Overweg13
Trein en bus, wandelen en weer, en van die hobby's meer
26-04-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 april 2023 - Ukkel Stalle - Anderlecht Goede Lucht (Groene Wandeling)

De wandeling.
We zijn al enkele etappes ver met de Brusselse Groene Wandeling en vandaag staat een 12à13 km lang traject tussen Ukkel Stalle en Anderlecht Goede Lucht op het programma. Aanvankelijk leek dit een bijzonder zwak deel te worden van een lus die ons voordien eigenlijk nog nooit echt was tegengevallen: de industrie, de bedrijven en de invalswegen in Vorst zorgden voor een weinig aangenaam en druk intermezzo, maar plots brak de wandeling dan toch onverwacht open: de Vogelzangbeek is zowaar de attractie in een natuurreservaat dat zich overeind probeert te houden tussen drukke wegen, winkelketens en andere bedrijven van allerlei slag. En men slaagt er inderdaad vrij goed in om het beperkte natuuraanbod ten volle te gebruiken. Overigens, mijn boekje dateert nog van 2010 en sindsdien heeft men uitgebreid werk gemaakt van de aanleg van wandelpaden: het begint met het eerder genoemde reservaatje, maar ook de omgevingen van het UZ Erasmus en van de vijvers in Neerpede zijn op een aangename manier ingericht ten behoeve van de wandelaar die echt wel wat meer wil dan een voetpad langs een drukke weg. De TWQ ligt verrassend op 53%, wat niet wegneemt dat je toch wel erg vaak in een niet zo wandelvriendelijke buurt stapt. Het kaartje geeft vermoedelijk een beeld van wat je kunt verwachten. Foto’s vind je dan weer hier. En natuurlijk ook hieronder.


De wandeling moet het wat hebben van de parken, zoals hier het Bemptpark in Vorst met stoomtreintje.


Maar ook in de omgeving van het Erasmusziekenhuis heeft men voor aangename accommodatie gezorgd.

Het weer.
Licht tot half bewolkt, op deze prille lentedag.

De stafkaarten.
Dat ik de wandeling nog heb voorbereid op kaarten op 1:10.000 bewijst dat corona toch al enkele jaren onze wandelplannen in de war heeft gestuurd. De gebruikte kaarten zijn dan ook verouderd, niet alleen door nieuwe wegen en spoorwegen, maar ook door de aanleg van nieuwe wandelpaden: 31/7N Ukkel (1994) - 31/6N Sint-Pieters-Leeuw (1994) en 31/2Z Anderlecht (1994). Wie de (recentere en actuelere) kaarten op 1:25.000 wil gebruiken, heeft er ook 3 nodig: 31/1-2 Dilbeek, 31/5-6 Halle en 31/7-8 Ukkel, alle uit 2020.

Hoe we er geraakten.
Het lijkt wat op een thuiswedstrijd: bus 155 die ons naar de halte Ukkel Stalle Kruispunt brengt, passeert hier op 300 m van onze voordeur. Veel valt er over de rit niet te vertellen: ze bedient Dworp, Alsemberg, Sint-Genesius-Rode, Linkebeek en Ukkel en je mag echt niet gehaast zijn. Toch is de bezetting behoorlijk, veelal met klanten die over kortere afstanden meerijden.

De terugrit is iets complexer, door de overstap bus/bus. Lijn 810 bedient de halte Anderlecht Goede Lucht en ook deze lijn is niet bijzonder snel. (Alternatieven met een bus van de MIVB of met de bussen 117 en 118 naar Brussel-Zuid zijn nauwelijks sneller en zouden ons een MIVB-rit en een treinrit extra kosten.) De aansluiting in Halle (11 minuten) komt zonder problemen tot stand.

Een beetje geschiedenis.
Lijn 810 is er een van relatief recente datum (eind 2010) en werd dus eigenlijk ingevoerd op het moment dat de basismobiliteit al begon te tanen. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat de eerst ingevoerde zondagritten minder dan een jaar later al afgevoerd werden en dat nog een jaar later het traject werd beperkt tot Dilbeek. Daarmee verdween de verbinding tussen Halle en het UZ Jette; het was lijn 820 die dat traject overnam, waardoor een overstap in Dilbeek nodig werd. (Het moet overigens gezegd: het ging veel sneller van Halle naar het UZ met de trein naar Brussel-Noord waar kon worden overgestapt op de bus van de MIVB.)

In 2020 kwam de verbinding met het UZ dan terug, omdat de 820 op dat moment bediend werd met een trambus, met een bus dus, die vertrok aan het UZ. Daardoor viel de verbinding tussen Dilbeek en Jette opnieuw de 810 te beurt.


De verbinding.

Buizingen - Ukkel [155] 13:18 14:07 -1 ab2323 VDL Bus & Coach Citea SLE Het Rad
-
Anderlecht - Halle [810] 17:38 18:29 stipt ab3042-53 Van Hool New A360H Sylvae Tours (VRBO)
Halle - Buizingen [155] 18:40 18:57 stipt ab2317 VDL Bus & Coach Citea SLE Het Rad

 

En wat we beleefden.
Zoals al gezegd valt er over de heenrit weinig te zeggen. De halte De Hoek Station ligt op de brug over lijn 124 en wordt niet bediend: door werken aan de spoorwegbrug regelen tijdelijke verkeerslichten hier het verkeer. Waarom men de halte in dit geval niet gewoon wat opgeschoven heeft - zoals men zo vaak doet - is niet duidelijk.

De terugrit met de 810 is al even vrij van belangrijke gebeurtenissen. Die is op het einde van zijn traject nog maar eens het slachtoffer van een omleiding, maar de chauffeur is goed op de hoogte. Ondanks de omleiding komen we nog stipt aan in Halle. En ons ritje met de 155 behoort tot onze ongeveer dagelijkse geplogenheden.


We kruisten ook de spoorlijnen 50 A (Brussel - Oostende) en 50C (Brussel - Denderleeuw) die hier gewoon parallel lopen. Eerst kwam Desiro 08094 met nog 2 andere stellen als S 2287 Dendermonde - Zottegem.


En dan kwam een lang stel M6-rijtuigen met achteraan 1862 Brussels-Airport - Knokke als IC 2837.


En waarom eens geen bus van de MIVB bij zijn wachthalte aan de Goede Lucht?

De treinlectuur.
Ilja Leonard PFEIJFFER, Grand Hotel Europa.

Patrick de BRUYN, Hoog spel.


Kijk, dat Belgische vlaggetje naast de naam van Luca BRECEL, misschien op weg naar de finale van het Wereldkampioenschap snooker, daar springt mijn hartje van op.

Uitgedrukt…
Arra! Ik hoor het de laatste jaren bijna nooit meer, maar dit tussenwerpsel drukt verbazing uit. Waar het vandaan komt? Mogelijk vindt het zijn oorsprong in het Franse allez, want allez gij betekent ongeveer hetzelfde.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

26-04-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-04-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 april 2023 - Jupille - Angleur (Via Mosana)

De wandeling.
De Via Mosana is een Compostelaroute die je naar keuze kunt beginnen in Aachen of Maastricht. Wij kozen destijds voor Maastricht en zijn ondertussen in Jupille-sur-Meuse aangekomen, dat een kleine 10 jaar geleden het eindpunt was van een tocht die begon in Visé. Vandaag willen we ons aan de waarschijnlijk niet zo denderende doortocht van Liège wagen, 10 à 11 km van Jupille tot Angleur, een niet toevallig gekozen eindpunt, gezien de aanwezigheid van een treinstation. De TWQ mag dan wel op 41% liggen, maar dat is een gevleid resultaat dat uitsluitend op het conto terechtkomt van de paden naast de Maas, bijna altijd parallel met drukke wegen. Tot overmaat van ramp moeten we door werken het mooiste deel van de route (Parc de la Boverie) rechts laten liggen. We hebben het wel aangeduid op het kaartje. Kortom, een topper is dit zeker niet (6/20) maar als we ooit Namur bereiken, zullen we tenminste kunnen zeggen dat we het boekje helemaal uitgestapt hebben…

De bewegwijzering is naar Compostelatraditie te onvolledig om betrouwbaar te zijn. De aanleg van de tramsporen in Bressoux - hier komt de tram er wel en geen surrogaat als de trambus - kan daar ter plaatse een rol gespeeld hebben, maar ook verderop was het enkele keren zoeken en gokken.

Alle foto’s vind je hier. De volgende vat de wandeling redelijk goed samen: de Maas, de stad en een verre terril.




Het weer.
Licht bewolkt en fris.

De stafkaarten.
42/1-2 Liège - 42/5-6 Seraing (allebei uit 2019)

Hoe we er geraakten.
Achteraf bekeken waren we misschien beter van Visé tot Bressoux gestapt, zodat we vandaag konden beginnen bij het station van Bressoux, maar zoals gezegd stopten we al in Jupille, bij de halte Interbrew. Die halte is om het half uur te bereiken uit Liège-Guillemins met buslijn 140 (de vroegere vervangingslijn voor lijn 40 Liège - Visé, die een hele resem halten zag verdwijnen.) Andere mogelijkheden zouden buslijnen geweest zijn die in de buurt van Liège-Saint-Lambert vertrekken, maar dat zou de zaak nodeloos compliceren. Voor de terugreis rekenen we op een IC Welkenraedt - Kortrijk, die ons zonder extra overstap in Liège-Guillemins naar Brussel brengt. Alles bij elkaar konden we ons vandaag verkneukelen in vlotte en eenvoudige verbindingen. Edoch…

Een beetje geschiedenis.
Ik heb er het treinboekje van 1970 eens bijgenomen: lijn 37 was toen al enkele jaren geëlektrificeerd en de bediening van Angleur was in een plooi gevallen die nog tot 1984 aangehouden zou worden.

Angleur werd (uiteraard) bediend door de stoptreinen uit Liège-Guillemins die veelal tot Welkenraedt reden, al waren enkele ook beperkt tot Verviers-Central. De stoptrein bediende een hele reeks tussenstations en halten en anders dan voor de elektrificatie werden ze ook allemaal systematisch bediend: nogal wat halten zouden met IC-IR verdwijnen: Henne-Chèvremont, Chaudfontaine (later opnieuw ingevoerd), La Brouck, Fraipont (Banneux-Notre-Dame) en Goffontaine. Nessonvaux heette toen nog Nessonvaux-Fraipont. Van een vaste uurcadans was geen sprake. Opvallend waren de stoptreinen die bestonden uit de laatste motorstellen van de semi-directe treinen Quévy/Saint-Ghislain-Hornu - Brussel - Hasselt/Liège-Guillemins, waardoor al die stationnetjes ook nog eens een directe verbinding met Brussel kregen. (Later kwam daar ook nog een rechtstreekse trein Brussel - Spa bij, waarbij één motorstel van front wisselde in Pepinster!)
Naast deze stoptreinen stopten ook de directe treinen uit Oostende veelal in Angleur, voor zover het niet de internationale treinen naar Köln betrof. In Angleur stopten op die manier treinen richting Verviers tussen 6.15 (op zondag 7.16) en 22.40 (op zondag 0.04!). In de andere richting stopten er treinen van 05.24 (op zondag 6.11) tot 22.24 (op zondag 23.15).
Bovendien stopten in Angleur ook nog eens alle treinen van de lijn 43, m.n. de stoptreinen naar en uit Jemelle, de stoptreinen naar en uit Trois-Ponts of Gouvy. De directe treinen naar Luxemburg sloegen Angleur dan wel meestal over.

Angleur kon destijds bogen op een schitterend station, zoals er geen tweede was in België. Bekijk de prachtige foto’s hier. En ook nog dit: de railbevestiging type Angleur is lange tijd de standaard geweest voor de hoofdlijnen. De rail lag daarbij op een metalen plaat die door middel van schroefbouten vastgeklonken werd aan de (houten) biels. Klemmen moesten de rails op de plaat vastleggen. In een latere fase werd de enkele schroefbout nog vervangen door een dubbele. Met de komst van betonnen dwarsliggers met verende hechting verdween deze manier van werken, al moet het mogelijk zijn om nog baanvakken te vinden die hiermee uitgerust zijn.


Ik heb me suf gezocht naar duidelijke afbeeldingen van het type Angleur maar uiteindelijk zul je het met deze foto moeten doen. Lijn 94, overweg 13!


De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1558 09:58 10:07 +1 08114 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 0409 10:28 11:33 +18 1854 (FSD) - 61070 (LK) M6 controle: J
Liège - Jupille [140] 12:16 12:38 +1 ab5003-12 Mercedes Citaro LE C2 Léonard Travel
-
Angleur - Brussel-Noord 0437 15:21 16:20 +5 1857 (FSD) - 61073 (LK) M6 controle: J
Brussel-Noord - Halle 8574 16:29 16:54 +12 2141 (FML) - 51011 (FSR) M4 controle: N

 

En wat we beleefden.
Het leek er in Halle op dat we voor een keer een vrij zorgeloze reis voor de boeg hadden en ook IC 409 vertrok stipt uit Brussel-Zuid. Maar in Brussel-Noord liep het al mis: niet gespecificeerde problemen zorgden voor 10 minuten vertraging en toen we dan eindelijk vertrokken, liep het nog alles behalve vlot. Nauwelijks uit Brussel-Noord stonden we al opnieuw stil en in Diegem scheelde het ook niet veel. Het resultaat: 19 minuten vertraging in Leuven en uitzicht op een gemiste aansluiting in Liège. Overigens kregen we meteen na Brussel-Zuid al controle: één reizigster zit met een tweedeklasbiljet in eerste, een andere zit zonder biljet in de trein. Ik heb het even bekeken: uiteindelijk zullen bij aankomst in Liège-Guillemins precies evenveel reizigers hebben moeten verhuizen dan dat er mogen blijven zitten zijn. Toppunt is de “patj” die in Leuven ingestapt is en die eerst weigert te verhuizen omdat hij “een uur en half” in de kou heeft moeten staan. Verder vindt hij ook dat die eerste klas nergens op lijkt en hij zal niet verhuizen. Tot ik hem er met een snauw op wijs dat wij daar wel extra voor betaald hebben. De zwarte deerne (vroeger zou ik haar veel sympathieker hebben omschreven als negerinnetje, maar nu mag dat niet meer…) die hem vergezelt kan hem dan gemakkelijk overtuigen om toch maar te verhuizen. Maar kom: in Liège hebben we nog 18 minuten vertraging. De dag voordien is de dienstregeling van deze IC licht gewijzigd. Hij moet nu één minuut sneller in Ans aankomen - wat dus niet gelukt is, want in Ans tekenen we 20 minuten vertraging op - en heeft een minuut meer tussen Ans en de Guillemins. Vaak vraag ik me toch af wat de zin is van dat minutenspel. Ik kan me nog iets voorstellen bij wijzigingen wegens werken, maar hier lijkt het complete onzin.

De bus van 11:46 die we dachten te nemen is natuurlijk vertrokken. Van het halve uur maken we gebruik om onze boterhammetjes op te eten, zo maken we een deel van de verloren tijd goed, want anders zouden we dat voor we de wandeling begonnen gedaan hebben. De bus is goed bezet. Waarom die per se het traject binnen Liège samen met lijn 138 moet afleggen, is een van die eigenaardigheden waar vermoedelijk geen verklaring voor is. In plaats van een bus om het kwartier op het drukste deel, krijg je nu om het half uur 2 bussen die elkaar op de voet volgen.

Voor de terugreis kunnen we in Angleur de rechtstreekse IC naar Brussel en Kortrijk nemen. Deze rit lijkt perfect te zullen verlopen, althans tot Leuven. In Diegem vertraagt de trein al, in Schaarbeek staan we zo goed als stil. Blijkt dat er nog maar eens spoorlopers zijn geweest tussen Noord en Zuid. Voor Brussel-Noord staan inderdaad meer dan gewoonlijk treinen stil, het mag een wonder heten dat we maar 5 minuten vertraging oplopen. Maar eenmaal uitgestapt is de omvang van de verstoring van de schermen af te lezen. Eigenlijk is het zo goed als onmogelijk om de “beste” oplossing te kiezen - NMBS-personeel is nergens te bespeuren - en dus doen we gewoon wat we eerst van plan waren: de P-trein naar Geraardsbergen van 16:29 nemen: ik veronderstel dat we tevreden moeten zijn dat we maar met 12 minuten vertraging in Halle aankomen, op spoor 4, want meteen na onze aankomst rijdt op spoor 5 de IC naar Quiévrain binnen, met een 20-tal minuten vertraging. In de buurt van Saint-Ghislain zijn er trouwens ook personen langs het spoor gesignaleerd.

Eerlijk: ik denk niet dat ik nu als 16-jarige (of zo) plots geïnteresseerd zou geraken in treinen: eentonigheid is troef, graffiti maken alles nog groezeliger dan het al is, in de rijtuigen kiest men voor een begrafenisstijl en stiptheid is een onbestaand begrip geworden. Eerste klas is een lachertje, de bereikbaarheid van het personeel begint op de basisbereikbaarheid van De Lijn te lijken. Op de drempel van mijn zeventigste verjaardag zal ik tegen beter weten in nog maar een tijdje doorgaan, maar fotograferen zit er niet echt meer in en als ik onschuldige documentatie vraag-die ik al 40 jaar krijg! - word ik met een kluitje in het riet gestuurd, met de smoes dat gevoelige documenten niet vrijgegeven kunnen worden door de aldoor stijgende concurrentie.  

De treinlectuur.
Ilja Leonard PFEIJFFER, Grand Hotel Europa. Speciaal om deze klepper van bijna één kilo (en 546 pagina’s) mee te nemen, hebben we de grotere rugzak opgediept. En het is de moeite!

Patrick de BRUYN, Hoog spel.


Wat is leven inbVlaanderen toch eenvoudig geworden. Ongeveer een jaar geleden stelden we tot onze spijt vast dat een van onze berken snel verdroogde, nadat hij normaal uitgelopen was. Eind augustus startte ik de procedure om de boom te vellen. Het duurde tot begin december nadat ik na heel wat over en weer geschrijf de toestemming kreeg om de boom neer te leggen, uiteraard nadat ik eerst op een gele affiche de eindelijk bekomen toestemming aan de passanten kond kon maken. De boom hield het ironisch genoeg sneller voor bekeken: de decemberwind zorgde ervoor dat de tuinman die de klus moest klaren de gevallen boom alleen nog in stukken moest zagen. Maar ondertussen hadden we natuurlijk de toestemming vast én de verplichting om de dode boom te vervangen door 1.5 exemplaren (dus 2) van een inheemse soort. Bovendien moesten we een groenwaarborg betalen van €300.00 per boom, die ons pas na controle terugbetaald zou worden. Dat laatste zou dus eerstdaags moeten gebeuren… Dat is ons althans beloofd. We hebben nog 4 berken die het waarschijnlijk geen jaren meer uithouden. Vier berken, te vervangen door 6 nieuwe inheemse exemplaren, met een groenwaarborg van €1800.00.

Uitgedrukt…
Door hetzelfde gat schijten… Als je het proper wil houden, zeg je: het zijn twee handen op één buik. Voor de jongere lezertjes, die uitdrukking betekent: zij zijn het vol­ko­men eens, trek­ken één lijn.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-04-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
04-04-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 april 2023 - Geel - Tongerlo (Via Monastica)

De wandeling.
Net toen we deze tocht voor vandaag gepland hadden, las ik op de site van het Compostelagenootschap dat er in april, nu dus, een nieuwe versie uitkomt van de topogids van de Via Monastica. Wij waren ondertussen al ten zuiden van Geel beland en zouden nu naar Tongerlo stappen. Maar we lieten ons niet afschrikken door de eventuele wijzigingen en dat bleek achteraf ook niet nodig: het hele, iets meer dan 14 km lange traject, leek alleszins ter plaatse niet aangepast. Tenzij die kleine aanpassing, zeg maar duidelijke verbetering die we zelf hebben aangebracht door de Zandstraat net iets vroeger te verlaten, aldus een aardig stukje onverhard langs de Grote Nete meepikkend, zoals ook de GR dat doet, trouwens. Met het kaartje kun je niet missen - als je je alleen op de bewegwijzering zou baseren, zou je wel eens het spoor bijster kunnen raken. De vorige etappes langs de Via Monastica konden ons niet echt bekoren, maar dit stukje is duidelijk van betere kwaliteit, met een TWQ van 43%. Zeker de veldwegen tussen de Grote Nete en allerhande vijvers mogen er zijn. Tegen het einde toe verwatert (!) het wel wat, naarmate je in de bebouwing van Tongerlo terechtkomt. Maar ja, een Via Monastica moet ook af en toe langs een abdij passeren. We quoteerden 15/20.


Wandeltechnisch is het deel langs de Grote Nete ongetwijfeld het hoogtepunt.


De toegangspoort tot de Abdij van Tongerlo.

Meer foto’s.

Het weer.
Eerst weinig cirrus, daarna wat meer altocumulus, maar die kunnen het kader alleen maar aantrekkelijker maken. Met 10° een ideale staptemperatuur.

De stafkaarten.
16/7-8 Geel (2016) - 17/5-6 Balen (2017).

Hoe we er geraakten.
De vorige keer lag ons eindpunt bij de halte Geel Lissenvijveren die wordt elk uur bediend door bus 299 Geel - Hasselt. Bus 299 zouden we kunnen nemen in Hasselt, Diest of Geel, maar het laatste station biedt ongetwijfeld de snelste verbinding. Voor de terugreis kiezen we lijn 540 Westerlo - Herentals. Er zijn wat mogelijkheden met een overstap in Westerlo, maar Herentals lijkt betrouwbaarder en bovendien is die domme maatregel die een alternatieve terugreis onmogelijk heeft gemaakt, nog altijd van toepassing. Terugkeren uit Herentals met een seniorenbiljet Halle - Geel kan dus wel, uit Aarschot kan dat niet.

Een beetje geschiedenis.
Het zal tot 1907 duren voor Tongerlo een trambediening krijgt: op dat ogenblik wordt de bestaande lijn uit Brasschaat en Brecht verlengd tot Westerlo. Ten zuiden van Tongerlo volgde deze tramlijn wat tegenwoordig de Guldensporenlaan is maar wat toen nog een eigen bedding was, ten noorden volgde de tram de weg: de Langstraat. Deze tramlijn had opvallend veel aansluitingspunten, in de eerste plaats met andere tramlijnen maar ook met het spoorwegnet. Dat mocht allemaal niet baten: de lijn sneuvelde al in 1950. In het tweede spoorboekje van 1949 kon je trouwens al lezen dat er voortaan een autobus zou rijden en dat je de affiches moest raadplegen. Volgens de Rail Atlas Vicinal zou de tram tussen Herentals en Westerlo nog gereden hebben tot 1950, terwijl het deel boven Herentals al gesloten werd in 1949. De sluitingsdatum 1950 wordt trouwens ook vermeld in De buurtspoorwegen in de Provincie Antwerpen, van Jos Neyens.

