Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
11-01-2018
11 januari 2018 Nessonvaux
De wandeling. Het S.I. van Olne (Porte du Pays de Herve) heeft bij het NGI een wandelkaart gepubliceerd met 10 wandelingen, waarvan enkele ook door Nessonvaux - niet onbelangrijk: met treinhalte - lopen. Wij volgen vandaag nummer 5 La promenade des crêtes. Volgens de wandelkaart is die 5 km lang, zelf kom ik aan bijna 7 km - van station naar aansluitpunt is iets meer dan een halve kilometer - maar de route is blijkbaar aangepast sinds het verschijnen van de kaartversie die ik gebruik: er is meer dan 2 km bijgekomen, zodat we meer dan 9 km onder de wandelbottines geschoven krijgen. Het begint met een steile helling, waarvan de aanloop uit weinig comfortabele trappen bestaat. Van zodra je boven bent, kun je uiteraard volop genieten van vergezichten: rechts van de vallei van de Vesdre, links van het weidelandschap dat zo typisch is voor de streek. Daarna volgt een afdaling naar de vallei van de Hazienne, een vrij onooglijk beekje, dat nochtans ook flink zijn eigen vallei heeft uitgegraven en die zich later pal door Nessonvaux naar de Vesdre haast. Wat verrassend valt de TWQ vrij laag uit: 45%, maar op enkele honderden meters na is het wegverkeer nooit storend.Kaartjeenfoto's.
Eigenaardige creaturen kom je daar tegen…
Het weer. Zwaar bewolkt, maar al bij al nog tamelijk vriendelijk, zacht, zo zacht dat we voor de eerste keer te dik gekleed zijn, al heeft de eerste forse klim daar ook een rol in gespeeld.
De stafkaarten. 42/7S Trooz
Hoe we er geraakten. Spotgemakkelijk, zij het met 2 overstappen. De L-trein Herstal - Liège - Verviers stopt elk uur in Nessonvaux.
Een beetje geschiedenis. Het toch wel kleine Nessonvaux kan eigenlijk niet echt klagen op het vlak van treinverbindingen. De gemeente kreeg zijn halte in 1843, amper 8 jaar na de opening van de eerste commerciële reizigersdienst in België. In 1881 werd de halte omgedoopt tot Nessonvaux-Fraipont, een wat onbegrijpelijke want verwarrende beslissing, want Fraipont zelf lag en ligt op 1.5 km van Nessonvaux. In 1979 werd het dan ook weer gewoon Nessonvaux, ook de huidige benaming. Tot de elektrificatie van lijn 37 in 1966 "genoot" Nessonvaux van een typische, onregelmatige dienstregeling die vooral gericht was op de verbinding met Verviers en Liège, en met de omliggende gemeenten. Dat veranderde niet echt met de elektrificatie, maar door de invoering van een semi-directe trein Liège - Mons - Quévy/Saint-Ghislain-Hornu die veelal uit klassieke stellen bestond - veel keuze was er niet - bestond de mogelijkheid om de stoptrein van de verbinding Verviers - Liège te koppelen aan de semi-direct: Nessonvaux kreeg meteen een rechstreekse verbinding met alle stations die ook door de semi-direct bediend werden. Als je weet dat die semi-direct min of meer te vergelijken valt met de huidige IC 17xx, heb je meteen een idee van het belang voor de stations en halten op lijn 37. (Vaak vertrok de trein trouwens al uit Welkenraedt!). Dat duurde tot de invoering van IC-IR in 1984. Op weekdagen werd een gecadanceerde uurdienst Verviers - Liège ingevoerd, tijdens het weekend viel men terug op een 2-uurcadans. Echt vooruit ging men er niet op. Gelukkig kreeg Nessonvaux, samen met de overblijvende halten van lijn 37, op 14.12.2014 opnieuw een uurdienst op zaterdag en zondag. Op deze plaatsvind je 6 foto's van het station van Nessonvaux in lang vervlogen tijden. Voetbrug en tunnel zijn ook vandaag nog aanwezig!
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3409
10:21 10:30
+6
2724 - 51036
M4
controle: J
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
509
10:56 12:01
+2
1886 - 11804
I11
controle: J
Liège-Guillemins - Nessonvaux
5262
12:21 12:40
stipt
664 (klassiekje)
mr70
controle: J
-
Nessonvaux - Liège-Guillemins
5285
15:18 15:36
+8
664 (klassiekje)
mr70
controle: J
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
538
16:02 16:52
stipt
1819 - 11815
I11
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1938
17:01 17:22
+26
1851 - 61020
M6
controle: N
En wat we beleefden. Nog niet zo lang geleden meldde Infrabel dat de stationsklokken geleidelijk zouden verdwijnen, maar in afwachting wil men ons blijkbaar nog eens goed inprenten dat goed treinverkeer staat of valt met stipte klokken. Vanuit de wachtzaal hebben we zicht op niet minder dan 5 klokken, want blijkbaar experimenteert men met klokken op de infoschermen, en dit ten koste van veel nuttiger informatie over de loop van de treinen. In de wachtzaal hangen de echte en de elektronische klok mooi onder elkaar, en het moet gezegd: ze lopen ook nog eens gelijk! IC 3409 rijdt stipt, deels over lijn 96N, maar dat laatste is geen garantie dat hij ook nog op tijd in Brussel-Zuid aanmeert. Zoals wel vaker worden we net ervoor opgehouden en dat brengt 7 minuten vertraging met zich mee. Er lijkt toch wel iets fout te lopen met de afwikkeling van het verkeer in de hogere sporen van Brussel-Zuid, zo rond het half uur. Toegegeven, het aantal treinen dat daar dan verwerkt wordt, is niet te onderschatten. IC 509 rijdt met een lichte vertraging en vertrekt van spoor 12 i.p.v. 11: de vertraagde IC 431 houdt spoor 11 net iets te lang bezet en de voor de hand liggende wissel lost het zaakje zonder al te veel erg op. De rit verloopt voor de rest rustig; de aansluiting van 20 minuten met de L naar Verviers-Central zorgt voor een extra slaaggarantie. De trein bestaat uit een klassiek stelletje, dat aan de buitenzijde danig is toegetakeld door spuiters, maar blijkbaar volstaat dat niet meer: ook de stemmige grijze zetels zijn onder handen genomen.
Nessonvaux zelf ligt in een bocht, de perrons zijn van een hoogte tussenin, maar toch is uitstappen niet echt gemakkelijk. En voor de rest is er in de hele halte geen enkele zitplaats beschikbaar. Bij de terugrit merken we dat reizigers dan ook gewoon op de trappen zitten van het Brits aandoende brugje over de sporen. We zien hoe een reiziger druk ratelend in zijn smartphone de sporen oversteekt, ondanks de wat hogere perrons, de bocht en de wat verder gelegen tunnel die het zicht op de aanstormende treinen tot enkele tientallen meters beperkt. Ze zullen het nooit leren…
Het is het stel van de heenrit dat ons terug naar Liège-Guillemins zal brengen, wel met een nieuwe bemanning. Alles loopt vlot tot Chenée, maar daar lopen we 6 minuten vertraging op, als gevolg van verkeer op enkel spoor tussen Chenée en Angleur. De app meldt technische problemen, die in het niet verdwijnen als je ze vergelijkt met wat er zich op dat ogenblik al een hele tijd in de ruime omtrek van Dendermonde heeft afgespeeld: een informaticastoring in het seinhuis maakt het verkeer onmogelijk. Misschien een seingever die op die manier zijn ontslag wil afdwingen… Maar ook nu weer is de aansluiting comfortabel lang en we komen zelfs wat te vroeg in Brussel-Noord aan. We staan nog maar net op het perron als we de karakteristieke holle, doffe klop horen van een hoofd dat tegen het bakstenen muurtje van de wachtruimte knalt. Een passagier die net uitgestapt is, ligt languit op het perron en wrijft wat onhandig en onzeker over de getroffen plek op het achterhoofd. Hulpvaardige medereizigers helpen de wankelende man overeind, zelf gaan we op zoek naar echte hulp: ik kan gelukkig een onderstationschef aanklampen; ondertussen heeft de treinchef van IC 538 de hulpdiensten al verwittigd, al is het lang niet zeker dat de reiziger de rest van zijn trip in een ambulance zal willen afleggen. Voor wie niet naar Dendermonde moet, lijkt de spits goed mee te vallen: we rijden zelfs zonder enige hapering van Brussel-Noord naar Brussel-Centraal. Meestal is het dan uitkijken of je net voor Brussel-Zuid toch niet even je beurt af moet wachten, maar deze keer vallen we nog ín de pijp stil. Wat later klinkt de mededeling dat het verkeer stil ligt als gevolg van spoorlopers. Oh nee, twee keer in enkele maanden. Gelukkig wordt de zaak deze keer wat sneller afgehandeld, maar toch kost het ons weer 20 minuten vertraging extra, met een gemiste busaansluiting in Halle (van 18 minuten!) tot gevolg. Je moet namelijk weten dat we de hele dag over een halfuurdienst beschikken, behalve tijdens de avondspits. Dan hebben ze bussen en chauffeurs nodig voor het jonge volkje - er rijden wel 2 bussen met beperkte rit tussendoor maar dat scheelt al snel 20 minuten staptijd. In Brussel-Centraal is een dame (?) ingestapt die zich op zijn minst eigenaardig gedraagt: als ik het niet beter wist, zou ik denken dat zij met haar hoofd tegen een muur gestoten is. Maar het zullen wel lichaamsvreemde stoffen zijn die haar gedrag verklaren: wartaal, snauwen naar verraste reizigers, blootsvoets lopen, op het platform liggen… een meereizende politieman probeert toch zijn verantwoordelijkheid te nemen, maar veel is er met madam niet aan te vangen. Gevallene en raaskallende, we weten in geen van beide gevallen hoe het verder afloopt. En misschien maar beter ook. De chauffeur van lijn 155 maakt alles goed door zijn klanten ruim voor het vertrek te laten instappen, een service die spijtig genoeg niet tot de geplogenheden van De Lijn (en de TEC) behoort. En als je ziet wat er allemaal onderweg is, is dat niet eens verwonderlijk…
De treinlectuur. Jean-Michel Guenassia, Le club des incorrigibles optimistes. Rachel Joyce, De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry.
Een scheutje oprisping. David van Reybroeck in De Morgen: De Wever is geëvolueerd van een invloedrijke intellectueel naar een pure machtspoliticus. Lees: als politicus mag je niet de intellectueel uithangen. Het zegt alles over de politiek en eigenlijk ook over het kiesvee.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
HLE 1861 met IC 535 Eupen - Oostende in Nessonvaux.
ab5820 op lijn 31die hier op een onregelmatige manier haar eindpunt heeft, zo een 13 keer per dag.
De wandeling. Ik ben een van die eigenaardige types die alles bijhouden, dat zal onderhand wel al duidelijk geworden zijn. En zo ga je dan 20 jaar na publicatie op stap met een wandelbeschrijving uit november 1997, verschenen in Kreo van Vakantiegenoegens, onder de titel Oostham en Olmen. De tocht voert van Oostham naar Gerhees, Stotert en opnieuw Oostham, is ongeveer 11 km lang en voert ons voor een vierde over onverharde wegen. Voor de rest is de wandeling niet veel soeps: alleen na enkele kilometers en tot voor enkele kilometers van het einde wordt het allemaal wat landelijker, maar daar moet je dus ook enkele kilometers woonwijken en -straten voor over hebben. Niet echt ons ding, maar na de lange kletsnatte weken komen we nergens voor onoverkomelijke modder- of waterpoelen te staan. En de buurt van de Gerheserheide mag er echt wel zijn…Foto'senkaartjezoals altijd.
Met deze twee foto's heb je meteen een idee van het mooiste deel van onze wandeling.
Het weer. Zwaar bewolkt, rustig en fris.
De stafkaarten. 17/6Z Ham
Hoe we er geraakten. Het toch wel behoorlijke aanbod aan bussen geeft ons nogal wat opties: we kunnen met de trein naar Geel, Mol, Beringen of Leopoldsburg reizen. We kiezen uiteindelijk voor de meest voor de hand liggende verbinding via Mol, dat we kunnen bereiken met één overstap (Geel ook trouwens) en waar een buslijn met uurdienst wacht (?).
Een beetje geschiedenis. Oostham krijgt zijn eerste treinverbinding op 27 mei 1878, bij de opening van de spoorlijn uit Diest naar Leopoldsburg. Het station heet in eerste instantie Oostham-Kwaadmechelen maar wordt al in 1883 herdoopt tot Oostham. (Kwaadmechelen kreeg zijn eigen halte in 1901.) De reizigersdienst verdween op 29.09.1957: bus 17 verving de trein, en werd al meteen opgesplitst in twee takken, met splitsing in Oostham: Diest - Mol en Diest - Leopoldsburg. Dat was eigenlijk een uitbreiding en verbetering t.o.v. de bestaande toestand omdat een aantal gemeenten tussen Mol en Oostham nu ook aan hun trekken kwamen. In het spoorboekje van 22.05.1966 vind ik voor het eerst buslijn 302 terug: Antwerpen - Hechtel - Hamont, die al op 26.05.1968 beperkt werd tot Bree. Met deze twee buslijnen is de basis gelegd van de huidige busbediening én van de bediening van het centrum van Oostham op 2 locaties: de halte Schoolstraat en de halte Heldenplein. Geleidelijk aan wordt de bediening van Oostham nog uitgebreid: net voor de eeuwwisseling vinden we naast de lijnen 302 en 17a (de vroegere lijn 17) ook nog een lijn 17b (Leopoldsburg - Geel Industriepark) terug. Lijn 29 Hasselt - Leopoldsburg - Lommel rijdt een variant via Oostham. Grondige herschikkingen in de eerste jaren van de XXIste eeuw leidden tot de huidige toestand, waarbij het accent van Leopoldsburg duidelijk verschoof naar Beringen: lijn 58 Beringen - Lommel, 170 Mol - Beringen. Lijn 302 is ondertussen een verbinding Geel - Maaseik geworden. Lijn 17a blijft nog als dusdanig bestaan maar heeft geen gecadanceerde dienst; er is ook nog een sneldienst 184 Diest - Tessenderlo - Leopoldsburg.
De verbinding.
Halle - Herentals
3408
09:21 10:36
stipt
824
mr75 (vierledig)
controle: J
Herentals - Mol
4310
10:43 11:02
stipt
4127
mw 41
controle: J
Mol - Oostham
[170]
11:10 11:36
stipt
ab2083
VDL Bus&Coach Citea SLE
Beverlo
-
Oostham - Mol
[170]
15:21 15:50
+1
ab5494
Van Hool New A360
Beverlo
Mol - Herentals
4336
15:58 16:17
stipt
4139
mw 41
controle: N
Herentals - Halle
3438
16:23 17:40
+6
2715 - 58065
M4
controle: J
En wat we beleefden. Het wordt onze eerste treinreis van 2018. De ontmoedigende officiële stiptheidscijfers van NMBS/Infrabel werden in 2017 nog extra bevestigd door onze eigen cijfers: we vallen terug op de scores van 2010 en 2011 (en verder moeten we al terug gaan tot 1980!), de stiptheidsrenaissance is spijtig genoeg van wel erg korte duur geweest. In Halle is Fabricom bezig met het ARIbusscherm dat al enkele maanden onverstoord op 6:43 geblokkeerd staat. Als we naar het perron stappen is het uur toch al gecorrigeerd. Niet dat het allemaal veel uit zal maken: chauffeurs die de code noteren, zijn echt witte raven; het aandeel chauffeurs dat ook nog wacht bij een opgelegde wachttijd doet aan Contador denken. Overigens oordeelt De Lijn dat uurdiensten niet aan een wachttijd onderworpen moeten worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat lijnen als 155, 163 en 164 nauwelijks pendelaars vervoeren. De treinreis zelf verloopt bijna vlekkeloos: IC 3408 rijdt in zijn vertrouwde samenstelling, een (gemoderniseerd) vierledig stel en een volgekliederd klassiekje. We stappen over in Herentals, waar gedemonstreerd wordt wat men bedoelt met een vlotte aansluiting: twee treinen op tijd en een overstap op hetzelfde perron.
