Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
21-03-2024
21 maart 2024 Belsele - Nieuwkerken-Waas
De wandeling. Het deel van de GR Waas- en Reynaertland dat we vandaag stappen, van Belsele tot Nieuwkerken, is echt geen hoogvlieger. Absolute uitspraken zijn altijd gevaarlijk, maar dit zou wel eens een van de zwakste GR-trajecten in Vlaanderen kunnen zijn. Vermoedelijk móest Sint-Niklaas als hoofdstad van het Waasland opgenomen worden (blijven) in de GR maar de weg ernaartoe en ervandaan maakt te lang gebruik van F4, de fietssnelweg van Gent naar Antwerpen. En fietssnelwegen zijn natuurlijk prachtig voor trappers, maar niet voor stappers. Eigenlijk waren we al aan het stappen tussen Nieuwkerken dorpscentrum en station, voor we voor het eerst de indruk hadden dat we een GR volgden, op enkele korte parkstukjes na. Pogingen om er toch iets van te maken leiden tot eigenaardige kronkels in het traject, dat merk je vast ook ophet kaartje. De tocht is bijna 17 km lang; de TWQ bedraagt 54%, maar als je de betonnen linten voor fietsers neutraliseert kom je maar aan 34%. Wij quoteerden dan ook maar 8/20.
Even aangenaam stappen rond het bufferbekken van de Klapperbeek
Het weer. Bewolkt en zacht.
De stafkaarten. 15/5-6 Sint-Niklaas (2018) - 15/1-2 Beveren (2018)
Hoe we er geraakten. Belsele kunnen we voorlopig nog bereiken met de IC Kortrijk - Brussel - Sint-Niklaas, maar daar zou vanaf december verandering in komen. De terugrit is een ietsepietsie complexer omdat we uit Nieuwkerken-Waas vertrekken en de rechtstreekse IC sluit slecht aan op de S-trein. We kunnen eventueel via Gent reizen of via Antwerpen-Berchem.
Een beetje geschiedenis.
Nieuwkerken, Nieuwkerken-Waas, Nieuwkerken-Waes, met liggend streepje of haakjes, ze hebben allemaal bestaan. De geschiedenis van dit station begint dan ook al in 1849 als stopplaats. Het station kwam er in 1879. In 1970 kwam er nog een nieuw modern stationsgebouw, met alles erop en eraan, maar in 2015 werd het gebouw gesloten voor de reizigers. De loketten gingen trouwens al in 1993 dicht. Tegenwoordig staat het er niet zo fris meer bij; het zou nog dienst doen als technisch gebouw. Veruit het belangrijkste moment in de 20ste eeuw was de modernisering en de elektrificatie van de lijn 59: voordien waren de ritten beperkt tot Antwerpen-Linkeroever, maar met de komst van de Kennedytunnel groeiden de exploitatiemogelijkheden enorm. Tot de elektrificatie had Nieuwkerken een uurdienst met gaten, maar het was beter af dan enkele andere halten tussenin die buiten de spits nauwelijks treinen zagen stoppen. Dat Nieuwkerken het beter deed, kwam doordat semi-directe treinen meestal in Nieuwkerken stopten. Tot voor de elektrificatie werden deze treinen bijna allemaal uitgevoerd met grote dieselmotorstellen, vermoedelijk van de reeks 40. Als we verder teruggaan komen we uiteraard in het stoomtijdperk terecht. Met de elektrificatie begin jaren 1970 kreeg Nieuwkerken voor het eerst een echte uurdienst. Tijdens het weekend werd dat een 2-uurdienst. In juni 1984 (IC-IR) werd de stoptrein verlengd tot Lokeren. Overigens kwamen er nog periodes met als eindpunt Sint-Niklaas. Op 13.12.2020 kwam er een tweede stoptrein (ondertussen S-trein) maar die stopt niet in Nieuwkerken-Waas. Het station dat lange tijd van een soort voorkeursbehandeling kon genieten, wordt nu het karigst bediend van alle halten tussen Sint-Niklaas en Antwerpen.
Het station van Nieuwkerken-Waas in een weinig benijdenswaardige toestand.
De verbinding.
Halle - Belsele
3207
09:02 10:36
+5
76015 (FML) - 73046 (FML)
M7
controle: N
-
Nieuwkerken-Waas - Antwerpen-Berchem
2686
16:13 16:35
stipt
08090 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Antwerpen-Berchem - Brussel-Noord
3337
16:42 17:25
stipt
2724 (NK) - 53502 (FBMZ)
M5
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3239
17:35 17:57
+5
76026 (FML) - 73048 (FML)
M7
controle: N
En wat we beleefden. De dag begint goed, met een overstroming in Moeskroen. Achteraf blijkt de tunnel onder de sporen onder water te staan; waarom het treinverkeer dan wordt stilgelegd zullen ze ergens wel weten. Onze IC 3207 vertrekt daardoor uit Tournai, vanaf Brussel-Noord zal die perfect op tijd rijden. Nu ja, in Opwijk gaan we op tegenspoor om de S-trein in te halen, maar uiteindelijk zal die S-trein nog voor de IC aan het perron staan: die moet een goederentrein met een lange reeks C3's laten voorgaan. Zelfs hier haalt het autoverkeer het van de trein. Het matige bilan is 3 minuten vertraging, we vertrekken zo goed als op tijd, maar het is een valse start: 6 minuten stilstaan - nog deels aan het perron - is het gevolg. We zullen Belsele nog net met minder dan 6 minuten vertraging bereiken.
