Ik ben Helga
Ik ben een vrouw en woon in Denderleeuw (Belgie/Vlaanderen) en mijn beroep is secretaresse (tegenwoordig heet dat assistant...).
Ik ben geboren op 24/07/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, reizen, lezen, computeren, en ik volg graag voetbal- en wielerwedstrijden.
Deze profielfoto is genomen in Chileens Patagonië.
40° Haervejsvandring, georganiseerd door Vandreforeningen Fodslaw (DK)
Van onderaan beginnen lezen.
Zaterdag, 14 juli
2012: Thorning - Viborg, 21,1 + 3,5
km
Zoals de laatste jaren waren we weer aan t staartje aan t
bengelen voor de start, dus wat Leif en Else Marie te zeggen hadden, weet ik
niet. J Maar
t is niet omdat we vandaag de eindmeet haalden en we daarvoor een
zondagswandelingetje hadden als het om afstand gaat, dat we niets te zien
krijgen. We gingen al bijna meteen, na een lang pad voor wandelaars en
fietsers, door Stendhal en later door Havredal Plantation. Nadien bereikten we
weldra de enige officiële rustpost van de dag. En daar had een kattenfamilie
veel succes: de 2 jongskes waren echt snoezig en de moederkat niet bijzonder
wantrouwig. Dollerup is nog altijd heuvelachtig, wat verder links (meer dan
rechts) fraaie velden vol heidebloemen en grassen. Een niet officiële rustpost
was ook nu Niels Bugges Inn, waar we op t terras gingen zitten koffie
drinken, het grotere terras zat al vol wandelaars die zaten te eten. Wat verder
lag nog steeds die grote hoeve die blijkbaar als natuurschool wordt gebruikt. In
Hald Ege, de eerste Viborgse gemeente op onze weg, haalden we ons een ijsje in
de winkel waar ze de wandelaars intussen toch al moeten kennen. J Met ons ijsje in de
hand staken we de straat over en volgden het fietspad tot aan de school, maar
eerst moest dat fietspad weleen draai
naar links maken en een heel eind verder konden we de brug (van een ringweg, vermoed
ik) zien. Daar moesten we eerst onder en aan de bushalte net voor de school
waar we moesten zijn, feliciteerden wij elkaar. J
In de school zelf waren we daar ook druk mee bezig, terwijl
we onze bagage bij elkaar zochten, die naar de juiste bus brachten, iets in de
bus achterlieten om onze zitplaats te reserveren. Ik haalde ons dan iets te
drinken want ik had razende dorst (dat flesje dat we vanmorgen kregen, was al
lang leeg). Om zowat half twee vertrok dan de stoet en net dan begon het weer
te druppelen Gelukkig bleef het bij gedruppel, tot de groep was gestopt voor
het stadhuis. Mieke, Mark en ik ontsnapten in t geniep naar het koffiehuis
waar we onze gebruikelijke toast aten bij een tas koffie of warme chocomelk. En
net toen begon het hard te regenen. Toen ons eten en drinken op en betaald was,
gingen we onze ketting halen en toen we op de trappen stonden, regende het
alweer hard. We haalden ons rap iets aan de vrachtwagen met bier en frisdrank
(nog altijd dorst J)
en toen gingen we onze plaats in de bus innemen.
Om ongeveer kwart voor twee vertrok deze, terwijl hij naar
links draaide, wuifden Leif, Lis en nog een paar Denen ons uit. De chauffeur
leek niet erg goed zijn weg te weten in Schleswig, Willy S. wees hem de weg, en
toen iedereen die er moest zijn was afgestapt, reed hij naar de sporthal waar
de autos geparkeerd stonden. Nadat we afscheid namen van de anderen, reden we
naar het restaurantje waar we een week eerder al waren, aten weer een
vismaaltijd, maar het ijsje lieten we nu eens staan. We reden dan naar
Hannover, waar we op hotel gingen, en op de kamer van Mieke en Mark afscheid
namen van de Hærvejsvandring met een schapps. s Anderendaags reden we gewoon
naar huis, met koeken van de lokale bakker (helaas niet die van vorig jaar, die
was dicht).