De bus van lijn 170 is nog behoorlijk koud. We vertrekken 2 minuten te vroeg; mogelijk houdt de chauffeur rekening met wat meer reizigers dan gewoonlijk (markt!) of anders heeft hij toch niet dat begeerde horloge gekregen voor zijn nieuwjaar. Opvallend: als we uitstappen in Oostham rijden we nog altijd diezelfde twee minuten te vroeg. Ik weet wel dat het wat pietluttig lijkt om over deze lichte vervroeging te spreken - wij zijn wat anders gewend! - maar het zullen maar net die twee minuten zijn die je je bus doen missen.
Voor de terugrit is 3 minuten meer uitgetrokken; in Mol komen we te weten waarom. Het is één van die stadjes met ingewikkelde verkeerssituaties en dan worden plannen uitgetekend met eenrichtingsstraten, die de problemen niet oplossen - er is gewoon te veel autoverkeer - maar die wel de indruk wekken dat er wat aan gedaan wordt. In het beste geval verschuiven de problemen. Voor de busreizigers is het zelden een goede oplossing. Een automobilist parkeert zijn auto na zijn rit ook niet op enkele honderden meters van zijn garage, waar hij vertrokken is. Maar de rittijd van de bus klopt wel: de lichte vertraging lijkt dan wel de neiging te hebben om te persisteren, maar de aansluiting is optimaal.
Op perron 1 staat het deel van de IC-trein uit Hamont al te wachten; we zijn nog niet zo lang ingestapt als de karakteristieke schok, waarmee het deel uit Hasselt aangekoppeld wordt, voelbaar is. Er zijn nogal wat studenten op pad met deze trein en die hebben allemaal een hoge dunk van deze dieselmotorwagens. Zo denken ze bijna allemaal dat deze treintjes automatische binnendeuren hebben en zij die de moeite doen om de deur toch te sluiten, doen dat meestal met zo een kracht dat de deur weer voor de helft openschuift. Overigens hebben deze stellen dan wel binnendeuren, maar de luidruchtige farceurs en giecheltrutten aan de andere zijde zijn hier net zo hoorbaar als in de deurloze desiro's. Ook deze trein zal zijn parcours, voor zover we meerijden, stipt afleggen en even later komt ook de IC Turnhout - Binche stipt aan rijden. Eén storing baart ons wel wat zorgen, die in het niet verdwijnen bij het leed dat zo iets voor de rechtstreeks betrokkenen met zich meebrengt: in Mechelen is een persoonsongeval gebeurd. En inderdaad staat op spoor 7 een Thalys stil, waar blijkbaar iemand onder is gesukkeld. De toestand is in zoverre onder controle dat dit het treinverkeer nog nauwelijks lijkt te hinderen. In Brussel-Noord vertrekken we stipt, in Brussel-Zuid met amper 2 minuten. Maar ik weet zo onderhand al 55 jaar dat de spits tussen Brussel-Zuid en Halle zelden makkelijk verloopt, welke sporen er ook extra werden aangelegd. Ook nu rijden we traag Brussel-Zuid buiten en dat slakkengangetje wordt aangehouden tot net voor Vorst-Zuid. Ik vraag me dan af waar die hinderende trein plots terechtgekomen is. Met zes minuten vertraging bij aankomst in Halle is de illusie van een vertragingsvrije dag alvast in rook opgegaan. Groot is de hinder niet; laat ons hopen dat we de problemen altijd voor de laatste rit kunnen reserveren. En ook voor de bussen is er geen probleem: die krijgen voor 99% groen en dat ene percentje dat moet wachten, doet het toch niet…
De treinlectuur. Jean-Michel Guenassia, Le club des incorrigibles optimistes. Rachel Joyce, De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry.
Een scheutje oprisping.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
20. MR 835 - IC 636 Oostende - Roosendaal - 23.05.1985 - lijn 12 kp 60.8 (Kapellenbos) - het probleem met enkele foto's van deze reeks (zeker die in de richting Essen) is het standpunt. De hoge perrons van de halte Kapellenbos en de forse begroeiing voorbij die perrons maakten het niet eenvoudig. Vandaar enkele slecht geslaagde foto's van nochtans interessante treinen en samenstellingen.
De wandeling. Op regelmatige tijdstippen bundelt Natuurpunt de beste wandelingen in de eigen reservaten en met wat geluk kun je enkele jaren na publicatie de wandelingen ook nog volgen zoals ze in de boekjes beschreven staan. Rijkelijk bejegend met subsidies lijkt Natuurpunt immers tot een belangrijke bouwheer te zijn uitgegroeid die van het aanpassen van de natuur aan de eigen inzichten een levenswerk heeft gemaakt. Wij volgden vandaag de rode wandeling in de Genkse Maten, zoals beschreven in een boekje uit 2006. En ja, voor een keer is het traject nog nergens aangepast. De tocht is 10.650 km lang en loopt voor 64% over onverharde paden. Het heeft de laatste weken wat meer geregend dan we gewend waren geraakt en sommige paadjes zijn "diep". Maar niet getreurd: het is een erg prettige verkenning geworden van een gebied dat getekend wordt door vijvers en beken. De rode wandeling permitteert zich slechts even een excursie naar een woonwijk, maar het geheel houdt als natuurwandeling stand.Kaartenfoto's.
De Stiemer bevloeit De Maten. Ook dit is een Nederlandse zin, zoals Maaien abten hooi?
Uitgestrekte vijvers zijn een paradijs voor watervogels die zich wel op de achtergrond houden.
Het weer. Zwaar bewolkt en redelijk fris, Belgische winter, kom…
De stafkaarten. 26/5 N Genk - 26/5Z Langerlo - 25/8Z Hasselt (Oost) - 25/8N Zonhoven
Hoe we er geraakten. De enige keuze die we moesten maken was of we de halte Genk Holeven uit Genk of uit Hasselt zouden naderen. Gezien de onmiddellijke nabijheid van Genk was de keuze snel gemaakt.
Een beetje geschiedenis. De huidige buslijn 1 is een vrij trouwe replica van de vroegere tramlijn 1 die Hasselt met Genk (en enkele mijndorpen) verbond, al is de lijn nu beperkt tot Genk Station. De bediening van Zwartberg, Winterslag en Waterschei valt ondertussen onder andere buslijnen. Genk groeide in enkele decennia uit van een arm schildersdorp tot een stevig uit de kluiten gewassen mijngebied toen begin XXste eeuw steenkool in de ondergrond ontdekt werd. Het duurde enige tijd voor het openbaar vervoer op de bevolkingsgroei en op de nieuwe industrie inspeelde. Lang moest Genk het dan ook stellen met één tramverbinding met Liège en een treinverbinding met Hasselt: lijn 21 liep van Landen naar Eisden (Mijn) en bediende Genk (Steenweg), lijn 21 A verbond Hasselt met Genk en Maaseik. De tramverbinding met Hasselt kwam er in 1936; in 1958 werd de reizigersdienst alweer stopgezet. Vermoedelijk is het een van de weinige tramlijnen (zo niet de enige) die van opening tot sluiting elektrisch is geweest. In Genk werden de mijndorpen lusvormig bediend. Bij de verbussing bleef die lus aanvankelijk behouden. Vandaag stopt lijn 1 bij Genk Station. Als de logica van de basisbereikbaarheid wordt doorgedreven, dan wordt deze succesvolle buslijn met sluiting bedreigd. Ze loopt immers parallel met de spoorlijn Hasselt - Genk, en dat is in de huidige visie op de rol van De Lijn niet langer aanvaardbaar. Laat ons hopen dat het gezond verstand hier (en op veel andere plaatsen) zegeviert. (En dat het in stand houden van deze buslijn niet gaat ten koste van andere lijnen.)
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1908
09:37 09:48
stipt
553
mr96 Deense neus
controle: N
Brussel-Zuid - Genk
1508
10:12 11:52
stipt
1922 - 61046
M6
controle: J
Genk - Genk
[1]
12:00 12:06
+4
ab5753
Iveco Crossway LE
Hasselt (?)
-
Genk - Genk
[1]
14:51 14:57
+6
ab5753
Iveco Crossway LE
Hasselt (?)
Genk - Brussel-Noord
1538
15:08 16:38
+1
1915 - 61015
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1588
16:42 17:02
+6
08209
mr08 desiro
controle: N
En wat we beleefden. In Halle staat een van de aribusborden nog altijd vastgeroest op 6:43. Dat illustreert overtuigend de absolute onbetrouwbaarheid van aansluitingen trein/bus. Alleen de aansluitingen bus/trein zijn nog onbetrouwbaarder. Geen wonder dat zo veel pendelaars de auto verkiezen om naar het station te komen, ook al liggen sommige parkeerplaatsen een kwartiertje ver. Goed nieuws is er ook: de perrons in Halle zijn nu allemaal uitgerust met aankondigingsschermen. Opvallend genoeg wijkt dat van perron 3 af qua lay-out. De beide IC's die ons naar Genk brengen doen het vandaag opvallend goed, al loopt het binnenrijden van sommige stations niet altijd vlot. Als in een forum honderden bijdragen gepost zijn over binnenkomen op rood is er wel degelijk een probleem. Het lijkt wat op auto-immuunziekten: het veiligheidssysteem dat het eigen exploitatiesysteem aanvalt.
De bus van lijn 1 moet ons buiten het stadscentrum brengen. Het is een behoorlijk drukke bus. We stappen uit bij de halte Holeven. Wat accommodatie betreft mag deze halte er best zijn. Maar als uitstapper wordt je wel gegrepen door een sterk onveiligheidsgevoel omdat auto's je langs alle zijden belagen op het eerder smalle maar wel verhoogde perron. Autowaanzin aan den lijve ondervinden, doe je hier.
De bus van de terugrit zit zo mogelijk nog voller, zo vol dat we vooraan moeten rechtstaan. Naarmate we Genk Station naderen, komen meer en meer reizigers naar voren om aansluitingen te vragen, want lijn 1 rijdt met vertraging. We verbazen ons over de vlotheid, vriendelijkheid en behulpzaamheid waarmee dit allemaal wordt afgehandeld, met een simpel contact tussen chauffeur en dispatching. Bij ons kan het ook wel, maar het gaat allemaal een stuk stroever en het lukt lang niet overal. De bus zal ons uiteindelijk met een vijftal minuten aan het station neerpoten; nog niet zo lang geleden hoorden we dezelfde commentaren op dezelfde plek: het is vrijdag en de terugkerende studenten zorgen voor chaos.
Ook de terugreis per trein verloopt relatief vlot: IC 1538 komt met 1 minuutje vertraging in Brussel-Noord aan; zo halen we de aansluiting van 4 minuten met de S naar Denderleeuw. Die zal stipt door de NZV rijden, maar in Brussel-Zuid en verder loopt het fout: wat er precies in de weg zit is onduidelijk, maar de vertraging van 3 minuten in Brussel-Zuid groeit aan tot 6 minuten bij aankomst in Halle.
De treinlectuur. Karl MAY, De schat in het Zilvermeer. Rachel JOYCE, De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry.
Een scheutje oprisping. Als een diploma na vier jaar passé is, (dixit Muyters) kunnen we de studies dan niet beter overslaan?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. We maakten nog eens gebruik van het Wandelnetwerk Stille Waters en dokterden zelf een wandeling van iets meer dan 14 km uit, van Lippelo naar Sauvegarde, langs zoveel mogelijk onverharde of andere trage wegen. Met een TWQ van 44% boeken we een eerder matig succes. Het is een moeilijk te beoordelen tocht: sommige delen zijn echt de moeite waard, andere voeren dan weer door sterk bewoonde of anderszins oninteressante zones. Van de eerste onthouden we vooral de Kruisheide, de Lanenbeemd en het Moer, al helemaal tegen het einde van de tocht aan. De winnende nummers zijn 98 99 95 96 130 126 71 70 69 68, een eerder beperkt aantal omdat de knooppunten soms ver uit elkaar liggen. Positief is dan weer dat de bewegwijzering bijna nergens voor onduidelijkheid zorgt en dat de enige wijziging tussen de punten 95 en 96 ligt. Het nieuwe tracé is ongetwijfeld een aanwinst. Defoto'sen hetkaartje.
Boerenpaarden waren alomtegenwoordig. Het zijn dan ook van de mooiste schepselen die er op de aardkloot rondlopen. En helemaal zonder graffiti…
Het weer. Zo een herfstdag waarop je met veel plezier de wandelschoenen aantrekt: van licht tot half bewolkt, rustig en aangenaam fris.
De stafkaarten. 23/2Z Buggenhout - 23/2N Puurs - 23/3N Willebroek
Hoe we er geraakten. Lippelo wordt bediend door een schoolvariant 254 Dendermonde - Boom en door de belbus 938 Klein-Brabant. Veel keus hadden we dus niet. Het werd - althans voor de heenrit - de belbus uit Puurs. De terugrit vertrok uit Ruisbroek-Sauvegarde; de snelste en de leukste verbinding maakte 3 overstappen nodig, maar in normale omstandigheden is dat geen probleem.
Een beetje geschiedenis. Vermoedelijk zijn er weinig Belgische treinhalten die in de loop van hun bestaan zoveel wijzigingen hebben gekend als (Ruisbroek-)Sauvegarde: een naamwijziging, verschillende bestemmingen als eindpunt, complete afschaffingen en toch overleving. Ik probeer het overzichtelijk te houden. Meer info vind jeop deze plaatsen uiteraard in de onderaan vermelde bron.
Het verhaal begint op 3.11.1885, als de halte Sauvegarde in dienst komt. Eindpunt in Antwerpen is Antwerpen-Oost. Sauvegarde heeft in 1892 5 treinen in elke richting. Die stoppen in Berchem, Edegem, Kontich-West, Reet, Boom, Puurs, Oppuurs, Sint-Amands-bij-Puurs, Baasrode-Noord en Dendermonde. In 1908 vinden we Antwerpen-Centraal als eindpunt terug - Kontich-West is ondertussen Kontich-Dorp geworden. In het spoorboekje van 1922 is het eindpunt opnieuw gewijzigd: het is nu Antwerpen-Zuid, met verdere stops in Hoboken, Wilrijk, Oude-God, Edegem, Kontich-Dorp, Reet, Boom, Sauvegarde en verder naar Dendermonde als eerder vermeld.
De lijn zou onder deze vorm WO II doorkomen. In het spoorboekje van 1950 vinden we halten terug als Niel, Schelle, Hemiksem, Hemiksem-Werkplaatsen, Hoboken-Kapelstraat en Hoboken. Dat is precies wat ik me ook herinner uit mijn prille jeugdjaren, al werd Hoboken-Kapelstraat op een bepaald moment Hoboken, terwijl Hoboken Hoboken-Polder genoemd werd. De verdere geschiedenis wordt bepaald door enkele markante momenten: - zo is er de verbussing van lijn 52, wat uiteindelijk inhield dat er voor Sauvegarde nog slechts een beperkte dienst overbleef: in 1957 reden er nog 4 treinen naar Antwerpen-Zuid tussen 5:48 en 7:00 - 's avonds volgde de omgekeerde beweging; - de afbraak van Antwerpen-Zuid en de latere aansluiting op de lijn 59, de bouw van de Kennedytunnel hadden uiteraard ook hun invloed op Sauvegarde: in 1971 reden 5 van de 8 treinen door naar het nieuwe Antwerpen-Noorderdokken, de drie resterende eindigden in Antwerpen-Centraal; - in 1980 wordt de treindienst voorlopig opgeheven tussen Boom en Puurs. Dat voorlopig is een bijzonder rekbaar begrip: het duurde tot 1998 voor er opnieuw treinen reden tussen Boom en Puurs, moment waarop een nieuwe kanaalbrug eindelijk in dienst kon worden genomen. Sauvegarde zelf verdween in de logica van IC-IR.
En toch: in het spoorboekje van 1.10.2000 duikt de halte opnieuw op, zij het onder de naam Ruisbroek-Sauvegarde. Vanaf 2012 zou de stoptrein zelfs doorgetrokken worden van Antwerpen-Centraal naar Roosendaal. Meteen kwam Sauvegarde op een internationale verbinding van klein kaliber te liggen.
Opvallend is dat vanaf de jaren 1950 de weekenddienst verdween. De zaterdagdienst mocht het nog wat uitzingen, maar met het invoeren van de vijfdagenweek moest ook die eraan geloven. Maar… vanaf december keert de weekenddienst terug.
