nemen van 10:03. Reizigers voor verder dan Namur krijgen zelfs te horen dat ze de IC-trein van 10:33 moeten nemen. Ondertussen is de trein ook verdwenen van het infoscherm op spoor 10: hij moet plaats maken voor een andere trein, ook al in vertraging. En dan gebeurt het, net na de verwijzing naar IC 2110: zonder enige aankondiging komen twee Deense neuzen binnenrijden op spoor 11; treinervaring laat me snel naar het infoscherm kijken en daar staat de IC naar Arlon inderdaad aangekondigd. We haasten ons van perron 10 naar perron 11. Onvergeeflijk toch dat dit niet omgeroepen is, althans niet voor wij al in het laatste stel hebben plaatsgenomen. We vertrekken uiteindelijk met 20 minuten vertraging: wie naar de IC naar Liers is gestapt - zoals gesuggereerd - is gesjeesd. En wie al vertrokken is in de wetenschap dat het toch nog wachten wordt tot 10:33 nog veel meer. Van die 20 minuten zal geen minuut meer afgaan tot Marloie: een vertragingszone van Chastre tot Ernage, waar het spoor en de taluds (eindelijk) gesaneerd worden, een enkelsporig stuk tussen Ciney en Marloie met een andere vertragingszone: het geeft niet zoveel kans om vertraging in te lopen. En in Gembloux heeft men de stoptrein in vertraging laten vertrekken voor de IC, wat nog eens in 6 minuten vertraging uitmondt. Twintig minuten is door onze voorzienigheid trouwens niet echt een probleem: we reizen een uur vroeger dan strikt genomen nodig, weet je nog? En de L naar Liers is sowieso aangekondigd met flink wat vertraging. Ook deze trein zal ons met 20 minuten vertraging naar Melreux brengen. Het ziet ernaaruit dat de stoptreinen van lijn 43 de hele dag met grote vertraging zullen rijden. Voor ons is het de eerste rit op deze lijn in een Deense neus. Door de vertraging is onze wachttijd in Melreux ondertussen gereduceerd tot precies een uur. (Overigens zouden we de hele reis ook met succes hebben afgelegd, als we gewoon de 2110 en de volgende L naar Melreux hadden genomen - alleen konden we nu in een relatieve gemoedsrust reizen en zou het anders een zenuwslopend en bang gedoe worden, met telkens net enkele minuten op overschot. Nu staan onze zenuwen ook wel gespannen omdat we eens te meer desastreuze stiptheidstoestanden moeten doorslikken, maar het blijft bij wat meewarig aankijken tegen een probleem dat maar niet opgelost lijkt te raken. Dat Koen Kerckaert voortaan niet langer verantwoordelijk is voor de stiptheid - lees ik in De Tijd van 20.09 - kan al een eerste aanzet tot beterschap zijn.)
In Melreux komen en gaan de migranten die zijn ondergebracht in een Rodekruispost in Rendeux. Ongetwijfeld zorgen ze hier voor een forse toename van het aantal OV-gebruikers, al komt een busje van het Rode Kruis het reguliere openbaar vervoer nog versterken. De busrit naar La Roche kennen we ondertussen vrij goed: in de vele jaren dat we stappen hebben we ongeveer elk dorp onderweg bezocht.
Voor de terugrit kiezen we voor eenvoud: lijn 15 (die hier trouwens aankomt als 13), die ons in een half uurtje naar Marloie zal brengen. We beschikken over een krappe 20 minuten voor een bezoek aan een typisch stationsbuffet, maar op een dag als deze komt daar al snel een 20-tal minuten bij, want onze aansluitende trein heeft alweer vertraging, en alweer niet zo een klein beetje.
Het is onze maagdenreis in de sinds kort op deze verbinding gebruikelijke samenstelling, met een reeks 13 vooraan, een stel I10-rijtuigen en een stuurstandrijtuig I11 achteraan. Alleen het eersteklasrijtuig is een I6, dus met coupés. Ik heb dit rijtuig vele keren genomen toen ik na de maandelijkse vergadering van de TTB uit Gent naar Brussel spoorde in de Memling. Zalige trein van toen… De vertraging van 21 minuten waarmee we in Marloie vertrekken - het is wachten op de aankomst van P8603 - groeit nog tot 26 minuten in Ciney. De aansluiting in Brussel-Lxemburg kunnen we wel vergeten; we bereiken Brussel-Luxemburg met 16 minuten, de S naar Edingen is al meer dan 5 minuten eerder vertrokken. We halen gelukkig nog gemakkelijk de S naar Aalst in Brussel-Noord: dat zal de enige trein van de dag worden die ons stipt ter bestemming brengt. De treinbegeleidster krijgt vanaf Brussel-Zuid het gezelschap van twee mannen van Securail, die even door de trein wandelen om poolshoogte te nemen. Later zal ik lezen dat dit onderdeel uitmaakt van een nieuwe poging om agressie op de (late) treinen tegen te gaan.