Wat het weer betreft, kon het wel beter, alleen op vrijdag
waren we aan de regen ontsnapt (zij die ruim later dan ik aankwamen, maakten
wel kans op een bui).
Vrijdag, 13 juli
2012: Nørre Snede - Thorning, 48,1 km
Bij de speech hoorde nu niet alleen de vertaling, maar ook
de trekking van de loterij. En zoals altijd is het een Deen(se) die won, deze
keer een jonge vrouw die, zo hoorde ik, er blijkbaar toch niet veel zin in had.
Ze mag het altijd aan mij geven (of niet soms, Leif?). J
Deze keer stapten we samen tot aan de eerste rustpost, want
weldra loste ik de rol, mijn voeten voelden als versleten aan en weldra was ik
Mieke en Mark uit het oog verloren, ook al omdat ze niet meededen aan de drink
die Arne (eens te meer ) aanbood in Pålsgardwoud, wat verder ligt het meer van
Torup te blinken in de zon. Aan de eerste rustpost bij Vrads Sande trof ik hen
weer, en samen gingen we verder naar de volgende rust. Zo gingen we samen door
Skærbæk Plantation en hielden dan een schnappsmoment. Van daar uit gingen we
weer elk ons eigen tempo. Mieke en Mark waren dus eerder dan ik voorbij Asklev,
de Brande kerk, Bedskov, en zo naar Funder. Daar hebben we een paar jaar na
elkaar forel kunnen eten, maar vorig jaar was het gedaan, de kweekvijvers waren
er nog, maar of er forel in zat, is mij onbekend. Ik stapte dus maar door naar
Funder zelf waar op de koer van de lokale school een jubilee werd gevierd, en
nog geen kleintje. Daar waren onze landgenoot Pierre (10x), Engelsman Michael (ook
voor zijn tiende keer, en twee weken later zou hij starten met de
Internationale Wandeltocht van Vichte naar Dhron aan de Moezel), de mij
onbekende Svend Aage (25x) en de langharige broers Bjørn, Bjarke en Benjamin (alle 3 voor
de 10de keer). Daar dronk ik nu wel eens bier (zoals daags voordien
van Arne in t bos) en daar zag ik ineens ook Yvonne met Malene aankomen. J Op mijn vraag hoe het komt dat ze er
nu niet bij zijn, vertelde Yvonne dat ze een heel schooljaar een cursus volgde
en zich niet kon vrijmaken, maar volgend jaar doet ze weer mee, beloofde ze. Toen
mijn bier op was, vertrok ik weer, naar de derde rustpost bij een privé huis
waar de wandelaars naar t toilet mogen, en waar ik de dahlias in de tuin
bewonderde. J In het
volgende stadje, Kragelund, ging ik niet naar het terras van de brouwerij maar
wel in de nabijgelegen winkel, doch met evenveel succes als daags voordien in
Kollemorten
Dus ging ik maar verder langs de velden naar de vierde rustpost in
de tuin van een hoeve, en daar kreeg ik het gezelschap van een kat. Versterkt met
een potje yoghurt en een banaan ging ik op stap naar Thorning, want ik had wel
zin in een ijsje. Omdat er toch niets speciaals te zien is, stak ik een tandje
bij. Niet dat ik dat zo leuk vind, maar het voordeel was wel dat ik om 18.40
uur mijn ijsje bijna had opgelikt en op de koer van de school Mieke en Mark zag
wachten, en hun verbazing dat ik er al was, was me wel wat waard. J
Zij hadden intussen al lang een klasje gevonden voor alleen maar
Vlamingen, we gingen dan onze kaart inwisselen en ons wandelboekje afstempelen,
intussen andere wandelaars feliciterend (morgen is het parcours nog niet de
helft zo lang als vandaag, eerder een formaliteit, bovendien kregen we nu al
ons diploma). We gingen dan douchen, eten, en feesten. Tijdens dat feest werden de medewerkers ook in
de bloemen gezet, eerst zij met een jubileum (Tove mocht als eerste het
daverend applaus in ontvangst nemen voor haar 35 keer), en dan de anderen ook. Ik
was deze keer niet zo lang gebleven als de andere (ik denk dat heel ons
compagnie met o.a. Frans, Marie-Paule, Danny en Jean-Paul op hetzelfde moment
de nachtrust wou aanvatten) jaren, er moest s anderendaags weer vroeg
opgestaan worden.