De treinen Puurs - Roosendaal zijn de exclusieve speeltuin van de niet-gemoderniseerde vierledige stellen (mr75) en die laatste zijn dan weer de lang niet exclusieve speeltuin van kladschilders. Ik heb mijn best gedaan om het stel te reinigen, maar helemaal zonder gevolgen is dat natuurlijk niet…
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
1708
09:27 09:36
+2
411
mr80 break
controle: N
Brussel-Zuid - Mechelen
2008
09:50 10:15
+2
08094
mr08 desiro
controle: N
Mechelen - Puurs
2760
10:41 10:59
+2
08109
mr08 desiro
controle: J
Puurs - Lippelo
bb938
11:10
ab1015-02
Mercedes Sprinter II
De Decker
-
Ruisbroek-Sauvegarde - Puurs
2585
15:48 15:52
stipt
839
mr75 vierledig
controle: N
Puurs - Mechelen
2786
16:00 16:19
+2
304
mr80 break
controle: J
Mechelen - Brussel-Noord
3137
16:34 16:52
+3
2728 - 53503
M5
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1938
17:01 17:21
+18
1845 - 61027
M6
controle: J
En wat we beleefden. We hebben een belbus gereserveerd en dus proberen we het risico zo goed mogelijk te beperken. Met een rechtstreekse rit naar Mechelen (IC3408) en een ruime overstap aldaar lijken we aan onze eigen voorzienigheid tegemoet te komen. Maar ofwel gaan wij door een echte pechperiode, ofwel gaat het echt snel weer veel slechter met de stiptheid van onze treinen, maar ook vanmorgen loopt het mis, gelukkig zonder veel erg voor ons, gezien onze voorzorgen. Tot overmaat van ramp geeft de app geen info over de loop van de treinen. IC 3408 zal er een desastreuze rit van maken: de trein is afgeschaft tussen Binche en La Louvière-Sud, vertrekt daar met 32 minuten vertraging en zal er zelfs niet in slagen om dat dikke half uur tot enigszins aanvaardbare proporties te reduceren. (In Herentals zal de vertraging zelfs 40 minuten bedragen - de trein wordt dan ook afgeschaft tussen Herentals en Turnhout. Vraagje: telt dit nu voor 2 gedeeltelijk afgeschafte treinen in de vertragingsstatistieken?) Gelukkig is er vrij snel de IC 1708, die wel een overstap in Brussel-Zuid nodig zal maken. Deze trein rijdt bijna op tijd en de aansluitende IC 2008 doet het ook behoorlijk. De voorziene koffie in de Friends, vlakbij het station, komt zelf niet in het gedrang. Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat we ook met de IC 3408 de aansluiting met L 2760 nog gehaald zouden hebben. We zien de trein in de hoogte wegrijden terwijl we op het lager gelegen perron 5 op onze L-trein staan te wachten. Technische problemen zouden aan de basis van de vertraging gelegen hebben en dat weerspiegelt zich waarschijnlijk ook in de samenstelling van deze trein: in plaats van een vierledig en een tweeledig stel, moeten 2 tweeledige stellen de klus klaren. Dat zal zeker tot Brussel-Zuid voor enige beklemming gezorgd hebben.
De dag voordien heb ik de belbus gereserveerd. Wie wat thuis is in de website van De Lijn zal wel weten dat alle logica zoek is zodra je op belbus geklikt hebt, maar blijkbaar is niet alleen de klant die zich thuis probeert voor te bereiden daar het slachtoffer van. Naast de gewone gegevens speel ik ook door dat onze trein in Puurs om 10:59 aankomt. We krijgen prompt een busje om 11:03, met de vraag of dat zal lukken. Nu is Puurs niet meteen het slechtste overstapstation, zeker niet als je op spoor 1 aankomt, maar de operator zegt opeens zelf dat dit niet kan. Reizigers moeten namelijk 5 minuten voor het afgesproken uur klaar staan en we hebben maar 4 minuten! Ik vrees al dat we een bus van een uur later aangesmeerd zullen krijgen, maar tot mijn verbazing is er ook een om 11:10. Toeslaan dus! De belbus komt inderdaad krek om 11:10 aan gereden. We krijgen een rit over veel verkeersremmers en de vering van het busje is niet bepaald zacht. Maar wat zouden we daar over klagen als we over enkele jaren misschien wel met een mindermobielenbusje van het OCMW ter plaatse gebracht zullen worden. Mindermobielen, wij die met trein, bus, tram en te voet ongeveer elk verborgen hoekje in België ontdekt hebben, veel meer dan al die automobielen die als razenden van file naar file rijden…
De terugrit uit Sauvegarde verloopt tot Brussel-Noord zonder veel problemen. De vertragingen van L 2585, L 2786 en IC 3137 zijn te verwaarlozen. Alleen enkele details zijn storend: in de L 2786 is de info op de schermen flagrant fout: ze zou perfect kloppen voor een rit Leuven - Sint-Niklaas, maar we zitten nu eenmaal in een trein naar Mechelen en Leuven. In IC 3137 zijn twee opeenvolgende WC's buiten dienst. Het loopt wel grondig fout vanaf Brussel-Noord. IC 538 staat nochtans vertrekkensklaar op spoor 9, maar het duurt een viertal minuten voor hij effectief weg rijdt. Ondertussen staat IC 1938, die ons naar Halle moet brengen, klaar om Brussel-Noord binnen te rijden, maar België moet zowat het enige land ter wereld zijn waar alle treinen stapvoets of trager een station binnenrijden en dus gaat er nogal wat tijd verloren tussen het vertrek van IC 538 en de aankomst van IC 1938. Vier minuten vertraging bij vertrek valt al bij al nog mee, maar blijkbaar zijn er toch wel wat problemen in de NZV: in Brussel-Centraal hebben we al 8 minuten vertraging. Vanuit Brussel-Zuid volgt er een typische spitsuurrit van Brussel-Zuid naar Halle. De treinbestuurder trekt op zodra dat kan en haalt nog voor Vorst-Zuid een behoorlijke snelheid, maar dan wordt het afremmen; tot Buizingen gaat het dan van traag naar trager, het korte eindspurtje naar perron 3 in Halle verandert niets meer aan de zaak: achttien minuten vertraging is het verdict. Er schijnt een tussenkomst van de politie geweest te zijn in Halle in het voorbije uur, maar volgens de app is de normale toestand hersteld. Toch is het niet denkbeeldig dat onze vertraging althans gedeeltelijk daaraan te wijten is. En voor veel reizigers is 18 minuten vertraging nu eenmaal de normale toestand…
De treinlectuur. Ivan GONTSJAROV, Oblomow. Margot VANDERSTRAETEN, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Een groot deel van wat Bart de Pauw in zijn quiz debiteerde, was dus niet grappig bedoeld maar pure ernst. Laat staan dat het grappig geweest zou zijn…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Een onschuldige foto van een bus op het Vlaamse platteland, zou je denken, maar het kostte me toch wel enige moeite om er de chauffeur van te overtuigen dat ik geen kwaad in de zin had. Zo ver zijn we gekomen: haal je foto-apparaat boven en iedereen gaat meteen in het defensief. Gelukkig bleef het bij een beschaafde woordenwissel; in de buurt van Florenville heb ik het al anders meegemaakt, met chauffeurs die eisen dat je de foto wist of dreigen er de politie bij te halen. Het wordt de hoogste tijd dat de OV-maatschappijen eens duidelijk stellen waar het op staat.
De wandeling. We vervolgen vandaag onze tocht langs de GR Kempen, en wel van Oostmalle tot Rijkevorsel. Dat is net geen 20 km rustig stappen langs voornamelijk landbouwgrond. Van de gevolgde wegen is 39% onverhard of laat het op een andere manier geen gemotoriseerd verkeer toe. De wandeling valt best mee en brengt ons achtereenvolgens in Oostmalle, Westmalle, Sint-Lenaarts en Rijkevorsel, Kempische dorpen die al te zeer geteisterd worden door druk autoverkeer. Maar tussendoor is het toch genieten van vergezichten die soms onverwacht ver strekken.Kaartjeenfoto's.
De herfst is wat minder kleurrijk dan de vorige jaren, maar het kanaal Dessel - Schoten ligt er toch mooi bij.
Rijkevorsel wenkt in de verte.
Het weer. Een prachtige herfstdag, met nauwelijks bewolking, bij een eerder lage maar toch aangename staptemperatuur van ongeveer 8°.
De stafkaarten. 8/6Z Malle - 8/6N Rijkevorsel
Hoe we er geraakten. De rechtstreekse treinverbinding tussen Halle, Herentals en Turnhout en de behoorlijke aansluiting in beide laatste stations met buslijnen die Oostmalle en Rijkevorsel bedienen, doen ons zonder veel aarzelen kiezen voor die optie. Alternatieven zouden minstens één overstap meer nodig maken zonder dat daar tijdwinst mee gemoeid is: heen via Antwerpen-Centraal, terug via Noorderkempen.
Een beetje geschiedenis. Rijkevorsel kreeg vrij vroeg een tramverbinding met Oostmalle (waar overgestapt kon worden op de tramlijn Antwerpen - Turnhout) en later (rond 1910) een tweede verbinding Turnhout - Sint-Lenaarts (en verder). Beide lijnen kruisten elkaar ter hoogte van de kanaalbrug. Geen van beide tramlijnen hield het uit tot 1950. De lijn die ons het meest bezighoudt omdat we ze ongeveer terugvinden in de door ons vandaag gebruikte verbinding, hield het voor bekeken in 1949. (De andere stopte al in 1946.) Bussen vervingen de trams: tabel 651 beschreef de lijn Hoogstraten - Rijkevorsel - Oostmalle, tabel 925 ging over de lijn Turnhout - Hoogstraten - Meersel. Verder grasduinen in oude dienstregelingen leert ons dat deze buslijnen vrij snel grondig gereorganiseerd werden. Tabel 801 werd Antwerpen - Sint-Job - Brecht - Sint-Lenaarts - Rijkevorsel - Hoogstraten, tabel 802 Turnhout - Beerse - Rijkevorsel. Er was ook nog een tabel 801a Brecht - Loenhout - Wuustwezel en ook 801b bestond: Hoogstraten - Rijkevorsel - Oostmalle. Erg eenvoudig is de configuratie van de buslijnen in de Noorderkempen nooit geweest en eerlijk gezegd: langer op trein en bus zitten dan het eigenlijke stappen overkomt ons nog wel eens vaker, maar als ik dit allemaal tot in de details zou moeten uitvlooien, zou ik waarschijnlijk ook langer geschiedenis schrijven dan stappen. Begin jaren 1970 waren al die busdiensten ondergebracht in 3 tabellen (640-641-643), die overeenkwamen met respectievelijk de lijnen 60 (Antwerpen - Hoogstraten), 43 (Turnhout - Hoogstraten - Meersel) en 40 (Hoogstraten - Rijkevorsel - Oostmalle). In 2000 vinden we nog altijd deze constellatie terug: lijn 40 is niet veel meer dan een schooldienst, van lijn 43 wordt vooral het deel Rijkevorsel - Turnhout goed bediend, en lijn 60 heeft een voor de normen van die tijd behoorlijke uurdienst. Sindsdien is men niet gestopt met reorganisaties en vernummeringen. Drie hoofdlijnen beschikken nu over een behoorlijke dienst, wat de gemeente Rijkevorsel zeker ten goede is gekomen: in de nummering zijn er trouwens nog duidelijke verwijzingen naar de vroegere aanduidingen:
-431 Turnhout - Rijkevorsel (43); -432 Brecht - Sint-Lenaarts - Rijkevorsel - Turnhout - Arendonk (43) - op te merken valt de vrij recente verbinding van het NMBS-station Noorderkempen in Brecht en de verlenging van de lijn tot Arendonk; -600 Antwerpen - Hoogstraten (60). Voorts zorgt een hele resem lijnen voor de schoolverbindingen: 400 - 401 - 408 - 409 - 433 - 435 en 608.
De verbinding.
Halle - Herentals
3407
08:21 09:36
+23
2727 - 58059
M4
controle: J
Herentals - Oostmalle
[429]
10:54 11:25
+1
ab2018
VDL Bus & Coach Citea SLE
??
-
Rijkevorsel - Turnhout
[432]
16:25 16:53
stipt
ab1110-78
Volvo 7700A
B&C
Turnhout - Halle
3439
17:06 18:39
stipt
08012
mr08 desiro
controle: J
En wat we beleefden. Voor de tweede dag na elkaar vertrekt IC3407 in Binche met één Cornuminuut vertraging. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat een trein die daar zo lang stilstaat toch nog met vertraging kan vertrekken. Maar zoals wel vaker is het pas in La Louvière dat er echte vertraging optreedt. Als je dan in Halle twee S2-treinen naar Leuven met amper enkele minuten verschil ziet vertrekken (de 3757 heeft meer dan een half uur vertraging!) en ook nog wat P-treinen en een duo IC-treinen de revue ziet passeren, begin je er plots ernstig rekening mee te houden dat 18 minuten aansluitingstijd tussen trein en bus misschien toch niet zullen volstaan. Het mag een wonder heten dat de IC3407 slechts met 6 minuten vertraging in Halle vertrekt, het staat ook in de sterren geschreven dat die vertraging zal groeien; de seinstoring tussen Brussel-Zuid en Vorst-Zuid mag een half uurtje eerder dan wel opgelost zijn, helemaal zonder gevolgen blijft zo iets niet. En inderdaad: tussen Buizingen en Ruisbroek gaat het stapvoets of trager en in Brussel-Zuid noteren we al 25 minuten vertraging. Te veel zal blijken, om toch nog de voorziene bus in Herentals te halen, al slinkt de vertraging mondjesmaat: Brussel-Noord +29, Vilvoorde +28, Mechelen +26, Lier +24, Herentals +23. Vanaf Vilvoorde gaat het trouwens over lijn 27.
Je hebt hier als OV-gebruiker toch wel wat bedenkingen bij. - Zelf ben ik geen voorstander van compensatie bij vertraging - je krijgt je centen terug en de kous is af, maar beter zou zijn dat men met het uitgespaarde geld de oorzaken en de gevolgen van de vertraging aanpakt -, maar ik wil ook niet heiliger zijn dan de paus, en dus vraag ik die toch op wanneer de gelegenheid zich voordoet. Alleen: we zullen vandaag met 60 minuten vertraging aankomen op onze eindbestemming, maar van compensatie kan er geen sprake zijn, omdat we nu eenmaal op een bus van De Lijn met uurfrequentie overstappen. Maar voor de gebruiker komt het wel net op hetzelfde neer. - We zien vandaag af van het seniorenbiljet waarvan mijn vrouw geniet, omdat we 20 km voor de boeg hebben en we toch liefst voor valavond aan willen komen. Dat komt neer op een meerkost van €10.40, die we er graag bijnemen omdat het ons nu eenmaal wat meer stapcomfort biedt. Maar door de gemiste aansluiting zijn we dus voor niks een uur vroeger vertrokken. (Overigens zou IC3408 ook maar net op tijd in Herentals aankomen...) - Zou het nu echt kunnen dat het eerste graadje vorst voor al deze problemen zorgt?
Het is wat zoeken naar een aantrekkelijke horecazaak in de buurt van het station en we vinden die ten slotte zo een 10 minuten later in de Theekan, een blijkbaar onlangs geopende en bijzonder charmante zaak waar de nadruk overduidelijk op thee ligt. Zo raakt het verloren uur toch nog op een aangename manier ingevuld.
De bus van lijn 429 rijdt behoorlijk stipt. De bus wordt succesvoller naarmate de rit vordert maar de dienstregeling lijkt daar perfect op berekend. Alleen in Oostmalle gaat er wat tijd verloren aan de verkeerslichten: het begrip spits zal vanzelf begrijpen als elk moment van de dag druk is.
Onze terugrit vertrekt op het driehoekige plein voor de kerk. Het is eerst nog even genieten van het ongelooflijk drukke autoverkeer. Wie tien jaar geleden dacht dat we het hoogtepunt, dat eigenlijk een dieptepunt is, wel bereikt hadden, leert dag na dag dat het altijd erger kan. De bus, een gelede Volvo, houdt het ook vrij stipt, al moet de chauffeur echt het onderste uit de dieselkan halen.