In het spoorboekje van 8.10.1950 vinden we dan wel een dienstregeling terug, zij het een voorlopige, met 9 busritten (op vrijdag 10). Met de bussen kwamen ook de varianten.

Er werd geen lijnnummer vermeld, al is het mogelijk dat dit wel al gebruikt werd. Ik vind het lijnnummer 54 pas jaren later terug. Eind jaren 80 vinden we zelfs een tweede lijnnummer: 54 voor 2 varianten (Westerlo - Herentals via Voortkapel en Westerlo - Herentals via Oevel) en 54B (Tongerlo Dreef Abdij - Westerlo - Olen). Het huidige nummer 540 verschijnt in 2006. Een jaar later komen ook de nummers 541 en 543 in gebruik - 541 voor de bediening van Geel Bell, 543 als schooldienst). Met de basisbereikbaarheid verschenen ook 2 belbussen 944 en 946.


De verbinding.

Halle - Herentals 3408 09:20 10:36 +7 822 (GCR) mr75 vierledig controle: J
Herentals - Geel 4310 10:43 10:54 +5 4171 (FHS) mw41 controle: N
Geel - Geel [299] 11:05 11:19 -3 ab2107 VDL Bus&Coach Citea SLE Hasselt De Crutzen
-
Tongerlo - Herentals [540] 15:44 16:09 +2 ab2035 VDL Bus&Coach Citea SLE Westerlo
Herentals - Halle 3438 16:23 17:41 +8 1924 (NK) - 61043 (FCL) M6 controle: J

 

En wat we beleefden.
Vlot kun je de heenreis niet noemen: IC 3408 staat stil in Ruisbroek (om van lijn 96N naar lijn 96 te gaan), voor Brussel-Zuid (classics op radio één), voor Brussel-Centraal (ook al bijna een classic), voor Schaarbeek. Hoewel de trein dus perfect op tijd vertrekt in Halle, zien we de vertraging vervaarlijk groeien, tot 10 minuten in Vilvoorde. Dat zou moeten “volstaan” om de aansluiting in Herentals met de IC naar Hamont de mist te zien ingaan. Maar we hebben geluk, in onze trein zit een tb die ook een deel van de 4310 moet overnemen en een tbg die ook al met de 4310 mee moet. Of de 4310 in normale omstandigheden zou wachten, weten we niet, maar nu krijgen we voorrang vanaf Lier en dus komt de aansluiting niet in het gedrang. We komen aan in Herentals met 7 minuten vertraging en de IC naar Hamont volgt, met 6 minuten vertraging. In de 4310 komt al snel een tbg aan het woord die op een verfrissende manier communiceert, zelfs zijn eigen voornaam. We komen met 5 minuten aan in Geel, waar de voetgangerstunnel nu de route naar het busstation via de overweg serieus inkort.

De bus van lijn 299 vertrekt precies op tijd. Er is wel een omleiding, die voor een keer geen verlenging van de reisweg inhoudt, maar een inkorting. Opvallend: op het scherm in de bus wordt de vervangingshalte vermeld, niet de reguliere.

Bus 540 komt met een kleine vertraging aan de halte Tongerlo Dreef Abdij; hij zal die 2 minuten vertraging ook houden tot Herentals. Blijkbaar is er een probleem met de achterste deur, die een alarm aanstuurt.

Ook IC 3438, die ons rechtstreeks naar Halle zal brengen, rijdt met een kleine vertraging. In Vilvoorde is die ingelopen en zelfs in Brussel-Noord vertrekken we nog met amper één minuutje vertraging. Maar daar komen er al snel 5 bij tot Brussel-Centraal, waar een gigantische groep jongeren instapt. Ik vraag me toch af hoe ze het klaarspelen: ik heb destijds tientallen groepsreizen georganiseerd en tegen het einde aan was dat zo moeilijk geworden dat ik het zo goed als opgaf. Zeker tijdens de spits was het bijna onmogelijk om het groepstarief vast te krijgen. In Halle blijkt deze trein trouwens meer dan vol te zitten, ook vooraan - de jongeren moeten allemaal achteraan zitten. Tussen Brussel-Zuid en Vorst-Zuid staan we weer zo goed als stil, blijkbaar om naar lijn 96N over te gaan. En ja hoor, ze zijn er weer de grijs- of zwartrijders die vinden dat ze heerlijk in eerste klasse mogen komen zitten. We hebben al controle gekregen voor Brussel en dat is blijkbaar genoeg. Ik vraag me meer en meer af hoeveel we jaarlijks zouden kunnen besparen als we ook gewoon systematisch met een tweedeklasbiljet in eerste zouden gaan zitten. Die enkele keer dat we dan een klasverhoging moeten betalen zouden we erbij moeten nemen. Maar er is een ander probleem: wij behoren nog tot de generatie die zich zou schamen als we zouden moeten verhuizen…

De treinlectuur.
Karl MAY, Winnetoe bij de Bedoeïenen. Heerlijk jeugdsentiment en een goed verhaal, dat de link legt tussen Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi, de twee alter ego’s van Karl May.

Julian BARNES, Het enige verhaal.


Als er afsluitingen langs de Zenne geplaatst moeten worden, moet men er misschien ook eens aan denken om wat stevige afweer te voorzien voor beroepsvoetballers die sportcentra binnenrijden…

Uitgedrukt…
Het punt van Judas. Dat is het getal 13. Het is nu eenmaal de Goede Week.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

04-04-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
28-03-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 maart 2023 - Gemmenich

De wandeling.
De folder die ons vandaag ter inspiratie dient is niet eens zo oud: ik kocht hem in 2015. De wandelkaart Land van Eupen & Geuldal werd toen uitgegeven door het Toeristisch Agentschap Oost-België, in samenwerking met het NGI dat voor de kaart zorgde. Je vindt er niet minder dan 37 aangeduide (aanbevolen) wandelingen in, in een tiental gemeenten. Onze keuze viel vandaag op de Promenade des Pélerins, een bijna 10 km lange lus in Gemmenich. De keurig aangeduide wandeling (rode rechthoek) brengt ons in het Preuswald met een lange reeks kruisen (Pélerins!), naar het Drielandenpunt en terug naar Gemmenich. De TWQ ligt op 69% en wie minder streng is, kan ook twee afgesloten asfaltwegen in het bus als trage weg beschouwen. Maar wij gaan in dit geval nu eenmaal voor onverhard. Het is een erg aangename tocht geworden, met veel bos, veel prachtig verzorgde kruisen met paarse Vastenlinten en uiteraard is het Drielandenpunt een toeristische trekpleister. Voeg daar nog enkele mooie panorama’s bij en je krijgt een tocht die voor ons 18/20 waard was. Voor de treinliefhebbers is er ook nog lijn 24, een van de belangrijkste goederenspoorlijnen van het land en onderweg vind je zelfs een oriëntatiebord dat volledig aan deze lijn gewijd is. Op het kaartje is te merken dat je ook even in Nederland stapt en de foto’s geven uiting aan de christelijke inspiratie die ook al in de naam van de wandeling terug te vinden is.


Nog maar net vertrokken en al meteen topklasse.


Zo kwamen we er 8-tal tegen.

Het weer.
Cirrusbewolking kon de zon op momenten volledig versluieren. Fris maar rustig.

De stafkaarten.
35/5-6 Plombières (2019). Hoe langer ik deze nieuwe reeks van het NGI op 1:25.000 gebruik, hoe meer ik er ontgoocheld over geraak. De vorige reeks kaarten (op 1:20.000) was eigenlijk té volledig voor de gebruikte schaal en met de nieuwe kaarten probeerde men met minder gegevens toch volledig te zijn, maar daar wringt het schoentje. Waar dient een topografische kaart anders voor dan om zo veel mogelijk gegevens te bevatten? Nu ontbreken toch wel erg veel boswegen. (Het probleem met de kaarten op 1:20.000 was hun overvloed en door deze kaarten ook op 1:10.000 beschikbaar te maken, werd dat mooi opgelost, maar dat zal wel voorgoed verleden tijd zijn. Belet me niet om er met heimwee aan terug te denken.)


Hoe we er geraakten.
Gemmenich is bereikbaar met lijn 396 (Eupen - Vaals) en met lijn 710 (Eupen - Welkenraedt - Kelmis). De verbinding via Welkenraedt is duidelijk de snelste en dus verlopen heen- en terugreis met overstap in Welkenraedt dat gemakkelijk te bereiken is met twee IC’s per uur.

Een beetje geschiedenis.
Uiteraard verwijs ik met plezier naar de website van Paul Kevers (link onderaan). Meer specifieke informatie over Gemmenich vind je hier. Daaruit leren we o.a. dat Gemmenich nog jaren (15!) moest wachten op zijn station, eerst onder het mom van een ongunstige ligging die het moeilijk maakte om een voldoende vlakke en grote ruimte vrij te maken, later omdat de douane gevestigd was in Plombières en er geen station of halte tussen de Duitse grens en Plombières mocht liggen. In 1876 kwam het (voorlopige) station er dan toch.

Aanvankelijk werd Gemmenich opgenomen in een tabel Verviers - Aachen - Elberfeld. Eigenlijk is de geschiedenis van de reizigersinformatie altijd een zootje gebleven: in het spoorboekje van 1924 vind ik een lijn 39A Plombières - Aachen terug, al rijden de meeste treinen door tot Herbesthal, eentje zelfs tot Raeren. Bij het begin van WO II is de tabel gewoon 39 geworden: Aachen - Montzen - Gemmenich - Plombières - Moresnet - Birken -…- Herbesthal. Zo verschijnt de lijn ook opnieuw na WO II, maar daar roert entwat: in het spoorboekje van 1952 vinden we eigenlijk geen dienstregelingen voor Gemmenich meer: er wachten grondige hervormingen en er wordt geen dienstregeling gepubliceerd. Dat geldt zowel voor de NMVB als voor de NMBS.
Uiteindelijk verschijnt een buslijn 39a (en een lijn 396 Malmédy - Eupen - Vaals, vandaag drastisch ingekort tot Eupen - Vaals.) Het is een toestand die meer dan 20 jaar zou aanhouden, maar nog voor de splitsing van de NMVB wordt het lezen van tabel 39a een stuk eenvoudiger (?): al blijft de 39a behouden, er komen nu per variant nieuwe lijnnummers 10 - 10 - 11 - 11 - 15. Voor Gemmenich zijn alleen de lijnen 10 en 10 van belang. De laatste is de huidige lijn 710, lijn 10 volgt grotendeels hetzelfde traject maar er is een traject Verviers - Welkenraedt aan toegevoegd. Het aantal varianten (schooldiensten) neemt nog toe, maar tegenwoordig is de tabel 710 - 711 vrij overzichtelijk geworden, precies door aparte tabellen te voorzien.
De nummering met honderdtal 7 kwam er bij het begin van deze eeuw en is typisch voor de hele regio Verviers - Eupen. Ons interesseert vandaag vooral lijn 710 (de vroegere 10) van Kelmis via Gemmenich, Plombières, Montzen, Birken, Henri-Chapelle naar Welkenraedt en Eupen. Het dorp Moresnet wordt veelal bediend door lijn 711 met aansluiting op de 710 in Montzen.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3407 08:21 08:32 +1 1850 (FSD) - 61040 (FCL) M6 controle: N
Brussel-Zuid - Welkenraedt 0507 08:55 10:34 stipt 1853 (FSD) - 73009 (FSD) M7 controle: N
Welkenraedt - Gemmenich [710] 10:57 11:22 stipt ab5013-26 Mercedes Citaro G II SADAR
-
Gemmenich - Welkenraedt [710] 14:34 15:01 stipt ab5013-24 Mercedes Citaro LE SADAR
Welkenraedt - Brussel-Noord 0538 15:25 16:50 +1 1832 (FSD) - 73042 (FSD) M7 controle: N
Brussel-Noord - Halle 1938 17:01 17:23 +8 1888 (NK) - 61002 (FBMZ) M6 controle: N

 

En wat we beleefden.
Vlot reizen mag ook wel eens en de heenreis verloopt inderdaad bijna zoals het hoort. IC 3407 rijdt ongehinderd van Halle naar Brussel-Zuid en slaagt er zelfs in 2 minuten vertraging in te lopen. Tot Leuven rijdt IC 507 met wat vertraging en de afdaling naar Liège-Guillemins verloopt toch wel traag, maar Welkenraedt bereiken we stipt. Overigens zaten we in rijtuig 73009 eerst in de kou: toen we wilden verhuizen naar het volgende rijtuig stelden we vast dat het elders in het rijtuig wel aangenaam warm was.

De bus moet maar zonder Aribus vertrekken want zwart is de hoofdkleur - de enige kleur - op het scherm. Bij de voorbereiding had ik gevonden dat er een omleiding was in Gemmenich door werken op het kruispunt van de Place Peckham. Alternatief was de niet zo ver gelegen halte La Forge. Die werken waren begonnen in… 2019 en dat leek me toch wel lang geleden. Ik nam dus contact op met de TEC-LV en kreeg snel antwoord: toevallig waren de werken enige dagen tevoren beëindigd en kon de vermelding in de dienstregeling dus verdwijnen. Ik was er eigenlijk van overtuigd dat mijn mailtje een of andere verantwoordelijke wakkergeschud had, maar… ter plaatse bleek de omleiding nog altijd van toepassing. Voor de richting Kelmis ontbrak een voorlopige haltepaal, maar plaatselijke busgebruikers wisten blijkbaar waar ze moesten wachten. Aan de haltepaal van de Place Peckham hing nog een geplastificeerde mededeling in een plastieken hoes die uiteraard na bijna 4 jaar nog nauwelijks leesbaar was. De werken waren inderdaad nog aan de gang en anders dan je zou kunnen verwachten werd geen gebruik gemaakt van kruiwagens, pikhouwelen, spaden in alle vormen en formaten… De arbeiders gebruikten goed materieel dat gericht is op snelle afwerking…

Als je de terugrit opzoekt in de app van de TEC lijkt deze rit beperkt tot Montzen Église, waar dan moet worden overgestapt. Ook de website splitst deze rit op in 2 delen, zij het dat men daar vermeldt dat beide ritdelen met hetzelfde voertuig worden uitgevoerd. (Waarom dan splitsen?) We zijn er dus vrij gerust in, zeker als het grootste deel van onze medereizigers ook gewoon blijft zitten. Het valt trouwens op dat dit een goede lijn is: zowel vanmorgen als vanmiddag is de bezetting behoorlijk. Misschien is dat de reden waarom de bus ondanks de sportieve rijstijl van de chauffeur langere tijd met enkele minuten vertraging rijdt. Maar Welkenraedt bereiken we wel op tijd.

IC 538 vertrekt met 2 minuten vertraging in Welkenraedt, maar in Verviers is die vertraging al weggewerkt. In Liège-Guillemins moeten we wel vertrekken na IC 1738, een zo goed als volledig ontsier rijtuigenstel M4, dat met 7 minuten vertraging vertrekt. Wij houden er nog 3 aan over. Maar voor de rest verloopt de rit zonder geschiedenis, zoals ons onderwijs. Ook IC 1938 komt vrij moeiteloos door de NZV, maar dan loopt het snel fout: de 2 minuten vertraging bij vertrek in Brussel-Zuid worden er uiteindelijk 8 in Halle. Al meteen bij het buitenrijden van Brussel-Zuid rijden we tegen een slakkengangetje, vermoedelijk achter S 1588 naar Geraardsbergen en Denderleeuw aan: die heeft 25 minuten vertraging bij elkaar gesprokkeld. Vanaf Lot rijden we op tegenspoor. In mijn achterhoofd broeit ondertussen een verhaaltje: 3 treinen hebben ons vandaag laten vermoeden dat het werk van de tbg is overgenomen door artificiële intelligentie: geen controle, meer: we hebben ook geen tbg gezien, alleen heel af en toe gehoord. Maar dan komt hij: de spelbederver, die net voor Halle opduikt en controleert. Daar gaat mijn anekdote, al raakt hij niet ver genoeg om ook ons nog te controleren…

De treinlectuur.
Werner BRÄUNIG, Rummelplatz. De DDR meteen na de opsplitsing. We volgen enkele personages die al dan niet vrijwillig tewerkgesteld zijn in fabrieken en mijnen waar het halen van productienormen belangrijker is dan de arbeiders die daar voor instaan. Spijtig genoeg hebben sommige van die personages ook de neiging om uitgebreid te filosoferen over het communisme dat hen door middel van Russische pantsers wordt opgedrongen. Het inzicht groeit dat de strijd tegen het kapitalisme verloren is: de arbeider blijft een speelbal in de handen van de happy few, die zich tot de zwalpende communistische partij bekennen.

Julian BARNES, Het enige verhaal.


Zomertijd, oei oei ons bioritme. Maar drie dagen en nachten wallebakken onder de noemer carnaval, of zelfs het gewone uitgaansleven: geen enkel probleem!

Uitgedrukt…
Doe het licht branden dat we zien wat we zeggen. Absurd en grappig.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

28-03-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
20-03-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 maart 2023 - Beringen-Mijnen

De wandeling.
In 2010 publiceerde Stan Verelst in het tijdschrift van Pasar een wandeling met als titel Op de terril van Beringen-Mijn. Die terril is dan ook de pièce de résistance van een 10.3 km lange tocht, die ook nog een tijdje via een mooie voetweg langs de Zwarte Beek voert. Zo komt de TWQ uit op 57%. De klim naar de top van de terril is een uitdaging langs goed onderhouden paden. Destijds was het parcours onberispelijk beschreven en zo konden we ongehinderd naar boven, zonder ons te laten verleiden door de olifantenpaadjes die her en der ontstaan zijn. Wil je zeker spelen, dan gebruik je dit kaartje. Eenmaal boven krijg je een vrij uitzicht maar oogkleppen zijn aan te raden: de vele woonwijken aan de voet zijn niet bepaald wat je van een panorama verwacht. We quoteerden 15.5/20.
Foto’s vind je hier. Deze zorgen hopelijk voor de nodige appetijt.


Voor eeuwig aan de ketting.


Oude trots.

Het weer.
Regen toen we uit de bus stapten en meteen nadat we opnieuw in de bus gestapt waren, maar het grootste deel van de wandeling bleef het droog. Wel somber, winderig en relatief fris.


De stafkaarten.
25/1-2 Tessenderlo (2017) - 25/3-4 Heusden-Zolder (2017).

Hoe we er geraakten.
Bij Beringen-Mijnen zou je meteen aan de treinhalte Koersel denken - zeker als je wat afweet van de spoorweggeschiedenis en de stations in Beringen - maar de apps waren het voor een keer met me eens: met de trein naar Schulen reizen en daar overstappen op lijn 90 Donk - Beringen was een vlotte en tamelijk snelle oplossing. En dat deden we dus voor heen- en terugreis.

Een beetje geschiedenis.
Buslijn 90 Donk - Beringen is er een van relatief recente datum: ik vond ze voor het eerst terug in het busboekje van 30.06.2003; ze moet beschouwd worden als een van de zegeningen van de toen pas ingevoerde basismobiliteit. Voordien werd Schulen Station o.m. bediend door lijnen 30 Sint-Truiden - Beringen en 35c. Dat laatste was logisch: die lijn 35c was de vervangingslijn voor de geschrapte halten op lijn 35. Ik vermeldde dit al in de bijdrage van 25 januari 2020, toen we in Meldert stapten.

Lijn 90 werd een deels nieuwe verbinding tussen Donk, Herk-de-Stad, Lummen en Beringen. Zoals dat bij de basismobiliteit gangbaar was, kon men niet klagen over de dienstregeling:

N67: uurdienst van 6:05 tot 20:12

R6: uurdienst van 8:07 tot 20:07

R7: 2-uurdienst van 9:07 tot 21:07

Overigens betekende het invoeren van lijn 90 wel dat lijn 35c verschrompelde tot wat men eufemistisch een functionele lijn is gaan noemen.

Dat was de toestand op een ogenblik dat De Lijn onweerstaanbaar groeide en bloeide, maar zoals wel vaker (altijd?) is het voor het OV in ons land erg belangrijk wie er aan het roer zit. Opeenvolgende besparingsoperaties snoeiden vooral sterk in de zondagsdienst: er werden op zondag nog 4 ritten ingericht, tussen 10:57 en 17:16. Van een vaste cadans is er op zondag geen sprake meer. Op weekdagen is er trouwens een opvallend verschil tussen de dienstregeling voor en na de middag, zoals we die wel vaker hebben zien invoeren. De uurdienst bleef wel behouden, maar meteen na de middag is het toch wat langer wachten.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1908 09:37 09:48 stipt 518 (FHS) mr96 Deense neus controle: N
Brussel-Zuid - Leuven 0508 09:55 10:23 +5 1892 (NK) - 73026 (FSD) M7 controle: J
Leuven - Schulen 2461 11:13 11:54 stipt 396 (FHS) mr80 Break controle: N
Schulen - Koersel [90] 12:11 12:43 +2 ab2081 VDL Bus & Coach Citea SLE Beverlo
-
Koersel - Schulen [90] 15:14 15:50 -2 ab4423-08 Mercedes Citaro G II De Valk
Schulen - Leuven 2486 16:05 16:46 +1 405 (FSD) mr80 Break controle: J
Leuven - halle 1738 16:53 17:33 +6 2705 (NK) - 58005 (NK) M4 controle: N

En wat we beleefden.
De bus van lijn 155 die bij ons komt om 9:07 heeft de vertraging vandaag binnen de perken gehouden (+7) en dus kunnen we sneller naar Leuven dan voorzien. Dat verklaart de onnodig lange reserve.

IC 1907 rijdt tamelijk vlot naar Brussel-Zuid, waar we IC 508 naar Eupen kunnen nemen. Dat is een verbinding met een aansluiting van 7 minuten waaraan we ons lot anders niet zouden verbinden. Maar vandaag lukt het dus probleemloos, wat ons met een lange wachttijd in Leuven opzadelt. Tijd voor een koffie dus. De rust van het Grand Café wordt verstoord door iemand die zichzelf zo belangrijk vindt dat het gesprek - in het Engels - door de gelagzaal knalt. Na een tijdje heeft een kelner of de eigenaar er genoeg van: het volume van de laptop gaat drastisch naar omlaag. Na de laatste wandeling had ik een twintigerse dame in de trein nog zelf aangemaand om haar elektroniekske wat zachter te zetten - waar halen ze het in hun hoofd om radio- of tv-programma’s met hun medereizigers te delen? En straks zal ik in de L-trein een jongeman aanspreken die ook gretig gebruik maakt van een speeldoosje dat veel te veel gerucht maakt.
De info in IC 508 lijkt nergens op: we zitten in een trein naar Oostende en de halteaankondiging zit er compleet naast. Hoewel we Brussel-Noord buitenrijden met amper 2 minuten vertraging, vallen we meteen na het noordstation stil: een Thalystrein heeft voorrang gekregen en tot Schaarbeek gaat het tegen een slakkengangetje. We komen in Leuven met 5 minuten vertraging aan, wat niet eens slecht is.
De L-trein naar Hasselt rijdt zonder veel problemen zo goed als op tijd, vanaf Diest zelfs helemaal op tijd.