De terugrit kondigt zich anders aan. We wilden S 2665 nemen tot Sint-Niklaas en hadden eigenlijk al voor onszelf uitgemaakt dat we via Gent-Sint-Pieters zouden rijden (met 715, 1515 en 1938) maar de beoogde trein was afgeschaft. En dus was het een half uur verliezen en via Berchem reizen. Tjonge toch, wanneer krijgen we nog eens een kommerloze treinverbinding geserveerd? Overigens zou er zich wel eens een probleempje kunnen stellen. Ik heb me vanmorgen vergist bij het aanmaken van onze biljetten: ik had een biljet Halle - Nieuwkerken-Waas moeten nemen, maar voor ik het goed besefte had ik een HT voor Sint-Niklaas. Ik denk dat ik er me wel uitgepraat zou hebben, tenslotte gaat het om forfaitaire prijzen, maar nu we via Berchem reizen is dat al minder evident. Je van den domme houden kan in zo een geval helpen, maar de tbg is te laat begonnen aan haar controle en we komen dus zonder problemen in Antwerpen-Berchem aan. Van tbg's gesproken: tussen Berchem en Mechelen zijn we naast de tbg de enigen in de benedenafdeling van de M5. Zo krijgen we een duidelijk beeld van de taakomschrijving van een tbg: deurtjes openen, deurtjes sluiten en dan weer vlug in eerste klas komen zitten, gsm'en, o.a. een luidruchtig fragment van een sportwedstrijd bekijken: gelukkig stapt er wat verder een kennis op die zich tot Brussel-Noord over de tbg kan ontfermen… Deze IC vertrekt met 6 minuten vertraging in Berchem, na een rode Eurostar in vertraging, maar de tb werkt wel en we komen stipt in Brussel-Noord aan. Daar stappen we over op de 3239, die we dus in Sint-Niklaas hadden kunnen nemen als onze trein in Nieuwkerken niet afgeschaft was geweest. Tussen Brussel-Noord en Brussel-Centraal loopt deze trein 5 minuten vertraging op en dat is exact de vertraging waarmee we in Halle aankomen.
Enkele dagen voordien is hier een aanrijding gebeurd tussen een trein en een kraan. Alles is opgeruimd, maar er is nog een snelheidsbeperking van 60 km/u van toepassing.
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Haviken doen het erg goed tegenwoordig, in de media en in de politiek, maar ook in onze kippenwei waar een prachtige kip het moest ontgelden. Van vredesduiven anderzijds wordt in bijna alle talen gezwegen…
Uitgedrukt…
Gevotj: geraakt, op de tenen getrapt. Van "voetn", vatten.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES. Andere bron: het door TSP uitgegeven De Lijn Antwerpen - Gent van de hand van Marc Clarysse.
De wandeling. Soms denk je dat je veilig zit met een wandelnetwerk, maar in deze moessontijden mag je er niet altijd gerust op zijn. We stappen vandaag langs het wandelnetwerk Westhoek (46 45 32 33 35 34 28 29 21 20 12 13 14 15 6 5 1 2 16 17) van Sint-Idesbald Ster der Zee naar De Panne, handig gebruik makend van de kusttram. Tegen het einde aan, bij punt 5 liep het echter verkeerd: de weg naar punt 1 was afgesloten wegens wateroverlast. We probeerden slim deze hindernis te omzeilen in een redelijk wijde boog, maar wat verder werden we er een tweede keer op gewezen dat er geen doorkomen aan was: even leek het nog mee te vallen maar na een honderdtal meter stonden we inderdaad voor een enorme plas die de vennen links en rechts van de weg met elkaar verbond. En dus zat er niets anders op dan op onze stappen terug te keren en zo snel mogelijk de betonweg Groene-Biezenlaan op te zoeken om na een tijdje opnieuw aan te sluiten op het geplande traject. Spijtig, want vermoedelijk ging een van de mooiste stukjes op die manier het regenwater in.Het kaartje geeft de vooraf uitgetekende wandeling mee, langs Geushoek, Artiestenpad, Calmeynbos en Westhoek. Die is 10.6km lang met een TWQ van 64%. Zonder de ontgoocheling op het einde zou dit een mooie tocht geweest zijn; we probeerden die ontgoocheling niet mee te laten spelen in de quotering en kwamen uit bij 14.5/20, nochtans in een poging om de wateroverlast te neutraliseren.
