Ik ben Helga
Ik ben een vrouw en woon in Denderleeuw (Belgie/Vlaanderen) en mijn beroep is secretaresse (tegenwoordig heet dat assistant...).
Ik ben geboren op 24/07/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, reizen, lezen, computeren, en ik volg graag voetbal- en wielerwedstrijden.
Deze profielfoto is genomen in Chileens Patagonië.
Bij mijn aankomst word ik hartelijk begroet door Annemie en Mark en krijg van haar meteen een frambozenjenever aangeboden, terwijl Mark een warme chocomelk haalt en de stukken heerlijke, zelfgebakken rijsttaart presenteert in afzonderlijk verpakte stukken. We kletsen wat, schrijven ons in, begroeten enkele bekenden en gaan dan op stap voor de omloop van 18 km waar de parcoursverantwoordelijke nog 900 m aan toevoegde.
Wij volgen eerst nog de ruime en toch al voor meer dan 70% bezette parking en een stuk van de naburige dreef om aldus, via vooral aangelegde wegen (ten behoeve van de wielertoeristen, veronderstel ik?) Godveerdegem (Wurmendries en Meileveld) en Strijpen te bereiken. Daar, dichtbij de kerk, krijgen we al een eerste controle en ik bezoek tevens de sanitaire infrastructuur, terwijl Annemie ons warme dranken haalt. Het gaat dan verder via Vollander, de Sint-Antoniuskapel, de Paddestraat, een eind Jan de Lichte-pad naar Velzeke-Ruddershove, alwaar de tweede controle gevestigd is. Wanneer wij daar bijna aankomen, zijn Marie-Paule en Frans uit Vichte (die ons kort voordien waren voorbij gestapt) daar alweer weg, wij kunnen ze, van op afstand, nogmaals begroeten. Ook in Velzeke verbruiken wij wat warms en kletsen met bekenden, zoals Sportvriend Guy. Wij keren dan terug langs Blarenhoek (blaren van de boom, of aan de voeten? ), Beiselhoven, een spaarbekken en Bijloke zodat we de grote kantine van het zwembad van Bevegem bereiken alwaar wij nogmaals iets verbruiken.
Omdat de streek van Zottegem dus veelal gebetoneerd en geasfalteerd is ten behoeve van de tweewieler, hebben wij niet veel natuurlijke paden bewandeld, als ik het goed bijgehouden heb, misschien 5 stroken. Daar kan de club weinig aan verhelpen. Het weer ? Ronduit schitterend!
Samen met Paul kwam ik voorspoedig aan in de Basisschool 'Het groene Lilare' teOpbrakel (Brakel). Daar schreef ik me in voor 2x25 km (dat is alleen voor belang voor mensen die een trofee ambiëren) en vertrok met 96 anderen, onder wie natuurlijk baankapitein Dany S. en laatste man Dany V., om negen uur voor de eerste lus. Deze leidde langs vooral natuurlijke paden en ook enkele openbare wegen, door Heie of Buistemberg, en via Everbeek Boven, naar de kerk van Everbeek Beneden (waar McEwen woont, maar ik heb hem niet gezien, rijdt hij mee in de Giro?). Daar kregen we een ferme appel en een frisdrank of bier (ik weet niet of dat te betalen was). Na 10 minuten volgden wij Dany richting Bois du Pottelberg bij Vloesberg/Flobecq, en dit via de Livierenbosroute, maar dat moesten wij niet volgen, want het is bestemd voor paarden, het Bois de La Louvière (waar Buistemberg aan hangt) en de Mont de Rhodes. In dat Pottelbergbos hadden wij een terrasrust aan Chalet Gérard. Daar was de bediening niet erg vlot, hoewel ze wisten dat ze veel klanten zouden krijgen, zo was Eddy zeker vijf minuten weg om drie dranken aan de toog te halen. Maar hij was toch eerder terug dan Luc, die Karel (de oudste van de groep) op sleeptouw nam. Luc had blijkbaar zelf problemen, want hij trok zijn kous en schoen uit om te zien wat er scheelde aan zijn pijnlijke voet. Er was toch tijd voor twee dranken vooraleer Dany floot om terug naar Opbrakel te stappen. Hij ging ons voor door Brakelbos (52 ha. Groot, eigendom van het O.C.M.W. van Oudenaarde, op 14 juli 1976 officieel voor het publiek opengesteld als wandelbos) en verder staken wij de Romeinse weg over.
In Opbrakel kreeg iedereen die voor 50 km inschreef gratis en à volonté tomatensoep, de belegde boterhammen (kaas, ham of gehakt) kostten 1 EUR per exemplaar, en dat was niet overdreven want t waren grote boterhammen. Intussen had Luc er de brui aan gegeven en wees mij aan als interim-seingever, dat was lang geleden ! Lucia en Huub hadden ook overgenomen, van Jos en Dimi.