We hebben dit jaar al 192 treinritten achter de rug, een fractie van wat ik tot enkele jaren geleden presteerde. Daarvan kun je er 130 als echt op tijd beschouwen, met een vertraging van maximaal 2 minuten. Dat is amper 67.7%. Als je de NMBS-normen toepast kom je aan 163 ritten met minder dan 6 minuten vertraging, zijnde 84.9%. En 13 treinen brachten ons ter bestemming met meer dan 10 minuten vertraging; dat is 6.8%. Ook in 2018 werden 2 van onze treinen afgeschaft, 1.0% van het totaal. Ik laat er mijn nachtrust nog niet voor zoals Jos Decelle, maar als het maar om een enigszins complexe verbinding gaat, hou ik toch altijd mijn hart vast.
De treinlectuur. Arnon GRUNBERG, De joodse messias. Griet op de BEECK, Vele hemels boven de zevende.
Een scheutje oprisping. 1. Hoera, het aantal verkeersslachtoffers is geslonken. Alleen oudere fietsers worden wat vaker geslachtofferd op het altaar van onze heilige koe. Maar die tellen niet mee, oud en fietsend als ze zijn. En bovendien is het hun eigen fout.
2. Terwijl zowat overal in Europa de tram zijn rentree maakt, wil men (men?) hem in Gent kwijt. Want madame van de NVA is in de sporen blijven hangen. Zelf ben ik 50 jaar geleden ook eens uitgegleden, in Halle, in de sporen van de H. Ik zou met plezier nog eens vallen als ik de tram Brussel - Halle - Leerbeek daarmee terug kon halen. Oh ja, eigenlijk was het de ijzel die me tegen de vlakte kreeg; de tramsporen waren een secundaire oorzaak. En voor alle duidelijkheid: ik was geen 7 maanden zwanger.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Na een koppel weken van inactiviteit als gevolg van wat averij aan de collaterale mediale gewrichtsband van mijn vrouw, doen we vandaag een eerste testwandeling, en het resultaat valt reuze mee. Er is nog altijd enige hinder, maar die wordt niet zwaarder naarmate de wandeling vordert. De wandeling in Rixensart Promenades du château et du marais in het bij Lannoo uitgegeven Promenades en Brabant wallon van Daniël Vanderstichelen inspireert ons tot deze mooie tocht die ons grotendeels door het Bois de Rixensart voert en naar het dorpje Rosières dat spijtig genoeg de E411 en al het aanhoudende geraas op de rug torst. Het kasteel van Merode is het eigenlijke begin- en eindpunt van de beschreven wandeling; dat punt ligt op 680 m van de nieuwe treinhalte van Rixensart. De wandeling zelf is net geen 7 km lang.Op het kaartjezul je een merkwaardige appendix vinden: eigenlijk was het de bedoeling om daar in een cirkeltje rond een vijver te wandelen, maar plots was de weg weg.
Het weer. Van helder naar half bewolkt, bij een zeer aangename nazomertemperatuur.
De stafkaarten. 39/4N Rixensart - 40/1N Wavre - 32/5Z Ottenburg
Hoe we er geraakten. Met twee treinen per uur en goede aansluitingen in Etterbeek lijkt de verplaatsing per trein voor de hand te liggen. Bij nadere beschouwing hadden we er ook een treinloze uitstap van kunnen maken, met de 114 van Halle naar Braine-l'Alleud en de 36 naar Wavre. Dat duurde wel langer, met bij de heenreis een lange wachttijd in Braine-l'Alleud; anderszins zou die uitstap ons niks gekost hebben, want we hebben nu allebei een abonnement van de TEC aan seniorentarief. En als je redeneert zoals de meeste automobilisten rij je dan gratis: zij tellen ook hun verzekering en belasting niet mee in de prijsberekening.
Een beetje geschiedenis. Rixensart kreeg zijn station in 1855; in 1956 werd lijn 161 geëlektrificeerd. Zoals bijna overal bracht de elektrificatie ook een gevoelige uitbreiding van het aanbod met zich mee. Dat is vandaag nog altijd merkbaar: samen met enkele andere halten tussen Brussel-Luxemburg en Ottignies geniet Rixensart van een halfuurbediening, de ene keer met een echte stoptrein, die we nu S-trein moeten noemen, de andere keer met wat in oorsprong een semi-directe trein was, die enkele kleinere halten overslaat - en die we ook S-trein moeten noemen. Voeg daar nog enkele P-treinen aan toe en je hebt een meer dan behoorlijke bediening van deze relatief druk gebruikte halte. In 2015 werd de halte 200 m opgeschoven (in de richting van Brussel); het oude stationsgebouw is wat verweesd achtergebleven. Bovenop de nieuwe halte is nu een busstation ingericht. Dat moet ongeveer liggen waar de vroegere tram Brussel - Wavre middels een brug de lijn 161 kruiste.
De verbinding.