In Turnhout staan de twee desiro's voor IC3439 al klaar. Eigenlijk valt er over de terugrit niet veel te vertellen; alleen de treinbegeleidster verdient een pluim op haar kepie, voor haar duidelijke aanwezigheid in de trein en voor de frequente controles. Zij is echt wel één van de bijoux van Dutordoir.
De treinlectuur. Ivan GONTSJAROV, Oblomow. Margot VANDERSTRAETEN, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Een kwartiertje stappen vermindert het ruziën in de klas. Dat pasten wij 55 jaar geleden al toe: als wij in de klas aankwamen, waren we allang uitgeruzied, in altijd nieuwe coalities met altijd wisselende slachtoffers. En toch ging niemand van ons in de politiek.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Ontdek de natuur van Brussel langs De Groene Wandeling was het motto, maar na een bijna 15 km lange tocht van Laken tot Sint-Lambrechts-Woluwe is het maar de vraag of de ontwerpers van dit originele pad daar ook echt in geslaagd zijn. Natuurlijk kom je langs enkele mooie restjes natuur: het Goedeherderpark en de Vallei van de Woluwe zijn zeldzame momenten waarop de natuur het echt haalt van de verstedelijking, want vaak loop je alleen maar in de buurt van restjes natuur of park en even vaak zijn de stukjes natuur onooglijke schaamstrookjes langs drukke verkeerswegen. Maar wie delen van Brussel wil ontdekken waar je anders (bijna) nooit komt, zal hier wel zijn gading vinden. Een TWQ bepalen is een hachelijke zaak: laat het ons bij 23% houden. Het traject werd over enige afstand omgeleid; mogelijk zou de TWQ anders enkele percentjes hoger gelegen hebben.
Schaarbeek Station - links op de foto is het aanschuiven aan het loket… van TrainWorld.
Allerzielensfeer op het Kerkhof van Brussel. Het kerkhof zelf bevindt zich zoals zijn bewoners in aanhoudende staat van ontbinding, al laten de bloemen het anders vermoeden.
Het weer. Zwaar bewolkt en af en toe zelfs wat gedruppel. De temperatuur lag rond de 10°.
De stafkaarten. 31/3N Brussel - 31/3Z Brussel - 31/4Z Sint-Pieters-Woluwe
Hoe we er geraakten. De bewegwijzering begon aan het Sint-Lambertusplein in Laken. Tram 19 brengt je snel van Jette Station tot de halte Eeuwfeest en vermits we nu ook een rechtstreekse verbinding Halle - Jette hebben, was onze keuze snel gemaakt. Voor de terugreis kozen we voor het station Roodebeek op metrolijn 1. Afhankelijk van ons vertrekuur zouden we dan kunnen overstappen op de trein in Merode, Schuman of Brussel-Centraal. Het werd de laatste oplossing.
Een beetje geschiedenis. Een erg goed gedocumenteerd artikel over de geschiedenis van de Brusselse metro vond ik op wikipedia. Laat me volstaan met het volgende: Roodebeek ligt op een metrolijn die het westen en het oosten door het centrum van het Brusselse gewest met elkaar verbindt. Sinds 2009 is dat metrolijn 1, zonder toevoeging van de letters A en B die oorspronkelijk duidelijk moesten maken dat de lijn in 2 westelijke en 2 oostelijke takken afsplitste van een gemeenschappelijk deel.
De verbinding.
Halle - Jette
3207
09:03 09:34
+1
322
mr80 break
controle: N
Jette - Laken
[19]
09:41 09:50
stipt
t3048
Edingenstraat
-
Roodebeek - Brussel
[1]
14:02 14:15
stipt
me6094
Brussel-Centraal - Halle
3435
14:23 14:39
stipt
2721 - 51017
M4
controle: N
En wat we beleefden. Veel valt er over deze korte ritten natuurlijk niet te vertellen. De anders goed bezette IC3207 heeft nu duidelijk minder passagiers mee. Toch zijn er opvallend veel uitstappers in Jette, station dat tot voor kort vrij karig bediend werd. De IC Kortrijk - Brussel - Sint-Niklaas laten stoppen in Jette was duidelijk een goede keuze. We zijn niet echt goede MIVB-klanten en dus kon ik eindelijk de laatste twee ritten van een Jumpkaart met 10 ritten opmaken in tram 19. Druk is het niet in de tram die dan ook zijn eindpunt nadert. De halte-aanduiding is onberispelijk.
Voor de terugrit heb ik de dag voordien met opvallend gemak twee ritten op mijn Mobib van De Lijn laten plaatsen. Die ritten zijn meteen beschikbaar en je kunt je eigenlijk niet van de indruk ontdoen dat de MIVB veel handiger gebruik maakt van de mogelijkheden die de MOBIB biedt dan De Lijn (en in mindere mate de TEC). De poortjes in het metrostation openen zich probleemloos. De rit wordt opgevrolijkt door een accordeonist die langzaam door het metrostel vordert. Veel brengt dat blijkbaar niet op. Met dank aan de apps van MIVB en NMVB kiezen we vrij trefzeker voor een overstap in Brussel-Centraal. Daar ligt het aantal treinen naar Halle nog altijd een stuk hoger dan in Merode (1 per uur) of Schuman (2 per uur).
Het is de IC naar Binche die ons stipt naar Halle brengt. Het is een van beide lange M4-stellen die het reizen op deze verbinding zo aangenaam maakt, ook al gaat het volgens sommige Kempense politici om afdankertjes. Sommige politici eindigen hun carrière ook als afdankertjes.
De treinlectuur. Ivan GONTSJAROV, Oblomow. Margot VANDERSTRAETEN, Het vlindereffect. (Boeken bleven eerlijk gezegd deze keer thuis, gezien de korte verplaatsing.)
Een scheutje oprisping. Vrijdagmorgen op radio 1: en hoe wordt het weekend Frank. Diens gezonde reactie: laat het ons eerst eens over de vrijdag hebben. Van jongeren zeggen we wel eens dat ze van weekend naar weekend leven…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Een zeldzaamheid in deze blog: een bus van de MIVB, die ternauwernood 21 haalt…
De wandeling. We stappen vandaag voor de tweede keer in Nederokkerzeel. De wandeling heet Laar en List en is wat een ontwerp van de gemiste kansen. Het inschakelen van nog wat meer trage wegen (de TWQ bedraagt 43%) zou geen onoverkomelijkheid mogen zijn in een gemeente die daar werk van gemaakt heeft en het is wat eigenaardig dat een grote lus naar de Torfbroeken is ingelast als je zelf angstvallig rond het natuurgebiedje loopt over verkavelingsstraten. Toch is het eerste deel van de wandeling, over de weidse kouters met attractieve vergezichten, inclusief laagvliegers - de luchthaven is vlakbij - zeker de moeite waard. Hetkaartje. Bekijk alle foto'shier.
Of het nu het koolzaad of de zonnebloemen zijn, Nederokkerzeel staat goed met geel.
Het weer. Betrokken tot zwaar bewolkt, wat betekent dat de zon zich nauwelijks liet zien. Wel droog en rustig. 16 à 17° lijkt me een ideale staptemperatuur.
De stafkaarten. 24/5Z Kampenhout - 23/8Z Vilvoorde (Oost)
Hoe we er geraakten. Buslijn 271 Brussel - Kampenhout is de aangewezen (de enige…) manier om naar Nederokkerzeel te reizen. De keuze die je dan nog moet maken, is waar je overstapt: Brussel-Noord, Bordet of Kortenberg. Dat laatste leek ons het meest praktische: een rechtstreekse S-trein Halle - Kortenberg en enkele minuten bus.
Een beetje geschiedenis. Veel is er in 8 maanden niet veranderd in Nederokkerzeel: lees hethiernog eens opnieuw.
De verbinding.
Halle - Kortenberg
3761
11:41 12:32
stipt
08144
mr08 desiro
controle: J
Kortenberg - "Nederokkerzeel"
[271]
12:48 12:55
+6
ab5593
Van Hool New AG300
Haacht?
-
"Nederokkerzeel" - Kortenberg
[271]
16:17 16:25
stipt
ab3030-62
MAN Lion's City
Modern Toerisme - Van Riet
Kortenberg - Brussel-Zuid
3787
16:28 17:00
+13
08046
mr08 desiro
controle: J
Brussel-Zuid - Halle
1738
17:24 17:32
+11
373
mr80 break
controle: N
En wat we beleefden. Het was één van de kortere wandelingen van ons programma. Dan proberen we vaak om rond de middag nog op de trein te zitten, zodat we daar net voor de wandeling kunnen eten. Het zoeken naar een goede picknickplaats onderweg kan in de gure seizoenen immers nogal eens tegenvallen. En dus vertrekken we pas om 11:41. Veel valt er over deze rit niet te vertellen. De aansluitende bus laat wat op zich wachten. Uiteindelijk zullen we met 7 minuten vertraging in de gelede bus stappen. Let the beast go moet de chauffeur gedacht hebben, want de verkeersremmers zijn wel niet efficiënt in het vertragen van het verkeer. Maar het toppunt moet nog komen: aan de halte Erps-Kwerps Kasteelstraat krijgen we te horen dat dit het eindpunt is. Ik kan mijn oren nauwelijks geloven: thuis heb ik niks gelezen over een eventuele omlegging en de app van De Lijn waarmee ik de rit volg, geeft de afstand (in minuten) tot de resterende halten onberispelijk door. Maar de chauffeur is zeker van zijn stuk: ze kunnen daar niet door, en dit is het einde van de rit. De Lijn in de voorbije jaren, dat is een echt succesverhaal: hoe je met enkele eenvoudige politieke ingrepen van een tamelijk goed functionerend bedrijf snel een gedrocht kunt maken waar uiteindelijk iedereen van af wil. Proficiat N-VA, proficiat VLD, proficiat Weyts. Ik kan nu met gemak om de twee weken een klacht indienen: bussen die veel te vroeg rijden, bussen die niet opdagen (gisteren die van mijn vrouw nog), informatie die niet meer doorstroomt: het houdt niet op. Voor ons zit er niets anders op dan een dikke kilometer extra stappen (en dat 2 keer). Dat is natuurlijk niet onoverkomelijk maar stel je voor dat je een verfrommeld manneke van 90 bent dat ook nog slecht te been is. De omlegging is op zich al erg genoeg, dat de informatie blijkbaar niet doorgestroomd is, maakt het des te erger. Aan de bushalte Nederokkerzeel Kerk krijgen we een dik kwartier verder te lezen hoe de vork aan de steel zit.
Een uur later dan voorzien nemen we dus de bus terug: die staat inderdaad in een zijstraat (de Kasteelstraat) op zijn vertrekuur te wachten. Het korte ritje verloopt probleemloos en we halen zelfs een uiterst twijfelachtige overstap van 3 minuten in Kortenberg. We krijgen al vrij snel controle van een vriendelijke tbg, die concludeert dat wij er een fijne dag op hebben zitten. Een stukje menselijkheid dat de soms geforceerde vriendelijkheid van sommige van haar collega's overstijgt. Weet ze veel wat haar nog te wachten staat. Tussen Schaarbeek en Vilvoorde zijn er nog maar eens spoorlopers gesignaleerd, en de duur van de storing lijkt op enige hardnekkigheid te wijzen. Vermoedelijk is het daardoor dat we allesbehalve vlot door de NZV rijden. Tussen Noord en Centraal loopt de vertraging op van 4 naar 11 minuten, en voor we Brussel-Zuid bereiken, komen daar zelfs nog eens 2 minuten bij. De margriet is al een tijdje rood, als de tbg plots naar de deur van de stuurpost komt gelopen. Vermoedelijk is er een incident geweest met een late instapper: de treinbestuurder mag niet vertrekken en geen deuren openen, ze wacht op Securail en klaagt van veel pijn in de hand. Een typisch maar pijnlijk incident waar vooral de goedmenende tbg's het slachtoffer van worden. Een minuut of zo later daagt Securail op en we kunnen alleen maar hopen dat ze de onverlaat hebben kunnen vatten. Op dat moment breekt de veer bij de tbg helemaal: eerst wil ze nog wel doorrijden tot Braine-le-Comte, maar uiteindelijk zal de trein niet verder rijden dan Brussel-Zuid. (Achteraf zal blijken dat hij toch nog is doorgereden tot Halle, met meer dan een half uur vertraging.) Spoorlopers en opdringerige reizigers: ze houden duizenden reizigers in de ban, aantallen die echte terroristen gelukkig maar af en toe eens op hun rekening kunnen schrijven. Het is een verhaal van een wegdeemsterende beschaving: enkelingen zetten de boel overhoop en de goedmenende burger wordt daar het slachtoffer van. Gevreesd moet worden dat het aantal goedmenende burgers zelf daardoor onder druk komt te staan. En nog één bedenking: de zoektocht naar een betere vertrekprocedure is stopgezet. Waarom moet die laatste deur zo nodig open blijven? Het is een uitnodiging om nog snel in te stappen? Ik vermoed dat het een regel is uit de tijd dat communicatie tussen treinchef, treinbestuurder, onderstationschef perron, seinhuis erg moeilijk liep, maar tegenwoordig zouden die toch allemaal gemakkelijk met elkaar in verbinding moeten kunnen treden zonder die geopende deur? Het zou een nieuwe vertrekprocedure zelfs overbodig maken!
Maar we kregen dus te horen dat de trein niet verder zou rijden, uit de mond van een tbg, die duidelijk helemaal over haar toeren was. Wij dus op zoek naar een alternatief, en dat bleek nog de IC naar Quiévrain te zijn, ook in vertraging. Ik ga bewust naast een reiziger zitten die met zijn rommel een tweede zitplaats heeft ingenomen, en hoogstwaarschijnlijk niet eens een biljet eerste klas heeft. Het vervelende geluid uit zijn oortjes moet ik er dan maar bijnemen. De IC vertrekt wat verrassend over het viaduct van lijn 96N en we zullen ook tot net voor Halle op die pseudo-HSL blijven. Veel haalt het allemaal niet uit: op de HSL rijden nu eenmaal ook nog andere treinen en die krijgen voorrang. In Buizingen is het wachten en dat levert nog eens 3 minuten vertraging op.
Erg veel treinen zullen we in de resterende maanden van 2017 wel niet meer nemen: stilaan krijg ik dus zicht op de vertragingen. Ik waag me nu al aan een kleine voorspelling: het ziet er naar uit dat het slechtste jaar wordt sinds ik met mijn waarnemingen begon in 1976.
De treinlectuur. Ivan Gontsjarov, Oblomow. Margot Vanderstraeten, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Een Britse wetenschappelijke studie heeft uitgewezen dat je beter niet rechtstaat voor ouderen in trein en bus: de extra beweging is zelfs gezond, en dus bewijs je hen er eigenlijk een dienst mee als je hen laat staan. Misschien moeten we ze voortaan achter bus en trein aan laten hollen: dat is pas beweging en dus gezond!
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
19 oktober 2017 Jemeppe-sur-Meuse - Liège (GR579)
De wandeling. We beëindigen vandaag voor de tweede keer GR579 uit Brussel, maar het is de eerste keer dat we met deze GR hartje Liège bereiken. In vroegere versies lag het eindpunt in Esneux, of althans, dat was wat wij ervan maakten. Als je in Jemeppe vertrekt, weet je uiteraard dat je heel wat straten met bewoning zult te slikken krijgen, maar eigenlijk valt het af en toe nog mee: twee ravels, een mooi park dat in niets op een stadspark lijkt, 2 trappen (één op en één af) en tegen het einde aan ook nog een Rue en een Place Simenon. Ik heb nooit mijn neus opgehaald voor Maigret, die ik in mijn kinderjaren weliswaar heb leren kennen via de tv-serie met Kees Brusse als Maigret en de piepjonge Wies Andersen als inspecteur Lapointe. Je moet in het begin 400 m stappen vanaf de NMBS-halte Jemeppe-sur-Meuse tot de GR en op het einde komt er ook nog eens 1.2 km bij om het station Liège-Palais te bereiken. Het eigenlijke GR-traject is iets meer dan 10 km lang. Ophet kaartjestaan beide verbindingen met de treinstations aangeduid. De foto's vind jehier.