Terwijl hij verpoosde, enkelen naar huis reden en anderen zich inschreven, vertrokken wij naar Elst langs veel veldwegen, op dit stukje was er geen bos, maar niet getreurd, minder boeiend was deze lus niet. Dat wij weldra in Elst aankwamen, dacht ik gezien te hebben aan de leuke villas langs de steenweg, en ik vroeg een clubgenoot van Dany of die niet voor geutelingen gezorgd had. Dat had hij niet, maar er waren alleszins appels genoeg, heeft Dwars door Brakel soms een privé boomgaard? Ook aan deze kerk hadden wij 10 minuten om te eten, drinken, of een sanitaire boodschap. We gingen verder naar bloemdorp Michelbeke (geen Decroo te zien, tenminste niet in levende lijve) vanwaar we weldra de flank van de Berendries (dixit Michel Wuyts) in Sint-Maria-Oudenhove bestegen. We hebben deze misschien niet de volle 900 m gevolgd want we gingen ineens linksaf, en bereikten via zanderige veldwegen café De Corner (waarom niet The Hoekschop?) in Sint-Maria-Oudenhove. Daar kreeg iedereen een koek te knabbelen en een consumptiebon, en ik had er al ene als seingeefster, maar ik kon ze beide gelijk inleveren voor een donkere Leffe. Bij Euraudax mag je drinken op t werk, maar dan vooral op de voorziene rustposten (daarbuiten geeft dat niet zon fraai voorbeeld). Hier hadden we een half uur pauze, en tegen t einde ervan had Eddy gezien dat het begon te regenen. Het regende nog toen we vertrokken voor een passage langs de centrumstraten alvorens terug te keren naar het kruisbeeld waar ik even voorheen mijn sandalen en kousen van zand en gruis had ontdaan. Maar die regen stelde niet veel voor, na enkele minuten was t al gedaan. Langs Elverenberg en Heiveld bereikten wij het bosje met de Toepkapel. Op weg ernaartoe moest ik me verstoppen voor een sanitaire stop, en toen ik opnieuw tevoorschijn kwam, was ik de kopgroep kwijt, achter mij kwamen Dany V. en Kim. Omdat Dany een gedetailleerde parcoursbeschrijving had, keek ik op tijd om teneinde te weten of ik moest afslaan. Uiteindelijk had dat gemoeten, want toen ik aan het hekken van de Toepkapel (op de Toeptop, een beklimming voor wielrenners van 400 m) aankwam, kwam Dany S. met zijn volgelingen net de trap af. Ach, voor die paar meters, ik heb alvast geen commentaar gehoord, en die Toepkapel is toch afgesloten. De oorsprong van deze kapel is te danken aan omstandigheden van de Eerste Wereldoorlog. In de angst die op het einde van die oorlog de Brakelse bevolking aangreep dat tijdens de aftocht van de vijandelijke troepen onze streek de verwoestingen van het oorlogsgeweld zou te verduren krijgen, vatte de toenmalige deken van de parochie de gedachte op, een kapel te bouwen toegewijd aan de H. Jozef, indien de gemeente zou gespaard blijven van verwoestingen.
De kapel zou oprijzen op een hoogtepunt van de gemeente en uiteindelijk werd er gekozen voor de Toepberg van waaruit men een prachtig zicht heeft op de omgeving. Een brede statige trap die toegang verleent tot deze kapel van de Vrede stoot dit heiligdom als het ware nog hoger op de heuvelkam omhoog. Rondom staan gedenkstenen, waarop de afbeeldingen uit het leven van Sint Jozef zijn aangebracht, alsmede een groot kruisbeeld waarnaast de namen van de gesneuvelde soldaten en andere slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog zijn vermeld.
Voor Dany V., Kim en mezelf, en even verder Paul en Linda (die voorheen een lelijke smak maakte door een ijzeren staaf die in haar schoenveter bleef hangen) heette het dus: kerekewere.