Donderdag, 12 juli
2012: Randbøl kirke Nørre Snede, 46 km
Na ochtendtoilet en ontbijt, namen we een van de laatste
bussen naar de kerk van Randbøl, waar we zonder speeches meteen vertrokken.
En zoals vorige jaren, begon het parcours lichtjes bergop, mijn tempo was wat
lager dan dat van Mieke en Mark, ik hing wat achterop maar even kon ik hen
bijbenen omdat Luc en Jette mij meenamen al babbelend, o.a. over deze week en
Vicht-Dhron, waar Jette zich voor had ingeschreven. Vandaag is de dag van de
voor mijn part mooiste etappe, met erg veel natuur. Engelsholm, zowel het
kasteel als het meer, zijn eens te meer of nog altijd fotogeniek, net als een
soort galerij met glasmozaïek (wat me doet denken aan een restaurant in
Herzele, anderen denken misschien aan Gaudi, de Spaanse architect). Aan de
eerste rustpost bij Gammelby (als ik wat Deens ken, betekent dit Oude Stad)
besloten wij drie dat wij elk ons tempo zouden volgen, zo hoefden Mieke en Mark
zich niet in te houden en moest ik mij niet reppen.
Nadat ik die rustpost verliet, ging ik langs een meer waar een Vikingboot
in lag, verder ging ik langs weiden en velden, tot in Jelling. Daar moesten
eerstelingen de heuvel over, sommigen bezochten ongetwijfeld de kerk, de
meesten doken het cultureel centrum in, om een bier te drinken (maar t is mij
smaak niet), in het winkeltje te snuisteren of de sanitaire installatie te
bezoeken. Na een paar minuten rust, zette ik mijn weg verder langs Harresø Kro,
de oudste herberg voor heriwegpelgrims, een eind verder is een camping met een
sanitaire blok, daar maakte ik ook gebruik van. J Tussen de
tweede en de derde rustpost trakteerde Arne in Kollemorten aan de winkel bij
het tankstation voor zijn 40ste deelname. Ik ging de winkel eens
binnen, maar vond niets om mee te trakteren (er was enkel bier, wijn en
mengsels met Baccardi, niets specifiek Deens, dus, om zelf eens mee te
trakteren). Nadien ging ik mijn weg verder langs een stiepellange straat die
me leidde naar Øster Nykirke (Nieuwerkerken J), daar
ging ik zowat helemaal rond en dus nam ik ook maar van drie gevels fotos.
:-pEn dan volgde voor mijn part het
mooiste van het mooie, een ongelooflijke opeenvolging van diverse natuurtypes:
heide, bos, alleen jammer dat de zon er niet over scheen, wel integendeel Ik
heb me toch uitgeleefd met het fototoestel. Overigens, na de laatste rustpost,
was er nog een jubilee van Irene, Karen en Kirsten (ik ken hen eigenlijk niet
eens ) die trakteerden met o.a. witte en rode wijn en zelfgebakken taarten en
cakes. Schaapjes tellen in de weide, een stukje tussen heide wandelen, drie
leuke wandelaarsters fotograferen, langs een meer wandelen (waar twee andere
wandelaars en plons namen!) en nog een lang stuk in een woud waar aan boomzagen
wordt gedaan, de stapels liggen er al jaren.Eens dat bos uit, moest ik nog een ruime kilometer gaan om de school te
bereiken, waar Mieke en Mark een plaatsje hadden gereserveerd voor de nacht. Hartelijk
dank!