Ook bus 90 doet het trouwens erg goed. Ook hier loopt het fout met de info op het scherm. Blijkbaar blijft die hangen, zodat we zelfs even denken dat we in een bus van de verkeerde richting zijn ingestapt, maar op een bepaald moment raakt de info toch gecorrigeerd, tot de volgende halte waar gestopt moet worden. In Lummen maakt de bus op het eerste gezicht gekke rondjes, maar hier is een goed uitgekiend aansluitingspatroon van kracht. Tijdens de wachttijd ruimt de chauffeur een achtergebleven drankflesje op - dat zie je bijna nooit meer.

Voor de terugrit krijgen we zelfs een gelede bus. Behalve aan de school Sint-Ferdinand zijn er weinig instappers, al moet de bus natuurlijk nog naar Herk-de-Stad. Ook nu staan aan de halte Frederickxstraat in Lummen de bussen van een aantal lijnen onderlinge aansluitingen te geven.

De aansluiting bus/trein (een kwartier) verloopt volgens het boekje. Drie minuten voor het voorziene aankomstuur van onze L-trein passeert nog een goederentrein, getrokken door een 77. Die lijkt ons niet te hinderen en we komen zo goed als stipt in Leuven aan. De grap van de dag moet dan nog komen: IC 1739 wordt aangekondigd. Ik had eerder al gezien dat de samenstelling van deze trein niet correct doorkwam in haltelink en hyperrail, maar dat dergelijke fouten ook doorgegeven worden aan het informatiesysteem is potsierlijk. Voor een hele reeks stations worden de laatste 4 (of zelfs 5!) rijtuigen verboden. Als de eersteklasrijtuigen ook nog eens gesitueerd worden in het 2de, 9de, 14de en 15de rijtuig is het duidelijk dat 2 samenstellingen werden samengevoegd: een met M4 en een met M7. De trein bestaat uiteraard alleen maar uit een lang stel M4-rijtuigen en helemaal achteraan hangt het enige eersteklasrijtuig. Tot Brussel-Zuid doet de trein het erg goed (+2), maar vanaf Lot vertraagt hij: hij bereikt Halle met 6 minuten vertraging en doordat we helemaal achteraan zitten hebben we veel overstaptijd nodig voor de bus van 16:40. We zien hem nog net wegrijden… Gelukkig verkondigt men al 30 jaar dat de aansluitingen verbeterd moeten worden, maar ik heb het opgegeven. Een uur wachten zien we niet zitten en dus voegen we nog 3.850km toe aan onze inderdaad niet zo lange tocht van vandaag. En we blijven stappen met de vraag: is geen informatie eigenlijk niet beter dan foutieve informatie?

De treinlectuur.
Werner BRÄUNIG, Rummelplatz.
Julian BARNES, Het enige verhaal.



Onze Natuur, met Wim Opbrouck die keurig Nederlands praat. En ook oog heeft voor de natuur ten zuiden van de taalgrens. Hoe het zat met Het verhaal van Vlaanderen hoef ik waarschijnlijk niet te vermelden.

Overigens is Opbrouck ook in Arcadia (samen met Gene Bervoets) zowat de enige Vlaming die zich behoorlijk in het Nederlands uit de slag trekt. De reeks toont door het naast elkaar plaatsen van Vlaamse en Nederlandse acteurs nog maar eens hoe lamentabel het met de Vlaamse acteurs gesteld is.

Uitgedrukt…
Morgen ga ik op den blok… Dus niet Block, zoals je misschien verwacht in deze blog waar treinen toch een belangrijke rol spelen. Je hoort het wel eens gebruiken door iemand die geopereerd moet worden. Vermoedelijk is het een verwijzing naar het kapblok (of hakblok in Nederland): een massief blok hout waarop de slager kleinvee slacht of vlees met het hakmes snijdt.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

20-03-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
15-03-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 maart 2023 Tielt-Winge - Sint-Pieters-Rode (GR512)

De wandeling.
Het is zowat de derde keer dat we GR512 lopen en dat is niet verwonderlijk: we stappen ondertussen al zo een halve eeuw en dan moet je reprises inlassen, wat we niet eens erg vinden. Vandaag stappen we van Tielt-Winge naar Sint-Pieters-Rode. Dat laatste zegt misschien niet zo veel, maar Horst doet dat waarschijnlijk des te meer. Zo een 10 à 11km met een TWQ van 70%, het is een stukje GR dat er best mag wezen. Bij ons is er in 10 dagen dik 70mm neerslag gevallen en dat zal hier in het Hageland wel niet anders zijn: dat hebben we aan den lijve ondervonden. Met name de lange stroken bos (Walenbos en het Kasteeldomein van Horst) liggen er bepaald drassig bij: probeer deze tocht niet te stappen op balschoentjes. Zo je dat toch mocht overwegen, laat je dan overtuigen door de foto’s. Het kaartje en de bijhorende grafiek laten een vrij vlakke wandeling zien, op één stevige klim na: de Houwaartse Berg.


Met goed onderhouden wandelbottines kom je hier probleemloos door: het Walenbos.


Tot voor enkele decennia zo goed als ondenkbaar: wijngaarden.

Het weer.
Frank is spijtig genoeg stilaan aan zijn zwanenzang begonnen, maar belooft een droge dag. Op een korte bui met wat hagel is het inderdaad droog gebleven. De wolken toonden zich van hun beste kant, de temperatuur was aangenaam en de wind hield zich koest.

De stafkaarten.
24/7-8 Aarschot (2020)

Hoe we er geraakten.
De vorige keer sloten we het stukje GR af bij de Blerenbergstraat, maar dat zal vandaag niet lukken. De Lijn waarschuwt voor een omleiding en dus zit er niets anders op dan uit te stappen bij de halte Tielt Stelplaats en dat is niet eens zo erg: een voetweg brengt ons in de onmiddellijke buurt van ons eerdere eindpunt. Het wordt dus Halle - Leuven en dan een bus van lijn 370. Voor de terugrit kiezen we de halte Horst op lijn 310 Aarschot - Leuven. De rechtstreekse IC komt deze keer niet in aanmerking en dus wordt het overstappen in Brussel-Noord.

Een beetje geschiedenis.
We kwamen eerder al aan in Horst en dus heb ik de geschiedenis van buslijn Leuven - Aarschot daar al behandeld. Toen schreef ik dit:

Dankzij zone01 vond ik al een buslijn Leuven - Aarschot terug die haar opwachting vermoedelijk maakte tijdens het interbellum. In een busboekje kwam deze lijn voor onder tabel 33: de meeste bussen (op 1 na) zijn beperkt tot een traject Leuven - Sint-Pieters-Rode. Die ene vreemde eend in de bijt reed door tot Aarschot.
In een boekje uit 1948 blijft de tabel het nummer 33 dragen, de meeste ritten rijden nu tot Aarschot.
In het spoorboekje van 1950 verschijnt tabel 725, in de sectie NMVB. Met 4 ritten op N67, 3 op R6 en 5 (!) op R7 lijkt het geloof in deze lijn niet erg groot te zijn. Later zal de lijn opgenomen worden in tabel 599, nog later in 596. De bussen rijden als 10 (of één enkele als 10), eerst nog vrij onregelmatig gespreid over de dag, later met een soort 2-uurdienst, op alle dagen van de week.
Tot de NMVB moet besparen: het aantal rechtstreekse ritten tussen Leuven en Aarschot wordt gedecimeerd: reizigers moeten bijna altijd in Holsbeek overstappen van of naar de Leuvense stadslijn 2. Aan die besparingstruc komt gelukkig na enkele jaren een eind en in 2005 verschijnt het huidige lijnnummer 310. Tegenwoordig wordt van maandag tot zaterdag ongeveer een uurdienst gereden, op zondag rijden de bussen slechts om de 2 uur.

Als toemaatje deze dienstregeling uit de tijd: het busboekje van 01.06.1986. Holsbeek is meestal overstappunt naar stadslijn 2.

De verbinding.

Halle - Leuven 1708 09:26 10:08 +13 76043 (NK) - 73069 (NK) M7 controle: N
Leuven - Tielt-Winge [370] 10:24 10:52 stipt ab304-604 VDL Bus & Coach Citea LE Teyssen
-
Sint-Pieters-Rode - Leuven [310] 14:48 15:15 stipt ab2718 VDL Bus & Coach Citea SLFA Hybrid Tielt
Leuven - Brussel-Noord 1537 15:20 15:38 +8 76031 (FSD) - 61028 (FHS) M6 controle: N
Brussel-Noord - Halle 3786 15:53 16:20 +8 08194 (FSR) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
Eigenlijk is het echt droef gesteld met ons OV. Lees maar. Dat de bus van lijn 155 die hier bij ons om 8:37 doorkomt, vertraging zal hebben staat als een paal boven water. Gisteren was dat 36 minuten, vandaag beperkt het zich tot 14 minuten - de chauffeur is ook nog even op de reisweg van lijn 153 terechtgekomen, maar vermoedelijk hebben oplettende reizigers haar daar op gewezen. Anders hadden we naar onze bus kunnen fluiten. Een kwartiertje wachten in Halle zorgt weer voor frustrerende toestanden. Eigenlijk zou ik de laatste tijd geblinddoekt in stations moeten ronddwalen, want tegenwoordig zijn de toestanden slecht voor de bloeddruk en dus voor de algemene toestand van goedvoelen. Een bloemlezing: IC 3230 rijdt met een dik half uur vertraging als gevolg van problemen tijdens de voorgaande rit. IC 3408 vertrekt op dubbel geel en is gehalveerd: dat gebeurt zo 1 keer per week. Het enige vierledige stel is duidelijk niet tegen zijn taak opgewassen. Tussendoor moet ook het lege stel van de 7444 nog passeren en dat veroorzaakt dan weer vertraging aan IC 1708. IC 1930 rijdt wel op tijd, maar daar is het eerste rijtuig dan weer niet toegankelijk van: defecte deuren. Als IC 1708 binnenrijdt, is het nummer (B en UIC) van het trekkende M7-rijtuig onleesbaar door graffiti.

Het nummer van het eerste AB-rijtuig is wel leesbaar en aan de hand daarvan kan ik uit een eerdere samenstelling afleiden dat het BMx-rijtuig waarschijnlijk het nummer 76043 draagt. We vertrekken in Halle met 8 minuten vertraging, staan zo goed als stil in Ruisbroek en later ook nog eens op lijn 36N ter hoogte van kp 20.1 (buurt Veltem): in Leuven klokken we af op 13 minuten. De voorziene aansluiting met de bus van lijn 370 houdt dus nog stand.

Om een of andere reden rijden er woensdag enkele bussen extra tussen Leuven Station en Tielt Stelplaats. Het is zo een bus die we nemen, langs de saaie N2. Maar de rit verloopt zonder problemen.

De terugrit met lijn 310 is ook stipt. De chauffeur moet wel aardig doorduwen. Maar we krijgen zicht op een aansluiting met de IC naar Blankenberge die 5 minuten na aankomst van de bus zou moeten vertrekken.


Tielt Stelplaats. Wachten op een volgende rit.

Zou moeten want deze trein heeft 10 minuten vertraging, door problemen bij de koppeling. Er gaat wel nog wat vertraging af; de aansluitende trein is S3786, op tijd, in Brussel-Noord dan toch. Want we zitten achter IC 2435 (Liège-Saint-Lambert - Namur - Brussel - Tournai). Met 4 minuten bij vertrek uit Brussel-Zuid lijkt de schade beperkt te blijven, maar net buiten Brussel-Zuid moeten we nog voorrang geven aan P 8800 Schaarbeek - Saint-Ghislain. In Vorst-Zuid tekenen we al 8 minuten op en de ervaring leert dat daar geen minuut meer af gaat voor Halle. De zwart- of grijsrijders (2 jongeren met roots buiten België) komen de boel verder verpesten: ze zijn er duidelijk niet gerust in en zijn waarschijnlijk daarom zo ver mogelijk naar voren doorgeschoven. De ene stapt uit in Ruisbroek, de andere in Buizingen. Die van Ruisbroek heeft met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen treinbiljet.

De treinlectuur.
Werner BRÄUNIG, Rummelplatz. Ik heb al heel wat Duitse romans gelezen over West-Duitsland, maar dit is de eerste over Oost-Duitsland, in het begin van de jaren 1950.

Julian BARNES, Het enige verhaal.


Stikstoffen: stikstof, onderwijs,woonzorgcentra, kinderdagverblijven, basisbereikbaarheid. Als we de politici nu eens een naaicursus cadeau deden?

Uitgedrukt…

Een wijsheid van mijn allereerste dorpspastoor: burenruzies beginnen altijd met de kinderen en de kippen. Wist de brave man veel dat daar 60 jaar later oneindig veel aanleidingen bij zouden komen.


Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

15-03-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
27-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 februari 2023 - Nonceveux - Vertbuisson - Ninglinspo

De wandeling.
Toen Julien van Remoortere destijds enkele honderden lusvormige wandelingen (voornamelijk in de Ardennen) had beschreven en er nog nauwelijks uit dat vaatje getapt kon worden, begon hij met enkele tochten in lijn die telkens de loop van een van de bekende Ardense rivieren (en de Leie!) volgden. Zo verscheen in 1997 De Amblève van bron tot monding die in Honsfeld begint en in Rivage eindigt. Na de beschrijving van de tocht vind je in het boekje ook nog 14 lusvormige wandelingen die telkens geïnspireerd zijn op een van de bijriviertjes van de Amblève. Wij stappen vandaag naar de hoogte van Vertbuisson en dalen daarna af door de bekende vallei van de Ninglinspo. In totaal maakt dat 9 à 10 km, waarvan zo een 94% over onverharde (of niet bestaande paden) loopt. Dat laatste vraagt wat toelichting: makkelijk is die afdaling niet, soms op het gevaarlijke of haast ondoenbare af. We hebben nog nooit meegemaakt dat zoveel stappers in de tegenrichting ons waarschuwden voor de moeilijkheden die ons nog te wachten stonden. Wisten ze veel wat hen zelf nog te wachten stond! Wij zagen er dan tenminste nog als geoefende stappers uit, onze tegenliggers waren blijkbaar op vakantie-uitstap. Een jonge vader droeg zelfs een baby in een gareel tegen de borst: onverantwoord.

Het profiel van de tocht is gemakkelijk te beschrijven: het begint met een stevige klim die vrijwel aanhoudt tot Vertbuisson (dat door Van Remoortere als beginpunt gesuggereerd wordt, maar onbereikbaar is met het OV) - dan loop je al even zo goed als vlak, de aanloop naar de steile afdaling naast de Ninglinspo. Gelukkig zijn er de merktekens van het GR-pad om je probleemloos naar beneden te loodsen, hoewel: onderweg moet je opletten om niet op de variant terecht te komen en tegen het einde aan moesten we van het gebruikelijke pad af in het kader van een herintroductieproject van amfibieën. Het kaartje geeft het voorziene traject aan. Let wel: op routeyou lijken stijging en afdaling nogal mee te vallen, maar dat is weinig realistisch. De moeilijkheidsgraad is medium, maar neem het van ons aan: de tocht is zwaar!
Doe deze tocht niet als je twijfelt aan je kunnen, brugjes en trappen zorgen voor enig soelaas, (te) laag gespannen touwen kunnen wat houvast geven, maar op een aantal plaatsen is er geen pad en de rotsen zijn zelden gemakkelijk begaanbaar. Een verwittigd man is er twee waard.

Hier vind je enkele foto’s, maar deze geven al een voorsmaakje.


Een opvallende grenspaal uit 1833 om de aanhoudende stammentwisten tussen Theux en Aywaille te beslechten.


De accommodatie lijkt alleen maar optimaal te zijn, vaak is het behelpen.

Het weer.
Helder en koud, met een temperatuur tegen het vriespunt aan en een koude wind, zeker in de hoogte.

De stafkaarten.
49/3-4 Spa (2020)

Hoe we er geraakten.
Nonceveux, meer bepaald de halte Ninglinspo, wordt bediend door bus 142 Comblain-au-Pont - Trois-Ponts, die ook het station van Aywaille bedient. Omdat die bus elk uur rijdt en sinds enkele jaren ook de IC Liège - Luxemburg elk uur rijdt, voorzien we weinig reserve.

Een beetje geschiedenis.
Over buslijn 142, lang geleden de vervangingslijn voor lijn 42, heb ik het hier al enkele keren gehad. De vallei van de Amblève is nu eenmaal een aantrekkelijk wandelgebied.

Laat ons dus maar even de treinhalte Nonceveux onder de loep nemen. Ze situeerde zich tussen Remouchamps en Quarreux en was toeristisch belangrijk met de bekende wandeling van de Ninglinspo in de buurt. Niet dat dit meteen tot een denderende bediening inspireerde. In 1963 (nu dus 60 jaar geleden!) kon die moeilijk anders dan pover genoemd worden.
Met de amplitude viel het al bij al nog mee: in de richting Trois-Ponts kon je van maandag tot zaterdag de trein nemen van 6:37 tot 21:54, op zondag zelfs tot 23:04. In de richting Rivage kon dat tussen 6:37 en 20:04, op zondag tot 19:53. Maar… de dienstregeling zelf was mager. In die periode van iets meer dan 15 uur kon je amper 5 treinen nemen richting Trois-Ponts (6:37 - 12:14 - 16:08 - 18:05 - 21:54 - op zomerse zondagen van 30.6 tot 25.8 was er nog een trein om 10:19. In de richting Rivage kon je 6 keer in de trein stappen: 6:27 - 7:02 - 9:28 - 16:59 - 18:28 - 20:04 van maandag tot zaterdag - om 6:27 - 7:39 - 9:28 - 16:59 - 18:55 (van 30.6 tot 25.8) - 19:39 - 19:53 op zondag. Bemerk vooral de enorme gaten overdag en de gekke toestand op zondagavond met 2 treinen binnen het kwartier. Die van 19:53 was wel beperkt tot Rivage en werd uitgevoerd met autorail (TT).
Ook de accommodatie stelde niet veel voor: een heel eenvoudig gebouw en een overwegwachtershuisje annex OW1. Alles zou verdwijnen bij de elektrificatie van de lijn.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3408 09:20 09:30 +12 841 (GCR) mr75 vierledig controle: N
Brussel-Zuid - Liège-Guillemins 0508 09:55 10:59 +15 1904 (NK) - 73005 (FSD) M7 controle: J
Liège-Guillemins - Aywaille 5312 12:07 12:38 +19 08552 (LL) mr08 Desiro controle: J
taxi
-
Nonceveux - Aywaille [142] 16:46 17:05 stipt ab5007-07 Mercedes Citaro LE C2 Satracom
Aywaille - Liège-Guillemins 5337 17:25 17:55 stipt ab08514 (LL) mr08 Desiro cpntrole: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 0540 18:01 18:49 stipt 1820 (FSD) - 73018 (FSD) M7 controle: J
Brussel-Noord - Halle 1940 19:01 19:23 stipt 1895 (NK) - 61017 (FBMZ) M6 controle: N

 

En wat we beleefden.
Tja, meer dan wat er bij de heenreis verkeerd is gegaan, kan er redelijkerwijze niet verkeerd gaan. IC 3408 zou ons met een ruime marge naar Brussel-Zuid moeten brengen, maar voor de tweede keer zijn er vandaag problemen in de NZV. We vertrekken met 2 minuten vertraging in Halle, maar in Brussel-Zuid is die vertraging al opgelopen tot 12. We staan even volledig stil tussen Halle en Buizingen en ook nog eens langere tijd bij het binnenrijden van Brussel-Zuid. Maar het kan nog erger: IC 508 vertrekt met een vol kwartier vertraging in Brussel-Zuid en heeft in Brussel-Noord al 20 minuten vertraging bij elkaar gereden. We maken ons weinig illusie over de aansluiting in Liège-Guillemins. De problemen in de NZV en de opvallende aanwezigheid van schoolgroepen maken dat de voorspelling van de vertraging in Liège wel erg optimistisch is. We komen dan ook met 15 minuten vertraging aan in Liège-Guillemins. De IC naar Luxemburg is uiteraard vertrokken. Dat wordt dus een vol uur wachten. Maar het einde van de miserie is nog niet in zicht. IC 5312 wordt ook al aangekondigd met een kwartier vertraging: IC 5331 (de heenrit van IC 5312) heeft tot Coo met een kleine vertraging gereden, maar vanaf Coo rijdt deze trein met een dik kwartier vertraging. De herbenuttigingstijd in Liège bedraagt 12 minuten en IC 5312 zal dus onmogelijk op tijd kunnen vertrekken. Meer: de vertraging groeit stelselmatig en uiteindelijk zullen we met 15 minuten vertraging uit Liège vertrekken. Met 15 minuten aansluitingstijd ziet het er niet goed uit. Als we tussen Angleur en Tilff ook nog eens op tegenspoor moeten, neemt de vertraging alleen maar toe: 19 minuten in Aywaille. We zien dat Aribus voor lijn 142 nog altijd groen kleurt: de bus is vertrokken, zonder ons. Tijdens de treinrit heb ik al opgezocht of we nog mogelijkheden hebben: een ervan zou de bus van 13:53 kunnen zijn, maar dan wordt de terugrit een hachelijk late bedoening. Sneller stappen zit er gezien de verwachte moeilijkheidsgraad niet in en dus hopen we wat tijd te winnen door een taxi te bellen. Gezegend zijn de Waalse steden waar zo een dienst nog beschikbaar is. Veel later dan voorzien zet de taxi ons af bij de Ninglinspo, maar het ziet ernaaruit dat we de schade tot 1 uur zullen kunnen beperken.