Het weer. Zacht en rustig, maar niet de beloofde zonnige dag.
De stafkaarten. 11/7-8 Koksijde 2018
Hoe we er geraakten. Het snelst ging het via Oostende en dan verder met de kusttram. Even speelden we ook met de idee om via De Panne te reizen.
Bij de tramhalte Koksijde Ster der Zee.
Een beetje geschiedenis. Een zeer volledige pagina over de kusttram vind jehier.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+2
803 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: N
Brussel-Zuid - Oostende
0531
10:04 11:17
+3
1825 (FSD) - 73029 (FSD)
M7
controle: N
Oostende - Koksijde
[KT]
11:27 12:28
+8
t6153
CAF Urbos 100
-
De Panne - Oostende
[KT]
15:53 17:04
+5
t6143
CAF Urbos 100
Oostende - Brussel-Zuid
0517
17:40 18:52
stipt
1845 (FSD) - 73008 (FSD)
M7
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
3789
19:03 19:19
stipt
08167 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. Als IC 3408 eens met twee vierledige stellen rijdt, dan nemen we die trein graag, al waren we eigenlijk voor IC 1708 gekomen die 6 minuten later rijdt. Zelfs een groep van 79 veroorzaakt geen overbezetting. We zijn ruim op tijd in Brussel-Zuid en dan hebben we altijd tijd om naar de onregelmatigheden van het moment te luisteren: S 1980 heeft een aardige vertraging bij elkaar gereden en vertrekt in Brussel-Zuid met 22 minuten; geen nood echter, deze "stoptrein" zal zijn naam oneer aandoen door rechtstreeks naar Nivelles te rijden. Vertraging bij aankomst aldaar: 2 minuten! Alweer een trein op tijd in de statistieken. De volgende S-trein (S 1780) zal bijkomend stoppen in secundaire stopplaatsen als Ukkel-Stalle, Holleken en De Hoek. IC 508 naar Eupen bestaat dan weer uit alles behalve M7-rijtuigen: we zien een amalgaam van I11, I10 en I6 aan het perron komen. IC 531 is eigenlijk vrij behoorlijk bezet. Na Gent horen we twee dames plots verbaasd zeggen dat ze in eerste klas zitten. Ze verhuizen alsnog. Het valt trouwens op hoeveel reizigers in de bovenverdieping belanden na het instappen en dan doorstappen naar een ander rijtuig. Blijkbaar is de klasaanduiding buiten toch niet zo duidelijk. De trein bereikt met een kleine vertraging Oostende, waar we nog maar eens vaststellen hoe druk dit station wel is. Dat kan trouwens ook gezegd worden van de kusttram. We slagen er nog net in om op 2 laterale zitjes plaats te nemen, maar de bezetting neemt gaandeweg toe. De tram stopt aan veruit de meeste halten en dat is debet aan de 8 minuten vertraging bij aankomst aan de halte Ster der Zee. Ooit was de Kusttram het pronkstuk aan de kroon van De Lijn, maar dit kun je geen goed of aangenaam openbaar vervoer noemen.
Op de terugreis lijkt het aanvankelijk beter mee te zullen vallen, maar ook deze tram raakt geleidelijk vol, overvol, zo vol dat de staande reizigers niet eens kunnen vallen, omdat er geen plaats is om te vallen. Het was al jaren geleden dat we de kusttram nog eens genomen hadden, maar uiteindelijk besluiten we dat we beter via De Panne gereisd hadden. Berouw komt na de zonde.
Ons rijtuig in de IC naar Eupen zal in vergelijking met vanmorgen maar matig bezet zijn. En we krijgen controle. Een dame in de buurt heeft opgevangen dat er binnenkort veel minder treinen zullen rijden tussen Brussel en Halle, maar de tbg weet nergens van. En zo wordt de dame onterecht gerustgesteld. In een afgeluisterd telefoongesprek horen we hoe hoog ze oploopt met de treinen naar en van de kust én met de kusttram. Ze moet meer geluk gehad hebben dan wij.
Voor de rest volgt er een terugreis zonder verrassingen. We komen op het voorziene uur in Halle aan; na de wateroverlast is dit eigenlijk een onverwacht meevallertje.
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Zeg niet "ik heb me vergist" maar zeg "dit is voortschrijdend inzicht".