Halle - Etterbeek
3560
10:15 10:37
+2
924
mr86 Sprinter
controle: J
Etterbeek - Rixensart
3960
10:46 11:04
+2
08186
mr08 Desiro
controle: J
-
Rixensart - Etterbeek
3984
13:56 14:14
+3
08556
mr08 Desiro
controle: J
Etterbeek - Halle
3584
14:22 14:44
+1
0936
mr86 Sprinter
controle: J
En wat we beleefden. Het maakt ons vandaag eigenlijk niet zo heel veel uit of de treinen op tijd rijden. En dan zul je merken dat ze dat inderdaad ook wel ongeveer doen. Veel valt er dan ook niet te melden: de 3560 vertrekt met dubbel geel en de tb past de ondertussen gemeengoed geworden truc toe: op kousenvoeten ("op zijn sokken" hoor je hier bij ons ook wel eens), richting geel schuiven en hopen dat het sein alsnog op groen springt. En in de 3960 hangt de heerlijke geur van gebraden kippenbouten… Een Desiro met restauratieafdeling? Nee, gewoon een reizigster die wat verder een nog warme bout zit af te kluiven. De poetsers zullen haar dankbaar zijn…
De terugreis verloopt al even geschiedenisloos: eerst lijkt de aansluiting in Etterbeek in het gedrang te komen, maar de negatieve invloed van de 2134 (5 minuten vertraging) is beperkt, zodat we zonder problemen de sterk uitgesleten trappen op en af kunnen en op tijd op spoor 4 belanden. Uitgesleten, wat moeten die battle shoes van al die militairen die hier decennialang de buurt (on)veilig hebben gemaakt een ongelooflijk stevige voetafdruk hebben achtergelaten. Zelf ben ik ook verantwoordelijk voor enkele nanometers slijtage, in 1977, toen ik hier vanuit het Logistiek Centrum nummer 1 de kazernes in de wijde buurt mocht helpen bevoorraden.
De treinlectuur. Niet echt mee in de rugzak vandaag, natuurlijk. Ellery Queen, Het lippenstiftmysterie. In het Engels met een minder sullige titel The French Powder Mystery, maar in 1970 las ik die boekjes nog in vertaling. Oorspronkelijk gepubliceerd in 1930 en dat witte poeder is heroïne. Griet op de Beeck, Vele hemels boven de zevende.
Een scheutje oprisping. Altijd zomeruur: het blijft (veel) te lang donker in de winter. Altijd winteruur: het is veel te vroeg donker in de zomer. Eigenlijk was die wissel twee keer per jaar niet eens een slecht idee. En wie zich daar niet goed bij voelt, voelt zich waarschijnlijk ook om andere redenen niet zo goed in zijn vel. En dan is die tijdswissel een welkom excuus…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Het is typisch voor veel Vlaamse GR's: je zoekt een aantal interessante plekken en die verbindt je met elkaar door soms lange, saaie stukken langs beton en asfalt door een niet zo overdonderend landschap. Dit beschrijft perfect het stukje GR dat we vandaag stappen: Melsele (Gaverland) - De Klinge, iets meer dan 21.4 km lang. Zo mogen er vandaag echt wel zijn: de Polderdreef, de buurt van de Beverse Beek net voor Vrasene, de omgeving Sint-Jacobsgat, op voorwaarde dat je de onverharde paden op en onderaan de dijk volgt en niet de asfaltwegen zoals de GR hier te vaak doet en ten slotte het Stropersbos met de oude spoorlijn 54. De TWQ bedraagt wat verrassend toch nog 47%, met dien verstande dat je dan de onverharde dijkwegen gebruikt waar de bewegwijzering je op het asfalt probeert te houden. Met wat geluk kom je dan ook nog een kudde schapen tegen.Foto'senkaartje.
Op de onverharde wegen op de dijken is het aangenaam stappen.
Het weer. Wisselend bewolkt, zomers warm (26°).
De stafkaarten. 15/2Z Beveren - 15/2N Kallo - 15/1Z Sint-Gillis-Waas - 15/1N De Klinge - 14/4N Hellestraat
Hoe we er geraakten. De halte Melsele (Koolputstraat) van buslijn 83 was onze bestemming en best van al konden we met de trein naar Antwerpen-Centraal reizen, daar overstappen op tram 3 die we tot zijn eindpunt namen en ten slotte overstappen op bus 83. De treinverbinding schept uiteraard geen problemen, de tram rijdt elke 10 minuten maar de bus rijdt een uurdienst, zodat het lang niet zeker is dat je vlot van tram op bus kunt overstappen. Enige reserve was dus aan te raden. Voor de terugreis moesten we wel met de bus (21, 22 of 27) naar Sint-Niklaas, van waaruit één keer per uur een trein rechtstreeks naar Halle rijdt. Het echte probleem was deze keer nog maar eens de onbegrijpelijke maatregel van de NMBS om de alternatieve terugreis af te schaffen. Omdat we in dit geval toch noodgedwongen op de Railpass terugvielen, konden we 's morgens wel wat vroeger vertrekken. De planner gaf een krappe mogelijkheid na 9:00 met o.a. 5 minuten overstap tussen tram en bus: hier blindelings in geloven had ons (vandaag en vermoedelijk wel vaker) een uur tijdverlies opgeleverd. Ik krijg soms de indruk dat elektronische planners en hun adviezen meer reizigers afstoten dan aantrekken. Want als het één keer niet blijkt te kloppen, zal het wel nooit kloppen...