Woensdag, 11 juli
2012: Jels Randbøl kirke,
48,6 km
Na het ontbijt en de gebruikelijke vertaalde speech
vertrokken we voor een dagje sightseeing, er was elke dag wel iets te zien,
ofwel de natuur, ofwel historische stenen en plaatsen. Omdat we in Jels
startten, dacht ik altijd dat t bos waar we door gingen, Jels Woud heet, maar
blijkbaar gingen we door twee bossen: Haraldsholm en Skovborg woud (skov is,
dacht ik, Deens voor bos ). We passeerden dan Skod borg, Knage Molen (een watermolen),
Kongeåen (Koningsrivier) wat de grens is tussen Noord- en Zuid-Jutland, van
1864 tot 1920 was hier zelfs de grens tussen Duitsland en Denemarken. En Vejen
waren we halfweg en zoals gewoonlijk stond hier het plakkaat dat daar op wees,
ter hoogte van een school met ruime tuin. Daar waren ook de medewerkers met de
extra bevoorrading, ter gelegenheid van de 40ste keer dat de Hærvejsvandring
doorging, maar wij hadden geen dorst, het was weer aan t regenen. In het
centrum gingen we wel schuilen in een café waar we eerdere keren ook al waren,
ook deze keer kozen we onze warme drank. Op de rustpost konden we schuilen
indien we wilden, maar t hield net op en we bleven buiten zitten. We gingen
dan verder naar Bække Kro, waar we geen terrasje deden maar Mieke en Mark wel
een koek haalden bij de bakker (ik had geen zin in die zoetigheid). Overigens,
bij de toeristische dienst kregen we dit jaar een foto, het leek wel een
postkaart, maar dan niet om op te sturen. Op weg naar de volgende rustpost gingen we
langs landbouwvelden (in private en overheidshanden) en velden vol heide. Net voorbij
die rustpost lieten we de windmolens deze keer rechts liggen, over een veldpaadje.
En dan volgde de lange, beetje heuvelachtige weg naar de kerk van Randbøl, waar
we plaats namen in de bus.
In Billund gingen we, als gebruikelijk, douchen, eten en slapen.
Voor vandaag werd wel minder regen verwacht maar het kwik
van de thermometer zou niet boven de 15°C geraken. We zouden ons dan maar warm
wandelen. Na het ontbijt en de gebruikelijke vertaalde speech vertrokken we
langs een rustige weg met weinig gemotoriseerd verkeer, wat later langs de
(witte, zoals veel Jutlandse kerken) Øster Løgum kerk (gebouwd in de jaren
1100). Weldra kwamen we langs de Hærulfsteen, voordien al gaf Kurt (niet
die van de jubilee van gisteren, maar gekend van zijn fluitjesconcerten en
die niet per sé met zijn twee broers samen wandelt) te kennen dat hij ons daar
wou trakteren met een lichte whisky (licht van kleur, evenwel J). Die Hærulfsteen
heeft blijkbaar nog een andere naam: Hovslundsteen. Wat verder kwamen we aan de
Immervadbrug, waar eerstelingen traditioneel onderdoorgaan. Andere keren deden
wij dat ook zelfs als waren we geen nieuwelingen meer, maar Mark, die met Mieke
een eindje voor mij uit ging, had al gezien dat het regenwater daar behoorlijk
hoog onder stond, en deze keer lieten we de passage en fotostop aan ons voorbij
gaan. Die Immervadbrug is gebouwd in 1786 met twee onderdoorgangen of liever:
een steunmuurtje in het midden. Van die brug naar de rustpost was t niet ver,
bij de hoeve staan drie houten beelden: de pelgrim (gelijk Mieke en ik,
eigenlijk J),
de soldaten en de veedrijver.