Uitgedrukt… ze zullen zich ervan beloven: ze weten nog niet wat hen te wachten staat
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We stapten deze keer in Veerle en combineerden twee op de wandelkaart van Laakdal beschikbare paden : Roost- en Veerlepad, al zijn die ondertussen opgenomen in het wandelnetwerk De Merode. Voor het Roostpad betekent dat een verlenging die je in staat stelt door te dringen in het reservaat Roost. In totaal is de wandeling 14.8 km lang: door de combinatie van de 2 wandelingen moet je 1.4 km twee keer afleggen; daardoor lijkt de wandeling op hetkaartjemaar 13.4 km lang te zijn, maar je moet die 1.4 km er wel degelijk bijtellen. De TWQ bedraagt 39%. Dat we uit een lange neerslagperiode komen, kon het enthousiasme wel enigszins drukken: beide reservaten (Roost ten noorden, en Werft ten zuiden) liggen er bepaald modderig en zelfs ronduit nat bij: onze wandelbottines konden onze voeten net droog houden, ook al omdat de knuppelpaden soms abrupt eindigden op plaatsen waar ze echt nog wel nuttig konden zijn. Het Roostpad is nu trouwens langer dan op de wandelkaart van weleer. Wij gingen braaf van wandelpunt naar wandelpunt: 222 179 220 172 179 222 77 253 124 126 125 150 151 188 172 179 222. Dat bepaalde nummers 2 keer voorkomen is door de combinatie dus normaal. Al bij al is het een typisch Vlaamse toestand: de echt interessante punten mogen er zijn maar ze worden met elkaar verbonden door allerlei wandelonvriendelijke straten en wegen. We quoteerden dan ook niet meer dan 13/20.
De Grote Laak heeft blijkbaar een stuk hoger gestaan in het voorbije regenseizoen.
Knuppelpaden moeten ons door een doornat en moerassig Voort leiden, maar voor hetzelfde geld moet je door plassen en modder.
Het weer. Eerst was het zwaar bewolkt, maar de bewolking verdween uiteindelijk zo goed als volledig. De wind was toch vrij guur.
De stafkaarten. 24/3-4 Herselt (2020)
Hoe we er geraakten. Plan A behelsde aanvankelijk een verbinding naar Diest met reserve en met een rechtstreekse trein Brussel-Diest. Dat gaf uitzicht op een ruime aansluiting en op een koffie in Wim's Clubs, een stationsbuffet (annex broodjeszaak) oude stijl, zoals er tegenwoordig veel te weinig zijn in de NMBS-stations. We hadden wel een plan B dat uiteindelijk goed van pas kwam, zie verder. Veerle wordt o.a. bediend door lijn 19 Diest - Geel. Voor de terugrit deden we de ochtendverbinding van plan A in omgekeerde richting: Geel - Diest met bus 19, Diest - Brussel-Noord en Brussel-Noord - Halle. En dat lukte ook nog!
Een beetje geschiedenis. Na palaveren kreeg Veerle zijn tramverbinding op 15 april 1900, 5 jaar na Turnhout - Meerhout en 4 jaar na Meerhout -Westerlo. Veerle lag op het sluitstuk van de tramlijn Turnhout - Zichem. Minder dan een halve eeuw later, op 4 april 1949, werd de reizigersdienst alweer afgestoten. De nieuwe busdienst werd opgenomen in tabel 645, nu ja opgenomen: in het tweede spoorboekje van 1949 kreeg je de raad de affiches te raadplegen, want een dienstregeling kon je nog niet aantreffen in het spoorboekje. Een jaar later was dat wel het geval. Meteen werden 2 buslijnen geïntroduceerd die het vele jaren zouden uithouden: Tessenderlo - Zichem en Geel - Zichem. Tot Zichem: vermoedelijk werd het eindpunt van de tramlijn destijds gekozen om een overstap op het treinnet mogelijk te maken en het maakte inderdaad niet veel uit of dat gebeurde in Zichem of het meer voor de hand liggende Diest. Het duurde nog tot 1955 voor de buslijn een verlenging kreeg tussen Zichem en Diest. (In tabel 1199, het hoogste tabelnummer ooit door de NMVB toegepast, als je de privélijnen buiten beschouwing laat.) In het spoorboekje van 1960 vond ik voor het eerst het lijnnummer 19 terug. Zoals wel vaker stond dat lijnnummer voor 2 varianten uit Geel, een naar Tessenderlo en een naar Diest. Die toestand zou blijven bestaan tot het moment van de grote schok van januari 2024. Lijn 19 werd nu alleen nog toegepast voor de lijn tussen Geel en Diest. Een nieuwe lijn 54 staat nu in voor de verbinding Herentals - Westerlo - Tessenderlo.