Voor de terugrit vertrekken we dus met de bus van 16:46 in plaats van die van 15:26. En geloof het of niet: we bereiken Halle uiteindelijk met 3 treinen die nergens ook maar één minuut vertraging laten optekenen!
Deze keer is het gelukkig (?) in Turnhout dat enkele treinbegeleiders het werk hebben neergelegd na een geval van agressie. Elk geval is er een te veel, maar je kunt de cijfers ook anders bekijken. Per jaar rijden er zo een 253 miljoen reizigers met de NMBS. Per dag zijn er 5 gevallen van agressie zijnde 1825 per jaar, maar naar verluidt blijven er veel gevallen onder de radar. Met enige welwillendheid wil ik zelfs aannemen dat er 18250 per jaar zijn. Hm, zou ik het juist uitgerekend hebben dat dus 0.0072% van de reizigers zich baldadig gedraagt. Als je dat afzet tegen misschien wel 50% van de treinbegeleiders die niet of nauwelijks controleren, kun je wel van enige scheeftrekking gewagen. En daar ligt het kalf gebonden: de overtreders voelen zich betrapt omdat ze al lang doorhebben dat de kans op controle erg klein is: als er toch controle komt voelen ze zich onheus behandeld, want al die vorige keren kwamen ze er wel mee weg. Voeg daar nog een chemische cocktail aan toe en een kort lontje en de bom barst…
Tussen haakjes: we werden niet eens gecontroleerd in IC 5337 naar Liège, maar anderzijds wil ik ook uitdrukkelijk stellen dat we een perfecte, vriendelijke en tijdige controle gehad hebben in IC508, IC 5312 en IC 540. Hopelijk worden die mensen vroeg of laat niet het slachtoffer omdat veel van hun collega’s er de kantjes af lopen, want dat is het echte probleem!

De treinlectuur.
Ish Ait Hamou, Het moois dat we delen.
Ellen Verstrepen, Kattentijd.


Spontane actie van sommige treinbegeleiders. Niet volgens Van Dale:

spon­taan spon·taan bij­voeg­lijk naam­woord • spon­ta­ner, spon­taanst 1888 ◻ Frans spontané 

1 van han­de­lin­gen en ui­tin­gen uit een op­wel­ling voort­ko­mend, niet uit­ge­lokt of door een an­der te­weeg­ge­bracht•een spon­ta­ne hul­de, ont­boe­ze­ming•hij tast­te spon­taan in zijn zak
2 van per­so­nen ge­neigd zijn op­wel­lin­gen met­een te ui­ten•men­sen, spon­taan in vreug­de en ver­driet
3 van bio­lo­gi­sche ver­schijn­se­len niet door uit­wen­di­ge oor­za­ken be­werkt, van­zelf op­tre­dend•een spon­ta­ne mu­ta­tie•spon­taan geïn­fec­teerd

Laat het ons dus maar bij een slecht gecontroleerde reflex houden…

 

Uitgedrukt…
De stomste boer heeft de dikste petatten. Je hoeft dus niet echt slim te zijn om resultaat te halen…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

27-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
21-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 februari 2023 - Wontergem - Deinze (GR128)

De wandeling.
We stappen vandaag een deel van GR 128, ook wel Vlaanderenroute genoemd, hoewel je die naam minstens omstreden kunt noemen. Dat weten we sinds Het verhaal van Vlaanderen… Van Wontergem naar Deinze is het ongeveer 10 km stappen, de TWQ bedraagt 53%. Een kort traject langs het natuurreservaat van de Zeverenbeek en een zeer aangenaam en rustig pad langs een oude Leiearm maken dat net iets meer dan de helft over onverharde paden loopt. We quoteerden 14.5/20: de doortocht van Deinze had er voor ons niet bij gemoeten. Op het kaartje merk je dat je even langs beide zijden van de Oude Leie moet.


Lucien Buysse, vereeuwigd voor zijn overwinning in de Ronde van Frankrijk.

Alle foto’s.

Het weer.
Somber en zacht.

De stafkaarten.
21/7-8 Deinze (2016)

Hoe we er geraakten.
Wontergem zou bereikbaar kunnen zijn met lijn 73, maar die rijdt het grootste deel van de dag niet. We mogen dus nog eens gebruik maken van een belbus (125) om ons naar het eindpunt van de vorige keer (Wontergem Kerk) te brengen. De terugrit is eenvoudig: de IC Kortrijk - Welkenraedt brengt ons naar Brussel-Zuid, waar we overstappen voor Halle. Eindpunt Deinze is tactisch gekozen.

Een beetje geschiedenis.
Deze keer heb ik me eens beziggehouden met Deinze (FD) en meer bepaald met de bediening van dit station waar lijn 73 naar De Panne aftakt van lijn 75 naar Kortrijk en Moeskroen. Ik zette een stapje in het verleden naar 1972, nu iets meer dan een halve eeuw geleden.

Laat ons eerst eens kijken naar lijn 73: het eindpunt heette toen nog Adinkerke-De Panne, logisch, want Adinkerke en De Panne waren nog niet gefusioneerd en het station lag op Adinkerke. De meeste treinen slaan het gros van de stations en de halten over: Grammene, Wontergem, Aarsele, Pittem, Ardooie-Koolskamp, Handzame, Zarren en Esen. Op Aarsele na zullen al deze halten gesloten worden in 1984. Behalve op zondag komen de meeste semi-directe treinen uit Schaarbeek, via Denderleeuw en Aalst. Tijdens de vakantie komen ze ook voor een deel uit Schaarbeek op zondag. Opvallend is een trein op zondagvoormiddag die direct van Gent naar Diksmuide rijdt. Zo een trein rijdt ook… op zaterdagnamiddag. In de richting Gent vinden we ongeveer hetzelfde patroon terug.

Op lijn 75 vinden we een min of meer analoge bediening: er is een semi-directe uurdienst met stops in Deinze, Waregem, Harelbeke en Kortrijk. Wat we nu P-treinen zouden noemen bedienden Machelen, Olsene en Zulte, ook al gesneuveld in 1984.

Wat me nog het meest opvalt zijn de rittijden: de doorsnee semi-direct doet over de afstand Gent-Sint-Pieters - Adinkerke-De Panne 69 à 73 minuten; de directe trein waarvan eerder sprake deed er 61 minuten over. Lichtervelde is een knooppunt, waar de treinen aansluiting geven met die van de lijn Kortrijk - Brugge. Dat kost hen ongeveer 8 minuten stilstand. Tegenwoordig doet de IC er 75 minuten over, met 2 minuten stilstand in Lichtervelde.
De winst op lijn 75 is wel groter: de meeste semi-directen deden er in 1972 35 à 40 minuten over. De huidige IC’s doen er met alleen een stop in Waregem 25 minuten over; als er ook gestopt wordt in De Pinte, Deinze en Harelbeke duurt het traject tot Kortrijk 32 minuten.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1908 09:37 09:48 +22 558 (FHS) mr96 Deense neus controle: N
Brussel-Zuid - Deinze 0431 10:37 11:21 stipt 1846 (FSD) - 61070 (LK) M6 controle: N
Deinze - Wontergem [125] 11:42 ab6510-63 Mercedes Sprinter Gino Tours
-
Deinze - Brussel-Zuid 0415 15:39 16:24 +1 1804 (FSD) - 61075 (LK) M6 controle: J
Brussel-Zuid - Halle 8574 16:42 16:53 +5 2145 (FML) - 51011 (FSR) M4 controle: N

 

En wat we beleefden.
Onverwachte (?) werken op lijn 94 hebben de vorige week al voor zeer onregelmatig verkeer gezorgd, vandaag is het een seinstoring die voor hommeles zorgt op hetzelfde baanvak. We nemen dus maar IC 1908 die door die storing met een dik kwartier vertraging rijdt: dat was niet de trein die we gepland hadden, maar zoals het er nu aan toegaat kun je maar beter de eerste trein nemen die zich aanbiedt. Tussen Halle en Brussel-Zuid komen er nog eens 5 minuten vertraging bij, maar een probleem voor de aansluiting vormt dit niet. IC 431 zal de hele rit tussen Brussel en Gent op tijd rijden. Een reiziger heeft zich meteen na Brussel opgesloten in het toilet; pas als de trein afremt voor Gent komt hij tevoorschijn. Hij had zich de moeite kunnen besparen, want van controle is er eens te meer geen sprake. Na Gent zien we de tbg opduiken; die zoekt een plaatsje bij collega’s die ongetwijfeld haut-le-pied zijn.

De belbus zal precies op tijd zijn. Het zou wel eens kunnen dat we nog met heimwee terugdenken aan de tijd dat De Lijn instond voor de exploitatie ervan. De reservering is vlekkeloos verlopen. Het gespreksonderwerp tussen een reiziger met blindenstok en de chauffeuse is de nakende reorganisatie. Wat het wordt, weet ze nog niet, maar dat er veel zal veranderen is haar duidelijk.

In IC 415 krijgen we meteen na Deinze controle en ook later zullen de twee tbg’s nog regelmatig door de trein passeren, evenwel zonder controle. De trein maakt bij het naderen van Brussel-Zuid een luttele minuut vertraging. Wij kunnen mee met IC 3436 maar de massa die deze trein ook wil nemen, schrikt ons wat af. De IC naar Quiévrain is een tweede optie, met een kwartier vertraging. Voor de komst van de M7’s reed die trein met 4 breaks: dat was goed voor 888 plaatsen in tweede klasse en 128 in eerste. Nu deze trein uit M7’s bestaat is het aantal plaatsen geslonken tot respectievelijk 580 en 116. De NMBS worstelt voortdurend met materieelgebrek. En dus wordt het onze derde optie: de rustige P-trein 8574, nu S-trein genoemd, naar Geraardsbergen. Het tijdverlies is beperkt en de comfortwinst groot, want deze trein heeft een aangename bezetting. Op die familie met veel kinderen op het platform na. Praten is het niet, eerder roepen. Het is zo een kliekje dat je wel eens vaker de trein ziet nemen, zelden de bus. Gratis vervoer voor -12jarigen bij de NMBS zal wel één reden zijn, de andere zal wel zijn dat ze voor de bus moeten betalen en vooral: het volkje behoort tot een geleding van de maatschappij die zijn neus ophaalt voor de bus. Vanaf Lot vertragen we: 5 minuten vertraging bij aankomst in Halle is de eindscore.


Mr 393 met IC 3010 Antwerpen-Centraal - De Panne.



Mr 402 met IC 3012 op de Lorenzobrug in Grammene.

De treinlectuur.
Deborah LEVY, The man who saw everything.
Ellen VERSTREPEN, Kattentijd.



Roald Dahl, ja ja, en daarna mijn blog…

Uitgedrukt…
Veel beloven en weinig geven, doet de zotten in vrede leven…

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.


Zicht op Grammene en de Leie vanaf de Lorenzobrug

21-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
15-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 februari 2023 - Aubel - Dalhem (GR563)

De wandeling.
Trouwe lezers fronsen nu misschien de wenkbrauwen, want minder dan een maand geleden begonnen we ook al te stappen in Aubel, waar we toen een lusvormige wandeling aanpakten. Vandaag is het echter een wandeling in lijn die ons van Aubel naar Dalhem voert, langs de GR 563 van het Land van Herve. Zes à zeven kilometer lang volgen we trouwens bijna volledig de luswandeling: het is pas vanaf Val-Dieu dat we resoluut van ons eerdere pad afwijken. (Zo ontdekken we trouwens dat de GR hier twee interessantere stukjes laat liggen, o.m. in de afdaling naar Val-Dieu.) Het is een erg knap stukje GR, 18 km lang, voor 70% over trage wegen, met ontelbaar vele stegeltjes of poortjes, die ons van weide naar weide brachten, net zoals de vorige keer. Maar ook voorbij Val-Dieu zet hetzelfde patroon zich door. Zonder meer mooi zijn de onverharde wegen langs de Chapelle Sainte-Anne met panorama over Aubel en de abdij van de Bel, en door de vallei van de Ruisseau d’Asse. Wij quoteerden 18/20. Het kaartje.

Voor de foto’s van het eerste deel verwijs ik naar de bijdrage van januari, de andere vind je hier. Maar kijk alvast eens naar deze.


Het lijkt er wat op alsof dit het meest zinloze stegeltje is ooit, maar schijn bedriegt: links en rechts is er wel degelijk een erg dunne draad, soms onder stroom.


De Ruisseau d’Asse mag onbelemmerd en volgens eigen inzichten door de vallei kronkelen.

Het weer.
Zoals aangekondigd veel cirrus, waar de zon lange tijd ongehinderd door kon schijnen. Warm voor de tijd van het jaar: ik stapte voor het eerst dit jaar in hemdsmouwen.

De stafkaarten.
42/3-4 Herve (2019) en een heel klein stukje van 34/7-8 Voeren (2021).

Hoe we er geraakten.
Aubel bereiken we net als de vorige keer met bus 738 uit Verviers. Voor de terugreis uit Dalhem hebben we enkele alternatieven. Wij kiezen voor de lange busrit met lijn 67 naar Liège, met eindpunt Gare Léopold, op loopafstand van het treinstation Liège-Saint-Lambert. Andere mogelijkheden zouden geweest zijn: dezelfde buslijn naar Visé, alwaar overstap op de trein, of nog: bus 67 tot Jupille waar kan worden overgestapt op lijn 140 die wel naar Liège-Guillemins gaat.

Een beetje geschiedenis.
Dalhem lag aan de tramlijn Liège - ’s-Gravenvoeren, die het licht zag in 1907. De reizigersdienst voorbij Dalhem zou WOII niet overleven. En dan wordt het even onduidelijk: volgens Rail Atlas Vicinal zou de reizigersdienst tot Dalhem tot 1955 behouden blijven, maar ik vond daar geen bewijzen voor. Eerder ziet het ernaar uit dat na de elektrificatie van de lijn tot Blegny (in 1947) autobussen de taak overnamen, met overstap in Barchon of Blegny. Later werd de hele lijn verbust en er kwamen 2 varianten die tot vandaag standhouden: eentje via Blegny en eentje via Saint-Remy. Het lijnnummer 67 zou ook tot vandaag blijven: de lijn heeft nu als eindpunt Visé. Op alle dagen van de week, dus ook op zaterdag en zondag, wordt tegenwoordig een soort uurdienst gereden, zeker tot Dalhem; de meeste bussen rijden trouwens door tot Visé.

Als we het toch over de geschiedenis van deze lijn hebben: goederenexploitatie tot Warsage bleef tot 1960, maar het door de NMVB afgestane deel bleef in dienst tot 1980 door de Charbonnage d’Argenteau. En nog was het niet afgelopen met de lijn: tussen Blegny en Mortroux reed tussen 1973 en 1991 nog een toeristische tram, met authentieke NMVB-wagens. Aan deze exploitatie kwam abrupt een einde toen de tram op 05.10.1991 net voor de tunnel ontspoorde na een technisch mankement. De ramp kostte het leven aan 7 toeristen die in het kader van de TTB-dag naar Dalhem waren afgezakt.

En nog interessant is de tramtunnel van Dalhem. Het is geen probleem om over dit prachtige monument informatie op te doen op het internet: hier en hier, om maar 2 interessante sites te vermelden. En wie zich eens helemaal wil laten onderdompelen in de sfeer van het tramlijntje moet deze video eens bekijken.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3406 07:21 07:32 +7 2735 (NK) - 51008 (FSR) M4 controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central 0506 07:55 09:21 stipt 1859 (FSD) - 73031 (FSD) M7 controle: J
Verviers - Aubel [738] 09:45 10:24 -2 ab5013-06 Iveco Crossway LE SADAR
-
Dalhem - Liège [67] 16:03 16:54 +14 ab5640 Solaris Urbino 12 Hybrid Robermont
Liège-Saint-Lambert - Liège-Guillemins 3839 17:13 17:21 +1 508 (FHS) mr96 Deense neus controle: N
Liège-Guillemins - Brussel-Noord 0439 17:28 18:19 +12 1817 (FSD) - 61069 (LK) M6 controle: J
Brussel-Noord- Halle 1590 18:42 19:02 +3 08102 (FML) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
Gelukkig wachten we niet op S 7572 die door de app naar voren geschoven wordt als bruikbaar voor de aansluiting met IC 509. We nemen gewoon de eerste trein die zich aandient en dat is IC 3406 naar Turnhout. Deze trein is samengesteld uit M4-rijtuigen en de positie van de eersteklasrijtuigen wordt andermaal verkeerd aangegeven. Als de trein het station binnenrijdt, is het duidelijk dat de bezettingsgraad in eerste hoger ligt dan in tweede. Dat kan moeilijk anders: een 15-tal adolescenten misbruikt het gebrek aan controle en heeft zich in eerste genesteld: ze zitten verspreid over het hele rijtuig. De meeste zijn van allochtone afkomst, maar dat woord mag je tegenwoordig niet meer gebruiken. Laat het er ons op houden dat ze voorouders hadden die niet onder een Belgische kerktoren geboren zijn. Overigens hebben ze geen monopolie op grijs- of zwartrijden: ongetwijfeld zitten er ook nog anderen verkeerd. Zo proberen 3 Vlaamse studenten de etnische balans in evenwicht te houden: ze twijfelen of ze toch maar naar tweede zullen gaan; ze vinden het onderling erg vervelend dat ze niet bij elkaar kunnen zitten. Hadden ze maar eens tweede klas geprobeerd! Nu moet een van hen zich afkappen in de middengang. En zij zijn de enigen die de rust verstoren. Overigens mogen we al blij zijn dat deze trein rijdt, want in Brussel-Zuid hebben enkele tbg’s het werk neergelegd wegens nog maar eens agressiegevallen. (Stel je voor: een brandweerman krijgt een forse duw en stopt met blussen: laat ze de brand zelf maar oplossen, kom mannen, we keren terug naar de kazerne. Of een verpleegster krijgt een verwijt naar het hoofd geslingerd en maant de patiënt aan zelf voor de pillen en de spuiten te zorgen; en voegt er ook nog aan toe dat de rest van de dienst solidair zal zijn, met haar wel te verstaan. Of de leraar die de boeken dichtslaat omdat hij zich bedreigd voelt en die brult dat ze het zelf maar moeten uitzoeken en dat hij de collega’s zal opzetten om ook naar huis te gaan…). In Ruisbroek staan we stil: de vertraging van 4 minuten groeit aan tot 7 minuten in Brussel-Zuid.

Dan is het toch wat aangenamer toeven in IC 509, al gaat er me een steek door het hart als ik een nieuw Beneluxstel in Schaarbeek zie staan dat over de hele lengte volgespoten is. Hopelijk krijgen ze het nog proper voor het teruggaat naar Nederland. Of er breekt een treinoorlog uit…

De rit van Verviers naar Aubel verloopt even vlot als de vorige keer. Toch vond ik een schoonheidsfoutje in de info van de TEC. Onze afstaphalte is Aubel Place Antoine Ernst, maar als je het overzicht van de rit raadpleegt, zou de bus deze halte niet bedienen. Blijkt dat dit inderdaad zo is op zondag, vanwege de markt, maar dat zou geen reden mogen zijn om de halte op alle andere momenten als niet bediend te merken.

Voor de terugrit nemen we bus 67. Er is een halte Dalhem Château. Eigenaardig genoeg is dit een halte die door de bussen van de beide richtingen bediend wordt: de bussen keren daarna terug via de rotonde. Wij nemen het zekere toch maar voor het onzekere en stappen naar de halte Dalhem Wichet. We zien de bus inderdaad inslaan richting halte Château en snel daarop terugkeren om onze halte te bedienen. De bus is een Solaris Urbino 12 Hybrid, met een zeer beperkt aantal zitplaatsen: drie deuren zijn daar lang niet de enige oorzaak van, ook de inplanting van de zitjes maakt het allemaal ondoordacht. Deze bussen hebben dit interieur vast niet gekregen op advies van de gebruikers. De rit zelf loopt vlot, tot we plots stilstaan: een slecht geparkeerde bestelwagen houdt het verkeer op; voor we het weten hebben we een kwartier vertraging. Gelukkig heb ik nog een idee van de loopweg van de Gare Léopold naar het treinstation - ik kwam hier vroeger enkele keren busboekjes afhalen toen de TEC hier nog een “winkeltje” had. Maar zonder die 2 minuten vertraging van IC 3839 naar Mons zouden we de trein niet gehaald hebben. En dat was nu net de laatste trein waarmee we IC 439 naar Brussel en Kortrijk konden halen.
Die komt trouwens op tijd aan en er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Maar meteen na het vertrek krijgen we te horen dat we door een technisch mankement aan de locomotief niet over de hogesnelheidslijn kunnen en omgeleid worden. Dat zou tot een vermoedelijke vertraging van 7 minuten bij aankomst in Leuven leiden, maar we hebben dit eerder meegemaakt. In Landen komen we helemaal stil te staan en in Tienen gaat het ook bijzonder traag. Het resultaat: 14 minuten vertraging bij aankomst in Leuven. Dat ziet er niet goed uit voor onze aansluiting met IC 3240 naar Tournai - Kortrijk en we doen zelfs de moeite niet meer. S 1590 volgt immers snel. Eens te meer blijkt dat op tijd vertrekken in Brussel-Zuid lang geen garantie is dat we ook stipt in Halle aankomen. De ironie wil dat het waarschijnlijk IC 3240 is die ons voor de voeten rijdt: vanaf Lot rijden we aan een slakkengangetje.

De treinlectuur.
Johan op de BEECK, Het complot van Laken. Een knappe historische roman, waarbij je als lezer voortdurend voor ogen moet houden dat het in werkelijkheid waarschijnlijk niet allemaal zo gegaan is.

Ellen Verstrepen, Kattentijd.


De belangrijkste functie van het openbaar vervoer is dat de vakbonden de illusie kunnen wekken dat ze echt nog kunnen mobiliseren.

Uitgedrukt…
Als je niet wil waar ik heb van gebeten, zul je moeten eten waarin ik heb gescheten. Zei de muis, een echte, geen computermuis.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

15-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
07-02-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 februari 2023 - La Bruyère & Beauvechain

De wandeling.
In 1983 verscheen een wandelfolder Wandelen in Beauvechain onder de auspiciën van de Fédération Touristique du Brabant, met als achtergrond een NGI-kaart uit die tijd en een obligate begeleidende tekst. De beschreven wandelingen begonnen in Tourinnes-la-Grosse, Hamme-Mille, La Bruyère en Beauvechain zelf. Wij combineerden de korte Sint-Ermelindiswandeling uit La Bruyère en de Sint-Bavowandeling uit Beauvechain. Die laatste is op zich al eigenaardig van vorm en de combinatie is zo mogelijk nog eigenaardiger. Dat merk je vast op het kaartje. Het verbindingsstuk kan zich meten met de eigenlijke wandelingen. Samen zijn ze goed voor een goeie 15 km, de TWQ bedraagt grof geschat 37%. Grof geschat, omdat we ook veel over kasseiwegen stapten, waarvan sommige zonder aarzelen trage wegen genoemd kunnen worden. De wandeling loopt door een agrarisch gebied en grote, gaaf gebleven boerderijen, verbonden door enkele prachtige, holle wegen maken het hoofdbestanddeel van de tocht uit. We quoteerden 15.5/20.