Op weg naar mijn favoriete rustpost gingen we door en bos en
passeerden het meer van Vedsted, een restaurant waar we vroeger al eens binnen
gingen (Mieke en ik toch, Mark niet) maar nu is het geen traditionele extra
stopplaats meer. Verder passeerden we de melkfabriek dat ook de Hærvejsvandring-deelnemers
van melk bij het ontbijt en op rustposten voorziet. Sommige wandelaars stoppen
hier ook voor een schnapps-moment, maar wij stapten door naar Tørning
Molen, zoals gezegd, mijn favoriete rustplaats, waarvan ik altijd hoop die in
zonlicht te zien baden. Tørning Molen is een watermolen (waar ik
eigenlijk nog nooit naar gezocht heb) in de Haderslev-Vojens vallei. Behalve de
als gewoonlijk fraaie en wel onderhouden hoeve, is er ook een weide met
zitbanken (twee zelfs overdekt) en een meer waar eendjes in zwemmen. Tot die de
wandelaars zien kruimels verspillen, natuurlijk, dan komen ze korstjes scoren. J Wij hadden geluk, het regende niet,
dus gingen we beneden op een bank zitten en onze soep drinken. Toen we (eerlijk
gezegd altijd een beetje tegen mijn goesting, ik zou er de hele dag kunnen
zitten) vertrokken, gingen we schuin tegenover de hoeve een winkeltje binnen om
een verpakt ijsje.Wat verder stond een
bordje dat een nieuw stukje parcours beloofde, maar eigenlijk gingen we de
houten brug over, die we jaren geleden (in 2004 en ik dacht ook in 2005)
gebruikten om het bos door te wandelen. Eens dat fraaie bos met enkele
vijvertjes doorgestapt, kwamen we in Vojens en daar hebben we zelf onze
traditionele stop in een koffiehuis waar ze ook warme chocolademelk hebben. Nog
wat verder vonden we op een bank rond een boom en tussen supermarkten enkele
wandelmaten die een gebruikelijk schnapps-evement hielden. Ik ging gauw in
een supermarkt een flesje lekkers kopen om ook te kunnen trakteren, en het viel
precies in de smaak (al drink ik zelf liever Cuba Caramel, maar dat zag ik daar
niet). J Toen we weer verder gingen, was dat
door een recreatiedomein met enkele sportfaciliteiten, en we keken naar de
vijvers met waterlelies.Ineens ging
Mark rechtdoor in plaats van rechtsaf, in het boekje staat nochtans dat je daar
niet moet snijden in het parcours, hopelijk liepen we niet over iemands graf De
vierde rustpost was geïnstalleerd in een grote hoeve dat behoort tot een
Nederlandse familie.
Het laatste stuk was weer puur natuur met de Stursbøl Plantage,
ook Jels Troldeskov (trollenbos van Jels) genaamd, wij zagen er echter geen
trol, enkel wandelaars. Vroeger was dat een bos (misschien verbonden met het
bos van Jels waar we s anderendaags door gingen?) maar in december 1999 woedde
daar een storm zodat er van dat bos haast niets meer overbleef, toch geen bomen
meer, tenzij hier en daar een dood exemplaar. Intussen zijn er wel al andere
bomen geplant, en men wil meer diversiteit. Na deze plantage kwamen we nog langs een hoeve
met in de weide een kameel en enkele lamas. En dan was het niet ver meer tot
de school waar we de nacht doorbrachten (eten deden we een eindje verder in het
sportcentrum).
Vandaag konden we niet meer genieten van een zonovergoten
dag zoals gisteren (behalve dan die bui die ons net voorbij het strandleven van
Flensburg overviel), want we kregen enkele buien over ons heen. In het Hærvejsbrericht
stond dat we net voorbij de start een openbare weg in herstel moesten volgen,
het verkeer zou daar nogal druk zijn, maar ik vond het meevallen, wij liepen in
alle geval geen gevaar (ik heb al langer de indruk dat Denen behoorlijk
voorzichtig zijn jegens zwakke weggebruikers, al van toen ik eens de toerist
uithing op het eiland Bornholm, en dat was nog voor mijn eerste deelname aan de
HVV). Maar meestal volgden we veldwegen, als t al geen bospaden waren, zoals
de Gendarmenweg, de naam verwijst natuurlijk naar grenscontroles van weleer. Weldra
kwamen we aan de Bommerlundsteen, daar hadden de aanwezige medewerkers een
erehaag gevormd voor de wandelaars, hoewel omgekeerd ook terecht ware. J Rechtover de steen was
er een jubilee aan de gang van vier veelwandelaars: Kurt (25 deelnames), Ivan
(35), Verner (20) en Ole (die ik steevast Lucien noemde, omdat hij zo lijkt op
een Denderleeuwse wandelaar met natuurlijk dezelfde naam J) met 10 deelnames.