Via de Verrebeekmolen (gelijknamige, nieuwgebouwde stenen molen van de vroegere molen die dateerde van 1789 maar om diverse bouwtechnische redenen moest worden afgebroken en weer opgebouwd) en rustige doch aangelegde paden en een woonwijk bereikten wij de school in Opbrakel, waar het afstempelen, danken en huldigen plaats vond. Gehuldigd met een Gouden Arend werden Frans D.S. en Dany S. zelve, van harte gefeliciteerd! Met de inschrijvingen van twee uur bijgeteld had Dany 103 bezoekers (dus 104 wandelaars ). Het fotoalbum van deze wandeling is hier te zien: http://picasaweb.google.com/hvds9470/EuraudaxBrakel
Zaal Centrum in Huizingen bevindt zich erg dicht bij het Provinciaal Domein van Huizingen (deelgemeente van Beersel) en dus wezen de wegwijzertjes mij meteen daarheen, het domein betrad ik niet via de hoofdingang, waar je moet betalen, maar via een zijingang waar 2 clubmedewerkers erop toezagen dat er geen onrechtmatige toegang werd verschaft (ik moet zeggen dat geen van beiden een opvallend controlerende houding vertoonde, zij herkennen op zicht de echte wandelaars). In dat park viel me eerst het kasteel op, daar kan je iets eten en drinken. Maar ik was er om van de bloemenpracht te genieten, vooral rhododendrons en azalea's, maar ook enkele beekjes in combinatie met rotsen, gaf dat miniwatervalletjes. De pijltjes vermeden de brede paden en lieten mij soms op en over rotsblokjes stappen. Ik nam er wel veel foto's maar vond het ook jammer dat je de aroma's van de bloemen niet op de digitale plaat kan vastleggen. Zelfs voor iemand met "valse groene" vingers als ik was het daar puur genieten. De bloemen- en rotstuin verliet ik via het arboretum, waarvoor ik enkele trappen van houtbalken (sommige verstopt onder verwaaide bladeren) moest bestijgen. Verder naar Dworp ging het over enkele verharde en andere veldwegen. In de controle- en rustpost had ik nog nergens zin in en ik trof er ook geen bekenden, dus na een sanitaire stop ging ik verder. Ik mocht dan weldra het Hallerbos betreden, en dat was één van de redenen waarom ik deze wandeltocht wou meemaken, ik had er al veel over horen "stoefen", en wou het nu eens met eigen ogen bekijken, en welteverstaan fotograferen. Ik ging hiervoor meestal over brede paden, of al eens over een pad dat breed genoeg ik voor twee of drie personen, daarbij moest dan eens uitgeweken worden (als ik maar wist: naar links of naar rechts ) voor snel afdalende mountainbikers... Behalve wilde hyacinthen, merkte ik er ook veel daslook, het ruikt een beetje naar bieslook. Het Hallerbos is grotendeels eigendom van het Vlaams Gewest en een klein deel van het Waals Gewest en privé-eigendommen. Het Hallerbos vormt een stil recreatiegebied, dat sterk op prijs gesteld wordt door de bevolking van de omliggende sterk verstedelijkte zones. Het is zeer toegankelijk dank zij de vele paadjes, en voor een kennismaking zijn er drie wandelroutes uitgestippeld. Opmerkelijk is wat ik lees op Wikipedia over de geschiedenis:
bij het begin van onze tijdrekening maakte het Hallerbos deel uit van het uitgestrekte Kolenwoud, een oerwoud dat zich vóór de komst van de Romeinen uitstrekte van de Zenne tot de Maasvallei, en dat vanaf de Romeinse tijd langzaam gaat verbrokkelen. Tijdens de 18e eeuw vormden het Zoniënwoud en het Hallerbos nog steeds één geheel, maar pas tijdens de Franse overheersing is dit ongedaan gemaakt. Samen met het Zoniënwoud, het Meerdaalwoud en Buggenhout-bos vormt het Hallerbos de laatste resten van dit oerwoud. Tijdens mijn wandeling door dit grote bos regende het eventjes en licht, en tegen dat ik het Hallerbos verliet, was het alweer opgehouden. Na nog wat veld- en openbare wegen bereikte ik opnieuw de controle- en rustpost, en nu was er mij te veel volk, zo stond er een lange file voor de damestoiletten. Dus liet ik mijn kaart stempelen en vatte de laatste 4 km aan. Tot mijn blijde verbazing mocht ik alweer, via een medewerker die mij herkende, het Provinciaal Domein van Huizingen bewandelen. Deze keer zag ik niet veel bloemen (tenzij de wilde hyacinth en de daslook), ging langs het speelplein en het grasplein waar vandaag Woefdag plaats vond (ik heb prins Laurent niet gezien ), en verliet het domein net naast de eigenlijke ingang met kassa. Langs de parking bereikte ik voorspoedig doch door een regenbuitje alweer zaal Centrum waar ik mijn boekje liet afstempelen. Het was inderdaad een zeer mooie tocht, de moeite waard om te doen !!
Deze wandeltocht van 50 km startte in Watermaal-Bosvoorde en voerde vooral door het Zoniënwoud, met een korte rustpauze op het Sint-Janskruispunt (waar we wat te knabbelen en frisdranken aangeboden kregen) en een warme maaltijd - voor wie reserveerde - in de Manège Draps te Hoeilaart. Daar verliep de bediening aan tafel zo vlot dat er nog tijd was voor wat foto's. Na drie kwartier gingen we dan opnieuw de lommerrijke natuur in tot aan het station van Linkebeek, waar we een klein half uurtje hadden om desgewenst iets anders dan frisdrank konden nuttigen. Zes kilometer verder was er nog een pauze in een café in Ukkel, vanwaar we nog 10 km te wandelen hadden, opnieuw vooral door de natuur, tot in Watermaal-Bosvoorde. Foto's zijn te zien via http://picasaweb.google.nl/hvds9470/EuraudaxWatermaal09.