Foto’s vind je hier. Maar bekijk alvast deze:


Ferme de la Franche-Comté


Ferme de Gérardmont

Het weer.
Helder en koud. De mist was nog niet helemaal opgetrokken toen we thuis vertrokken, maar snel werd het erg mooi.

De stafkaarten.
32/7-8 Tienen(2019) – 32/5-6 Huldenberg (2019)

Hoe we er geraakten.
We hadden eventueel een reis kunnen uittekenen met De Lijn tot Hamme-Mille, maar daar zouden we sowieso hebben moeten overstappen op de TEC. En dus kozen we voor heen- en terugreis lijn 18 Leuven - Jodoigne, die als enige TEC-lijn Leuven bedient.

Een beetje geschiedenis.
De tramlijn Leuven - Jodoigne werd ingehuldigd eind 1892. Meer dan 10 jaar later kreeg Beauvechain een tweede verbinding: Tienen - Tervuren. Het gedeelte Beauvechain - Tourinnes-la-Grosse was gemeenschappelijk. De eerste tramlijn werd al verbust in 1953, voor de tweede was er nog uitstel tot 1959. Tussen Brussel en Hamme-Mille reden er toen al bussen en de tramdienst uit Tienen eindigde dan ook in Hamme-Mille. Eigenlijk vormden de tramlijnen ook de basis voor de latere busverbindingen: 21uit Tienen, 18 uit Leuven.

Na de splitsing van de NMVB in 1991 kwam lijn 18 onder het beheer van de TEC-Brabant-wallon. De Lijn zou nog een tijdje een functionele lijn 21 uitbaten, maar die verdween met de invoering van de basismobiliteit. Het belbusgebied 713 (Tienen - Hoegaarden - Boutersem) komt niet ver genoeg om Beauvechain te bedienen. En dus blijft vandaag alleen de Waalse lijn 18 over die Leuven met Jodoigne verbindt, op weekdagen zo goed als elk uur, op zaterdag met een dienst met nu eens intervallen van één uur, soms twee en zelfs drie uur. Op zondag rijden er maar 3 ritten in elke richting.
Van de tramlijnen is nog nauwelijks iets terug te vinden, op een verhoogde berm ergens midden in het veld na. Of toch? De oude stationsgebouwen van Beauvechain en Nodebais zijn pareltjes. Dat van Beauvechain lag op de wandeling, dat van Nodebais zagen we vanop de bus. De haltelijst verwijst trouwens nog enkele keren naar de oude tramlijn: Blanden Oud Station, Hamme-Mille Gare d’Autobus op de site van het station, Nodebais Ancienne Station, Tourinnes-la-Grosse Ancienne Station, Beauvechain Rue de la Station. Dat wekt misschien de indruk dat de tramlijn vooral de wegen volgde, maar dat was lang niet overal het geval.


Beauvechain, het mooi opgeknapte tramstation.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1558 09:58 10:07 +2 08131 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Leuven 0409 10:28 10:56 +8 1841 (FSD) - 61071 (LK) M6 controle: N
Leuven - La Bruyère [18] 11:07 11:46 -2 ab6224 Mercedes Citaro G II Jodoigne
-
Beauvechain - Leuven [18] 16:36 17:17 -4 ab6218 Mercedes Citaro G II Jodoigne
Leuven - Brussel-Noord 1539 17:21 17:38 +2 76010 (FHS) - 61015 (FHS) M6 controle: N
Brussel-Noord - Halle 3788 17:52 18:19 +10 08163 (FML) mr08 Desiro controle: N

 

 

En wat we beleefden.
Het was al meteen duidelijk dat een en ander niet naar wens verliep in Halle. Op spoor 1 zagen we nog net de 1908 naar de luchthaven vertrekken met een kwartier vertraging. Op spoor 2 staat de 3359 stil. We horen vaag een mededeling in de trein : het is wachten op de aflos van de treinbegeleider, die we wat later inderdaad zien verdwijnen. Die aflos moet waarschijnlijk met een andere trein uit Brussel arriveren, maar ook de treinen uit Brussel hebben vertraging. Dan lijkt het met onze 1558 nog mee te zullen vallen.

Ook in Brussel-Zuid loopt het trouwens allesbehalve vlot: het regent spoorwijzigingen, zelfs wijzigingen van de wijzigingen. De IC’s van de verbinding Liège – Quiévrain zijn in beide richtingen afgeschaft. Ook de ICE staat niet aan zijn gewone perron en de info is niet aangepast: niet instappen, tot het moment waarop de trein het station verlaat. Onze 409 heeft tussen Gent en Brussel een 8-tal minuten bij elkaar gereden. Zoals enkele andere treinen zal hij ook om een duistere reden een hele tijd aan het perron blijven staan: uiteindelijk vertrekken we met 10 minuten vertraging, net genoeg om de aansluitende bus in Leuven te missen. De vertraging krimpt wel nog tot 8 minuten. De enige bus van de TEC is geen plaatsje gegund aan de overdekte perrons. Gelukkig zien we de gelede, kraaknette bus in de verte staan. Het is nipt, maar we halen hem toch! Ondanks het totale gebrek aan samenwerking tussen De Lijn en de TEC. In de trein had ik de perronindeling al eens bekeken op de site van De Lijn, maar van lijn 18 naar Jodoigne is er geen sprake. De TEC zelf vermeldt geen perronnummer. (Het kan nog erger: in Halle wordt al maandenlang elektronisch geafficheerd dat aan de perrons van de TEC de komende uren geen bus komt. Voor meer info wordt de reiziger verwezen naar de site van … De Lijn. Veel succes ermee!) Maar zoals gezegd: we halen de bus. Die blijft op de vesten, met een beperkt aantal halten, maar toch loopt hij wat vertraging op. Die wordt ingelopen op het busstation van Hamme-Mille, waar de bus 3 minuten tijd heeft om de aansluitingen met lijn 32 naar Wavre vlot te laten verlopen. We bereiken La Bruyère uiteindelijk 2 minuutjes te vroeg., veel reservetijd behoort niet tot de geplogenheden van de TEC.

Dat blijkt nog duidelijker bij de terugrit. De chauffeur moet onverantwoord snel rijden. Dat hij uiteindelijk 4 minuten te vroeg aankomt, is het gevolg van de ruim bemeten rittijd van de Naamsepoort tot het station.
Daardoor kunnen we nog mee met IC1539 naar Blankenberge, met M7 als tractie en M6 als rijtuigen. Op hyperrail staat een samenstelling met een tiental keren de 2705, met de vermelding dat de samenstelling nog kan wijzigen. Op haltelink bestaat de trein uit 5 M6. Gelukkig, vooral voor de reizigers voorbij Brussel, is de trein een stuk langer. Hij heeft wel een lichte vertraging, genoeg om de erg onmiddellijke aansluiting met S1589 te missen. Maar de S naar Braine-le-Comte volgt snel. Tot Brussel-Zuid is er geen vuiltje aan de lucht, maar daar staan we weer opvallend lang aan het perron. Zes minuten vallen ons te beurt, vermoedelijk omdat IC3738 naar Mons (+13) voorrang krijgt. En dat is niet alles: in Vorst komt IC 1939 naar Tournai over lijn 96A en zo krijgen we er nog 3 minuten vertraging bovenop. In Halle komen we 10 minuten later dan voorzien aan.
Oh ironie, als we in Leuven gewoon zoals voorzien - want we hadden met wat vertraging van de bus gerekend - IC539 naar Oostende hadden genomen en in Brussel-Noord IC1939, dan waren we vroeger in Halle geweest. Ons gelukje werd dus uiteindelijk een ongelukje.

De treinlectuur.
Johan op de Beeck, Het complot van Laken.

Ellen Verstrepen, Kattentijd.


Als alle treinbegeleiders nu eens zouden controleren, dan zou de kans dat de moedwillige reizigers gepakt worden veel hoger liggen en dan zou er bij die laatste geen sfeertje ontstaan dat je uiteindelijk keer op keer kunt ontsnappen aan controle. Dan zouden de treinbegeleiders die wel controle doen, niet de dupe worden van hun lakse collega’s.

Uitgedrukt…
Aansluitend bij de uitdrukking van de vorige keer: hij zit op 'ne wier. Het is dezelfde wier: hij blijft maar doorzagen over hetzelfde onderwerp. Figuurlijk zagen dus!

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

07-02-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
24-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 januari 2023 - Pepingen - Herne

De wandeling.
In 1996 verscheen Voettocht in Pajottenland(VIP), eigenlijk een privé-initiatief met sponsoring van CERA-bankkantoren in het Pajottenland, de Olympiafabriek in Herfelingen en een respectabel aantal gemeentebesturen. De bewegwijzering was duidelijk geïnspireerd op die van de GR-paden, zij het met blauw-gele verfstreepjes. De hele rondwandeling is 204 km lang, vertrekt en eindigt in Lennik. Zelf hebben we trajecten gestapt van Lennik naar Pamel, van Pamel naar Ternat, van Ternat naar Asse, van Asse naar Vlezenbeek en van Vlezenbeek naar Pepingen, dat laatste in 2008. Het toeval - want zo bepalen we waar we stappen - heeft gewild dat het mooi verzorgde boekje tot vandaag op het schap is blijven liggen, maar nu stappen we van Pepingen naar Herne, tegen de 18 km aan. Het is een typische Pajottenlandse tocht, met soms erg rustige stroken en dan weer wat drukker bebouwde straten - het zal er sinds 1996 vast niet beter op geworden zijn. De TWQ ligt dan ook niet erg hoog: met 35% krijg je precies wat je van wandelen in deze regio kunt verwachten - er is net iets te duchtig gebetonneerd en verkaveld. Maar kom, alles bij elkaar zijn ruime gedeelten toch echt de moeite waard: we kwamen aan een quotering van 15/20 en dat cijfer zou nog hoger gelegen hebben, ware het niet dat de laatste kilometers bijna uitsluitend over betonwegjes lopen.

In de oorspronkelijke uitgave werd al gesuggereerd om van het basistraject af te wijken bij het domein van Ter Rijst en dat hebben we vandaag ook gedaan: het spaart ons alleszins enkele honderden meters asfalt uit. Op het kaartje is deze excursie gemakkelijk terug te vinden.
Nog dit: anno 2022 is de bewegwijzering op veel plaatsen slecht zichtbaar geworden, het onderhoud stopte in 2014. Bovendien heeft de aanleg van het GEN (de uitbreiding naar vier sporen van de rechtstreekse lijn Brussel - Gent) voor problemen gezorgd. Toch past het om nederig ons wandelpetje af te nemen voor dit prachtige initiatief, dat spijtig genoeg de tand des tijds niet zal kunnen doorstaan, tenzij… GR-paden het beheer en het onderhoud van het pad op zich zou nemen: het zou zeker niet misstaan in hun catalogus, in een streek waar ze zich vrij afzijdig hebben gehouden.

De foto's vind je hier, maar bekijk alvast deze:


Vlak na het begin passeren we langs de resten van de oude trambrug, die indertijd op het parcours lag van de tram van Halle naar Leerbeek. Zo konden venijnige hellingen in het centrum van Pepingen vermeden worden.


Het moet niet altijd het kasteel zijn, dit is het Hof Ter Rijst.

 

Het weer.
Somber en kil. Winters hogedrukweer.

De stafkaarten.
Alle kaarten op 1:25.000: 31/5-6 Halle (2020) - 39/1-2 Tubize (2021) - 38/3-4 Edingen (2020).

Hoe we er geraakten.
In theorie zou de heenreis moeten lukken met bussen van lijn 155 en 153, met overstap aan het station van Halle. Voor de terugrit plannen we een rit met de 160 (die pas na 15:00 begint te rijden na zijn vorige rit om 7:35!) tot Edingen, een goede overstap op de S naar Schaarbeek en een goede aansluiting met een naar verwachting rustige bus van lijn 155.


Een beetje geschiedenis.
In 1888 begon de tram te rijden tussen Lennik en Edingen, nadat enkele maanden eerder de tram Brussel met Lennik had verbonden. Ons Herne van vandaag werd echter slechts zijdelings ontsloten door deze tramlijn, die langs de Edingsesteenweg bleef rijden en aldus alleen maar het gehucht Kokejane bediende. Het moet gezegd dat Herne toen al over een spoorwegstation beschikte op de lijn Geraardsbergen - Braine-le-Comte, waarvan het gedeelte Geraardsbergen - Edingen nog altijd uitgebaat wordt, al hing het voortbestaan van dit lijnstuk in de jaren 1980 aan een zijden draadje.

Met de elektrificatie van de tramlijn tussen Brussel en Lennik (1931) en kort daarop van Lennik - Leerbeek (1932) verdween de mogelijkheid om rechtstreekse trams tussen Brussel en Edingen in te leggen, tenzij men gebruik maakte van stoomtrams en de nieuw geïntroduceerde autorails. Eigenaardig genoeg bleef men vasthouden aan één tabel die het volledige parcours tussen Brussel en Edingen bestreek. Dat zou zelfs zo blijven na de verbussing van de lijn Leerbeek - Edingen in 1959. De elektrische lijn kon meteen genieten van een uurdienst, het gedeelte naar Edingen werd weinig frequent bediend. Met de bussen kwamen er trouwens nog meer dan vroeger ritten die beperkt waren tot Herfelingen Vier Armen. De bussen werden verwarrend genoeg nog altijd gereden met film LK met ritbord Leerbeek - Edingen, later werd dat LK.
Met de invoering van de basismobiliteit kreeg de buslijn in 2003 het nummer 160 en meteen ook een goed gestoffeerde uurdienst. Bovendien werd het centrum van Herne voortaan bediend, in 2006 kwam er zelfs een zaterdagdienst en een weekendbelbus voor zondag. Dat was de tijd toen De Lijn nog groeide en bloeide. Het Pajottenland zou een flink stuk van dit aanbod verliezen: lijn 160 (en lijnen 163 en 164) werd beperkt tot een functionele lijn, zeg maar schooldienst, de belbus werd afgeschaft. Het duurde 2 jaar voor er een min of meer bevredigende oplossing kwam, in de vorm van een tijdrovende uitbreiding van lijn 161 Leerbeek - Geraardsbergen.

De verbinding.

Buizingen - Halle [155] 08:37 08:55 +30 ab2295 VDL Bus&Coach Citea SLE Het Rad
Halle - Pepingen [153] 09:32 09:48 stipt ab5672 Iveco Crossway LE Leerbeek
-
Herne - Edingen [160] 15:25 15:38 -4 ab3040-23 Mercedes Citaro LE C2 Flanders Bus
Edingen - Halle 1564 15:46 15:56 stipt 08130 (FML) mr08 Desiro controle: N
Halle - Essenbeek [155] 15:51 16:07 +10 ab2297 VDL Bus&Coach Citea SLE Het Rad
Essenbeek - Buizingen [155] 16:07 16:10 +10 ab3040-17 Mercedes Citaro LE Flanders Bus


Per uur rijden er 5 treinen tussen Edingen en Halle. Dit is mr 947 met S 3566 Edingen - Mechelen.

En wat we beleefden.
De ervaring heeft ons al ruimschoots geleerd dat bus 155 van 8:37 absoluut onbetrouwbaar is. Mijn motto is de laatste jaren trouwens geworden: OV is altijd een beetje (veel) onbetrouwbaar. Ik had nooit gedacht dat ik dit ooit nog zou moeten schrijven. Vandaag loopt de vertraging zelfs op tot meer dan 30 minuten. Overigens zouden we de aansluiting met de 153 aan Halle Station van 9:32 ook met de bus van 9:07 moeten kunnen halen, maar die is nauwelijks betrouwbaarder. Veelal nemen we dus die van 8:37, soms in de stille hoop dat die toch nog redelijk rijdt en dat we de aansluitingstijd kunnen vullen met een lekkere koffie. Vandaag kunnen we dat dus vergeten. (Een dag later lijkt het allemaal beter te zullen gaan: de bus haalt niet meer dan 15 minuten vertraging, heeft gps en haltelink weet te melden dat hij over 3 minuten bij ons zal zijn. Maar als ik de tracker raadpleeg - oh wonder van de elektronische informatie - zie ik dat de bus zich in Beersel bevindt en even later over de autoweg rijdt, richting Brussel. Vandaag zal hij dus erg dicht gekomen zijn maar dan plots van gedachte veranderd zijn: wat is er gebeurd? Agressie, plotse ziekte van de chauffeur, defect aan de bus? Gelukkig hebben we in deze gevallen een plan B: we rijden weg van Halle richting Dworp, waar we dezelfde 153 kunnen nemen die we in Halle hoopten te nemen. En het lukt ook, we hebben het wel vaker gedaan. Je moet in dit land bijna bovenmatig begaafd zijn om op een min of meer efficiënte manier het openbaar vervoer te gebruiken: jarenlang opgebouwde ervaring, elektronische steun van haltelink en andere Buzzen, een nooit haperend inzicht in de structuur van het busnet, flink wat Fingerspitzengefühl: zonder kom je er niet meer. Als je maar niet te veel rekent op de OV-planners… Ik kan me voorstellen dat de opeenvolgende ministers van Mobiliteit (of het gebrek hieraan) hier allemaal niet over deze vaardigheden beschikken en dat dit de reden is waarom ze tram en bus alleen voor de show nemen.)

De aansluitende bus van lijn 153 zal zijn rit wel stipt afleggen. Lijn 153 heeft nochtans even moeilijke punten op zijn traject als de 155, maar misschien toch wel net iets minder…

Voor de terugrit zouden we eigenlijk met een combinatie van 3 bussen (161 - 153 - 155) thuis kunnen geraken, maar het kan net iets sneller als we een stukje trein inschakelen van Edingen naar Halle. Dat zou het ons mogelijk maken om in Halle de bus van 16:10 te nemen, doorgaans een tamelijk rustige bus, omdat de eerste scholieren al weg zijn en de volgende lichting nog op de schoolbanken zit. Alleen: sinds vanmorgen weten we al dat deze bus vandaag niet rijdt. (Het gaat al enkele dagen weer slecht met de bussen, vooral die van Het Rad durven nogal eens forfait geven. Leerbeek gaat beter en bij Flanders Bus zijn er nauwelijks problemen - of worden ze beter verdoezeld.) De 160 zet ons iets te vroeg aan het station van Edingen af.

Over de rit met de 1564 valt niets te vertellen, behalve dat ik probeer uit te vissen hoe het zit met de schoolbussen op de 155. Normaal gezien kunnen we die onmogelijk halen, maar deze bussen maken bijna altijd vertraging: aan de Halse scholen, bij de Ninoofsepoort, aan de Bergensepoort en bovendien moeten ze wat rond rijden doordat de Bospoortbrug definitief verboden is voor alles wat zwaarder is dan een bakfiets. En ja, het lijkt te lukken: onze trein komt aan om 15:56 zoals voorzien, de 155 naar De Floere rijdt met 9 minuten vertraging. Dat eindpunt De Floere ligt nog een kleine 25 minuten van onze voordeur, maar ook hier weten we uit ervaring dat deze bus net iets minder vol zit dan de rit naar Anderlecht, waar hij theoretisch de dienstregeling mee deelt. We kunnen zelfs zitten. Onze redenering is: de eerste opdracht is tot De Floere geraken en daar eventueel overstappen op de 155 naar Anderlecht, als dat kan. Op het moment dat we uitstappen komt de tweede 155 al aangereden. Gelukkig moet er iemand mee en zo kunnen wij ook nog mee, voor een viertal halten. Zoals vermoed is deze bus een stuk drukker. Als we even later uitstappen, blijkt zelfs dat we ten opzichte van onze geplande ritten nog 7 minuten winst gemaakt hebben…

De treinlectuur. (Al gingen er vandaag geen boeken mee.)
Blandine de Caunes, La mère morte.
Ellen Verstrepen, Kattentijd.


Ik heb meer dan 30 jaar voor de klas gestaan en zowat alles wat nu uit de diepste schoolpoelen opborrelt, heb ik samen met collega's voorspeld: de gestage achteruitgang van het niveau, het gebrek aan bekwame leerkrachten - en lang niet iedereen die nu voor de klas staat, is bekwaam-, de nefaste greep van de pedagogen-inspecteurs-commissieleden op het onderwijs. Het enige wat onvoorspelbaar was waren Weyts en enkele van zijn voorgangers...

Uitgedrukt…

Zijn wier afdraaien: hard, vermoeiend werk leveren. Die wier is wat men in ons dialect ook nog een ap noemt, in het Nederlands een weer, of knoest of kwast. Een andere betekenis van weer is eelt(plek). In beide gevallen moet er dus flink gewerkt worden, want zo een knoest - de plaats waar een tak aan de stam zit - was een vervelende plek in de tijd voor de Chainsaw Massacres.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

24-01-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 januari 2023 - AUbel

De wandeling.
In 2009 verscheen bij Lannoo een fiets- en wandelbox 50 betoverende landschappen in België met voor elk landschap een wandel- en een fietsroute. Wij stapten in het Land van Herve, een lusvormige wandeling uit Aubel, van 13 km, met een TWQ van 50%. De titel belooft veel: een stegeltjeswandeling door een hagenlandschap. Ik geef toe, ik was het woord stegeltjes nog nooit tegengekomen, maar wie het Land van Herve wat kent, kan er gemakkelijk uit afleiden dat het hier om die poortjes gaat waarmee je als wandelaar of stapper toegang krijgt tot een weide. De wandeling lost de belofte ruimschoots in: ik denk dat we in totaal door een 20-tal van deze stegeltjes zijn moeten wroeten en dat ging de ene keer al wat gemakkelijker dan de andere - de brede rugzak wou nogal eens in de weg zitten. En de hagen, ja, die zijn alomtegenwoordig en bepalen vaak het landschap. Je doorkruist veel weiden en het is nooit eenvoudig om precies de loop van de wegjes te volgen, maar in de beschrijving van de wandeling krijg je een gouden tip: loop in rechte lijn van stegeltje naar stegeltje. Dat lukt vandaag in zo goed als alle gevallen en die zeldzame keer kan het kaartje soelaas bieden.

Speciale attractie is de Abdij van Val-Dieu, aan de Berwinne. Er spelen zich hier ongetwijfeld drukke economische activiteiten af, maar al bij al is dat niet desastreus voor de vrome sfeer die je rond zo een gebouwencomplex moet verwachten.


Eerst leek het gemakkelijk te worden, maar naarmate we vorderden werd de wandeling moeilijker, met af en toe flink wat stevige heuvelflanken.


Kruispunt.

Meer foto's.

Het weer.
Het had de nacht voordien gevroren: waar de zon haar wrede spel had gespeeld, was het wat moeilijker stappen op de half-ontdooide bodem, op andere plaatsen was er van smelten geen sprake. Het bleef wel fris, maar er stond weinig wind en de zon was uitbundig van de partij.