En wat we beleefden. Geloof het of niet, maar er is een tijd geweest dat we 's morgens gerust en rustig opstonden als we een uitstap gepland hadden. Het gebeurde maar zelden dat het echt fout liep en binnen ruime perken werd er op aansluiting gewacht, van trein naar trein toch. Tegenwoordig zijn we meestal voor de wekker wakker en bekruipt ons een vaag vermoeden dat het ook vandaag wel niet zal lopen zoals voorzien. En zal het alternatief dat als reserve moet dienen het wel doen? Het eerste dat we doen is dan ook nakijken of er nergens een storing is en of er geen staking is bij trein of bus. Vandaag lijkt het mee te zullen vallen. Alleen in Zichem (op onze reisweg naar Diest) is er een storing aan de seinen, waarvan men verwacht dat ze rond 9:00 zal opgelost zijn. We zijn goed op tijd aan het station en zoals gevreesd zal de geplande IC 3408 op halve kracht rijden. Dat gebeurt wel vaker en dan is dit geen aangename trein; vandaag zal het wel wat te maken hebben met die vrachtwagen die in de buurt van Turnhout onder een trein (inderdaad een vierledig stel) is gereden. En dus kiezen we om met de S naar Leuven mee te rijden. Die bestaat uit één desiro en al snel blijkt dat ook deze samenstelling te beperkt is, al zullen die reizigers die zonder verpinken de schaarse plaatsen in eerste klas innemen daar vermoedelijk anders over denken. Gelukkig heb ik onderweg in die S-trein het goede idee om IC 2208 op te zoeken; die moet ons nl. naar Diest brengen. Gelukkig, schrijf ik, want het probleem in Zichem is niet opgelost, want nu blijkt er schade aan de sporen te zijn en de IC's naar Tongeren worden omgeleid via Landen. (Die seinstoring zal dus wel verband gehouden hebben met de vermoedelijke railbreuk.) En dus wordt plan B bovengehaald: we nemen IC 1708 (die we dus al in Halle hadden kunnen nemen) in de hoop dat die op tijd rijdt zodat we in Leuven een aansluiting van 6 minuten halen. Overigens bestaat deze trein uit 4 rijtuigen i.p.v. 6 (nooit problemen met modern materieel!) en moet er ook nog een groep kleuters mee. (Tussen haakjes: de trein is afgeschaft geweest tussen Quiévrain en Mons…) Maar we bereiken Leuven toch op tijd en daar staat L 2460 te wachten. Als die nu ook nog met niet te veel vertraging in Diest aankomt, kunnen we toch nog de geplande bus nemen. In Zichem heeft men inderdaad de overweg over korte afstand opgebroken en de defecte rail ligt al in de berm. Het is opvallend hoeveel treinen (zelfs goederentreinen) er toch nog rijden en wij komen zelfs stipt aan, op het tijdelijke spoor 4. Station Diest is één grote werf en het is even klimmen (langs een trapje of een werfweg) om de voetbrug over de sporen te bereiken.
De bus is een Van Hool A12: wat een prachtig ding is dit. Nu het doek dreigt te vallen over Van Hool, is het des te spijtiger dat er wellicht nooit meer een bestelling van De Lijn naar Van Hool gaat, al kondigt Peeters aan dat er nog voor het zomerreces elektrische bussen besteld worden. Te laat komen is een constante bij De Lijn en de Vlaamse regering. Het valt trouwens op dat de bus onderweg wat vertraging maakt, hoewel het niet bijzonder druk is. Snelle verbindingen wil men met de basisbereikbaarheid, maar de dienstregelingen moeten natuurlijk haalbaar zijn!
Dat valt nog meer op bij de terugrit: de bus rijdt met een stelselmatig groeiende vertraging: als we de eerste keer controleren heeft hij 5 minuten, in Veerle zijn dat er al 11. Aan de haltepaal ontbreekt trouwens de dienstregeling van lijn19…
Zoals enkele dagen geleden verloopt ook de terugrit nu opvallend goed. We nemen de erg lange IC 2238 die ons naar Brussel-Noord moet brengen en daar kunnen we overstappen op IC 1738, beide treinen rijden met 4 minuten vertraging, maar we halen de bus van lijn R55 in Halle toch. In theorie vertrekt die om 17:40, maar sinds de Bospoortbrug is afgesloten, lopen ALLE bussen (behalve R70 en R71) hier 2 à 3 minuten vertraging op en die komen goed van pas. De dienstregeling is niet aangepast aan de nieuwe toestand…
En nog dit: IC 1738 rijdt niet verder dan Mons. Geen wonder dat de burgemeesters van o.a. Quiévrain van zich laten horen: deze treinen worden met de regelmaat van een klok afgeschaft tussen Mons (of Saint-Ghislain) en Quiévrain. De uurdienst wordt op die manier niet zelden een twee-uurdienst. En de bus van de TEC van Quiévrain naar Mons is een tijdrovend alternatief. Leve de M7: ze blijven met kinderlijke halsstarrigheid voor problemen zorgen…
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles Dickens, Onze wederzijdse vriend.
De belbus kwam er destijds omdat het organiseren van een reguliere buslijn te veel zou hebben gekost. Het was dus eigenlijk een besparingsmaatregel. Plots brak de klomp van enkele rechtse politici, toen bleek dat die belbus wel erg duur was. Met de komst van de basisonbereikbaarheid moest de belbus verdwijnen, maar er kwam een flexbus in de plaats. De toelage voor die flexbussen kwam prompt dubbel zo hoog te liggen als die voor de belbus… Volg je nog?