Omdat deze drink in samenwerking met Fodslaw aangeboden werd, dronk ik geen
bier (Tuborg, zelfs de Classic smaakt me niet) maar een frisdrank. Een beetje
verder gingen we over de Gejlåbrug, wellicht van de late 18de eeuw,
op een van de pijlers zou toch 1779
gekerfd staan. En nog wat verder is de winkel, Gejlå Købmand, waar gebruikelijk gepauzeerd
wordt, iets gedronken, ijsjes zijn er echter niet meer, en wij drie stapten
voort (want het weer was er eigenlijk toch niet naar). We konden dan beter aan
de rustpost in Perbøl, zon 3 km verder, verpozen.Wat in het jubileumboekje staat, was ook nu
weer van toepassing: nogal wel dat we in de schuur konden schuilen, het was
niet de eerste keer in 40 jaar dat het net daar regende.
Wanneer we dan verder gingen, stapten we over Povls brug (Paul
zijn brug, hier gaf Lis ooit eens een drink voor haar 25ste
jubileum), gebouwd in 1744. De weg naar de derde rustpost ging langs een
golfterrein, maar daar was niemand tegen balletjes aan t slaan. Aan Urnehoved
(waar koningen begraven waren) was deze keer geen jubileum, dus we gingen maar
verder. Een flink eind verder betraden we het woud van Bolderslev, voor
sandalenwandelaars als Mieke en ik was het opletten geblazen, maar Mark was
attent als altijd en hielp ons desgevallend over obstakels. Twee kilometer
verder verlieten we het bos alweer en begaven we ons naar de derde rustpost.
Toen we treinsporen overstaken, wisten we dat het einde van de etappe nabij
was, we passeerden de herberg waar we s avonds zouden gaan eten, draaiden er
linksaf, onder een brug door, de straat oversteken, en daar was de school waar
we de nacht zouden doorbrengen. Gezien het natte weer, moesten we ons niet
verheugen op een barbecue met boerenworst. Na de douche (en voor Mark een rap
hazeslaapje) gingen we dus naar de herberg die zijn naam aan het stadje gaf.
Gisteren waren we met Niels (de medewerker die zich over de
bagage bekommerde) al overeengekomen dat wij rechtstreeks naar de sporthal
(SIF-Hallen) zouden rijden en daar onze bagage afgeven. Al hadden we in t
hotel al ontbeten, we gaven onze maaltijdbon af, ik haalde er een flesje melk
mee af, Mieke en Mark dronken koffie (want dat was er in t hotel nog niet, wel
fruitsap en een ruim ontbijt).
Zoals gebruikelijk gaf Leif (verantwoordelijke van de
wandelweek) een toespraak, dat al even traditioneel door Else Marie (ook
opstelster van de dagelijkse Hærvejskrant) werd herhaald in Engels en Duits.
Ook Arne gaf een speech (hoewel hij Engels kent, gaf hij die enkel in t Deens,
en Else Marie tolkte nadien in Engels en Duits), en dan konden we eindelijk
vertrekken voor de dagtocht van 47,8 km.