De stafkaarten.
42/3-4 Herve (2019)

Hoe we er geraakten.
De meest voor de hand liggende verbinding liep over Verviers-Central waar we buslijn 738 konden nemen, met eindpunt in Aubel. Dat die bus elk uur rijdt, was meegenomen.

Een beetje geschiedenis.
Aubel had zijn station op lijn 38 Liège - Plombières sinds 1881. Voor de geschiedenis van deze spoorlijn, waarvan Aubel tot 1895 het eindpunt was, verwijs ik weer graag naar de website van Paul Kevers. Zoals op zovele plaatsen zou het reizigersavontuur hier eindigen in de jaren 1950: op 2 juni 1957 was het afgelopen.

Al voor WO II was er trouwens een busverbinding met Verviers, met varianten langs ofwel La Minerie ofwel Clermont. Deze buslijn moet voor veel reizigers een verademing zijn geweest: wie bijvoorbeeld naar Aubel wilde uit Liège, was ongetwijfeld sneller met een overstap op de bus in Verviers. Spoorlijn 38 was niet bepaald snel: de klim uit de Vesdervallei naar het plateau van Herve verliep niet echt rechtlijnig.
Na WO II bediende de bus (ondertussen tabel 232) Verviers, Dison, Thimister, Froidthier en werd uit Aubel zelfs een beperkte dienst naar de Voerstreek georganiseerd. Ook de abdij van Val-Dieu kon enkele keren per dag op een bediening rekenen.
Toen de spoorlijn in 1957 ter ziele ging werd ze vervangen door een buslijn 38, die eigenlijk uit 2 trajecten bestond: een frequente dienst tussen Liège en Verviers en een iets minder frequente tussen Verviers en Montzen. Er waren geen doorgaande ritten. Al in het spoorboekje van 29 september 1957 wordt de tabel logischerwijs opgesplitst: 38 Liège - Verviers en 38a Verviers - Plombières of Montzen. Overstappunt wordt Battice Carrefour. Die 38 werd later de 38b. Na de overname van deze buslijn door de TEC werden de lijnnummers 138 (voor de lijn naar Liège) en 738 ingevoerd. Tegenwoordig wordt Aubel bediend door buslijnen 139, 339 en 712, drie schooldiensten, en lijn 738.
Eigenlijk heeft de bediening doorheen de jaren goed standgehouden. Zelfs details als het overstappunt in Battice en de variant van Val-Dieu vinden hun oorsprong vele jaren geleden.

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 3407 08:21 08:32 +7 1909 (NK) - 61064 (FCL) M6 controle: N
Brussel-Zuid - Verviers-Central 0507 08:55 10:21 stipt 1809 (FSD) - 73010 (FSD) M7 controle: J
Verviers - Aubel [738] 10:45 11:24 +2 ab5013-36 Mercedes Citaro LE SADAR
-
Aubel - Verviers [738] 15:38 16:18 stipt ab5013-23 Mercedes Citaro LE SADAR
Verviers-Central - Brussel-Noord 0539 16:38 17:49 +2 1807 (FSD) - 73014 (FSD) M7 controle: N
Brussel-Noord - Halle 1939 18:01 18:23 +1 460 (LK) mr96 - Deense neus controle: J

 

En wat we beleefden.
Eigenlijk was het onze bedoeling om P 7574 te nemen - als alles goed ging - want dat is een weinig drukke trein met aangenaam treinmaterieel (M4). Maar echt vlot liep het allemaal niet. En dus nemen we de eerste trein van een serietje van 3: dat is IC 3406 naar Turnhout. Die moet om 8:21 van spoor 4 vertrekken, maar dat spoor wordt gebruikt om IC 3728 naar Mons in vertraging toe te laten de S-trein naar Braine-le-Comte in te halen. De IC naar Turnhout heeft al wat vertraging als hij in Braine-le-Comte vertrekt, maar wordt nu dus opgehouden door de IC naar Mons. Zeven minuten vertraging, die hij tot Brussel-Zuid zal houden, zijn het gevolg.

In Brussel-Zuid valt toch wel wat vertraging te noteren, veelal van 5 tot 10 minuten, met enkele uitschieters tot bijna 30 minuten. IC 507 zou op spoor 7 moeten binnenrijden, maar daar staat nog een P-trein met 7 minuten vertraging. We moeten dan ook uitwijken naar spoor 9. Opvallend feit: bij controle merkt de tbg voorzichtig op dat we eigenlijk met onze seniorenbiljetten niet voor 9:00 mogen vertrekken en dat we dat in het vervolg moeten vermijden. Dat is de eerste keer in al die jaren dat we lijntjes op de KeyCard invullen voor wel toegelaten ritten tussen Halle en Brussel-Noord, dat een tbg alert genoeg is. Als ik hem de ritten op de KeyCard toon, antwoordt hij laconiek: ik heb niets gezegd… Voor de rust verloopt de rit zonder geschiedenis. Al zal die weerbarstige binnendeur die eindeloos open- en dichtschuift, daar wel anders over denken.

In Verviers kun je sinds enige jaren niet meer instappen op het zogenaamde plateau boven de sporen: je moet nu de bus nemen aan de halte van de stadslijnen. Dat heeft vooral nadelen: als reiziger moet je nu wachten tot de bus passeert en kun je niet meer instappen terwijl die op het plateau op zijn vertrekuur wacht; bovendien is de halte op de straat kort: meer dan 1 of 2 bussen kunnen er niet op. De chauffeurs zien een en ander ongetwijfeld als een voordeel: geen storende reizigers die te vroeg in je bus zitten. Onze bus verliest onderweg een 2-tal minuten door een hinderlijk geparkeerde bestelwagen en dat zal ook de vertraging zijn waarmee we in Aubel aankomen. Veel reserve zit er niet in de dienstregeling. De halte Place Antoine Ernst wordt volgens de website niet bediend, maar dat blijkt alleen tijdens de markt op zondag zo te zijn: wij kunnen probleemloos aan deze centrumhalte uitstappen. Schoonheidsfoutje in de info…

Dat de dienstregeling weinig reserve heeft, blijkt nog eens bij de terugrit. De chauffeur houdt er bijwijlen (leve de fossiele woorden) een aardige vaart in en toch komen we maar precies op tijd aan.

IC 539 vertrekt met een kleine vertraging. Eerst zitten we in rijtuig 73030, maar daar is het ronduit koud op de bovenverdieping. We verhuizen al snel naar het volgende rijtuig, waar de temperatuur wel aangenaam is. Bij aankomst in Brussel-Noord hebben we de tbg welgeteld één keer gehoord en nul keer gezien. Toch moet er ergens een levende substantie aanwezig zijn die het vertrek geeft in Verviers, Liège en Leuven. In Liège staat de ICE 14 aangekondigd met 14 minuten vertraging. Onze IC moet - logisch maar vervelend - de ICE laten voorgaan, wat resulteert in 4 minuten vertraging. Leuven bereiken we zelfs met 6 minuten! Maar tussen Leuven en Brussel-Noord loopt het vlot en snel.
IC 1939 rijdt tot Halle zo goed als op tijd. We hebben nog een aangename babbel met de tbg, die uit onze vuile bottines en broeken (aan de buitenzijde!) afleidt dat het een stevige wandeling is geweest. Hij kent het Land van Herve niet zo goed, maar vraagt wel of er in die streek nog veel te zien is van de rampenregen van nu al weer bijna 2 jaar geleden. Hij vindt solidariteit broodnodig, al heeft Oekraïne de focus verlegd. Hij is duidelijk uit het goede hout gesneden.

De treinlectuur.
P.F. THOMÉSE, Vaderliefde.

Ellen VERSTREPEN, Kattentijd.


Op de app van de NMBS was zaterdag te lezen dat er vandalisme was geweest tussen Genk en Hasselt. Achteraf bleek het om een koperdiefstal te gaan. Als diefstal vandalisme wordt, dan worden graffiti ook schilderwerken…

Uitgedrukt…

Zijn handen op een ijlen nest leggen: ijl betekent hier leeg. De uitdrukking betekent zoveel als: ergens te laat komen, op het moment dat iemand anders al met het begeerde weg is.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

 

18-01-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
10-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 januari 2023 - Buizingen, trage wegen

Echt meevallen doet het weer niet de laatste tijd en we moesten ook nog nieuwe inlegzolen inwandelen. De wandeling van Trage Wegen die in oktober vertrok aan het kerkplein van Buizingen en amper 5 km langs is en die we gemist hadden, leek ideaal om ten volle van een droge periode van enkele uren te profiteren. Je vindt ze uitvoerig beschreven op deze plek. Zeker doen, want niet alleen vind je er een uitstekende wegbeschrijving, maar ook erg veel achtergrond over de bijzonderheden die je onderweg tegenkomt. Als van ouds kun je ook naar enkele foto's kijken en naar een kaartje. Met dank aan Trage Wegen om de publicatie toe te staan.





10-01-2023 om 19:07 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
03-01-2023
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 januari 2023 - Péruwelz

De wandeling.
Heel vaak blijkt dat wandelingen uit "oeroude" wandelboekjes erg goed meevallen, maar vandaag is dat toch enigszins anders. In 1983 gaf Hainaut-Tourisme een keurig foldertje uit met als titel Guide des promenades en Péruwelzis. Drie tochten sloegen inderdaad op kerngemeente Péruwelz en wij gingen voor wandeling 3: Mont de Péruwelz. Ik had bij de voorbereiding eerlijk gezegd al vermoed dat het bij het oversteken van de Verne de Basècles wel eens fout zou kunnen lopen, omdat sommige kaarten brugje en wegje niet vermeldden, andere dan weer wel. Helaas, brugje en wegje bleken inderdaad nog te bestaan, maar de doortocht werd vakkundig afgesloten met ijzeren poort, stevig slot en prikkeldraad. Mogelijk heeft het wat te maken met de onmiddellijke nabijheid van een zuiveringsstation - waarom dan wel? - maar er zat voor ons niets anders op dan een alternatief te zoeken, wat de wandeling meteen 2km langer maakte. We moesten een deel twee keer lopen (zie kaartje, waar je ook gemakkelijk het punt kunt ontdekken waar het verkeerd liep) en een tijdlang ravel 92 volgen. Nu lijkt zo een ravel vaak op een ruilverkavelingsweg in alleenzaligmakend beton en dat is ook hier het geval. Echt enthousiast waren we dus niet, al konden we af en toe toch wel mooie veldwegen volgen. Stel je verder vooral niet te veel voor bij Mont de Péruwelz, pal op de Frans-Belgische grens, maar niet meer dan een hellinkje van niemendal.

Nog wat cijfertjes: de TWQ bedraagt 33%, de afstand is van 7 naar 9 km gestegen en we beoordeelden uiteindelijk met een 11.5/20, cijfer dat ongetwijfeld naar beneden gehaald is door de ondervonden moeilijkheden.


In een dergelijk huisje aan een overweg heb ik gewoond van 1955 tot 1967, dus van mijn 2de tot mijn 14de levensjaar. Ik zal hier altijd prettige herinneringen aan overhouden.


Deze jongen was blijkbaar blij dat hij ons zag…

Je vindt nog enkele foto's meer op deze plaats.

Het weer.
Zwaar bewolkt, fris en zeker in het begin winderig. De tijd van het jaar, nietwaar?

De stafkaarten.
44/3-4 Péruwelz (2020)

Hoe we er geraakten.
Het station van Péruwelz is voor ons uit Halle vrij gemakkelijk te bereiken, hetzij via Tournai, met één overstap, hetzij via Mons, nu eens met één, dan weer met twee overstappen. Spijtig genoeg ligt het station niet zo gunstig om op de wandeling aan te sluiten. We hadden natuurlijk de 1.5 km extra twee keer kunnen stappen, maar dat parcours zag er niet echt aantrekkelijk uit en dus zochten we een oplossing met buslijn 491. Ook nu hebben we de keuze tussen een overstap in Tournai, Péruwelz of zelfs Antoing. Toevallig kunnen we de wandeling mooi insluiten tussen 2 korte busritten van Station naar de halte Chemin de Roucourt, op het ene haltebord zonder t, op het andere met. Als dt-fout bijzonder origineel.

Een beetje geschiedenis.
Het verst kon ik teruggaan tot 1934 met een boekje met alle bussen die op dat moment in Belgenland rondreden. Dank je Zone01. Blijkbaar was dat boekje een privé-initiatief, met eigen tabelnummering. Zo kwam onder tabelnummer 362 een buslijn Tournai - Péruwelz voor. In de hoofding van deze lijn vinden we de afkorting C.F.B. terug, wat erop wijst dat je hier met een NMBS-buslijn te maken hebt. Eigenaardig genoeg vond ik de lijn niet terug in het spoorboekje, wel in dat van 15.05.1936, met lijnnummer 78A. Eigenlijk is het wat verwonderlijk dat een buslijn in die tijd parallel liep met spoorlijn 78, die ook heel wat dorpen bediende. Die 78A verdween al voor WO II: de lijn droeg voortaan het nummer 239. Wat er tijdens WO II met deze buslijn gebeurde, heb ik niet teruggevonden. Vanaf 7.10.1946 duikt ze opnieuw op onder tabelnummer 222. Vanaf 05.10.1952 kreeg ze het nummer 491: dat lijnnummer is ondertussen dus 70 jaar oud.

Aan het basistraject is er sindsdien niet zo veel meer gewijzigd. Wel kreeg de lijn in de jaren 1950 een verlenging naar Bon-Secours (Basilique) en verscheen er ook een afsplitsing, eerst naar Laplaigne en later naar Mortagne en zelfs Brasmenil. Enkele jaren lang werd de lijn zelfs verlengd tot Harchies. En dat allemaal onder hetzelfde lijnnummer!
Er zit geen vaste cadans in de dienst: bepaalde bussen rijden rechtstreeks tussen Tournai en Péruwelz, voor andere moet worden overgestapt in Antoing, veelal in aansluiting met de bus die naar Mortagne rijdt. En er zijn ook nog ritten Brasmenil - Péruwelz.
Door de perikelen met de afgesloten weg stapten we vandaag ook zo een 900m over Ravel 92: voor gegevens over lijn 92 die van Péruwelz richting Vieux-Condé ging, verwijs ik graag naar de site van Paul Kevers.

De verbinding.

Halle - Tournai 3230 08:58 09:50 stipt 1873 (NK) - 61074 (LK) M6 controle: J
Tournai - Péruwelz 4681 10:23 10:38 stipt 08037 (GCR) mr08 Desiro controle: N
Péruwelz - Péruwelz [491] 10:57 10:59 stipt ab3008-04 Iveco Urbanway 12 Roman
-
Péruwelz - Péruwelz [491] 13:12 13:15 +7 ab3008-02 Iveco Urbanway 12 Roman
Péruwelz - Mons 4684 13:38 14:08 +47 979 mr Cityrail controle: N
Mons - Braine-le-Comte 4684 15:19 15:43 +2 1887 (NK) - 61009 (FBMZ) M6 controle: J
Braine-le-Comte - Halle 3665 15:51 16:08 stipt 08199 (FSR) mr08 Desiro controle: N

 

En wat we beleefden.
De aangewezen trein zou IC 1930 geweest zijn, maar het onwrikbare vertrouwen van weleer heeft nu plaats gemaakt voor een in de mate van het mogelijke aanvaardbare voorzichtigheid. Niet dat we vandaag met een gemiste aansluiting vast zouden komen te zitten, een ongewilde verlenging van de uitstap van meer dan een uur op een korte januaridag wilden we toch maar vermijden. En dus werd het IC 3230 van 8:58; we hoopten voor een keer dat die 2 minuten vertraging (of meer) gehad zou hebben en we werden op onze wenken bediend. Zo konden we voluit gebruik maken van een seniorenbiljet, zonder extra biljet Halle - Edingen. Het werd uiteindelijk een vertraging van 3 minuten. Gek eigenlijk dat je een trein als deze zo goed als lege IC niet mag nemen, terwijl je de voor de volle 100% bezette IC 3207 van 9:02 in de andere richting wel zonder problemen kunt nemen.

De rit verloopt vlot en we bereiken Tournai dan ook op tijd. De toiletten zijn hier tijdens het eindejaar afgesloten, alsof pipi en kaka in deze periode van het jaar beperkt zijn tot (zoog)dieren van lagere orde. De L-trein naar Quévy is verspoord van spoor A naar spoor 5. Hoewel de trein op de schermen à quai is, kunnen we niet instappen. Het is wachten op een tbg en een tb. Op spoor 4 staat een trein van de SNCF naar Lille-Flandres, zonder eerste klas, al lijkt het comfort in tweede klas hier hoger te liggen dan in de meeste eersteklasrijtuigen van de NMBS. Om dat te onderstrepen rijden we met een desiro naar Péruwelz.

De bus van lijn 491 komt aan als pas en service en even later verschijnt pause. De chauffeuse maakt van de gelegenheid gebruik om haar rommel op te ruimen en in de vuilnisbak te gooien. Terloops meldt ze dat dit wel degelijk de bus naar Tournai is, maar dat de mededeling pause automatisch verschijnt. We mogen dus gerust instappen. Twee halten en 1.5km verder mogen we al uitstappen. We staan zo goed als pal op de wandeling.

Voor de terugrit kunnen we opnieuw van zo een korte rit gebruik maken. Deze bus rijdt met 7 minuten vertraging, maar dat brengt onze aansluiting met de trein niet in het gedrang.

Wat later kunnen we dus in een tweeledig stel stappen dat er op het eerste gezicht vrij proper uit ziet, de neus en de kant van het perron zijn nauwelijks ontsierd door graffiti. Als we instappen wordt die illusie echter snel doorbroken: de andere zijde is van voor tot achter, van onder tot boven ontsierd met een nieuwjaarswens; de smeerlap(pen) hebben zelfs het lef om hun vandalisme te ondertekenen met paintedtrains. Dat is nu eens een wens die ik niet retourneer. Die graffiti heb ik pas vastgesteld in Mons, dat we met 47 minuten vertraging bereiken. Zonder dat we konden zien dat we al aan het perron stonden. Tot Blaton loopt het nog stipt, maar dan klinkt een onheilspellende boodschap: personen in het spoor, later zelfs een tussenkomst van de hulpdiensten. De tbg stuurt regelmatig wat info uit, die gaandeweg misschien wat hoopvoller klinkt, maar eigenlijk kan ze niet meer doen dan haar reizigers: wachten. Enkele weken geleden plaatste ik hierover deze bijdrage op een treinforum. Ik druk ze hier in extenso af.

Eigenlijk gaat er geen dag voorbij of spoorlopers ontwrichten vaak langere tijd het spoorverkeer. Blijkbaar wordt er een vrij rigoureuze politiek gevoerd waarbij het verkeer na elke melding van spoorlopers wordt gehinderd, om het zacht uit te drukken.

Ik heb daar toch wel wat bedenkingen bij.

1. Ondanks de strenge aanpak gaat er ook geen week voorbij zonder - eufemistisch - een of meerdere aanrijdingen. Er zijn zelfs gekende zwarte punten waar net nog iets meer mensen onder de trein springen dan elders. Mijn bedenking: schiet die strenge aanpak dan zijn doel niet voorbij? Hoeveel mensenlevens worden er door gered? En daarbij aansluitend mijn 2de bedenking:

2. Het zal ongetwijfeld nog nooit onderzocht zijn, maar hoeveel van de gespotte spoorlopers hebben inderdaad zelfmoordplannen? M.a.w. hoe vaak gaat het niet gewoon om vnl. jongeren die een kortere weg zoeken, een geheim plekje willen, mensen die bij gebrek aan alternatief de sporen kruisen en die al bij al weinig kans lopen om aangereden te worden?

De gevolgen van de gevolgde politiek zijn in mijn ogen buiten proportie als je dit allemaal in rekening brengt. En nee, ik vind niet dat je helemaal niets moet doen, want ik wil betrokken treinbestuurders niet met een trauma opzadelen. Ik vraag me alleen af of het niet anders kan.

Ik heb het even opgezocht: gisteren resulteerde dit in de volgende vertragingen:
IC 913 + 55 - L 4684 +51 en afgeschaft tussen Mons en Quévy - L 4663 +33. In ons geval zal de NMBS ons ook nog de terugrit van ons seniorenbiljet terug moeten betalen. Overigens vraag ik me af waarom hetzelfde probleem in de buurt van Marbehan maar vertragingen van 5 à 10 minuten opleverde…

En dus konden we vanuit Mons een uur later dan voorzien met IC 3715 van 15:19. Vanuit Braine-le-Comte bracht S 3665 ons naar Halle. Deze ritten verliepen zonder problemen, het probleem had zich al een uur vroeger gemanifesteerd.

De treinlectuur.
Rik TORFS, Het grote gelijk.
Hans FIERS, Door jouw ogen.


Ik heb altijd gedacht dat de meest geslaagde marketingstrategie op naam stond van Coca-Cola, maar met de Vlaamse canon en Het verhaal van Vlaanderen moet ik die mening waarschijnlijk herzien.

Uitgedrukt…
Het zal wel komen, de hond zijn staart is ook gekomen (en nog wel op de juiste plaats). Gebruikt om ongeduld te counteren.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

03-01-2023 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
31-12-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31 december 2022 - enkele leuke tabelletjes

OV is een ideale speeltuin voor wie van cijfertjes houdt en ik beleef er dan ook al vele jaren plezier aan. Het bestand in bijlage geeft een overzicht van het spoorwegmaterieel dat ik heb gebruikt sinds ik tot de jaren van verstand gekomen ben tot vandaag, telkens in percentages uitgedrukt. Meteen krijg je een overzicht van hoe bepaald materiaal in of uit gebruik kwam. Uiteraard gaat het hier om het door mij gebruikte OV, statistisch heeft het dus allemaal geen of weinig waarde, maar het geeft wel een idee van de inzet in de voorbije decennia.
En voor de rest wens ik iedereen een Gelukkig Nieuwjaar!