Een beetje geschiedenis. Over de spoorlijn 54 Mechelen - Terneuzen heb ik heteerderal gehad. En je vindt ookhiernog veel info over de trein in De Klinge. Laat ons daarom vandaag even de busverbindingen in De Klinge onder de loep nemen. De huidige toestand reflecteert eigenlijk vrij nauwkeurig de oorspronkelijke, waarvoor we al tot voor WO II terug kunnen gaan. Lijn 178 Klinge - Vrasene via Kalf en Sint-Gillis gaf in Vrasene aansluiting op de lijn naar Sint-Niklaas. Sint-Niklaas was per bus verbonden met Hulst. Na WO II moet er een reorganisatie zijn geweest, die voor De Klinge erg voordelig was: voortaan verbond lijn 178 Klinge met Antwerpen-Linkeroever via Sint-Gillis, Vrasene, Beveren, Melsele en Zwijndrecht. Met de afschaffing van de treindienst Sint-Niklaas - Hulst werd de vervangingsbus 54a ingevoerd. Onder de particuliere buslijnen treffen we een tabel 1008 aan van Sint-Niklaas naar Hulst; slechts één bus van deze lijn bediende ook De Klinge. Die laatste lijn vinden we in 1975 als aanvullende NMBS-lijn 292, zij het met vertrek uit Antwerpen i.p.v. Sint-Niklaas. Lijn 54a is ondertussen omgedoopt tot 54b; 54a de buslijn die Mechelen met Sint-Niklaas verbond zijnde. Met de reorganisatie van de bussen in het Waasland in de jaren 1980 (?) krijgen de buslijnen nieuwe nummers: onder tabel 54b vinden we lijnnummers 21 en 22 terug, 21 voor de lijn Sint-Niklaas - Meerdonk, 22 voor de lijn Sint-Niklaas - Hulst.
Samengevat: er is al heel lang een lijn naar Hulst, die nu eens uit Sint-Niklaas, dan weer uit Antwerpen vertrok, met voor De Klinge pas later een deugdelijke bediening. De andere lijn naar Meerdonk is er gekomen als vervangingslijn voor de treinen van lijn 54. Met de invoering van de basismobiliteit werden nog 2 lijnnummers toegevoegd: 23 en 27, beide met een zogenaamd functionele bediening van De Klinge.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1707
08:27 08:36
+4
323
mr80 Break
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal
2007
08:49 09:35
+1
1851 - 61005
M6
controle: J
Antwerpen - Melsele
[3]
10:12 10:35
+5
t7220
Melsele - Melsele
[83]
10:57 11:15
+3
ab2224-86
Van Hool New AG300
Waaslandia Autobussen
-
De Klinge - Sint-Niklaas
[21]
17:21 17:48
-4
ab2223-24
Van Hool New A360
Waaslandia Autobussen
Sint-Niklaas - Halle
3241
18:24 19:57
stipt
1802 - 61075
M6
controle: J
En wat we beleefden. We volgden dus niet het advies van de planner en vertrokken al om 8:27 (al had 8:37 ook gekund, maar we waren er nu toch). Voor een keer zijn we zo stom om in het midden van de trein in te stappen - 4 breaks - en dat zullen we geweten hebben. Voor mijn vrouw is er nog één plaatsje vrij, zelf zal ik de korte rit tot Brussel-Zuid staan. In een eerste reactie wordt dit een vraag tot terugbetaling van het verschil tussen eerste en tweede klasse, maar gezien de korte afstand is het sop de kool niet waard en bovendien zijn de tbg's die je in dit geval moet aanspreken onbereikbaar. Het zal ons niet meer overkomen. In de IC naar Antwerpen-Centraal is er (veel) meer plaats. Veel valt er niet te vertellen. In Antwerpen-Centraal kan een reiziger nog net op de trein springen; de alerte tbg roept nog dat deze trein naar Noorderdokken gaat, maar de reiziger lijkt niet alleen gehaast maar ook doof. Even later stapt hij toch uit, nadat de tbg hem een tweede keer gesommeerd heeft. Blijkt dat hij naar Brussel moet; de enige die hier echt fout zat, was hijzelf, maar zijn gezicht staat desondanks op onweer. Het zal wel weer die stomme NMBS zijn die hem op spoor 23 heeft doen stranden.
Voor ons volgt dan een koffiepauze in Le Royal, eigenlijk het aloude stationsbuffet, dat eindelijk weer een beetje allure heeft gekregen. En de ober heeft er duidelijk zin in. Wat later zijn we op zoek naar het metrostation Astrid, al dreigen we eerst even in metrostation Diamant terecht te komen. Eenvoudig is het hier allemaal niet. En om het allemaal nog wat complexer te maken heet onze eindhalte ook nog kriskras door elkaar P+R Melsele, P+R Zwijndrecht en P+R Krijgsbaan. Wie bedenkt zo iets? Nu, als in je in een land leeft met een taalgrens, moet je je er niet over verbazen dat ook een provinciegrens voor problemen zorgt. We zijn ruim op tijd voor de aansluiting; de zo verguisde belbus vervoert 4 reizigers, de door de planner aanbevolen tram zou te laat gekomen zijn voor de aansluiting. In Beveren is er markt en dat zorgt voor dat typische publiek in onze bus dat zich door markten aangetrokken voelt.
Is het nu P+R Zwijndrecht, P+R Melsele of P+R Krijgsbaan?