Uitgedrukt… overkropt: als het voedsel maar moeizaam zijn weg vindt door de slokdarm, bijvoorbeeld door te snel te eten. Ik heb me een beetje overkropt.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
4 maart 2024 - Leuven - Sint-Joris-Weert (GR Dijleland)
De wandeling. Het lijkt stilaan een ongeschreven regel geworden te zijn dat de GR-trajecten om de zoveel jaar omgegooid worden, zeker als te dier gelegenheid ook nog een nieuwe topogids verschijnt. Nog niet zo heel lang geleden landden we uit Huldenberg in Leuven, maar in de nieuwe topogids (2020) is de looprichting indien gewenst omgedraaid. En dus kunnen we zonder al te veel bezwaar opnieuw in Leuven vertrekken naar Sint-Joris-Weert, dat in de vorige editie niet eens aan bod kwam. Toch is een groot deel van het parcours onveranderd gebleven. De Dijle en de Doode Bemde (dat veelal met de e uit gek uitgesproken wordt, maar dat vermoedelijk een doffe e heeft, want zo wordt een beemd in het Brabants genoemd) vormen de hoofdbrok en je kunt het moeilijk over de Dijle hebben zonder daar ook Leuven bij te betrekken. De ontwerpers hebben hun best gedaan om van de doortocht van Leuven geen saaie bedoening te maken met een oninteressant maar snel traject. Dat merk je ongetwijfeldop het kaartje. De tocht is 16 à 17km lang, met een TWQ van 75% behoort hij tot de betere soort.
Rustig stappen langs de mooiste hoekjes van Leuven.
Het weer. Licht bewolkt en rustig: uiterst aangenaam wandelweer.
De stafkaarten.
32/1-2 Leuven (2019) - 32/5-6 Huldenberg (2019)
Hoe we er geraakten. Het zou eigenlijk allemaal vrij eenvoudig geweest moeten zijn, met een rechtstreekse IC Halle - Leuven, een halfuurdienst tussen Sint-Joris-Weert en Leuven en opnieuw uitzicht op een overstapvrije rit naar Halle, maar het is nu al duidelijk dat 2024 niet beter wordt dan 2023. Parole, parole…
Een beetje geschiedenis. Uit de topogids: Tussen 1905 en 1957 reed tussen Brussel en Tienen een stoomtram. Tussen Vossem en Hamme-Mille had hij zelfs zijn eigen bedding met enkelspoor. Omwille van het sterk golvende landschap tussen de valleien van Voer en IJse, liep het tramspoor in vele bochten rond de meest scherpe hellingen, slingerend tussen velden en weiden. De tram vervoerde zowel personen als goederen. Zijn naam van "Zwette Jean" zou hij danken aan de met kolenstof en roet bedekte stokers van de stoomtram. In 1957 was het uit met Zwette Jean, hij kon niet op tegen de sterke opkomst van de auto, vrachtwagen en bus. De tramsporen werden opgebroken en de oude rijtuigen zijn verspreid geraakt. Maar in het landschap kan je nog steeds sporen terugvinden: verhoogde bermen, delen van bruggen of voormalige haltes.
In de details klopt het niet helemaal: de stoomtram verdween bijvoorbeeld lang voor 1957, maar wie wat wijzer wil worden kanhierterecht.
En wie zijn honger hiermee nog niet kan stillen:op deze plaatsis een sterk uitgewerkte versie over Zwette Jean te vinden. Ga er eens op bezoek, je zult het je niet beklagen!
De bedding van Zwette Jean, de vroeger tram Vossem - Hamme-Mille, hier met brugje over de Leigracht.
De verbinding.