Bijlagen:
benuttigd materieel.doc (275 KB)   

31-12-2022 om 15:05 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
27-12-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 december 2022 - Sinaai - Belsele (GR Waas- en Reynaertland)

De wandeling.
We stappen vandaag 12 à 13 km langs de GR van het Waas- en Reynaertland, van Sinaai tot Belsele. Als je het traject op de kaart bekijkt, lijkt het wel een wat scheefgetrokken vraagteken. Als je de bijhorende grafiek aanklikt, merk je dat je eigenlijk bijna constant een stijgende koers hebt gevolgd, al valt dat tijdens het stappen niet op. Dat vraagteken plaats ik wel meer bij Vlaamse GR's: met een TWQ van 42% lijkt het nog wel enigszins snor te zitten, maar de resterende 58% is veelal van een bedroevende kwaliteit: dubbelvakse macadamwegen, kasseibanen met veel te veel autoverkeer - je moet wel erg veel weinig interessante kilometers afleggen om twee zeer mooie stukken langs prachtige veld- en voetwegen te ontdekken. Hoofdbrok zijn ongetwijfeld de Weduwe Voswegel en de aansluitende voetwegen, meteen na Puivelde, die de uitstap toch nog enig karakter geven. We quoteerden 13.5/20, wat eigenlijk ondermaats is voor een GR. Voor alle foto's moet je hier zijn.

 

De kerk van Sinaai is toegewijd aan de heilige Katharina. Ze wordt afgebeeld met een gebroken wiel dat als marteltuig gebruikt werd. Ze werd o.a. aangeroepen tegen een vroeger vrij gangbare schimmelziekte, die dan ook Sint-Katharinawiel genoemd werd, wegens de vorm.

De Fondatiebeek.

 

Het weer.
Het begon zowaar wat buiig, maar gaandeweg kwamen er opklaringen, zodat we het grootste deel van de tocht toch in ideaal wandelweer aflegden.

De stafkaarten.
14/7-8 Lokeren (2018) en 15/5-6 Sint-Niklaas (2018).

Hoe we er geraakten.
Dat de rechtstreekse IC Kortrijk - Brussel - Sint-Niklaas vandaag een belangrijke rol zou spelen, lag voor de hand. Voor de heenreis stapten we over in Sinaai, waar een bus van lijn 21 ons van het station naar de Dries bracht, een korte rit van 2.5km. Voor de terugrit kozen we ervoor om toch even van de GR af te wijken naar de halte Belsele. Daar stopt de IC namelijk ook, zodat we overstapvrij naar Halle kunnen.

Een beetje geschiedenis.
De gemeente Belsele kon lange tijd bogen op 2 stopplaatsen of stations: een op lijn 56 Sint-Niklaas - Dendermonde (1875 - 1957) en een op lijn 59 (1844 - nu). Het kan verbazen dat de stopplaats op lijn 59 Belsele-Noord genoemd werd, alhoewel de lijn er duidelijk lang voor lijn 56 lag. De verklaring is eenvoudig: de stopplaats op lijn 59 kwam er jaren na die op lijn 56: ik vind ze voor het eerst terug in een spoorboekje van 1900 maar de halte ging open op 01.05.1899. Zie De Lijn Antwerpen - Gent van Marc Clarysse. Die toevoeging Noord zou behouden blijven tot 1957, jaar waarin zowel Belsele als Belsele-Noord geschrapt werd als gevolg van een echte besparingsgolf in de jaren 1950 die de sluiting van lijnen (zoals lijn 56) en vele landelijke stopplaatsen (zoals Belsele-Noord) tot gevolg had.

Lijn 56 werd op 02.06.1957 volledig verbust, lijn 59 werd behouden maar Sinaai en Belsele sneuvelden. Het alternatief bestond uit buslijnen 59a Gent - Sint-Niklaas en 56 Sint-Niklaas - Dendermonde.
Het is wachten tot de elektrificatie van lijn 59 op 03.06.1973: de halten Sinaai en Belsele (nu zonder toevoeging) keerden terug en konden een jaar lang profiteren van 2 stoptreinen per uur die evenwel slecht verdeeld zaten. Die luxe (?) verdween al snel met de invoering van een semi-directe Gent-Sint-Pieters - Antwerpen-Centraal: die treinen reden direct tussen Antwerpen en Sint-Niklaas, bedienden Sinaai en Belsele en reden vanaf Lokeren als een echte semi-direct die veel halten tussen Gent en Lokeren oversloeg.
Met de invoering van IC-IR in 1984 werd een volgende stap gezet: een L-trein Lokeren - Antwerpen-Centraal zorgde voor een uurdienst. Die situatie zou nauwelijks veranderen tot op 14.12.2014 de huidige IC 32xx Sint-Niklaas - Brussel - Tournai - Kortrijk werd ingevoerd. Samen met de L-trein Antwerpen - Lokeren (en soms Dendermonde) ontstond toen een redelijke halfuurdienst.
En de bussen, zul je vragen. Belsele wordt tegenwoordig bediend door lijnen 21, 22 en 23 en door belbus 270. Deze lijnen werden bij de invoering van de basismobiliteit zo ingericht dat ze goede verbindingen met Sint-Niklaas mogelijk maken en door verknoping ook voor verbindingen voorbij Sint-Niklaas kunnen instaan, al zal Sint-Niklaas wel het onbetwistbare centrale punt blijven, omdat de vraag naar bussen uit Belsele voorbij Sint-Niklaas wel beperkt zal blijven.

De verbinding.

Halle - Sinaai 3209 11:02 12:28 stipt 365 (FSD) mr80 Break controle: J
Sinaai - Sinaai [21] 12:46 12:51 -7 ab023-055 MAN's Lion City Waaslandia Autobussen
-
Belsele - Halle 3239 16:29 17:57 +1 1842 (FSD) - 61067 (LK) M6 controle: J

 

En wat we beleefden.
De IC's 32xx bestaan op dit moment ofwel uit vrij lange rijtuigstellen M6 ofwel uit 1 of 2 breaks. Met die dubbeldekkers loopt het wel los, maar de breaks zitten vaak aan de rand van de capaciteit. Toch vermoed ik dat het met IC 3209 meestal wel meevalt, maar vandaag is die ene break niet voldoende. Eerste klas zit voor 80% vol, al staan er nog geen reizigers recht in tweede, maar blijkbaar heeft een goedmenende tbg geoordeeld dat de eersteklasreizigers maar wat comfort moeten inleveren ten gunste van de gezinnen en koppels die vandaag gaan shoppen, naar verluidt een vermoeiende bezigheid die niet ook nog eens voorafgegaan moet worden door rechtstaand reizen. In Brussel-Centraal loopt de afdeling wel leeg. En het dient gezegd: eenmaal voorbij Brussel kwijt de tbg zich echt van zijn taak, met regelmatige passages en controles door zijn trein. Zoals verwacht komen we stipt aan in Sinaai. En nog dit: in Halle horen we dat deze trein bestaat uit 3 i.p.v. 4 rijtuigen en dat eerste klas vooraan hangt. In werkelijkheid hangt die achteraan en heeft een break altijd 3 rijtuigen. Met die aankondigingen is er duidelijk nog werk aan de winkel. Laat men nog maar wat binnenskamers experimenteren voor men het gedrocht op de reiziger loslaat.

De bushalte ligt een honderdtal meter voor de overweg. Ik had eigenlijk verwacht dat de bus in Sint-Niklaas vertraging zou oplopen, maar hij pikt ons 6 minuten te vroeg op. Aan de Dries in Sinaai stopt de bus niet aan de vertrekhalte van zijn volgende rit; stel je voor dat reizigers al zouden willen instappen.

Voor de terugrit is het wel een M6-stel dat aan komt rijden. Het wordt een geschiedenisloze terugrit, met een bezetting nauwelijks die naam waardig, zeker in vergelijking met die van vanmorgen. Ook nu wordt een verminderde samenstelling aangekondigd: 7 i.p.v. 8 rijtuigen. Ja ja, met dat oude materieel heb je niks dan last.

De treinlectuur.
Rik TORFS, Het grote gelijk.
Hans FIERS, Door jouw ogen.


Zouden de engelen nu ook per drone komen met hun vredesboodschap?

Uitgedrukt…
En als je dat niet gelooft, maak ik je wat anders wijs… Spreekt wel voor zich, zeker?

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

27-12-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (2)
18-11-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 november 2022 - Neigem

De wandeling.
De Wandelvogel was destijds het tijdschrift van de Vlaamse Wandelaarsbond. In het nummer 6 van 1992 (!) vond ik een bijdrage onder de erg korte titel Neigem. Zoals dat toen de gewoonte was, werd de bijdrage van Gustaaf Van Bockstal uitgesmeerd over een zestal bladzijden, inclusief foto's en een met de hand ingetekende route op een zwart-wit kopie van de NGI-kaart. Zo kwam je natuurlijk alles te weten wat je op je route kon verwachten en dat was echt wel heel wat. (Het is spijtig dat in deze snelle tijden de aandacht voor die historische en geologische achtergrond zo goed als verdwenen is, al zijn de mogelijkheden op andere vlakken dan weer enorm toegenomen: denk maar aan het gemak waarmee een tocht kan worden gedownload.)

De wandeling is 13 km lang en voert ons van Neigem naar Lieferinge en dan langs een erg landelijk traject naar het Neigembos, het orgelpunt met allure van deze wandeling. Hoewel de beschrijving dus 30 jaar oud is, heeft het traject goed standgehouden. Een verharde voetweg werd door Van Bockstal al beschreven als wat in de verdrukking geraakt. En inderdaad, deze kerkweg naar Lieferinge is nu deskundig afgesloten met een ijzeren poort om het schorremorrie dat hier in deze streek rondwaart, van het oneigenlijk (?) verworven eigendom te houden. Verder is het even opletten rond km 7 waar het gedurende 400m wat moeilijker wordt. De voetweg door een bosje dient zich nochtans veelbelovend aan, maar ter hoogte van een wei moet je even uitwijken - blijkbaar waren we niet de enige - en wat verder heeft de boer al te gulzig geploegd. Maar onoverkomelijk is het niet. Voor de rest is het genieten van erg veel attractieve veldwegen: de TWQ bedraagt 72%. Wij quoteerden 16.5/20 en genoten intens van de landschappen die eigenlijk nog mooier werden door de bewolkte herfstluchten. De foto's vind je hier.


In het Neigembos vind je 4 groeben, erosiegeulen die zo een 12.000 jaar geleden bij het einde van de laatste ijstijd (dat waren nog eens tijden!) door het smeltwater werden uitgespoeld.


De mens zou de mens niet zijn mocht hij geen oplossingen zoeken om zo een groebe toch tamelijk comfortabel af te dalen.

Het weer.
Zwaar bewolkt en fris, maar rustig. Het bleef tot het einde droog.

De stafkaarten.
30/7-8 Geraardsbergen (2019)

Hoe we er geraakten.
Het is een van die wandelingen die we houden voor het einde van ons wandelseizoen, omdat ze gemakkelijk bereikbaar is en bovendien ook nog kan worden gestapt op een kortere novemberdag. Met bussen van lijnen 155 en 153 wordt het al bij al gemakkelijk.

Een beetje geschiedenis.
We stapten al eerder in Neigem. Ik beperk me dan ook tot dit, gekopieerd uit een bijdrage van 16 juli 2014:

Anders heeft het altijd gelegen voor het dorp Neigem. Doordat de tramlijn Leerbeek - Ninove andere dorpen bediende, via een erg bochtig, lang en weinig direct tracé, viel Neigem volledig uit de boot. Het zou tot begin jaren 1950 duren voor de buslijn Zottegem - Ninove zou doorgetrokken worden tot Neigem (tot de grens…), en dan nog was de verbinding erg mager: ritten op dinsdag (marktdag in Ninove) en zondag. Dat laatste is nu onvoorstelbaar. Vanaf de jaren 1970 werd de bediening uitgebreid met ritten op alle dagen van de week, en gespreid over de hele dag. Opeenvolgende besparingsrondes maakten dat deze min of meer bruikbare verbinding toch weer verschrompelde, en de genadeslag volgde met de invoering van lijn 153, wat trouwens zonder meer een flinke vooruitgang betekende in de ontsluiting van Neigem. Er was trouwens nog een tweede opvallende bediening van Neigem: onder tabel 524 (bus LN, Leerbeek - Ninove) vond je één ochtend- en één avondrit, waarvan het succes voorspelbaar klein was.

De verbinding.

Buizingen - Halle [155] 08:37 08:55 +21 ab2321 VDL Bus&Coach Citea SLE Het Rad
Halle - Neigem [153] 09:32 10:18 +2 ab5681 Iveco Crossway LE Leerbeek
-
Neigem - Leerbeek [153] 13:47 14:00 stipt ab5173 Van Hool New AG300 Leerbeek
Leerbeek - Halle [153] 14:05 14:28 -5 ab5685 Iveco Crossway LE Leerbeek
Halle - Buizingen [155] 14:27 14:48 +1 ab2312 VDL Bus&Coach Citea SLE Het Rad

 

 

En wat we beleefden.
Een bus die we wel zouden willen nemen is die van 9:07 die 7 minuten aansluitingstijd voorziet in Halle op de 153, maar de ervaring heeft ons geleerd dat deze bus erg vaak met vertragingen van 20 minuten en meer rijdt. Daarom nemen we die van 8:37, die zo mogelijk nog onbetrouwbaarder is, met vertragingen tot 30 minuten. Lijn 155 is geen toonbeeld van regelmaat en na corona is de situatie er alleen maar slechter op geworden. Vandaag arriveert de bus met een klein half uur vertraging; in Halle is die geslonken tot 21 minuten.

Een bus die meestal wel op tijd rijdt is de 153 die om 9:32 in Halle vertrekt. Dat is ook vandaag het geval. Hoe te verklaren valt dat bussen van lijn 153 veelal minder vertraging hebben dan die van lijn 155 is me niet duidelijk: uiteindelijk hebben ze bij het begin van hun rit dezelfde verkeersproblemen. In Leerbeek is er uitgebreid tijd voor een chauffeurswissel. Omdat we zo alert zijn geweest om de bus van 8:37 te nemen (dank Haltelink), komen we ongeveer op het voorziene moment in Neigem aan.

Voor de terugrit kunnen we mee met de bus van 13:47. Dat is een gelede bus, waarvan de film (en het scherm binnenin) Anderlecht als terminus afficheert. In de app van De Lijn en in het busboekje is wel een overstap voorzien in Leerbeek. Mogelijk is dat om te vermijden dat deze gelede bus het AZ in Halle (met krappe rotonde) moet bedienen. In Leerbeek moeten we alleszins overstappen op een standaardbus, die zijpnat komt voorgereden. Deze IVECO is blijkbaar beter bestand tegen het geweld van de buswash dan de Van Hool van daarnet waarvan een viertal ramen duidelijk last hebben van ingesijpelde nattigheid. Zoals gezegd moet de bus uit Leerbeek het Halse ziekenhuis bedienen en die komt dus noodzakelijkerwijs ook voorbij de halte Demaeghtlaan. Die komt wel niet voor in de app van De Lijn, die de bus rechtstreeks van de Ninoofsepoort naar het Ziekenhuis laat rijden. Voor ons is dat belangrijk omdat iets vroeger uitstappen uitzicht geeft op een vlotte aansluiting met de 155. De chauffeur zet ons zoals verwacht aan de gewenste halte af en enkele minuten later kunnen we overstappen op de 155. We zien ook nog een gelede Van Hool: vooraan afficheert hij op een A4-blad 170, aan de zijkant ook al op een A4-blad 153. Uiteraard zijn de elektronische aanduidingen defect: ja ja, De Lijn…
Overigens hebben we stevig doorgestapt: oorspronkelijk hadden we gepland om met de bus van 14:47 in Neigem te vertrekken, maar eens te meer is de aansluitende 155 afgeschaft en dat zou betekend hebben dat we in de schooljeugd terecht zouden zijn gekomen. Het aantal afgeschafte bussen zit trouwens weer stevig in de lift; geen wonder als pas aangeworven chauffeurs er al na enkele weken de brui aan geven.

De treinlectuur.
Uiteraard komen we tijdens deze korte ritten niet aan lezen toe, maar we kunnen ook op andere momenten lezen:

Louis Paul BOON, Het geuzenboek.
A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.
Beide boeken samen tellen 2097 pagina's, die steek je niet voor niks in je rugzak.


Hoera! Het klimaat is weer eens gered… Hoe zat dat ook weer met de plagen van Egypte?

Uitgedrukt…
Zijn scheut (of schuit?) krijgen. Toegepast op pubers die plots snel langer en langer worden.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-11-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (1)
10-11-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 november 2022 - Chercq

De wandeling.
Het Maison du Tourisme Wallonie picarde heeft in 2020 een box uitgegeven met niet minder dan 50 bewegwijzerde wandelingen, allemaal (ook) beschreven in keurig Nederlands, vrij van de afstomping die de keizerrijken boven de taalgrens heeft getroffen. Wij volgen vandaag wandeling 3.12 Op zoek naar oude beroepen in Chercq, een van de vele deelgemeenten van Tournai, ook aan de Schelde. Het is wonderlijk hoe deze van oorsprong agrarische gemeente dat landelijke karakter heeft weten te behouden, ondanks de aanwezigheid (in het verleden!) van kalkovens en steengroeven die - dat wordt onderweg enkele keren duidelijk - de plaatselijke industriëlen geen windeieren hebben gelegd. De wandeling is net geen 7 km lang en haalt een riante TWQ van 68%: de trage wegen gaan van het jaagpad langs de Schelde, tot voetwegen onderaan de berm van de vroegere spoorlijn, tot typische voet- en veldwegen, die we gelukkig over een respectabele afstand konden volgen. de eigenaardige punt op de kaart wijst richting Croix Morlighem, letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt en de wegen ernaartoe zijn pure (wandel)klasse. Een korte maar erg aangename wandeling werd het die we met 16/20 crediteerden. De foto's vind je hier.

Het weer.
De nazomerse dagen blijven maar komen: veel cirrus kan de zon nauwelijks versluieren en de temperatuur is relatief hoog met zo een 14°.

De stafkaarten.
Deze wandeling werd eerder uitgesteld door corona en dat betekent dat we ze nog uitgetekend hadden op kaarten van 1:10.000. Chercq is het slachtoffer van de ongelukkige versnijding en dat maakt dat je er niet minder dan 4 nodig hebt voor deze korte tocht: 37/7S Antoing (1995) - 37/7N Warchin (1995) - 37/6N Tournai (1995) - 37/6S Rumes-Taintignies (1995). Ondertussen is de recente reeks op 1:25.000 compleet en dan volsta je met de kaarten 37/5-6 Tournai (2021) en 37/7-8 Leuze-en-Hainaut (2021).

Hoe we er geraakten.
Chercq Place wordt bediend door de stadslijn V Tournai-City en door lijn 98 naar Lesdain. De laatste doet het sneller, de eerste frequenter. We combineren ze vandaag. Tournai is uit Halle twee keer per uur bereikbaar, normaal gezien toch, want beide IC's vallen de laatste maanden wel erg regelmatig uit.

Een beetje geschiedenis.
Eerlijk gezegd: het spoorwegstation van Chercq heeft een wat schimmige geschiedenis. Toen lijn 88A op 30 december 1883 openging, was er blijkbaar nog geen sprake van een station in Chercq. Zelfs in het spoorboekje van 01.05.1892 vond ik tussen Tournai en Saint-Maur geen tussenstations - en dus ook geen Chercq. In dat van 01.05.1897 duikt het wel op, in de toenmalige tabel 95. We kunnen er dus van uitgaan dat het station voor reizigers open ging in de periode 1892 - 1897. Volgens deze bron gebeurde dat in 1893. Overigens lijkt het station ook nooit een telegrafische afkorting gehad te hebben, al vond ik wel deze foto van het stationsgebouw. Ik vond Chercq voor het laatst terug in het spoorboekje van 1 mei 1914, niet meer in het oorlogsboekje van 1 oktober 1915. Een serieuze hiaat in mijn collectie maakt het onduidelijk of de halte na 1918 nog teruggekeerd is: in het spoorboekje van 8 oktober 1922 wordt ze nog wel vermeld, maar er stoppen geen treinen meer!

In de periode tot WO II kon ik alleen gegevens raadplegen voor 1934 en 1938. In 1934 reden er bussen van Bleharies naar Tournai die ook Chercq bedienden, in 1938 was deze buslijn al verlengd tot Lesdain. Het is het prille begin van de huidige lijn 98. Wat het statuut was van deze lijnen kon ik niet achterhalen. De buslijn duikt opnieuw op in het nog erg dunne spoorboekje van 4 mei 1947. In het boekje van 18.05.1952 komt ze voor onder het nummer 1503, samen met enkele andere vervangingsbussen, een verschijnsel dat toen nog in de kinderschoenen stond. Op 5 oktober 1952 wordt het lijnnummer 88 geïntroduceerd; dat verwijst duidelijk naar de spoorlijn. Dat nummer zou behouden blijven tot 23 mei 1971, datum waarop de lijn 88b werd genoemd, 88a zijnde de buslijn Tournai - La Glanerie. Zo werd de lijn ook geërfd door de NMVB bij de overdracht van de NMBS-bussen; het nummer bestond trouwens ook nog bij de splitsing van de NMVB. Op 28.05.1995 kreeg de lijn haar huidige nummer 98.
Zo mogelijk nog belangrijker was de uitbreiding van het Doornikse stadsnet op 24 mei 1998, toen de Tournai City zijn intrede deed: een nieuwe stadslijn V verbond het Doornikse station met het vroegere station van Vaulx en zo kreeg Chercq een uurdienst, wat uiteraard eerder pover is voor een stadsdienst, maar het is nog altijd beter dan niets.
Sindsdien lijkt de toestand verstard: ook vandaag kunnen we nog gebruik maken van de lijnen 98 en V.

De verbinding.

Halle - Tournai 1932 11:24 12:15 stipt 1830 (FSD) - 61037 (FBMZ) M6 controle: N
Tournai - Chercq [98] 12:24 12:40 +8 ab3123 Van Hool New AG300 Tournai
-
Chercq - Tournai [V] 15:07 15:30 +8 ab3182 Van Hool New A309 Tournai
Tournai - Halle 1915 15:44 16:36 stipt 523 (FHS) mr96 - Deense neus controle: J

 

En wat we beleefden.
IC 1932 wordt andermaal aangekondigd met een verminderde samenstelling: 7 i.p.v. 9 rijtuigen. Het lijkt tegenwoordig bijna de regel. De trein vertrekt van perron 5 i.p.v. 3, waar de S-trein naar Braine-le-Comte post zal vatten. Tot Ath kunnen we genieten van een aangename, rustige rit. Dan doet Securail zijn intrede: 2 rode en 1 grijze. Ze vertonen gedrag dat ze moeten beteugelen als pubers zich ervan bedienen; vooral een veel te luide smartphone noopt ons ertoe naar het andere uiteinde te emigreren, al is ook daar de geluidsoverlast nog storend. Een dame, klaarblijkelijk op de terugweg van een of andere verre bestemming, slaapt er wel als een blok doorheen.