Helemaal gerust in de terugreis zijn we niet, want die is extra gekruid met omleidingen in De Klinge. Bovendien is de bediening van De Klinge niet zo eenvoudig: bus 22 (uit Hulst) en bus 21 (uit Meerdonk) rijden dan wel beide naar Sint-Niklaas, maar je moet ze elk aan hun kant van de Bergstraat nemen. Tot overmaat van ramp klopt de omleidingsinfo eens te meer niet, al blijft het onbegrijpelijk dat het kaartje met de omleiding niet te vinden is op de website: die van bus 22 lijkt niet langer van toepassing, die van lijn 21 alleen op zaterdag en woensdag. Het is dinsdag en dus is er verder niets aan de hand, in de veronderstelling dat de chauffeur zich correct heeft geïnformeerd, wat voor ons uit het Pajottenland niet zo evident is. Maar hij komt er: op het juiste moment, op de juiste plaats.Meegenomen is dat we met deze bus een ruime aansluiting hebben op de IC naar Brussel, Tournai en Kortrijk en ons dus mogen verheugen op een overstapvrije treinreis - al dachten we dat enkele dagen geleden ook. We slepen dat ene minuutje vertraging bij vertrek tot in Jette mee (ondanks de lange stilstand in Dendermonde), maar in Halle komen we stipt aan.
De treinlectuur. Robert HARRIS, Enigma. Stefan BRIJS, Post voor Mevrouw Bromley.
Een scheutje oprisping. 1. Als men het over combimobiliteit heeft, is er eigenaardig genoeg altijd sprake van hoe je je bushalte of station kunt bereiken - te voet, met de fiets, zelfs per wagen of taxi, maar nooit hoe je op het einde van bus of station naar je eindpunt moet komen. Te voet is vaak te ver, de fiets, je auto staat aan de beginhalte en taxi's zijn vaak ver te zoeken. Tenzij die combi van de politie is, natuurlijk.
2. Waar men het haalt om in doorlopers (voor de leken: een soort kruiswoordraadsels zonder zwarte blokjes) de woordgrenzen aan te duiden, weet ik niet. Dan kun je net zo goed een gewoon kruiswoordraadsel afdrukken. Ook De Morgen is nu besmet. Dat men puzzelaars voor oude zakken houdt, tot daar aan toe, maar dat men ons ook nog voor debielen verslijt…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We zetten onze tanden vandaag in 25 km stappen langs knooppunten op het wandelnetwerk Kempens Landgoed. Beginnen doen we aan de Sint-Theobalduskapel in Turnhout en dan is het enkele honderden meters stappen in de richting van het Kanaal Dessel - Schoten. De tocht is zo goed als vlak. Wiehet kaartjebekijkt, kan eerst tot de ontstellende vaststelling komen dat we langere tijd het Bels Lijntje, paradijs voor fietsers, de hel voor stappers, gevolgd hebben, maar bijna overal loopt parallel daarmee een goed bruikbare en veel interessantere voetweg. De TWQ ligt dan ook hoog: 67%, eerst even langs het genoemde kanaal, daarna resoluut in noordelijke richting naar Weelde Station en dorp. Ons doel is de bushalte Weelde Gemeentehuis, wat eigenaardig genoeg het gemeentehuis van Ravels blijkt te zijn. Op enkele stukjes hoofdweg na, kan de wandeltocht toch wel overtuigen. Het zou ook erg zijn, ik heb hem tenslotte zelf samengesteld en wel langs deze punten: 79 80 81 82 83 84 85 86 87 91 90 6 2 3 1 61 60 59 55 29 54 53 45 47.Foto's.
We stappen o.a. langs het Turnhouts Vennegebied. Vanaf de uitkijktoren krijg je een mooi uitzicht.
We liepen wel meer door bosgebied, maar zelden langs een wel erg breed uitgevallen tra zoals deze.
Het weer. Wisselend bewolkt, temperatuur rond 23°. Viel dus best mee.
Hoe we er geraakten. De bushalte Turnhout Brug 1 zou eigenlijk een aangewezen vertrekpunt geweest zijn, maar die wordt bediend door lijn 460 die in de voormiddag geen betrouwbare aansluiting heeft met de IC uit Brussel. En dus kiezen we voor Sint-Theobalduskapel, die dat met lijn 450 wel heeft. Ook de terugrit is eenvoudig: lijn 450 rijdt om het uur en - te vroeg voor ons - zelfs een hele tijd om het half uur en geeft een mooie aansluiting op de IC naar Brussel en Binche.