Buizingen - Halle
[R55]
08:38 08:55
+5
ab5488
Van Hool New A360
Het Rad
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:20 09:30
+3
839 (GCR)
mr75 (vierledig)
controle: N
Brussel-Zuid - Leuven
0508
09:55 10:22
+8
1825 (FSD) - 73020 (FSD)
M7
controle: N
-
Sint-Joris-Weert - Leuven
[79]
15:40 16:04
+6
ab3033-37
MAN Lion's City
P. van Mullem (Intratours)
Leuven - Brussel-Noord
1538
16:20 16:38
stipt
76028 (FHS) - 61028 (FHS)
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1588
16:41 17:02
stipt
08137 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
Halle - Esenbeek
[R55]
17:10 17:24
stipt
ab2297
VDL Bus&Coach Sitea SLE
Het Rad
En wat we beleefden. Je denkt dat de verplaatsingen vandaag een fluitje van een cent zullen worden, maar dat is zonder de grillen van de strompelende NMBS gerekend. Voor een keer vermeld ik ook de bus die ons naar het station van Halle bracht: dat is de 5488 die hier al enkele weken het mooie weer maakt vanuit de stelplaats Het Rad, waarvan ik gehoord heb dat niet het tekort aan chauffeurs maar het tekort aan rijvaardige bussen de oorzaak is van de regelmatige uitval van busritten. Er rijden hier enkele Van Hools rond en dat zijn best nog aangename bussen. Zelfs met de 5 minuten vertraging zijn we nog ruimschoots op tijd om IC 1708 van 9:26 te halen. Maar met die trein lijkt iets aan de hand te zijn: als je zo goed als tussen elk station extra vertraging maakt, lijkt het erop dat het nog verkeerd kan aflopen en we kiezen het zekere voor het onzekere. We nemen dus IC 3408 en zien dan wel hoe het in Brussel-Zuid verder moet. Met 17 minuten vertraging lijkt IC 508 een goed alternatief te zijn voor de 1708 die ondertussen 17 minuten vertraging heeft opgespaard. Althans dat dachten we: om 9:55 gaan de deuren van IC 508 stipt toe, maar van vertrekken is er geen sprake: uiteindelijk zullen we met 9 minuten vertraging vertrekken; na 8 minuten roept de tbg om dat we met 10 minuten vertraging zullen vertrekken door een kruisende trein. Als alle kruisingen zoveel tijd in beslag nemen, is het niet verwonderlijk dat de stiptheid gekelderd is. En uiteindelijk blijkt onze gok dus verkeerd uitgevallen, want we zouden nog net enkele minuten vroeger met IC 1708 in Leuven zijn aangekomen.
Maar dat is nog niets in vergelijking met wat ons op de terugweg te wachten staat: terwijl we rustig "In de Rapte" (en dat is geen contradictie) van onze welverdiende pint genieten, lezen we dat er een storing is aan meerdere overwegen tussen Wavre en Basse-Wavre. Over een afstand van 1.5 km liggen daar inderdaad 4 overwegen. De ravage in de dienstregeling mag er zijn: de halfuurdienst sneuvelt door de schrapping van één van de treinreeksen en de overblijvende treinen rijden met fikse vertragingen. Kortom, S 6464 rijdt niet en die van een half uur later (S 3065) vertrekt met 14 minuten vertraging in Ottignies. We improviseren een alternatief met bus 79. Die staat tot overmaat van ramp nog 5 minuten voor de overweg omdat een goederentrein richting Ottignies door moet. Als we in Leuven aankomen, zit er niets anders op dan IC 1538 naar Blankenberge te nemen en op dat moment begint alles onverhoopt vlot te lopen.We halen zelfs een overstap van 3 minuten in Brussel-Noord en bereiken Halle om 17:02, weliswaar 28 minuten later dan voorzien. Maar doordat de bussen R55 uiteraard al vertrokken waren, waren we aangewezen op een gedeeltelijke rit tot Essenbeek, zoals de bevriende chauffeur laconiek vaststelde: de wandeling is nog niet gedaan, Victor… Uiteindelijk waren we nog maar eens een volledig uur later dan voorzien thuis. 2024 begint aardig op 2023 te lijken, niet dat iemand dat zal betwijfelen…
De treinlectuur. John IRVING, The Hotel New Hampshire. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
1970: zeg niet "zwarte" maar zeg "neger" 2020: zeg niet "neger" maar zeg "zwarte"
En hoe zit dat met dan kinderliedje dat we dringend moeten cancelen: Moriaantje zo zwart als roet, Ging eens wand'len zonder hoed, en het zonnetje scheen op zijn bolleke, want hij had geen parasolleke.
Dus: zo zwart als roet; dus: roetpiet en zwartepiet zijn eigenlijk identiek…
Uitgedrukt… verkort hebben aan, geen verkort hebben: van iets te weinig hebben, vaak zonder vermelding van waarvan dan wel te weinig is.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Ja hoor, we leven nog. Enkele maanden regelrecht herfstweer en een technisch mankement aan een spatader hebben ons een ongezien lange rustperiode opgelegd, maar gisteren konden we voor het eerst in twee maanden opnieuw op pad. (Al hebben we wel enkele Thuis-afleveringen van eigen makelij op routeyou.com nog maar eens afgestapt in die tussentijd…) Bij Lannoo verscheen in 2001 Nieuw groot wandelboek Vlaanderen, een samenwerking tussen Vakantiegenoegens en Margit Sarbogardi. Wandeling 36 doet Weerde aan en heeft als titel Waar Pieter-Paul Rubens heer was. Dat is een verwijzing naar het Steen of Rubenskasteel. PP zou er de vijf laatste jaren van zijn leven gesleten hebben. Gemakshalve beginnen en eindigen we de 7 à 8 km lange tocht in Eppegem, waar hij in de onmiddellijke buurt van het station komt. De tekst en het kaartje in het wandelboek hebben voor veel inspiratie gezorgd maar toch hebben we twee verbeteringen aangebracht die de wandeling naar een hoger niveau tilden: enkele goed onderhouden voetwegen brachten ons in bij de Sint-Martinuskerk in Weerde en van de Zenne naar Eppegem Station sparen we een lastig stuk langs de N270 uit. Je vindt het ophet kaartje. De TWQ bedraagt 50%, al is het deel tussen Eppegem en Weerde langs de ingesnoerde Zenne niet veel soeps.