Dit is er al één van:
Het weer. Het wordt wat eentonig, maar ook vandaag genieten we van zalig nazomerweer: warm, rustig, licht tot zwaar bewolkt, maar dan mensvriendelijke altocumulus.
De stafkaarten. 42/5N Seraing - 42/1S Ans - 42/2S Liège (Nord)
Hoe we er geraakten. Eigenlijk hadden we ons beginpunt ook kunnen benaderen met de bus, maar nooit zonder overstap van bus op bus. Dan leek een korte treinrit met de L-trein naar Namur ons een betere oplossing. Ook op het einde hadden we eventueel een bus kunnen nemen om de korte afstand tot het NMBS-station te overbruggen, maar we hadden nog geen kilometers op overschot en dus kozen we voor een niet eens onaangename extra kilometer tot Liège-Palais, station dat wel goed weggedoken ligt aan de overzijde van de Place Saint-Lambert.
Een beetje geschiedenis. Onderweg werden we zowaar getrakteerd op 2 stukjes ravel; in beide gevallen ging het om gebetonneerde beddingen van eerst lijn 212 Y.Glain - Espérance-Bonne-Fortune-Montegnée (die oorspronkelijk tot Glosson liep) en daarna lijn 210 Ans - Saint-Nicolas. In de jaren 1970 kwamen ze nog als volgt in het boek van de treindienst voor:
Het ging dus om zogenaamde industriële lijnen (dat merk je ook aan het nummer boven de 200), die instonden voor de verbinding van koolmijnen met het hoofdnet van de NMBS via Ans. Onnodig te zeggen dat met het sluiten van de mijnen ook de lijnen overbodig werden. De referentiesnelheid (kolom 11) was 40 km/u. In kolom 4 lees je dat er enkele aanhorigheden zonder personeel waren. Uit kolom 10 kun je afleiden dat het om een industriële lijn voor het bedienen van verbindingen (7) ging, enkelsporig (1) en niet-gedispatcheerd (0).
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3408
09:21 09:30
+9
843
ms75 vierledig
controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins
0508
09:56 11:01
+35
1896 - 11824
I11
controle: J
Liège-Guillemins - Jemeppe-sur-Meuse
4983
12:06 12:16
stipt
08021
mr08 desiro
controle: J
-
Liège-Palais - Liège-Guillemins
2437
15:42 15:49
stipt
2151 - 58045
M4
controle: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord
0538
16:01 16:53
+2
1846 - 11822
I11
controle: J
Brussel-Noord - Halle
8802
17:05 17:25
+3
2160 - 53515
M5
controle: N
En wat we beleefden. Het begint meteen met 3 minuten vertraging voor IC3408 in Halle: de voorafgaande S2 heeft zelfs 6 minuten vertraging laten optekenen en dus is de kans groot dat onze vertraging onderweg nog toeneemt. Dat gebeurt ook effectief: in Brussel-Zuid arriveren we met 9 minuten vertraging, maar dat is nog maar het begin van de miserie. Nauwelijks hebben we perron 12 bereikt of we horen de stilaan bekende onheilspellende mededeling: personen op het spoor tussen Brussel-Noord en Brussel-Zuid. Alle verkeer is onderbroken. Vrij snel lopen de meeste sporen in Brussel-Zuid dicht. De IC naar Eupen wordt binnengehaald op spoor 15 i.p.v. spoor 12, waar de Benelux geblokkeerd staat. Die spoorlopers komen me stilaan de strot uit. Je vraagt je af waarom de zo kwetsbare slagader van het Belgische spoorwegnet niet beter beveiligd kan worden. Want nu komt er een melding en pas dan komt alles in beweging - of beter: valt alles stil. Een stevig half uur na de eerste melding beginnen de treinen weer te rijden. Het is logisch dat dit ook niet van een leien dakje loopt: de treinen moeten elkaar nu erg dicht opvolgen en dan raak je niet zonder extra vertraging door de NZV. De rest van het verhaal is vrij simpel samen te vatten: Zuid +31, Centraal +33, Noord +33, Leuven +36, Liège-Guillemins +35. Dat de vertraging in Leuven nog is aangegroeid heeft alles te maken met het gesukkel tussen Schaarbeek en Diegem, vermoedelijk ook nog in de nasleep van het incident met de spoorloper. Onze aansluiting in Liège is uiteraard vertrokken, en dus wordt het een half uurtje wachten, wat in Le Grand Café de la Gare niet eens moet tegenvallen. Het ritje naar Jemeppe-sur-Meuse verloopt probleemloos. We passeren Sclessin, Tilleur en Pont-de-Seraing; toen ik in de jaren 1960 nog het voetbal volgde (eigenlijk was de doorbraak voor mij de Wereldbeker van 1966) speelden als deze Luikse ploegen nog in eerste klasse, en was er ook nog FC Luik! Feit is dat we waarschijnlijk onze heenrit van vandaag terugbetaald zullen krijgen. Vroeger zou ik nog wat geaarzeld hebben om de NMBS centen af te troggelen voor iets waar ze uiteindelijk zelf niet veel schuld aan hebben, maar nu ze in de voorbije jaren met de regelmaat van een klok interessante formules en mogelijkheden (halveprijskaart, alternatieve terugreis en meer) afgeschaft hebben, zal ik zonder meer de compensatie aanvragen. Neem nu het seniorenbiljet van mijn vrouw, naar Jemeppe-sur-Meuse. Vroeger zouden we een terugreis uit Liège hebben gevraagd, maar vandaag kan dat niet meer. En dus moeten we een extra lijntje op een KeyCard Liège-Palais - Liège-Guillemins invullen. Palais ligt nl. niet op de reisweg Jemeppe - Halle. Dom toch!
De terugreis zal gelukkig een stuk vlotter verlopen dan de heenreis. Van Liège-Palais gaat het naar Liège-Guillemins met een IC naar Namur en Brussel-Zuid. Van Liège gaat het met IC538 naar Brussel-Noord; die vertraagt al van voor Schaarbeek, wat tot een kleine vertraging van 3 minuten leidt. De aansluitende trein (IC1938) heeft 9 minuten vertraging, de S naar Braine-le-Comte heeft zelfs een vol kwartier. P 8802 zorgt voor soelaas: met 2 treinen die normaal gezien vóór deze P-trein rijden maar er nu achter zullen zitten, verwachten we een vlotte rit naar Halle. En dat blijkt inderdaad ook bewaarheid te worden.
Alles bij elkaar was dit geen dag zonder hindernissen; de terugreis is een fortuinlijk spartelen tussen de problemen door geweest, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het weer erg regelmatig fout loopt. Nee, niet het weer, want voorlopig zijn we gespaard gebleven van herfstachtige toestanden die voor nog meer problemen zorgen. Al zijn die herfstdagen met regen en wind niet bepaald de dagen waarop wij op uitstap trekken.
De treinlectuur. John IRVING, In one person. Margot VANDERSTRAETEN, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Je hebt er die zich afvragen waarom je zo gek kunt zijn om extra te betalen voor eerste klas. Vaak zijn zij het die eerste klas de moeite waard maken…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
Natuurlijk kom je op dit type wandeling ook al eens bus tegen - als er geen asociale actie is…
De wandeling. Vorig jaar sloten we GR126 af in Membre en dus was het moment aangebroken om voor de derde keer aan deze steengoede GR die oorspronkelijk Namur met de Semoisvallei verbond, te beginnen. In de loop van de jaren werd deze GR altijd langer door uitbreidingen naar het noorden toe: zo werd het beginpunt al snel Brussel, en in de versie van de topogids die wij gebruiken (2015) werd dat zelfs Brussegem, of all places! Maar de grote veranderaar zit ook bij de GR-paden (Vlaams en Waals) niet stil, en dus werd de GR nog verder doorgetrokken naar Mariekerke aan de Schelde. Wij hielden ons aan de na 2 jaar al verouderde topogids en stapten vandaag van Brussegem naar hartje Brussel. Dat is om en bij de 18 km, waarvan 47 % over onverharde of verkeersvrije wegen. Dat kan onwaarschijnlijk lijken, maar het handige stappen van park naar park (en het landelijke eerste gedeelte) staan borg voor een tocht die voor de helft door het groen loopt. Wie niet van de stad houdt - zoals ik - kan hier misschien beter niet aan beginnen, maar soms wint de nieuwsgierigheid het van de afkeer en zo komt het dat we vandaag toch stapten onder het herfstlover van Boudewijn, Albert-I- en Elisabethpark. Het is eens iets anders dan de landelijke of avontuurlijk-natuurlijke tochten die meestal op ons programma staan.Kaartenfoto'sop de bekende plaatsen.
Twee foto's als voorsmaakje, een landelijke (Hamme) en een stedelijke (Sint-Katelijnekerk).
Het weer. Warm, winderig en helder. Nog maar eens een prachtige nazomerdag, halverwege de herfst.
Hoe we er geraakten. Bus 245 brengt je elk uur van Brussel-Noord naar Brussegem (Koster), waar het beginpunt van GR126 zich tot voor kort situeerde. Deze bus vertrekt uit Brussel-Noord, dat voor ons natuurlijk erg gemakkelijk te bereiken is - voor wie niet eigenlijk? De terugrit was nog eenvoudiger: van Brussel-Centraal naar Halle.
Een beetje geschiedenis. Tja, waarover kun je geschiedenis schrijven als je in Brussel-Centraal aankomt? Informatie over de NZV vind je à gogo op het internet. En dus dacht ik: laat ons even nagaan hoe die doorgaande P-treinen naar Geraardsbergen in de loop van de jaren, en dat gedurende de voorbije 40 jaar, geëvolueerd zijn. In 1967 reden er in de avondspits 2 treinen van Brussel naar Geraardsbergen zonder dat je moest overstappen. Dat waren de 2729 (Brussel-Noord 16:22) en de 2735 (Brussel-Noord 17:28). Laten we afspreken dat vertrekuren in het vervolg van deze tekst op Brussel-Noord slaan. In 1972 zouden hun nummers wijzigen in 1724 en 1730. Die laatste trein zou om 17:28 of 17:27 blijven vertrekken tot de komst van IC-IR in 1984. In 1973 komt er een trein bij: de 1722 die weliswaar uit Brussel-Zuid vertrekt om 17:10. En in 1975 wordt het aanbod verder uitgebreid: 1724 (16:06) - 1720 (16:30) - 1730 (17:27). In 1976 worden de treinen hernummerd en het zijn die nummers die het tot 1984 zullen uithouden: 2795 (16:04) - 2796 (16:32) - 2797 (17:00) - 2798 (17:27). De 2797 (eerst de 1722) rijdt vanaf 1979 door de hele NZV: de trein vertrekt in Vorst-Zuid en rijdt beladen via lijn 28 naar Brussel-Noord, waar hij om 17:00 vertrekt. Kort samengevat tot nog toe: in de periode 1967 - 1983 zagen we het aantal spitsuurtreinen uitgebreid van 2 naar 4, al moet gezegd dat vanaf 1980 een van de treinen niet reed tijdens de jaarlijkse vakantie die toen beperkt was tot een drietal weken.
In 1984 werd de treindienst zoals algemeen geweten volledig gereorganiseerd: het aantal P-treinen werd gereduceerd tot 2, maar door de invoering van gecadanceerde diensten werd de bediening voor Geraardsbergen niet meteen slechter, al moesten de reizigers, behalve die van de rechtstreekse P-treinen, overstappen in … Halle! In afwachting van de elektrificatie was dat een tijdelijke tussenoplossing. De P-treinen droegen het nummer 4965 en 4967. In de periode 1984 - 1997 vertrok de 4965 het vroegst om 15:53, het laatst om 16:23, de 4967 het vroegst om 16:49, het laatst om 17:04. Reizigers naar Geraardsbergen konden naast deze 2 treinen vanaf 1986 ook gebruik maken van een rechtstreekse IR Antwerpen - Geraardsbergen. De IR Halle - Geraardsbergen verdween toen.
In 1997 kregen we een nieuw IC-IR-plan. De P-treinen kregen het nummer 8572 en 8574, nummer dat ze vandaag nog dragen. De rechtstreekse verbinding met Antwerpen verdween echter. De stoptrein Leuven - Brussel zou voortaan doorrijden naar Geraardsbergen. De 8572 vertrok in Brussel-Noord even na 16:00, de 8574 even voor 17:00.
In 2006 kwam er een nieuwe wijziging: de rechtstreekse trein naar Geraardsbergen kwam voortaan als CR (stoptrein) uit Dendermonde. Dat had een belangrijke verschuiving voor de P-treinen tot gevolg: de 8572 vertrok voortaan om 16:49, de 8574 rond 17:45. Vanaf 2009 kwam de 8572 uit Antwerpen, de 8574 volgde een jaar later zijn voorbeeld. Zij waren doorgetrokken IR's Antwerpen - Brussel-Zuid.
In 2014 kwam er een voorlopig laatste wijziging: een S-trein Schaarbeek - Denderleeuw (Aalst) bediende voortaan Geraardsbergen om het uur. De P-treinen werden aangepast: de 8572 (als S uit Ottignies) vertrekt om 16:05, de 8574 (uit Schaarbeek) om 16:29.
Een constante door de jaren heen: minstens 2 P-treinen (of hoe ze vroeger ook heetten…), vanaf 1980 tot 1983 en vanaf 2001 beperkt tot 1 tijdens de jaarlijkse vakantieperiode, die in diezelfde periode gegroeid is van 3 weken tot 2 volledige maanden, en nog enkele vakantieweken… Buiten het bestek van dit korte overzicht vallen dan nog de S-treinen die van Geraardsbergen via lijn 26 naar Brussel-Luxemburg en verder rijden en de enkele P-treinen die in Edingen in aansluiting rijden met de treinen van lijn 94.
De verbinding.
Buizingen - Halle
[155]
08:09 08:25
+9
ab3966
Jonckheere Transit 2000
Het Rad
Halle - Brussel-Noord
1907
08:37 09:00
+6
470
mr96 Deense neus
controle: J
Brussel - Brussegem
[245]
09:40 10:18
+9
ab3310-58
Van Hool New A360H
Intratours
-
Brussel-Centraal - Halle
8574
16:33 16:52
+2
2152 - 58043
M4
controle: J
Halle - Buizingen
[155]
17:40 17:57
-1
ab3934
Jonckheere Transit 2000
Ukkel
En wat we beleefden. Eigenlijk kan er weinig fout gaan vandaag. De bus die ons naar het beginpunt van de tocht brengt (de 245) rijdt elk uur en dus voorzien we eigenlijk weinig moeilijkheden. Al is onze huisbus (de 155) op dit moment van de dag toch vaak een probleem. Bij vertrek noteren we 6 minuten, wat een meevaller is, maar zodra Halle opdoemt,begint de miserie. Sinds eind augustus is het nieuwe verkeersplan hier in werking getreden, maar dat doet precies wat de meeste verkeersplannen doen: de problemen verschuiven. Dat maakt dat we de laatste 500 m stapvoets afleggen - als het al niet helemaal stilstaat - en we mogen van de chauffeur zelfs wat vroeger uitstappen om de trein te halen. Uiteindelijk haalt het allemaal niet zo veel uit: als we in de bus gebleven waren, waren we net zo snel (traag?) geweest.
IC 1907 staat al aan het perron. Toegegeven, we hadden ook nog wel wat andere opties om in Brussel-Noord te geraken. We vertrekken op tijd in Halle, maar de NZV zorgt traditioneel voor wat vertraging. Zelfs dan hebben we nog ruim een half uur over. Brussel-Noord is sinds onze laatste doortocht - meestal stappen we hier alleen maar van perron naar perron - grondig veranderd. Eigenlijk is de verandering nog volop bezig.De bewegwijzering naar de busperrons is niet optimaal. Wij hebben in de loop van de jaren wat ervaring hiermee, maar ik kan me voorstellen dat iemand die hier voor de eerste keer een bus van De Lijn wil nemen, verloren loopt. Bussen rijden af en aan, meestal al lang voor ze aan hun eindhalte komen met film GEEN DIENST. Voor een VLD'er of NVA'er (of een overloper zoals De Ridder) moet het wel lijken alsof De Lijn voornamelijk lege bussen laat rijden. Om 9:40 is er nog altijd geen bus 245 te zien, al gokken we op een bus die net aangekomen is. De chauffeur verdwijnt even en keert - snel, het moet gezegd - terug. Dit wordt inderdaad de 245 die dus vermoedelijk met vertraging is aangekomen - door problemen met de voorgaande rit, zegt men bij de NMBS. Bij De Lijn blijf je uiteraard in het ongewisse. De chauffeur is een vriendelijke en behulpzame man - dat zal onderweg blijken. Bij aankomst is de vertraging al opgelopen tot 9 minuten. Ik zie niet in hoe dit sneller zou kunnen. Al zou een halvering van het aantal auto's en verkeerslichten waarschijnlijk wel helpen.