Een beetje geschiedenis. Over het Bels Lijntje, in feite de Belgische lijn 29 uit Aarschot en Turnhout valt nogal wat te vinden op het internet, zo o.m.hierenhier. Veel hoef ik daar niet aan toe te voegen. Het was vrij snel duidelijk dat deze lijn de hoge verwachtingen niet kon inlossen. Zo bekeek men op een bepaald moment of het niet mogelijk was de expresstreinen van Amsterdam naar Brussel en Parijs over deze route te sturen, omdat die korter was. Het is er nooit van gekomen. Om zelf toch een bescheiden bijdrage te leveren ben ik even gaan neuzen in oudere spoorboekjes, op zoek naar onverwachte verbindingen. Zo vond ik in het spoorboekje van 01.02.1932 (twee jaar later werd de reizigersdienst opgeheven…) een rechtstreekse trein Eindhoven - Tilburg - Turnhout - Brussel, met de volgende dienstregeling: Eindhoven 7:37 - Boxtel 8:09 - Tilburg 8:40 - Baarle-Nassau 9:03 - Weelde 8:45/8:58 (tijdzones, nietwaar) - Turnhout 9:09/9:10 - Tielen 9:23 - Herentals 9:33/9:34 - Lier 9:52/9:54 - Duffel 10:04/10:05 - Mechelen 10:15/10:17 - Brussel-Noord 10:38. 's Avonds bestond de omgekeerde trein richting Eindhoven. Ik moet eerlijk toegeven dat het uit het spoorboekje niet af te leiden is of het hier om een doorgaande trein gaat: er staan alleszins 2 treinnummers in het boekje, één op het Nederlandse, één op het Belgische net.
Het Bels Lijntje is nu een echte velostrade geworden. Het blauwe verkeersbordje suggereert dan wel dat de ruimte eerlijk verdeeld is over fietsers en wandelaars, maar in werkelijkheid zijn het altijd de wandelaars die achter elkaar moeten lopen om de fietsers vooral niet te hinderen. Gelukkig heeft het wandelnetwerk vooral voor parallelle alternatieven gezorgd.
De verbinding.
Halle - Turnhout
3408
09:21 10:54
stipt
827
mr75 - vierledig stel
controle: J
Turnhout - Turnhout
[450]
11:02 11:08
+3
ab1198-59
Jonckheere Transit 2000
B&C
-
Weelde - Turnhout
[450]
18:34 18:55
+2
ab1110-94
MAN's Lion City
B&C
Turnhout - Brussel-Noord
3441
19:05 20:17
stipt
1890 - 61030
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
3242
20:33 20:57
stipt
306
mr80 Break
controle: N
En wat we beleefden. IC 3408 bestaat uit een oud vierledig stel dat door graffitivandalen onherkenbaar is gemaakt. We vinden ternauwernood een zitje waar je min of meer ongehinderd naar buiten kunt kijken. Verleden week werd nog eens gepubliceerd hoeveel het verwijderen van graffiti elk jaar kost. Je vraagt je toch af of stilstaand materiaal niet beter beschermd kan worden, zeker in deze tijd van infrarood en drones en andere patrouilles. De rit zelf verloopt vlot, zeker na Brussel-Noord. We komen zelfs schitterend op tijd aan. De bus van lijn 460 is nog haalbaar: die zou ons enkele honderden meters kunnen uitsparen, maar het is de voorziene bus van lijn 450 die eerst aankomt en dus nemen we die. Oh ironie als we dan merken dat deze 450 door een omleiding ook aan Brug 1 passeert.
Gezien de lengte van de tocht keren we pas terug als de frequentie van lijn 450 al op een uurdienst teruggevallen is. De bus is redelijk stipt en zit ook nog goed vol. Bereidwillige medereizigers nemen hun gerief op de schoot, zodat we toch nog allebei kunnen zitten.
Ondertussen weten we al dat onze rechtstreekse trein vandaag beperkt zal blijven tot Brussel-Zuid. Een bovenleiding heeft het begeven in Lembeek en alle verkeer is opgeschort tussen Halle en Braine-le-Comte. Je hebt dan eens een overstapvrije verbinding. Uit de app is niet echt af te leiden wat er ons wel te doen staat. Er is sprake van vervangingsbussen, maar waar je die moet nemen wordt nergens vermeld; zelf dokteren we uit dat IC 3242 naar Tournai en Kortrijk waarschijnlijk de meest logische oplossing is, met overstap in Brussel-Noord. Even denken we er zelfs aan om bus 170 te nemen, maar die is niet echt snel. Overigens nog even vermelden dat het incident zich iets na vieren heeft voorgedaan en dat is waarschijnlijk de verklaring waarom we nu op M6 getrakteerd worden in plaats van het voorziene vierledige stel.
Overstappen in Brussel-Noord is eens te meer een verstandige zet. De ene break zit in Brussel-Zuid al behoorlijk vol, met reizigers van vermoedelijk een drietal andere treinen. Maar hij rijdt wel stipt Halle binnen. Daar staat een zestigtal reizigers op de vervangingsbus(sen) te wachten. Het is me het weekje wel geweest voor de NMBS: 4 zelfmoorden op dezelfde lijn, nu wat vroeger een catenabreuk heette op een drukke lijn als de 96. Voor ons scheelt het maar 18 minuten, maar de som van alle vertragingen moet gigantisch groot zijn. Gelukkig lijkt er toch een nieuwe wind te waaien bij Infrabel: vanavond zagen we seinen in Brussel-Noord op spoor 1 en 4 die open stonden lang voor de trein kwam. Dat kan het aantal vertragingen doen krimpen als je het mij vraagt.
De treinlectuur. Enigma, Robert HARRIS. Post voor Mevrouw Bromley, Stefan BRIJS.