Weldra stond er een standje met medewerkers die elke
deelnemer van een flesje water (halve liter) voorzag, een traktatie wegens de
jubileumeditie, en bij het zonnige en warme weer was dat zeker welkom. Al waren
de rustposten (Rast) op dezelfde plaatsen, er waren toch enkele wijzigingen in
de omloop. Zo lieten we het Rovershol in een bos (het eerste van vele die we
zouden doorwandelen) rechts liggen (terwijl we er vroeger net naast via een
trapje langs gingen) en gingen linksaf. Wat verder zien we het meer van Idstedt
en nog wat verder, langs de openbare weg, staat die jonge vrouw (pop) nog
altijd te bellen in telefooncel (volgens de schrijver van t boekje dat we
gisteren in de school kregen, staat ze daar al jaren). Wat ook al jaren
hetzelfde is, is dat de openbare toilet nabij een rustpost druk bezocht is Die
rustposten staan gebruikelijk op de koer van een fraaie boerderij, ook in
Duitsland (maar dat was hier vroeger Deens grondgebied). Volgens het
jubileumboekje zou het na deze tweede Rast voor enkele kilometers plat
blijven, zonder hellingen, maar stellen dat Denemarken plat is, is bij de haren
getrokken, zelfs Arne heeft Sleeswijk-Holstein of Jutland nog niet plat
gelopen. J
De derde rustpost op Sophienhof was de laatste voor de
doortocht door Flensburg. Volgens het boekje zou de stad zon 140.000 inwoners
tellen. We passeerden eerst een industriezone met bedrijven alvorens het
centrum te betreden met de kerk en nadien de voetgangerszone. Daar op een
terrasje smulden we eerst van een ijsje. Een eind verder, aan de haven, stopten
we ook aan Hansens Brouwerij, waar Mieke en Mark een koffie dronken en ik een
donker biertje (een kleintje, want ze hebben hier ook halve liters). Je kan er
ook bier aan de meter (12 glazen) bestellen, zoals Søren en Leila. Wij zetten dan onze weg verder langs de haven,
de vierde rustpost in t groen (in een bos), langs de vakantiezone met strand,
vakantiehuizen, hotels en aan het einde een supermarkt. Weldra kwamen we in
Kupfermühle, de laatste Duitse plaats voor de grens en toen al beschermden wij
ons tegen een regenbui die ons overviel net na de strandzone van Flensburg. We
staken dus de grens over zonder formaliteiten (je ziet haast niet dat je de
grens overschrijdt) en weldra kwamen we aan de sporthal van Kruså, waar we onze
slaapplaats reserveerden en onze startkaart omwisselden voor een nieuwe. Met
enkele bekende wandelaars, zoals Marie-Paule & Frans, Luc en zijn
wandelmaatje Jette, proefden we van gedistilleerd lekkers. Volgden dan de
gebruikelijke douche, avondmaal met gratis wijn (dit is al jaren zo) en de nachtrust,
al dan niet verstoord door snurkers. Overigens: behalve een flesje water per
dag, kregen we ook wat lekkers aangeboden ter gelegenheid van de jubileum, de
ene dag was dat snoep, de andere keer fruit en op t laatste was er keuze.
s Morgens in de vroegte vertrokken wij (Annemie, Mark en
ik) aan boord van mijn Nissan Qashqai naar Sleeswijk, met enkele haltes
onderweg. Toen we om zowat 13.00 uur in Sleeswijk aankwamen, gingen we ons
aanmelden bij Hotel am Hohenzollern, maar we kregen (nog) geen toegang tot het
pand, inschrijven ging toch pas vanaf 14.00 uur. Dus gingen we in t stad eerst
wat inkopen doen en op een terrasje iets drinken. Toen we terug waren aan het
hotel, leek de voordeur nog altijd gesloten, hoewel een papier aan een andere
deur aangaf dat we wel degelijk aan die deur moesten aanbellen. We probeerden
dan toch de tweede deur en eindelijk konden we binnen, ons aanmelden en de
kamers betrekken.
We gingen dan naar de Hiort Lorenzen Schule om ons aan te
melden voor de wandelweek, intussen konden we al bekenden begroeten (en het
zijn zowat allemaal bekenden, voor Mieke en Mark was het de 6de en
voor mij de 7de deelname). We gaven onze ketting, gaven ons
inschrijvingsnummer op en kregen niet alleen onze startkaart voor s
anderendaags, onze maaltijdbonnen, een plastieken tas en lepel, kaartjes en
adresklevers met koordjes om aan onze bagage aan te brengen, maar ook een
boekje (naar keuze in Deens, Engels of Duits) over de HVV. Het was immers een
jubileumeditie. We dronken dan wat met andere wandelaars, gingen terug naar t
hotel wat rusten en ons opfrissen alvorens nabij de Schlei, een 43 km lange
inham van de Oostzee, in hetzelfde restaurant als waar we vorig jaar al waren,
van een vismaaltijd te genieten. Ik denk wel dat de uitbaters onze gezichten
nog herkende. J
Na de vismaaltijd aten we nog een ijsje.