De terugrit verloopt in P8574 naar Geraardsbergen. Wat is dat een zalige trein. We zitten helemaal achteraan. Zalig, dat moeten ook die twee jongeren gedacht hebben, die in eerste zijn komen zitten. Ik zet mijn niets- en tegelijk alleszeggende blik op en het is duidelijk dat ze doorhebben dat ik ze doorheb. Meteen na Brussel-Zuid worden ze doorgestuurd. Ze hebben allebei een MoBIB en dus een abonnement. Zeker abonnees zouden onverbiddelijk beboet moeten worden: in deze trein is plaats zat en van abonnees kun je verwachten dat er zo iets bestaat als eerste en tweede klas. Morgen zitten ze hier opnieuw en dat kan zo doorgaan; de ene treinbegeleider is nu eenmaal minder geneigd om te controleren dan de andere. Je zou minstens hun namen kunnen opslaan, zodat het dossiertje geleidelijk kan groeien. De trein zelf rijdt vanaf Lot over lijn 96E. Zo blijft hij uit het vaarwater van de S naar Braine-le-Comte en komen we met amper 2 minuutjes vertraging in Halle aan.
De treinlectuur. Herman KOCH,Zomerhuis met zwembad. Margot Vanderstraeten, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Wat staat wat Engels toch altijd goed. Behalve als je zoals in de radiospot voor AG Insurance de klemtoon verkeerd legt. Of is dat ook al een doordacht marketingtrucje?
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnen en een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
mr322 met IC 3235 Sint-Niklaas - Kortrijk op lijn 60 Brussel - Dendermonde kp 6.8.
De wandeling. Van alle GR-trajecten die we in de voorbije 40 jaar gestapt hebben, moet dit het slechtst bewegwijzerde ooit zijn. Ik weet het, op de website kun je lezen dat de topogids uitverkocht is, dat de route opnieuw bekeken wordt, dat er nogal wat wijzigingen kunnen zijn en dat een nieuwe topogids eerlang verschijnt. Maar op een kort stuk in het begin na, is er op het gevolgde traject weinig of niets gewijzigd en dus is er eigenlijk geen excuus voor de belabberde toestand waarin de bewegwijzering zich bevindt. De GR stelt zichzelf als norm dat een route gevolgd moet kunnen worden zonder kaart en zonder topogids; welnu, dat is hier enkele kilometers lang uiterst precair. Op een bepaald moment was een kort stukje bos zelfs afgesloten want privé (geworden). Meer, vermits we vooraf gelezen hadden dat de route herwerkt wordt, dachten we op bepaalde momenten dat we over niet langer onderhouden delen van GR564 Kempen - Condroz liepen. Controle achteraf thuis - want op de website is de vernieuwde GR al te raadplegen - leerde ons dat dit niet het geval was. Zeker op de gedeelten die blijven, is er geen excuus om de bewegwijzering te verwaarlozen. En hopelijk blijft het gros van het vandaag gevolgde parcours intact, want het is echt de moeite waard. In Limburg is het ge(d)ruis van een of andere druk bereden hoofd- of autoweg natuurlijk nooit veraf, maar soms krijg je echt de indruk dat je alleen op de wereld bent, zalig gevoel dat door de herfstkleuren nog geaccentueerd wordt. De tocht over de GR is 20.4 km lang, OV-gebruikers als wij moeten daar in het begin nog eens een halve kilometer aanloop en aan het einde 1.2 km "afloop" bijtellen. Dat is de afstand van de gebruikte bushalten tot aansluitingspunten op de GR. Foto's vind jehieren voor het kaartje moet jehierklikken.
Het weer. Zwaarbewolkt, wat winderig en niet echt warm.
De stafkaarten. 17/8 Z Hechtel - 25/4 N Helchteren - 25/4 Z Houthalen
Hoe we er geraakten. Veruit de gemakkelijkste en snelste route liep via Hasselt waar we konden overstappen op de snelbus 180 Hasselt - Lommel. Die brengt ons naar Hechtel Kruispunt. Andere buslijnen houden nabij hetzelfde kruispunt halt, maar daar heet de halte Welsh Guardplein. Lijn 18a - de tragere versie van de 180 - stopt daar ook. Een bus van deze lijn zou ons dus ook naar ons beginpunt gebracht hebben, maar beide bussen rijden - onbegrijpelijkerwijze - langere tijd zo goed als gelijk. En dus kunnen we beter de snelbus nemen.
Voor de terugrit was het wat zoeken naar een bruikbare halte in de buurt van de GR. Uiteindelijk kwamen we uit bij Houthalen Kwalaak, vanwaaruit bus 31 naar Genk rijdt. De bus heeft een aangevulde uurdienst en is dus best bruikbaar. Maar het is ook een buslijn die van dorp naar dorp rijdt en niet om een omwegje geeft, en het is dus de vraag of deze lijn met de nakende reorganisaties in het kader van de basisbereikbaarheid behouden blijft - vraag die ik me de laatste maanden wel vaker stel.
Een beetje geschiedenis. De geschiedenis bood zich deze keer op een presenteerblaadje aan in de loop van onze tocht. Helemaal bij het begin vonden we een herdenkingsplaat voor de eerste Limburgse tramlijn. Het ging om de tramlijn Leopoldsburg - Bree - Maaseik, waarvan het deel dat Hechtel bediende in 1888 in gebruik werd genomen. Het was ook een van de vroegste die gesloten werd voor reizigersverkeer, nl. in 1948. In het spoorboekje van 1892 vonden we de volgende dienstregeling:
In 1988 werd de opening van de tramlijn, een eeuw vroeger, trouwens herdacht. We vonden dit bescheiden monument bij het kruispunt in Hechtel.
Wat verder volgden we enige tijd de vroegere lijn 18 Hasselt - Neerpelt; eigenaardig genoeg blijven sommigen erin geloven dat deze lijn ooit heropend wordt. Bijna een halve eeuw ervaring met aankondigingen van heropeningen hebben tot enig scepticisme geleid. Zo ziet de lijn er tegenwoordig uit:
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3407
08:21 08:30
+10
2702 - 58053
M4
controle: J
Brussel-Zuid - Hasselt
2207
08:45 09:49
+9
1917 - 61046
M6
controle: J
Hasselt - Hechtel
[180]
10:01 10:40
-1
ab4012-95
VDL Bus & Coach Citea LE
VBM
-
Houthalen - Genk
[31]
17:25 17:59
+4
ab4413-17
Mercedes Citaro G II
De Wilg
Genk - Brussel-Noord
1541
18:08 19:38
+7
1901 - 61065
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1941
20:01 20:21
stipt
315
mr80 - break
controle: N
En wat we beleefden. De IC's naar Turnhout hebben het al een tijdje moeilijk om op tijd in Braine-le-Comte te geraken - er is een werf tussen Manage en Braine-le-Comte en die maakt verkeer op enkelspoor noodzakelijk - en dat is ook vandaag het geval. (En nee, ik roep niet mee met voluntaristische politici uit de Kempen die het gebrek aan stiptheid van de IC's Turnhout - Binche op de rug van de Walen willen schuiven. Ik heb nl. de indruk dat ik vaker een trein in vertraging uit Turnhout zie dan één naar Turnhout. Maar ja, ik weiger dan ook politiek Vlaams correct te denken…) We zullen uiteindelijk ook vandaag met 6 minuten vertraging in Halle vertrekken en echt vlot gaat het niet. In Ruisbroek staan we zelfs een tijdje stil, maar het binnenrijden van Brussel-Zuid gaat dan weer vrij goed, wat de vertraging beperkt tot 10 minuten. Net tijd genoeg om achteraan het nummer van de loc te noteren en dan naar perron 10 te stappen, waar de IC naar Tongeren al klaar zou moeten staan. Helaas zal ook die vertraging laten optekenen en het grootste deel van onze treinrit ziet het er naar uit dat we onze aansluiting in Hasselt zullen mogen vergeten: Brussel-Zuid +8, Brussel-Centraal +10, Brussel-Noord +10, Aarschot +13, Diest +11, Hasselt +9. Vooral tussen Brussel-Noord en Leuven duurde het een tijdje voor we op snelheid kwamen. Opvallend toch hoe vaak het stroef gaat, zeker tot Zaventem.
Negen minuten vertraging is net genoeg om bus 18a te zien vertrekken, maar voor lijn 180 hebben we zelfs nog wat reserve over. Dat lijn 18a toch vertrekt, is een typisch voorbeeld van hoe aansluitingen trein/bus nog altijd uiterst onbetrouwbaar zijn, ondanks de aanwezigheid van het Aribus-systeem, dat men wat mij betreft gerust mag verwijderen: er is toch geen chauffeur die er zich wat van aantrekt en vaak is het De Lijn zelf die het systeem saboteert, spierballengerol van de kleine David tegen de grote Goliath. (Twee dagen eerder krijgen bus 164 - De Lijn - en bus 116 - TEC - in Halle 4 minuten wachttijd opgelegd. Beide bussen vertrekken pal op tijd, bye bye aansluiting! De chauffeurs zullen wel redeneren dat er toch geen overstappers zijn, maar dat is natuurlijk een zichzelf bevestigende toestand: OV-gebruikers vertrouwen er niet op dat de bussen wachten en dus zoeken ze andere oplossingen en rijden de bussen stipt en leeg. Gelukkig verkondigen politici van allerlei slag en inzicht al decennialang dat er wat gedaan moet worden aan betrouwbare aansluitingen.) Maar wij halen dus nog net onze aansluiting, gewoon omdat het zo uitkomt, niet omdat het systeem een en ander zo is opgevat dat het moet lukken. Meestal is het van het moet weer lukken…
Lijn 180 heeft nogal wat reizigers mee, maar dat is niets in vergelijking met de bus in de andere richting die ons onderweg kruist. Opvallend toch hoeveel reizigers in Hasselt alweer uitstappen, zodat deze snelbus naar Lommel eigenlijk ook een soort stadsbus is. Ik wil toch liever niet terug naar de tijd dat men deze toestanden vermeed door allerlei verboden en richtlijnen. Langere tijd rijden we achter de 18a aan. Ik vraag me af waarom men die buslijnen niet uit elkaar haalt en op die manier een soort halfuurdienst creëert.
Lijn 31 lijkt wel een lijn die zoveel mogelijk straten moet bedienen. Vaart zit er niet echt in; in Genk is het wel aanschuiven. Het is vrijdagavond en de studenten die misschien deze zelfde avond al ongelooflijke fysieke inspanningen zullen leveren (en morgenavond, alleen onderbroken door een deugddoende dagrust in de loop van zaterdag) moeten nu wel vlak voor het loketloze station afgehaald worden. Een tip: ban alle auto's, behalve taxi's, vlak voor het station en rond het busstation. Zo vermijd je dat busreizigers hun trein voor hun neus zien vertrekken. Wij lopen op de laatste 300 m 4 minuten vertraging op, alleen door autoverkeer dat hier eigenlijk niet thuishoort.
IC 1541 kan toch op tijd vertrekken, met ons aan boord. Alweer zullen we een treinritje maken dat allesbehalve vlekkeloos verloopt. Het begint al in Hasselt waar we met 3 minuten vertraging vertrekken, vermoedelijk omdat we op aansluiting gewacht hebben van IC 2616 uit Antwerpen naar Tongeren. Dat vind ik zeker niet verkeerd, maar waarom die kleine vertraging dan blijft groeien is me een raadsel: Alken +4, Landen +5, Tienen +7, Leuven +8. Het staat wel vast dat we de voorziene aansluiting van 4 minuten in Brussel-Noord mogen vergeten; erg is dat natuurlijk niet: er zijn nog treinen zat naar Halle op dit uur van de dag. Wel vervelend is de hoogfrequente pieptoon in rijtuig 61065. Die valt maar af en toe weg: als de omroepinstallatie echt gebruikt wordt, wordt ze vervangen door een nog luidere toon met een andere frequentie die de stembuigingen van de omroepende tbg lijkt te volgen, zonder dat je kunt ontcijferen wat hij zegt.
Zoals verwacht valt onze eerste aansluiting in Brussel-Noord in duigen. Het wordt de 1941, twee breaks, een voorziene maar wat uitzonderlijke samenstelling op deze IC Airport - Tournai. Mij maak je niet wijs dat er niet genoeg zitplaatsen tweede klasse zijn in deze trein, maar blijkbaar vinden sommige reizigers na een kort verblijf op het platform toch dat ze ook recht hebben op een comfortabel reisje… Controle blijft uit, al mogen we op dat vlak vandaag niet klagen: 4 treinen en 4 keer gecontroleerd, zij het twee keer in dezelfde trein.
De treinlectuur. Klikspaan, Studenten-Leven.Kritische kijk op het studentenleven (in Leiden) ergens tegen het einde van de negentiende eeuw. Een tijdsdocument dat moeilijk verteerbaar is, maar ik wilde het nu eenmaal nog eens lezen na 45 jaar.
Margot van der Straeten, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Honden laten tientallen auto's passeren, zonder één blafje. Maar o wee als er een jogger of wandelaar of fietser passeert. Beesten en mobiliteit, echt een kans voor Weyts om zichzelf nog eens in het zonnetje te zetten.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
9 oktober 2017 Asse-ter-Heide - Sint-Martens-Lennik (GR Groene Gordel)
De wandeling. Vermoedelijk hebben we vandaag het aangenaamste deel gestapt van de Streek-GR Groene Gordel, die zich in een ruime boog rond Brussel kronkelt. De 18 km lange tocht brengt ons van Asse-ter-Heide naar Sint-Martens-Lennik en grofweg is het dus een verkenning geworden van een deel van het Pajottenland, al moet je met die onduidelijk afgebakende benaming opletten. Sinds het Pajottenland toeristisch interessant is geworden, is het niet langer een streek van domme boeren, waarvoor men in bijvoorbeeld de Zennevallei de neus ophaalde. (In Halle beweerde men lang dat zij tot de Zennevallei behoorden en niet tot het Pajottenland… Intussen hebben ze zich hier tot het boerendom bekeerd.) We liepen voor 57% over onverharde voet- en veldwegen; vooral het gedeelte vóór Ternat heeft er nog veel in de aanbieding, waarvan sommige zelfs door bijna onbebouwd gebied lopen. Het is volop genieten van het zacht golvende landschap, dat wat meer eisen stelt aan de kuitspieren naarmate we ons eindpunt naderen. Het kaartjeen defoto'svind je op de bekende plaatsen.
Als je alle foto's bekeken hebt, krijg je een mooi beeld van het Pajottenland in de prille herfst. Deze twee laten je al eens voorproeven.
Het weer. Al snel werd het zwaar bewolkt, al bleef de zon altijd wel wat aanwezig. Voor de rest fris en rustig herfstweer.
Hoe we er geraakten. De halte Asse Heuvelstraat wordt voor Vlaamse normen zeer frequent bediend. Rest ons alleen nog de keuze om in Brussel-Noord of in Asse op buslijn 214 over te stappen. We kiezen voor Brussel-Noord, al duurt de busrit op die manier een klein uur. Voor de terugreis is de halte Sint-Martens-Lennik Dorp aangewezen. We hebben nogal wat mogelijkheden, maar kiezen uiteindelijk voor een iets langere rit met maar 1 overstap, via Het Rad. Daar vertrekt de bus van lijn 155 die ons op wandelafstand van onze voordeur brengt.