Een scheutje oprisping. De zomervakantie te lang? Blijkbaar gaat er te veel verloren van wat voor de vakantie geleerd is. Mooier en treffender kun je het fiasco van ons onderwijs niet omschrijven. Hoe meer ik leer, hoe meer ik vergeet… Ja, ja.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
10 augustus 2018 Wijnegem - Zoersel GR565 Sniederspad
De wandeling. We stappen vandaag nog eens langs het Sniederspad, ook bekend als GR 565. We beginnen waar we de vorige keer eindigden: in Wijnegem, en een tocht van zowat 20 km zal ons uiteindelijk in de dorpskern van Zoersel brengen. De TWQ ligt met 68% verrassend hoog: vaak lopen we inderdaad door groene longen, eerst onder de vorm van opengestelde parken met bijhorende kastelen, later door wat ruwere Kempense bossen. Spijtig genoeg is het vooral breiwerk, een niet helemaal onverdienstelijke poging om alle goed verteerbare stukjes groen met elkaar te verbinden. Het begint al met Wijnegem, waar we eerst een tocht langs villa's moeten doorslikken; hebben die bewoners zich dan nooit afgevraagd hoeveel grond ze zich in ecologische ogen wederrechtelijke hebben toegeëigend? Gelukkig zijn de dorpskernen van Halle en Zoersel wat vriendelijker voor de medemens.
Deze wegen vormden vandaag de hoofdbrok. Omgeving Rundervoort.
In 't Boshuisje hoorde Conscience het verhaal van de Loteling. Het bier zal wel anders geweest zijn.
Veel meer foto's vind jeop deze plaats. En het kaartje moet jehierzoeken.
Hoe we er geraakten. Naar Antwerpen-Centraal reizen is vanuit Halle niet echt een probleem en de aansluitende bus van lijn 410 rijdt om het kwartier. Voor de terugrit hebben we de keuze uit 2 snelbussen (417 en 429) zodat ook dat nauwelijks problemen oplevert. Een makkie, kom.
Een beetje geschiedenis. Voor Zoersel begint de OV-geschiedenis met de openstelling van de tramlijn Oostmalle - Zandhoven - Broechem - Lier in 1896. Eigenlijk leek het sterk op een regelmatige bediening tussen Zandhoven en Lier, met een zestal doorgetrokken ritten uit Zandhoven naar Zoersel en Oostmalle. In Broechem werd een aansluiting voorzien, later met de elektrische tram Antwerpen - Broechem - Lier. In Oostmalle kon dan weer overgestapt worden op de tram die Antwerpen met Turnhout verbond. Met de verbussing in 1950 werd aanvankelijk hetzelfde stramien aangehouden. Later werd de bediening van Zoersel opgenomen in die van lijn 41 Antwerpen - Turnhout, en wel onder het lijnnummer 41B. Die toestand zou eigenlijk tot de eeuwwisseling en zelfs nog wat later blijven bestaan, al heette lijn 41B later 411, met een geleidelijk verbeterde dienstregeling die uiteindelijk uitmondde in een echte uurdienst. Ondertussen werd ook een sneldienst Turnhout - Antwerpen (eerst 41.7, later 417) ingevoerd en dat betekende een verdere verbetering voor de inwoners van Zoersel. Met de latere komst van een tweede snelbus Herentals - Antwerpen (429) ging het nog meer de goede (snel)weg op. Vandaag wordt Zoersel ook nog bediend door de lijnen 408, 411 en 414: schooldiensten die uiteraard in functie van de bediende scholen rijden.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1557
08:58 09:07
+2
08170
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal
3309
09:27 10:22
stipt
2728 - 58063
M4
controle: N
Antwerpen - Wijnegem
[410]
10:45 11:12
stipt
ab5549
Van Hool New AG300
Turnhout
-
Zoersel - Antwerpen
[429]
17:25 17:57
+19
ab1103-57
Mercedes Citaro G
KAV
Antwerpen-Centraal - Brussel-Noord
2040
18:26 18:59
+2
2748 - 61040
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1740
19:13 19:33
+1
331
mr80 Break
controle: J
En wat we beleefden. Eigenlijk voorzien we een aansluiting van 5 minuten in Brussel-Zuid, tussen de 3207 en de 4508, en dat is krap. Het is dan ook een godsgeschenk als we met ons seniorenbiljet meekunnen met de 1557, met 3 minuten vertraging. Als we net zitten, horen we een dame aan een tbg vragen of ze al mee mag met haar seniorenbiljet, maar blijkbaar is het te veel om even op zijn uurwerk te kijken; hij maakt er zich van af met de droge mededeling dat hij niet de boordchef is. Wij rijden wel mee en nog vlot ook. De zorgen die we ons eerder maakten over de aansluiting in Brussel-Zuid slaan al snel om in een zekere gelatenheid. Tussen Brussel en Braine-l'Alleud heerst er een niet nader omschreven toestand die het onderbreken van het verkeer nodig maakt. Er staan inderdaad een S1 en een IC naar Charleroi-Sud broederlijk naast elkaar en van vertrekken is er geen sprake. En onze 4508 wordt gewoon afgeschaft. Op zich is dat deze keer niet zo erg: het zal dan de 3309 moeten worden, met elk kwartier een aansluitende bus is dat geen probleem. IC 3309 wordt aangekondigd en zowel via het scherm als in de gesproken omroep vernemen we dat de eerste klas in het eerste rijtuig hangt. Spijtig voor wie dat gelooft, maar voor ons is het snel duidelijk dat het trek-en-duwstel om een of andere reden gekeerd is en dus hangt de eerste klas helemaal achteraan in plaats van vooraan. We vertrekken met 4 minuten vertraging, maar vanaf Oude God rijden we stipt.