Het weer. Meteen opklarend en dan licht bewolkt, aangenaam fris want niet overdreven winderig.
De stafkaarten. 23/7-8 Vilvoorde (2021)
Hoe we er geraakten. Met twee stoptreinen per uur tussen Brussel en Eppegem en goed aansluitende treinen tussen Halle en Brussel kon er weinig misgaan.
Een beetje geschiedenis. Eppegem kreeg een voor die tijd riante halfuurdienst vanaf 1939, eigenaardig genoeg zo een 4 jaar nadat de directe treinen hun intrede hadden gedaan op de in 1935 geëlektrificeerde lijn 25. Zoals nadien wel vaker, was de elektrificatie meteen ook de kans om de bediening op de gerenoveerde lijn grondig te verbeteren. Die halfuurdienst zou standhouden tot de komst van IC-IR in 1984: Eppegem viel terug op een uurdienst, althans wat de verbinding Mechelen - Brussel-Noord betrof. Wel kwam er een nieuwe trein naar of van Mechelen in het verlengde van lijn 26. Het zou tot 2008 duren voor de halfuurdienst terugkwam op de verbinding Antwerpen - Brussel-NZV. De uitbreiding van de diensten op lijn 26 leidde tot een stevige bediening met op dit ogenblik om het half uur een S-trein Antwerpen-Centraal - Nivelles, S-treinen Aalst - lijn 26 - Mechelen en Edingen - lijn 26 - Mechelen, die laatste om het half uur.
Wie echt veel over het stationsgebouw wil weten kan terecht op de site vanhet onroerend erfgoed.Tot slot nog dit: zoals veel stations op de lijn 25 ligt het stationsgebouw laag ten opzichte van de sporen. Dat heeft alles te maken met de modernisering van deze spoorlijnen in de jaren 1930. Op lijn 25 werden zo goed als alle overwegen afgeschaft en dat kon men realiseren door de sporen over zowat de hele lengte hoger te leggen.
De telegrafische afkorting is FPH. Die H vindt haar oorsprong in de oorspronkelijke schrijfwijze Eppeghem. (FPH, niet te verwarren met FPP, Poperinge.)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3659
10:10 10:26
+3
08203 (FSR)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Eppegem
1959
10:38 11:05
stipt
08046 (GCR)
mr08 Desiro
controle: N
-
Eppegem - Brussel-Noord
1784
13:27 13:45
+2
08533 (LL)
mr08 Desiro
controle: N
Brussel-Noord - Halle
3784
13:52 14:19
stipt
08136 (FML)
mr08 Desiro
controle: N
En wat we beleefden. De stoptrein naar Brussel rijdt met een lichte vertraging; de ervaring leert ons dat die vrijwel nooit ingelopen wordt. Dat is vandaag niet anders. De aansluitende S-trein 1959 rijdt zo goed als volledig volgens het boekje. (IC2110 naar Luxemburg vergaat het minder goed: een desiro moet het ontbrekende rijtuigenstel met I11 vervangen…) Voor de terugrit herhaalt zich het desiro-scenario, met S 1784 tot Brussel-Noord en S 3784 naar Halle. Al onze treinen bestonden vandaag uit 2 desiro's, behalve de laatste die het met 1 stel moest stellen. We horen hoe een medereizigsters zich verbaast over de S in S-treinen: ze krijgt een perfecte uitleg van een jongeman in uniform, vermoedelijk een onderstationschef op weg naar de namiddagshift. In Brussel-Zuid staat een reiziger ongeduldig te trappelen op het platform, vermoedelijk uitkijkend naar de treinwachter, die zich achteraan de trein bevindt. Wij en die reiziger reizen vooraan mee. Ik lijk wel een speciaal zintuig ontwikkeld te hebben voor grijs- en zwartrijders, want ik ben er wel bijna zeker van dat deze geen biljet heeft. Ik vraag me nog maar eens af waarom die dan in eerste klas komt zitten, want met de onverbiddelijke controles heeft hij wel 0 % meer kans op controle dan in tweede klas. In Ruisbroek eindigt zijn rit. En wat die controles betreft: we hebben er vandaag alweer 4 ritten op zitten zonder controle…
De treinlectuur. Arthur JAPIN, De man van je leven. Charles DICKENS, Onze wederzijdse vriend.
Zeg niet "excuus" maar zeg "geen draagvlak".
Uitgedrukt… echteg en techteg: echt waar, wis en waarachtig. De t in techteg zou een restant zijn van echtig ende echtig, leer ik in het Woordenboek van het Asses.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.