Een beetje geschiedenis. Sint-Martens-Lennik werd tot september 1972 bediend door de elektrische tramlijn Brussel - Leerbeek, gekend als "de Lennik" in de ruime regio. Oorspronkelijk liep deze lijn door tot Edingen, maar het gedeelte Leerbeek - Edingen raakte nooit geëlektrificeerd. Naar het schijnt kreeg deze laatste tramlijn ten zuiden van Brussel destijds enig respijt (de andere elektrische lijn naar Halle ging al in 1966 voor de bijl) omdat de Lenniksesteenweg, die de tram over lange afstand in eigen bedding volgde, er zo schabouwelijk bij lag. Maar uiteindelijk zou ook deze lijn verbust worden. Deze verbussing bood wel de mogelijkheid om twee reiswegen te bedienen die tussen Sint-Kwintens-Lennik en Anderlecht een verschillende reisweg volgden. Eén liep bijna klakkeloos in het spoor van de vroegere tramlijn en liep van Leerbeek naar Gooik, Sint-Kwintens-Lennik, Sint-Martens-Lennik, Vlezenbeek (Station) naar Het Rad en Brussel-Zuid. De andere bediende voorbij Sint-Kwintens-Lennik Gaasbeek (Dorp én Kasteel), Vlezenbeek (Dorp) en reed zo naar Het Rad en Brussel-Zuid. De laatste lijn is lange tijd ondergeschikt gebleven aan de eerste. Tegenwoordig volgt lijn 141 de eerder vermelde reisweg via Sint-Martens, lijn 142 bedient Gaasbeek. Vandaag is de dienstregeling van die aard dat je op het gemeenschappelijke deel over erg frequent rijdende bussen beschikt. Met de snelle bloei van de plaatselijke middelbare school ( de universiteit van het Pajottenland, zoals onze directeur ze destijds smalend noemde) groeide de bediening nog snel aan met verlengde bussen van lijnen die in functie van de schooluren voor een bediening van alle uithoeken van het Pajottenland zorgde.
De verbinding.
Buizingen - Halle
[155]
09:09 09:25
+5
ab5678
Iveco Crossway LE
Leerbeek
Halle - Brussel-Noord
1908
09:37 09:59
+3
559
mr 96 Deense neus
controle: N
Brussel-Noord - Asse-ter-Heide
[214]
10:05 10:59
-6
ab4291
Van Hool AG500
Asse
-
Sinr-Martens-Lennik - Het Rad
[141]
16:16 16:36
+5
ab5699
Iveco Crossway LE
Leerbeek
Het Rad - Buizingen
[155]
16:56 18:06
+2
ab3946
Jonckheere Transit 2000
Ukkel
Vermoedelijk is de stelplaats Ukkel nog altijd open en laat de verhuis naar Het Rad nog op zich wachten.
En wat we beleefden. Eigenlijk is de situatie 's morgens typisch voor onze lijn 155: de bus van 8:39 rijdt met 3 kwartier vertraging en gps, die van 9:09 rijdt zonder gps, en dus blijft het onduidelijk of die min of meer op tijd rijdt of niet. Uiteindelijk blijkt de laatste met 7 minuten vertraging te rijden, wat een succes is; onderweg zullen we ingehaald worden door die van 8:39. Op een bepaald moment zal die zelfs volledig van de radar (het achterste raam van onze bus) verdwijnen. Vermoedelijk is de bus rechtstreeks naar het beginpunt van zijn volgende rit gereden. Zelf komen we 5 minuten later dan voorzien aan in Halle.
De NMBS-automaat onder de stationskoepel is defect en dus zoeken we ons heil in het station. Aan het loket staat een rijtje van zes, aan de andere automaat staat een meisje (niet van zes) een poging te ondernemen om een GoPass1 naar Oostende te voorschijn te toveren. De eerste poging mislukt, maar de tweede is succesvol. Er lijkt echt niets mis te zijn met deze automaat, want ook wij kunnen in snel tempo een KeyCard kopen. Onze trein staat al aan het perron als we de trappen afdalen. Ik heb nog net de tijd om de treinbegeleider aan te spreken: we hebben geen tijd gehad om onze kaart in te vullen en zullen dat meteen doen. Het aanreiken van een kogelpen lijkt tot de normale reflexen van een tbg te behoren in dergelijke omstandigheden, maar schrijfgerief heb ik nu eenmaal altijd zelf bij. Op dit moment staan er twee treinen defect, één ervan vlak bij Brussel-Zuid. Toch blijft de schade voor ons beperkt.Het lijkt wel of we overal door de moeilijkheden gesparteld zijn - we komen zelfs zes minuten vroeger dan voorzien aan. (Typisch voor De Lijn: veel bussen rijden te vroeg omdat de chauffeurs niet voldoende discipline hebben, maar de reactie van De Lijn op dat nieuw verschenen boek van de undercoverchauffeur is: we verlengen onze rittijden. Mooi, maar zorg er dan ook voor dat chauffeurs niet systematisch te vroeg rijden. Ik wil best aannemen dat de dienstregeling op bepaalde lijnen te krap is, maar wees voorzichtig met langere rijtijden of breng je chauffeurs wat verantwoordelijkheidszin bij, zo nodig via het loonbriefje. )
Voor de terugreis volgen we de wat onwaarschijnlijke reisweg via Het Rad. De bus van lijn 141 is behoorlijk druk, een of andere lagere school heeft net zijn leerlingen gelost. Maar de rit verloopt zonder al te veel haperingen. Het Rad is een onverwacht drukke halte. Wie hier op dit hoogtepunt van het spitsuur een aan- en afrijden van bussen verwacht, komt wat bedrogen uit. Wel rijden enkele bussen leeg de stelplaats binnen; dat komt ervan als je alle troeven op het schoolvervoer inzet. Als de scholieren zijn afgeleverd, blijft er weinig ander cliënteel over. Toch zal een van die lege bussen onze 155 worden. Zeventig minuten lang zal deze bus ons rondrijden van Anderlecht naar Drogenbos en Linkebeek, Rode, Alsemberg, Dworp en Buizingen. Er zijn weinig reizigers die langere tijd meerijden maar er is wel een voortdurend in- en uitstappen. Wij breken zonder twijfel het afstandsrecord.
De treinlectuur. Eric-Emmanuel SCHMITT, La nuit de feu. Het autobiografische verhaal waarin Schmitt beschrijft hoe hij verdwaalt in de Noord-Afrikaanse woestijn en daar het geloof vindt. Ontroerend gedurfd in deze tijden. Margot VANDERSTRAETEN, Het vlindereffect.
Een scheutje oprisping. Gelukkig zijn OV-gebruikers nog belangrijk om er het (gebrek aan) succes van een staking aan af te meten.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. Leugnies is een grensdorp in de gemeente Beaumont. De naam wordt voor het eerst aangetroffen in 868, maar luidde toen nog Lupiniacus, wat wolvendorp betekent. Wolven hebben we er niet gezien, wel veel landbouwgrond met hier en daar wat bossen in de verte. We zijn nog niet ver genoeg in de Henegouwse Laars doorgedrongen om in echt bosgebied te stappen. De wandeling figureert op de wandelkaart die het NGI voor de gemeente Beaumont heeft uitgewerkt en heet Promenade de la Haie des Saules. Ze is ongeveer 8 km lang en loopt voor 53 % over onverharde wegen. Het is vooral genieten van de stilte en van de vergezichten.Het kaartje.
De Chemin des Larrons vormt langere tijd de Frans/Belgische grens. Erg idyllisch Leugnies.
Met deze linkzou het moeten lukken alle foto's te bekijken.
Het weer. Een prachtige nazomerdag.
De stafkaarten. 52/5 S Grandrieu.
Hoe we er geraakten. Over het algemeen kunnen we niet klagen over de frequentie op buslijn 109a, maar dat ligt wel even anders als je de door varianten bediende dorpen wil bezoeken. Natuurlijk zouden we er ook twee keer meer dan 2 km aanloop kunnen bijnemen, vanaf de halte Leval-Chaudeville Fallin, die wel behoorlijk bediend wordt, maar we vermoeden dat de "wandeling" langs de N597 weinig interessant zal zijn. Eén keer langs deze niet eens zo drukke weg stappen, kan nog net, en dus kienen we voor de heenreis een busreis uit die ons in het centrum van Leugnies brengt. Om een al te lange wachttijd na de wandeling te vermijden, stappen we toch maar naar Fallin. Dat uitkienen resulteert uiteindelijk in een reis helemaal naar Chimay van waaruit we dan de variant via Leugnies kunnen nemen. Sightseeing per autobus dus, 80 km lang. Gelukkig is buslijn 109a een aantrekkelijke lijn. Om de bus te nemen moeten we eerst in Charleroi-Sud geraken. De meest voor de hand liggende verbinding loopt via Brussel-Zuid, al houden we ook een verbinding via Braine-l'Alleud (bus 114 van Halle naar Braine-l'Alleud) en een treinverbinding via La Louvière-Sud in gedachten.
Een beetje geschiedenis. In J'ai conduit les autorails van Henri Scaillet wordt veel aandacht besteed aan spoorlijn 109 Mons-Chimay en aan de autorails die de dienst uitmaakten op deze lange, kronkelige, zware en trage lijn. Vaak werden deze autorails gezien als de redding voor dit type lijnen, maar de machinisten beschouwen oktober 1952, maand waarin de volledige treindienst op deze lijn voor het eerst volledig door autorails uitgevoerd werd, als het begin van het einde. Dat de lijn weinig toekomst had, was immers al lang duidelijk: al lijken begin- en eindpunt veelbelovend, de lijn was in wezen weinig anders dan een aan elkaar haken van losse stukjes spoorlijn die toevallig in elkaars verlengde lagen. Treinen verloren dan ook vaak veel tijd in overstapstations zoals Faurœulx, Bienne-lez-Happart, Lobbes en Thuillies. Doorgaande treinen namen vaak tot tegen de drie uur tijd voor een afstand van 79 km. En geef toe: de overstapstations waren ook niet echt van die aard dat ze veel klanten aan konden voeren. Tussen Mons en Chimay stopten de treinen 19 keer. Toen vervangingsbus 109a de taak van de spoorlijn overnam, werd dan ook gekozen voor een lijn Charleroi - Beaumont - Chimay. Het oorspronkelijke deel tussen Lobbes en Thuillies werd nog sporadisch bediend, alle aandacht ging naar een zo snel mogelijke verbinding via de N53. Van bij het begin van de busuitbating werden dorpen in de buurt op een weinig consistente manier bediend door bussen die er vaak wat meer tijd voor namen. Zo kwamen ook het centrum van Sivry, en dorpen als Grandrieu, Leugnies en Montbliart binnen busbereik. Een tot de verbeelding sprekend toponiem/haltenaam is La Pierre qui Tourne (Sautin).
Behalve de klassieke bron (zie onderaan) vond ik ook nog interessante info over de spoorlijnhier.
De verbinding.
Halle - Brussel-Zuid
3657
08:08 08:24
+1
08027
mr08 desiro
controle: N
Brussel-Zuid - Charleroi-Sud
4529
08:43 09:36
stipt
2759 - 61025
M6
controle: J
Charleroi-Sud - Chimay
[109a]
10:18 11:24
-4
ab5591-41
Jonckheere Transit 2000
G. Liénard & Cie
Chimay - Leugnies
[109a]
11:25 12:03
stipt
ab5591-41
Jonckheere Transit 2000
G. Liénard & Cie
-
Leval-Chaudeville - Charleroi
[109a]
15:08 15:46
+15
ab5591-49
Scania Omnilink II
G. Liénard & Cie
Charleroi-Sud - La Louvière-Sud
0937
16:11 16:27
stipt
443
mr96 Deense neus
controle: N
La Louvière-Sud - Halle
3416
16:34 17:19
+3
2733 - 58046
M4
controle: J
En wat we beleefden. S3657 geeft ons net enkele minuten aansluitingstijd meer in Brussel-Zuid en dus verkiezen we die boven IC 3407 die trouwens wat op de sukkel lijkt. In de trein is de info eens te meer op hol geslagen. Hennuyères ligt nu eenmaal niet tussen Halle en Brussel. Een dame die ingestapt is in Lot maakt al aanstalten om opnieuw uit te stappen omdat ze denkt dat ze in de verkeerde trein is ingestapt, maar andere reizigers houden haar nog net op tijd tegen. Het loopt toch wel erg vaak fout met deze elektronische info. Ondertussen is het ons al duidelijk dat we ons niet al te veel zorgen moeten maken over de aansluiting met IC4529 die zelf vertraging heeft. Ook nu is de info (op het perron) fout: het eersteklasrijtuig wordt gesitueerd in het eerste rijtuig, wat nog altijd even onwaarschijnlijk is als enkele dagen geleden. In Marchienne-au-Pont krijgen we ruim tijd om het grindperron te bewonderen; een beetje botanicus heeft waarschijnlijk een dag werk met het determineren van alles wat hier op het perron groeit. Al zal hij de meeste plantjes wel kennen zonder grondige studie. Maar de 7 minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Zuid behoren ondertussen tot het verleden: we arriveren stipt in Charleroi-Sud.
Snel zal blijken dat we geen eerdere trein hadden moeten nemen: de volgende IC komt even stipt als de onze aan en dus was de aansluiting ook met die trein verzekerd geweest. Van infotec weet ik dat de 2 ritten met lijn 109a die nu op ons programma staan met dezelfde bus zullen worden uitgevoerd. Ik vraag het toch nog maar eens aan de wat norse chauffeur die zijn laatste sigaardampen uitademt. Als ik vraag of het dezelfde bus is die uit Chimay terugkeert, is het antwoord bevestigend. Of we dan ook mogen blijven zitten? Nee, dat kan niet, want de bus vertrekt van een ander perron. (Dat klopt niet met de gegevens op infotec, maar achteraf zal blijken dat het waarschijnlijk om een eigen interpretatie van de chauffeur gaat, die het niet kan hebben dat reizigers zo maar tijdens zijn minuut pauze - in werkelijkheid 5 minuten pauze door te vroeg aankomen - in zijn bus blijven zitten.) Het is even zoeken op het (te) ruim uitgebouwde busstation, waarvan het aantal perrons buiten proportie groot is voor het beperkt aantal bussen dat in deze regio rondrijdt. Op lijn 109a na heeft geen enkele lijn een frequente bediening.
Tot Rance rijdt de bus hetzelfde traject, maar dan gaan we van de hoofdweg af. We rijden nu meer dan bij de heenrit van dorp naar dorp. Uiteindelijk bereiken we Leugnies perfect op tijd. We hebben 105 minuten bus achter de rug: gelukkig was de chauffeur rustig en opvallend gedisciplineerd in het verkeer en daardoor bleef de rit ook echt comfortabel, ondanks de lengte.
Voor de terugrit verkiezen we dus een half uur extra op weg naar de N53, naar de halte Leval-Chaudeville Fallin, de enige halte in dit dorp van lijn 109a. Het is geen aangename wandeling langs een weg zonder fiets- of voetpad. Gelukkig is men de wegmarkeringen aan het herschilderen, wat tot een algemene vertraging van het verkeer leidt. Bus 109a komt 3 minuten te laat en zit eigenlijk al behoorlijk vol. Even later, aan de halte Beaumont Athenée, zal hij pas echt vollopen. Ik heb nog altijd niet begrepen waarom zoveel scholieren in Wallonië al pal in de namiddag op weg naar huis zijn. Het blijft wel rustig in de bus. Een kleine affiche geeft trouwens aan wat allemaal mag en vooral niet mag. Snel is duidelijk dat deze bus nooit op tijd in Charleroi zal geraken; vooral de doortocht van Gozée, waar een kruispunt met verkeerslichten voor wat opstopping zorgt, gaat erg moeizaam. Uiteindelijk klokken we af met 15 minuten vertraging, wat betekent dat onze treinaansluiting richting Brussel vertrokken is.
Maar geen nood: er is een alternatief via La Louvière-Sud, waarop we niet eens erg lang moeten wachten. IC937 rijdt perfect op tijd en in La Louvière hebben we aansluiting op hetzelfde perron. Het is één van die erg lange stellen met M4-rijtuigen dat ons naar Halle zal brengen. We lopen 6 minuten vertraging op tussen La Louvière-Centre en Ecaussinnes: die vertraging is volledig toe te schrijven aan een lange stilstand vlak voor de vertakking Familleureux. Werken op lijn 117 (met verkeer op enkelspoor) liggen daar dan weer aan de basis van. Vooral tussen Tubize en Halle gaat er flink wat vertraging af, zodat we uiteindelijk met 3 minuten vertraging in onze thuishaven aanmeren. Het kwartier vertraging van de bus heeft zich mooi doorgezet in iets meer dan een kwartier vertraging in Halle, waar we eigenlijk al om 17:02 hadden moeten aankomen. Maar dat we niet over Brussel moesten en dus terugkeren met een drukke trein van het spitsuur maakt dat ruimschoots goed.