We zouden ons nu kunnen haasten naar perron 1 van de halte Antwerpen Centraal Station, maar de kans dat we de eerst voorziene bus nog halen is klein, en dus stappen we rustig naar het tot werf verworden Rooseveltplein. Zo een vijftal minuten voor het vertrek komt de chauffeur, we mogen meteen instappen en de man is ook nog vriendelijk. In Antwerpen kan het wel eens anders lopen. Wijnegem Vaartdijk (onze doelstelling, wat bijna 40 jaar onderwijs al niet met je doet) is sinds kort een stiptheidshalte geworden, waar 3 minuten stilstand voorzien is. De bus blijft inderdaad een tijdje staan, net lang genoeg om toch nog wat te vroeg te vertrekken: de nieuwe vertrekprocedure vindt ingang bij De Lijn!
Voor de terugrit rekenen we op een bus van lijn 429. Die rijdt klaarblijkelijk zonder gps, zodat we qua informatie op onze honger blijven zitten. Tot overmaat van ramp laat de bus lang op zich wachten. Op het voorziene doortochtuur (17:25) verdwijnt de bus ook nog eens van het infoscherm. Uiteindelijk zullen we opgepikt worden met ronde 20 minuten vertraging. En vermits deze snelbus vanaf de Turnhoutsepoort toch maar weer als trage bus fungeert die ongeveer aan elke halte reizigers oppikt, gaat er nauwelijks iets van deze vertraging af. (Vanmorgen haalden we tussen Rooseveltplaats en Turnhoutsepoort een gemiddelde snelheid van iets meer dan 7 km/uur! Maar dat was dan ook geen snelbus.) Ook nu valt op dat de chauffeur je tenminste al eens bekijkt als je instapt en ontwaardt. Deze keer stappen we wel uit aan de halte Antwerpen-Centraal.
De eerste aansluitende trein is de IC 2040. Er staat behoorlijk wat volk te wachten, veel toeristen ook. Het eerste rijtuig is een eersteklasrijtuig, waarvan ik vermoed - eigenlijk in een glimp meen op te vangen - dat het gedeclasseerd is. Het echte eersteklasrijtuig hangt alleszins middenin de trein. In Brussel-Noord stappen we over op IC 1740. Die zal ons nauwelijks 11 minuten later dan voorzien naar Halle brengen.
De treinlectuur. Robert HARRIS, Enigma. Britse geleerden van allerlei slag moeten verwoede pogingen ondernemen om de Duitse codetaal, gebruikt tussen onderzeeërs en vasteland, te ontcijferen. Het boek is ook verfilmd. Stefan Brijs, Post voor Mevrouw Bromley.
Een scheutje oprisping.
Er zijn weinig categorieën die dezer dagen in de pers zo goed aan hun trekken komen als de tegenstanders van het ongebreidelde autogebruik. Waarom verandert er dan niets aan de situatie op onze wegen?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Ab1021-17 nadert zijn eindpunt. We zien hem hier bij de halte Oelegem Knodbaan.
Op 27.08.1985 vertrokken de autorails van de verbinding met de Grotten van Han nog voor de kerk. En blijkbaar was het nog behoorlijk druk, zo tegen het einde van de vakantie aan.
5501 met Z7211 Liège-Guillemins - Jemelle in Jemelle op 27.08.1985. De K-rijtuigen verschenen (opnieuw) op deze verbinding met de invoering van IC-IR, dit tot groot ongenoegen van het personeel, omdat de deuren hier manueel dicht moesten.
Op 28.08.1985 kon ik in Visé dit motorstel van de NS fotograferen: het betreft hier een trein Visé - Maastricht.
En ook in Visé schuilt ab7591-41 onder de bomen. Het betreft een Jonckheere van TCM-Cars.
Ook op 28.08.1985 passeert de 2207 met een goederentrein op lijn 24, ter hoogte van Sint-Martens-Voeren.
Het spoorwegviaduct van Sint-Martens-Voeren.
Toevallige en dus onverwachte ontmoeting op dezelfde viaduct met de 2327.
Dezelfde trein vanuit een andere hoek.
Op 15.09.1985 rijdt de 29.013 door Beert-Bellingen. Om een of andere reden kon ik de trein niet zelf fotograferen en dus stuurde ik mijn vader uit om de foto te nemen, met een fototoestel dat hij absoluut niet kende. De trein reed te vroeg en dus was het een wanhoopsshot, vandaar het bordje van de overweg, pal voor de loc.
Op 21.09.1985 vond het stoomfestival in Mariembourg plaats. Ik stond een tijdje in Olloy.
En meer van hetzelfde.
Een schitterende rookpluim op een niet zo beste foto, met door de rook heen de kerktoren van Olloy.