De treinlectuur. Paolo GIORDANO, Het zwart en het zilver. De roman begint met de begrafenis van Signora A., die in het gezin van Nora en het hoofdpersonage terechtkwam tijdens een zwangerschap met complicaties. De rest is eigenlijk een lange flashback, waarin de relaties tussen de personages geleidelijk uit de doeken worden gedaan.
Rita FALK, Reservetijd.
Een scheutje oprisping. Veel van wat nu verboden is, was dat vroeger niet omdat zo goed als iedereen toen uit zichzelf wist wat mocht en niet mocht, wat kon en niet kon.
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
De wandeling. In het Groot wandelboek Vlaanderen (uitgave 2004) vonden we op p. 45 een wandelroute met als naam Unieke wandeling door een gevarieerd heidelandschap. En ja, dat is ze eigenlijk ook wel geworden, deze 14 à 15 km tocht door dennenbossen, langs vennen, door heidegebied, langs doodgemartelde bomen. Van de NMBS-halte Kijkuit tot het beginpunt moet je er nog eens 1.5 weinig spetterende km bijtellen: De Lijn is zelfs met de basismobiliteit niet overal doorgedrongen, en dat zal er waarschijnlijk niet op beteren. De TWQ van de wandeling ligt hoog: 93%. Zeker in het begin moet je over weliswaar duidelijk afgetekende maar niet altijd makkelijk te beschrijven en uit te kiezen paadjes, al kun je langere tijd op de GR rekenen als ondersteuning. Eenmaal halfweg wordt het allemaal een stuk eenvoudiger omdat daar meestal rechte stukken heideweg gevolgd worden.Het kaartje.
Voor foto's kun jeop deze plekterecht. De nadruk ligt op de steeds dreigender wordende bewolking. En bekijk zeker ook eens het verweerde plaatje met de privéspoorlijn naar de Mont Noir, die spijtig genoeg door WO I in de geschiedenis verdween.
De Drielingsvennen.
Nog een half uurtje, maar helemaal droog zal het niet blijven.
Het weer. Zwaar bewolkt met zelfs een buitje dat het een half uur lang uitzong - aangename temperatuur.
De stafkaarten. 7/4Z Kalmthout - 7/3Z Hoek - 7/3 N Essenhoek - 7/4N Wildert
Hoe we er geraakten. Wie denkt dat een van onze grootste natuurreservaten makkelijk bereikbaar ligt, komt bedrogen uit. De stations op lijn 12, met veelbelovende namen als Heide en Kalmthout liggen net te ver om handig te zijn, de bussen van De Lijn blijven op een veilige afstand van de ingang van het reservaat die we vandaag gebruiken. Kijkuit komt nog het dichtst van al in de buurt van bruikbaarheid, al is meer dan 3 km extra stappen door woonstraten net iets te veel van het goede. Veel wordt dan weer goedgemaakt doordat Kijkuit een uurdienst heeft, wat onze verplaatsingsmogelijkheden op een aanvaardbaar peil brengt.
Een beetje geschiedenis.
Meteen na de oprichting van de NMBS, ging ze over tot het openen van stopplaatsen die soms op korte afstand van de bestaande stations lagen. Vermoedelijk is Kijkuit er daar één van, net als Heikestraat, Sint-Mariaburg en Merksem. Kapellenbos dateert van voor 1926. Een belangrijk moment was ongetwijfeld de elektrificatie van lijn 12 in 1957. Ik heb me dan ook eens beziggehouden met het opstellen van een gele affiche bij de openstelling van de elektrische lijn. Een bijzonder interessante site isdeze, waar meer bepaald aandacht wordt besteed aan de halte Kijkuit, kijk uit naar stations.
GELDIG VAN 29.9.57 tot 31.5.58
4:24
4200
Antwerpen-C.
omnibus
5:50
4201
Roosendaal
omnibus
5:52
4202
N7
Antwerpen-C.
omnibus
6:48
4204
Antwerpen-C.
omnibus
7:34
4206
N7
Antwerpen-C.
omnibus
7:38
4209
Roosendaal
omnibus
7:54
4210
Antwerpen-C.
omnibus
8:39
2600
Antwerpen-C.
stopt in Heide en Kapellen
9:00
4211
N7
Essen
omnibus
9:36
4213
R7
Essen
omnibus
9:56
4212
Antwerpen-C.
omnibus
10:32
4214
Antwerpen-C.
omnibus
11:01
4215
Essen
omnibus
12:00
4216
R6
Antwerpen-C.
omnibus
12:05
2601
R46
Essen
omnibus behalve Wildert
12:31
4216
N6
Antwerpen-C.
omnibus
12:43
4217
N6
Essen
omnibus
13:04
4217
R6
Essen
omnibus
13:13
4222
N7
Antwerpen-C.
omnibus
13:59
4219
R6
Essen
omnibus
14:31
4224
Antwerpen-C.
omnibus
14:58
4225
Roosendaal
omnibus
15:06
4227
R6
Essen
omnibus
15:52
4229
Essen
omnibus
16:44
4228
Antwerpen-C.
omnibus
17:03
2605
Essen
omnibus behalve Wildert
17:39
4231
N7
Essen
omnibus
17:49
4230
Antwerpen-C.
omnibus
18:05
4233
N67
Essen
omnibus
18:36
4235
N6
Essen
omnibus
18:54
4232
Antwerpen-C.
omnibus
19:05
4237
Roosendaal
omnibus
19:41
4239
N6
Essen
omnibus
20:41
4234
Antwerpen-C.
omnibus
22:01
4241
Roosendaal
omnibus
23:32
4238
Antwerpen-C.
omnibus
23:38
4243
N7
Essen
omnibus
0:35
4245
R1
Essen
omnibus
4225
neemt Zaterdags geen weekabonnenten op, noch
2e klasse school- of 2e klasse werkabonnenten
4245
rijdt ook op 11-11, 7-4, 26-5.
De verbinding.
Halle - Mechelen
3408
09:21 10:01
+1
801
mr75 vierledig
controle: N
Mechelen - Antwerpen-Centraal
2008
10:17 10:35
+1
08161
mr08 desiro
controle: N
Antwerpen-Centraal - Kijkuit
2560
10:50 11:17
stipt
835
mr75 vierledig
controle: J
-
Kijkuit - Antwerpen-Centraal
2588
16:45 17:10
stipt
835
mr75 vierledig
controle: J
Antwerpen-Centraal - Brussel-Noord
2039
17:25 18:00
+5
2747 - 61001
M6
controle: J
Brussel-Noord - Halle
1739
18:13 18:32
+6
312
mr80 break
controle: N
En wat we beleefden. IC 3408 bestaat uit zijn voorzien gemoderniseerd vierledig stel, met een klassiekje aan de staart. Zonder vertraging kan deze trein Brussel-Zuid blijkbaar niet bereiken. Volgens de overijverige tbg ligt het drukke verkeer in de NZV aan de basis van de volledige stilstand net voor Brussel-Zuid, maar eigenlijk is het alleen de IC 1730 naar Quiévrain die ons in de weg zit. We kunnen eigenlijk net zo goed in Mechelen overstappen als in Brussel-Zuid en dus blijven we zitten. De oorspronkelijke vierledige stellen ademden een bepaalde frivoliteit uit, die nu volledig geofferd ligt op het altaar van het grijs, dat blijkbaar in alle tinten tot de lievelingskleuren van de NMBS-designers behoort. In de plaats is wel een sterk ruimtegevoel gekomen, maar ik schat dat niet direct als een voordeel in. De gevolgen van een grondverzakking in de buurt van Vilvoorde lijken ondertussen al grotendeels weggewerkt, al rijden sommige treinen nog altijd niet. De IC 2008 zit achter een Thalys aan, wat wel de verklaring zal zijn voor zijn lichte vertraging bij vertrek in Mechelen. De overstap in Antwerpen-Centraal verloopt probleemloos. Het niet-gemoderniseerde stel dat hier op de belangrijke internationale verbinding Puurs - Roosendaal wordt ingezet, is als vanouds duchtig onder handen genomen door graffitispuiters, die blijkens een bericht in de krant van een paar dagen geleden toch niet altijd buiten schot blijven. In Sint-Niklaas zijn er blijkbaar 8 geklist, na een tip van een buurtbewoner. Mooi zo, nog enkele honderd…
De terugrit van Kijkuit naar Antwerpen gebeurt in hetzelfde vierledige stel. Zo weet je tenminste vooraf waar de eerste klasse hangt. IC 2039 zou al klaar moeten staan op perron 24, maar is nog niet te bespeuren. De voorgaande rit, weet je wel… We zouden eigenlijk ook met de stipte Benelux meekunnen; achteraf zal blijken dat we tegelijk het Noordstation naderen. Men laat de 2039 nog binnenrijden voor de 9248 vertrekt, die op die manier enkele minuten moet inleveren. Eigenaardig: de eersteklasrijtuigen van onze trein worden gesitueerd in het eerste en zesde rijtuig. Dat eerste wil ik nog wel eens zien. Deze trein bestaat uit 2 rijtuigstellen met een loc reeks 27 tussenin. Vooraan moet dus een stuurstandrijtuig hangen en dat kan per definitie geen eersteklasrijtuig zijn. Wat ook blijkt. De frontwisseling en het opstarten duurt wat langer dan goed is, zodat we tenslotte met een vijftal minuten vertraging vertrekken. (En voor de treinbestuurders die nu onder stoom komen: ik werp geen steen, naar niemand, er is dus geen vraag naar een Calimero-reactie.) We zullen die 5 minuten tot in Brussel-Noord meeslepen. Daar is het de IC uit Eupen die met een dik kwartier vertraging rijdt en die onze IC 1739 hindert. De drie minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Noord groeien geleidelijk aan tot 6, ook de vertraging bij aankomst in Halle.
We hebben vandaag 6 treinen genomen, over 4 wil ik nog een opmerking kwijt. In IC 3408 zitten 2 reizigers met hun voeten op de pas vernieuwde zetels: ik vermoed dat het parasieten zijn die met hun tweedeklasbiljet in eerste zijn komen zitten, al moet ik ook toegeven dat voeten op de bank geen privilege is van tweedeklasreizigers. De tbg heeft het bijzonder druk met omroepen: hier is duidelijk een carrière als DJ verloren gegaan; tot vervelens toe worden alle stops telkens opnieuw omgeroepen - ze gebruikt zelf de zinsnede nogmaals welkom in de trein naar. Dat nogmaals zegt het allemaal. Als de trein in Mechelen stopt, komt ze als een furie hals over kop het rijtuig ingeduikeld, met de onnodige waarschuwing dat ze nog moet omroepen dat we in Mechelen zijn. De meeste reizigers lopen al lang over het perron als in de trein de nu nutteloze mededeling weerklinkt. In IC 2008 is het aantal tweedeklasreizigers in de kleine eersteklasafdeling van de desiro vermoedelijk vier, maar kom, alleen van de 2 sukkels op de vlucht (misschien wel behorend tot de criminele bende waarvoor we gewaarschuwd werden in de NZV) ben ik zeker. In L 2587 heeft amper één uitdagend type zijn reis in eerste klas gemaakt. IC 1739 is een trein die lijdt aan chronische ondercapaciteit tussen Brussel-Zuid en Braine-le-Comte. Eerst blijven de meeste reizigers nog op het platform staan, maar als de tbg blijkbaar de toestemming geeft, worden de ook in eerste klasse schaarse plaatsen stormenderhand ingenomen. Laat de vrij zekere garantie op een zitplaats nu net een reden zijn om een eersteklasbiljet te kopen, waar sta je - letterlijk - als die toch meteen open verklaard wordt voor iedereen, ook voor diegenen die daar niet extra voor betaald hebben? Gebrek aan onderscheid, gebrek aan controle, gebrek aan handhaving, gebrek aan… ja aan wat nog allemaal? Hoeft het gezegd dat eersteklasreizigers zich soms danig bekocht voelen? Hoe kun je verantwoorden dat je meer moet betalen voor een product dat plots voor iedereen toegankelijk wordt, net op het moment dat het er echt toe doet?
De treinlectuur. Rachel JOYCE, The unlikely pilgrimage of Harold Fry. Erg onverwacht verlaat Harold Fry vrouw, buur en huis en begint zijn lange queeste dwars door Engeland, op zoek naar zichzelf, na een brief van zijn vroegere collega die terminaal ziek is. Hij geraakt er rotsvast van overtuigd dat de pelgrimstocht haar zal redden. Het wordt een zoektocht naar zichzelf, met een sterk louterende invloed niet alleen op zichzelf, maar op zijn ruime omgeving. Hartverwarmend goed. Rita FALK, Reservetijd.
Een scheutje oprisping. Alleen Elvis blijft bestaan. Wie haalt het in godsnaam in zijn hoofd om dat prachtige Nederlands van Ilja Leonard Pfeijffer te ondertitelen? Of is het gros van de Vlamingen dan toch Nederlandsonkundig? Arm Vlaanderen…
Waar Abraham de mosterd haalde. Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over deBelgische spoorlijnenen een overde bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPECK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.
27. op naar lijn 154 dan: 5214 met Z1960 Namur - Dinant op 30.10.1984 - lijn 154 kp 84.1, ter hoogte van de uitgebroken vertakking Anhée - bemerk ook het vroegere seinhuis.
28. 5208 op precies dezelfde plaats
29. 5313 ter hoogte van kp 84.0 met op de achtergrond de Maasbrug van Houx
30. hier is ze nog eens, in al haar glorie - bovenop de rotsen de ruïnes van het Kasteel van Poilvache.
31. 5408 in Houx- de halte is enkele maanden voordien gesloten - een typisch voorbeeld van wat elke fotograaf probeert te vermijden: ik moest nog net de staart van een kruisende trein erbij nemen
32. 5529 met Z134 Luxemburg - Liège op 02.11.1984 in Aywaille - eigenlijk is het al te laat op de dag voor een goede foto
33. onbekend, mogelijk Florenville, maar lang niet zeker.
34. de in die tijd wereldberoemde kandelaar op lijn 123 bij de inrit van Edingen
35. ab1522-45 op 15.12.1984 op lijn 304 Leuven - Turnhout
%%%FOTO12 %%%
36. mr 323 met E958 Brussel-Zuid - Arlon op lijn 161 kp 36.2, in de buurt van Blanmont op 05.01.1985.
13. de volgende halte is Melen - GTF kon destijds bogen op indrukwekkende deelnemersaantallen - erg deftige foto's nemen was niet altijd evident, precies door de massa. De ijzeren discipline die soms heerste bij latere bij TSP-uitstappen ontbrak wat.
14. Melen - 29.09.1984
15. Seraing - 29.09.1984 - personen in het spoor…
16. en toen volgden we ook de rechteroever van de Maas - het ondertussen door brand geteisterde kasteel pronkt nog op de rotsen.
17. de 4319 met tussenrijtuig en de 4304 in een erg karakteristieke omgeving, met de Maas, de steile linker- en de wat vlakkere rechteroever, een terril in de verte - aan de overzijde van de Maas loopt lijn 125 Namur - Liège-Guillemins
18. aansluiting Carmeuse - industriële lijn 285 (met dank aan Kristof Avonds, die deze gegevens verstrekte!)
19. 29.09.1984: Huy-Saint-Hilaire op lijn 126 Statte - Ciney
20. aan de andere kant
21. Marchin - verder ging het die dag niet, maar…
%
22-23. we deden ook Moha nog aan, op lijn 127 in die dagen al ingekort tot Hannut - Statte. Het geeft alles bij elkaar een goede indruk van de enorme rondritten die toen nog georganiseerd konden worden, zij het vaak over restanten van slecht onderhouden en ten dode opgeschreven lijnen.
%%FOTO12%%%
24. 11.10.1984 - lijn 140 kp 37.6 - Z8036 Wavre - Charleroi-Ouest - de elektrificatie zal weldra een feit zijn.