Het busstation van Tournai is zonder meer onoverzichtelijk en een inplantingsplan is nergens te vinden. Voor de toevallige reiziger zit er niets anders op dan de rij perrons af te lopen, tot je bij het uiterste perron lijn 98 vindt. De buurt van het station wordt niet meer of niet minder dan geteisterd door het drukke wegverkeer: onze bus zien we wel aankomen, maar dan moet die nog voorbij 2 verkeerslichten voor hij aan zijn vertrekperron opdaagt. Het is een gelede bus, die al met 5 minuten vertraging vertrekt en de genoemde verkeerslichten (en bus-en treinstation) na een ommetje van een kilometer nog een tweede keer voorbij moet. Handige organisatie is wat anders. We zullen de halte Chercq Place bereiken met 8 minuten vertraging: het verbaast ons dat er maar 3 minuten zijn bijgekomen. Terwijl we ons klaarmaken voor de wandeling, passeert ook de V, die we wel op tijd hebben zien vertrekken aan het Doornikse station, maar die dus nog meer rondjes rijdt door Tournai.

Dat zullen we trouwens ondervinden bij de terugrit in het stadsbusje. Stadsbussen hebben de neiging om ofwel zo goed als leeg te rijden ofwel in een mum vol te lopen. Onze bus zoekt ergens de gulden middenweg op. Hij pikt ons perfect op tijd op maar zal in het Doornikse verkeerskluwen toch 8 minuten vertraging laten optekenen. Tournai onderscheidt zich namelijk niet van zoveel andere Waalse stadjes en steden waar het wanhopig wachten is op plannen om zeker de binnenstad verkeersluw te maken, maar we weten sinds enkele weken hoe dat dan afloopt, weliswaar in het Brussels Gewest.
IC 1915 staat al te wachten op perron 5 (i.p.v. 3). Helemaal vooraan hangt één van de 3 eerste klassen - de trein bestaat uit 3 Deense neuzen. Dat zal ons plaatsje worden tot Halle. De tbg's passeren even en ik heb mijn smartphone met biljetten al klaar: eerder uit beleefdheid dan uit de wil om te controleren kijkt ze even naar het schermpje.

De treinlectuur.
Julian BARNES, The only story.
A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.


Demir heeft het woord kut definitief geschrapt uit haar vocabularium. Ze gebruikt nu KUL in de plaats.

Uitgedrukt…
Peter worden van… betekent: het kwijtspelen, ergens naast grijpen. "Ik ben er peter van…"

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

10-11-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
27-10-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 oktober 2022 - Balen - Geel (Via Monastica)

De wandeling.
Het verbaasde ons wel een beetje toen we berekenden dat 27% van deze tocht over onverharde of andere trage wegen liep. Toen we het eerste stukje trage weg (100 m!) betraden, hadden we er al 9 km op zitten en pas vanaf 9.5 km zouden we resoluut de natuur in trekken. Die eerste 9 km waren inderdaad waardeloos: zelfs als je ze met de fiets of met de auto zou afleggen, zouden ze niet begeesteren. Ons beider score stond op dat moment inderdaad op 0, maar dan kwam er vrij abrupt beterschap, met de Grote Nete (eerder een grote beek hier) en het Bels Broek als welgekomen afwisseling na een verschrikkelijk saai stuk. De wandeling was 13.5 km lang: we volgden de Via Monastica van Balen tot Geel, waar we bij de halte Lissenvijver de bus naar Geel konden nemen. Uiteindelijk schroefden we onze quotering nog op tot 7/20, en dus konden die laatste kilometers door erg aangenaam wandelgebied de boel niet redden. Dat heb je wel vaker met Compostelaroutes, die zich nochtans graag aanbieden als wandelroutes o.a. met topogidsen die al te dikwijls de kwaliteit opofferen aan de snelheid. Al vraag ik me af of er wel alternatieven waren voor de veel te lange tocht over volgebouwde straten. Tenslotte is dit Vlaanderen… Op het kaartje is het duidelijk waar de straten overgaan in heerlijke paden en paadjes.

Erg veel foto's zijn er niet deze keer…


De Grote Nete moet hier echt nog wel wat groeien. Hier is in de buurt van de Monnikenhoeve.


Het duurde lang voor we ons hartje konden ophalen aan echte wandelwegen.

Het weer.
Vooral zwaar bewolkt maar uitermate zacht weer.

De stafkaarten.
17/6N Balen (2004) - 17/5N Sint-Dimpna (2006). Ondertussen is er ook een kaart op 1:25.000 Balen (2017), maar het blijft heerlijk om met een kaart op 1:10.000 te stappen, ook al zijn die niet altijd actueel meer.


Hoe we er geraakten.
Balen kan normaal gesproken met 1 of 2 overstappen bereikt worden vanuit Halle, al houden planners en spoorboekje het koppig bij 2 overstappen, één in Herentals en één in Mol. Nochtans rijden alle IC's van de reeks 43 die uit motorwagens zijn samengesteld deels door naar Hasselt.

Voor de terugreis maken we gebruik van bus 299 vanaf de halte Geel Lissenvijver tot Geel station. Een alternatieve terugreis via Diest zou handig kunnen zijn, maar om een of andere reden houdt de NMBS vol dat een seniorenbiljet een heen-en-terugreis betekent en de mogelijkheid om terug te keren uit een ander station is om duistere redenen opgedoekt. Ik veronderstel dat we niet mogen klagen als je ziet hoe spotgoedkoop een seniorenbiljet eigenlijk wel is.

Een beetje geschiedenis.
Op 6 november 2018 stapten we in Molenstede. Dat was toen een goede gelegenheid om in te gaan op de geschiedenis van lijn 299. Wie dat wil, kan het hier allemaal nog eens opnieuw lezen. De halte waar we vandaag instappen voor de terugreis (Lissenvijver) wordt ook nog bediend door belbus 921, de belbus van Geel.


De verbinding.

Halle - Herentals 3408 09:20 10:36 stipt 805 (GCR) mr75 vierledig controle: N
Herentals - Mol 4310 10:43 11:02 +21 4136 (FHS) mw41 controle: N
Mol - Balen 4410 11:07 11:12 +21 4190 (FHS) mw41 controle: N
-
Geel - Geel [299] 15:43 15:57 +15 ab4420-80 MAN Lion's City Autobusbedrijf G. Mebis
Geel - Herentals 2987 16:43 16:53 +2 08164 (FML) mr08 Desiro controle: N
Herentals - Halle 3439 17:24 18:40 stipt 813 (GCR) mr75 vierledig controle: J

 

En wat we beleefden.
IC 3408 valt gewoonlijk wel mee, maar zo ongeveer één keer per week is deze trein gereduceerd (gehalveerd) tot 1 vierledig stel. In haltelink lees ik dat de trein vandaag is samengesteld uit een desiro en een vierledig stel, maar dat zou wel een unicum zijn. We zien inderdaad maar één vierledig stel naderen en op het perron staan 80 kinderen te wachten. Dit wordt een ramp. We horen al snel dat de tbg eerste klas opdoekt en ik spreek er haar ook op aan. Ik dacht echt dat er een mogelijkheid was (2022, niet waar) om een bewijsje te krijgen dat er eigenlijk geen eerste klas meer was in deze trein, maar in werkelijkheid krijg ik een met de hand geschreven mededeling op een papiertje dat uit een notaboekje met metalen ringetjes uit de jaren stillekes gescheurd wordt. Daarin beweert de tbg dat ze eerste klas heeft moeten declasseren gezien de hoeveelheid volk. Daar kan ik nog inkomen, maar niet in de rest van de tekst. We hadden namelijk een zitplaats en toch vond ik zogezegd dat het rijtuig niet gedeclasseerd had mogen worden. Ik heb krek het tegenovergestelde gezegd en wou alleen de terugbetaling van mijn duurder biljet. Declassering betekent immers dat het rijtuig plots tweede klasse wordt en dat er dus in één vierledig stel geen eerste klasse meer is. De NMBS beweert in dat geval dat terugbetaling kan gevraagd worden - of we al dan niet kunnen zitten maakt niets uit. Voor alle duidelijkheid: het gesprek verliep rustig. Vanaf Brussel-Noord was de bezetting duidelijk een stuk minder, misschien is dat wel de reden waarom ik toch geen compensatie zal vragen. Het is eens te meer een geval van onvolledige samenstelling: niet alleen het personeel valt uit met de regelmaat van een klok.

Maar het kan nog erger: waar er normaal gezien wel enige reden is om de overstap in Herentals op de IC naar Hamont met argusogen te bekijken, valt dat probleem vandaag weg. De trein rijdt met 20 minuten vertraging en nu blijft het de vraag of de L naar Hasselt zal wachten. Vermits het gros van deze trein zal doorrijden naar Hasselt, zou dat geen zorgen mogen baren. En toch: als de trein aangekondigd wordt, horen we dat deze trein vandaag "uitzonderlijk" uit 4 rijtuigen bestaat i.p.v. 8 en dat die allemaal naar Hamont zullen rijden. Of er in Mol een alternatief is naar Hasselt is nog niet duidelijk, tot de tbg omroept dat reizigers naar Hasselt in Mol kunnen overstappen op een trein die op hetzelfde perron klaar zal staan. Dat druist zo in tegen de hedendaagse NMBS-geplogenheden dat we vermoeden dat personeel van de 4310 (naar Hamont) zal overstappen op de 4410 (naar Hasselt). Maar de trein naar Hasselt staat inderdaad voorbeeldig te wachten op hetzelfde perron: voor ons wordt de schade beperkt tot 21 minuten. Althans voorlopig, want…

De bus van 14:46 missen we op een haar na en die reed stipt richting Geel, waar we vlot hadden kunnen overstappen op de IC uit Hamont, om in Herentals over te stappen op de IC naar Binche: aankomst in Halle zou dan 16:40 geweest zijn, maar die 21 minuten vertraging van de voormiddag beslissen er anders over. Maar er is meer: de volgende bus (15:43) rijdt met vertraging en bovenop de 8 minuten aan onze instaphalte komen er nog 7 bij, door het erg gestremde verkeer in Geel. Onze overstap om 16:06 kunnen we daardoor vergeten: terwijl we met de bus in het verkeer aanschuiven, zien we de M5'en van de IC naar Antwerpen weg rijden. Die heeft zelf de bareel gesloten die maakt dat de bus nu veel te laat aankomt. Aankomst in Halle om 17:40 is meteen ook uitgesloten. Maar er is nog meer: de app wil ons meesturen met de IC van 17:06, maar daar trappen we gelukkig niet in, want voor je het weet, mis je in Herentals ook nog eens de overstap. (En dat zou dus vandaag ook het geval geweest zijn!) Dus wordt het de S-trein van 16:43 en een wat langere, maar veilige overstap op IC 3439: aankomst in Halle om 18:40 i.p.v. een potentiële aankomst 2 uur vroeger, ware het niet van die vertraging in de voormiddag. Het openbaar vervoer is altijd een beetje je kas opfretten.
Overigens kan ik dat nog vanaf Brussel, want blijkbaar volstaan de 2 vierledige stellen nog niet om te vermijden dat reizigers die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid met hun tweedeklasbiljet (of zonder biljet) in eerste komen zitten. Ik begin stilaan te vermoeden dat een half uur in de wasems van een Brusselse autotunnel minder schadelijk zou zijn voor mijn gezondheid dan een half uur trein. Want ja, er is een tijd geweest (ruwweg 6 decennia) dat zowat elke treinreis voor mij een feest was, maar tegenwoordig vind ik de NMBS vooral een zielige bedoening, machteloos tegenover materiaaldefecten, personeelstekorten, spoorlopers en koperdieven, graffiticriminelen, de teloorgang van eerste klas… en dat vreet aan een mens.

De treinlectuur.
Ellen VERSTREPEN, Kattentijd.
A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.



Bosklassen: slapen bij 12 graden… Zonder airco lukt dat niet in ons klimaat…

Uitgedrukt…
'Ne man van een mus is ook 'ne man. Betekent zoveel als: het is niet omdat iemand je man(s) noemt, dat je ook wat te betekenen hebt.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

27-10-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)
18-10-2022
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ellezelles: het hart van de heuvels

De wandeling.
Walloniebelgietoerisme.be publiceerde in 2020 een boekje met wat ze zelf 22 onvergetelijke wandeltochten noemen. Welnu, als alle wandelingen van het kaliber zijn van de wandeling in Ellezelles die we vandaag stapten, dan is dat niet overdreven. De wandeling is 12 à 13km lang, haalt een TWQ van 61% en de veld- en voetwegen zijn soms van een ongelooflijke charme. Voeg daar nog de panorama's bij in het Pays des Collines en toegegeven, de herfst zorgt zoals wel vaker voor een mooi kleurenpalet. (Zie foto's).Wij kwamen dus erg tevreden thuis en quoteerden de tocht met een 18/20. (In feite ging het om een verkenning van het wandelnetwerk van de Pays de Collines langs de punten 15-24-44-43-4-5-45-46-90-14-21-2-41-24-15. Let wel: punt 15, dus begin- en eindpunt ligt echt op de Place, de bushalte ligt daar enkele tientallen meters vandaan zodat het eerste punt op je tocht eigenlijk punt 24 is. Maar voor de rest is de bewegwijzering onberispelijk.) Het kaartje zorgt voor de rest.

Het weer.
Een ongelooflijke nazomerdag, rustig, licht bewolkt en warm (19°).

De stafkaarten.
30/5-6 Brakel (2019) - 38/1-2 Lessines (2020).

Hoe we er geraakten.
Ellezelles wordt bediend door bus 87. Die rijdt vrij frequent maar niet volgens een vast stramien. Logischerwijs zouden we de bus nemen in Lessines en ook vandaar terugkeren, maar we kunnen de wandeling vrij goed inpassen als we via Ronse rijden. Voor de heenreis zou Lessines nog kunnen, maar dan zouden we op het einde te veel tijd over hebben en in deze tijd van het jaar is dat niet altijd aangenaam. Een voor de hand liggende oplossing ware geweest: op via Lessines en terug via Ronse, maar ons seniorenbiljet moet nu eenmaal een heen-en-terugbiljet zijn en dus wordt het twee keer Ronse.


Een beetje geschiedenis.
Vermits we al eerder in Ellezelles stapten, heb ik het ook al eerder gehad over de geschiedenis van het OV aldaar. Vandaar dat ik me deze keer beperk tot een link naar een oude stafkaart van Flobecq, met o.a. de lijnen 82 en 87 en het tramlijntje Flobecq - Geraardsbergen. Geniet van het erg kronkelige tracé op de kaart en bekijk ook hoe de spoorlijnen 82 (de meest noordelijke: Aalst - Zottegem - Ronse) en 87 (de zuidelijke: Bassilly - Tournai) bij elkaar kwamen een heel eind ten oosten van Ellezelles. Meteen ook een gedeeltelijke verklaring voor het relatief hoge aantal halten en stations op grondgebied Flobecq.
Een link naar een vroegere bijdrage:
hier (helemaal doorscrollen naar onder en ondertussen genieten van een reeks oude treinfoto's).

De verbinding.

Halle - Brussel-Zuid 1557 08:57 09:06 +9 08142 (FML) mr08 Desiro controle: N
Brussel-Zuid - Oudenaarde 2332 09:39 10:27 +1 1828 (FSD) 61029 (FSD) M6 controle: N
Oudenaarde - Ronse 0780 10:35 10:46 stipt 4111 (FML) mw41 controle: N
Ronse - Ellezelles [87] 11:09 11:20 +3 ab3007-15 Mercedes Citaro LE Voyages François Lenoir
-
Ellezelles - Ronse [87] 15:42 15:57 +10 ab3007-16 Mercedes Citaro LE Voyages François Lenoir
Ronse - Oudenaarde 0766 16:14 16:25 stipt 4152 (FML) mw41 controle: J
Oudenaarde - Brussel-Zuid 2314 16:32 17:20 +19 348 (FSD) mr80 Break controle: J
Brussel-Zuid - Halle 3239 17:47 17:57 +3 1826 (FSD) 61024 (LK) M6 controle: N

 

En wat we beleefden.
Het lijkt allemaal niet zo vlot te lopen: S 1557 (8:57) en IC 3207 (9:02) rijden allebei met vertraging en dus kunnen/mogen we mee met de doorgaans minder bezette S 1557. Negen minuten bij aankomst in Brussel-Zuid doen ons nog niet meteen in paniek slaan, het is eerder de loop van IC 2332 die we met argusogen volgen. Tijdens het wachten zie we ook nog de verspoorde IC 3408 naar Turnhout: die bestaat nog maar eens uit 1 vierledig stel i.p.v. 2. Deze tamelijk drukke trein heeft dat tweede stel nochtans echt nodig. Met de 2332 lijkt het gelukkig redelijk, zij het allesbehalve probleemloos, te gaan. Bij vertrek in Brussel-Zuid tekenen we 5 minuten vertraging op, maar de reserve tot Oudenaarde slorpt die bijna volledig op. Veel is er over de reis naar Oudenaarde niet te vertellen, behalve dat we in Oudenaarde opgewacht worden door twee politieagenten die een aantal reizigers van de trein plukken op aangeven van de tbg, die we tijdens de reis niet gezien hadden. De IC vertrekt hierdoor met vertraging, zodat ook de S naar Ronse iets later dan voorzien vertrekt. Deze trein bestaat uit 1 motorwagen i.p.v. 2, maar dat zorgt op dit laatste deel van zijn traject niet voor problemen.

Sinds ons laatste bezoek aan Ronse is hier wel een en ander veranderd: de treinen komen nu aan op een kopspoor (er zijn er 2, spoor 2 wordt vermoedelijk alleen gebruikt als er ook P-treinen rijden). Van de sporen richting Leuze is niets meer te bekennen. Bus 87 vertrekt met 4 minuten vertraging, in Ellezelles blijven er nog 3 van over.

Voor de terugrit is het even opletten: tussen Ellezelles en Ronse volgen de bussen twee verschillende reiswegen. Daardoor zijn er ook 4 inplantingspunten voor deze halte. Vermits onze bus nu wel via het vroegere station (ongeveer 1.5 km van het centrum gelegen) rijdt, moeten we even opletten. Gelukkig is de informatie aan de haltepalen oké. Deze bus rijdt ook met vertraging en het laatste deel door Ronse, met doorstromingsperikelen aan een rotonde, helpt de zaak niet echt vooruit. Maar de aansluiting met de trein komt niet in het gedrang.

Ook deze S bestaat uit één motorwagen i.p.v. de voorziene twee. Later op de avond zal ik op hgbtf trouwens een vraag lezen over de inkrimping van het aantal ingezette motorwagens , zonder antwoord evenwel. Het lijkt dus een eerder algemeen dan punctueel probleem. De zitjes in de kleine eersteklasafdeling zijn nu overtrokken met een kunstleren stof die wat aan de M7 doet denken, ook door de stiksels. Tot Oudenaarde is het kalm in dit ene motorstel, maar daar staat het jonge schoolvolkje klaar en dat zal op zijn minst voor een gezellige bezetting zorgen.

Ondertussen hebben we door dat de treinrit naar Brussel-Zuid mogelijk ook niet vlot zal verlopen. Op de website van de NMBS (die ik voor deze dingen ook op mijn smartphone gebruik), lees ik dat de seinen gestoord zijn tussen Kortrijk en Harelbeke en Kortrijk en Vichte. Dat zal dus wel tussen Kortrijk en Y. Zandberg zijn, maar aan die wetenschap heeft de doorsnee reiziger vermoedelijk niet zo zeer. Blijkt dat het vertrek uit Kortrijk flink wat vertraging oploopt: in Oudenaarde staat de trein eerst met 10 minuten vertraging opgetekend, maar dat zullen er 18 worden. Overigens wordt nog maar eens een verminderde samenstelling aangekondigd: 3 rijtuigen i.p.v. 6. Eén break i.p.v. twee. Eigenaardig genoeg zou het 6 i.p.v. 9 moeten zijn, want de voorziene samenstelling is 3 breaks. Haltelink kondigt trouwens 2 breaks aan en die blijken ook te rijden. Eerst lijkt de rit naar Brussel nog vlot te lopen - de tbg heeft het over een brand, niet over een seinstoring - , maar vanaf Haaltert zitten we achter een S-trein. Uiteindelijk bereiken we Brussel-Zuid met 19 minuten vertraging. Bij het binnenrijden zien we de IC naar Binche (M4) naar buiten rijden, met een vijftal minuten vertraging. En dus wordt het IC 3239 naar Kortrijk via Tournai. Veel valt daar niet over te vertellen. Net als we Brussel-Zuid verlaten hebben, baant een meute dertigers en veertigers zich een weg naar tweede klasse. Een idioot roept "Ca va couler", en inderdaad wordt hij voortgestuwd door een knaller van een wind. Zijn metgezellen vinden dit uiterst grappig. Om dit soort economisch overeind te houden worden miljoenen geïnvesteerd in allerlei steunmaatregelen. Ik denk terug aan een romantische tienerdroom van een wereld zonder mensen. Ik ben er nooit uitgekomen wat er dan met mezelf en met mijn dierbaren moest gebeuren…

De treinlectuur.
Dorothy L. Sayers, Het lijk met de pince-nez. Waarom zoveel dames in de Angelsaksische wereld beroemd werden met hun detectiveverhalen zal nog wel nooit onderzocht zijn. Het hoofdpersonage van Sayers is Lord Peter Wimsey, die in de meeste van haar romans de schuldigen probeert te vatten.

A.F.Th. van der HEIJDEN, Kwaadschiks.


Eind juli heb ik een waterlek gemeld aan de Stad Halle, in die periode dat we allemaal water moesten sparen, weet je nog. Sinds een week of twee is het lek, waar gezien de duur van de herstelling duizenden liters water verloren gingen, hersteld. We zagen hier de Technische Dienst van Halle, de Watergroep, Farys en een onbekende aannemer passeren. Oh ja, de gootstenen liggen hier nog altijd aan de overkant. Misschien verwacht men dat we die zelf terugplaatsen.


Uitgedrukt…
As ligt in de Limburg… As staat hier voor als en het is een manier om uit te drukken dat de voorwaarde (als!) weinig kans op vervulling heeft.

Waar Abraham de mosterd haalde.
Voor het schrijven van deze bijdragen maak ik vaak gebruik van twee zeer waardevolle sites, één over de Belgische spoorlijnen en een over de bussen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het grootste probleem is dat van de informatisering: in de voorbije 20 jaar is het vrijwel onmogelijk geworden om nog aan papieren dienstregelingen te geraken en op het internet verdwijnen de oude dienstregelingen naarmate er nieuwe ingevoerd worden. Voor de trams maak ik nog al eens dankbaar gebruik van de Rail Atlas Vicinal van Stefan JUSTENS en Dick van der SPEK en van The Vicinal Story - Light Railways in Belgium 1885 - 1991 van W.J.K. DAVIES.

18-10-2022 om 00:00 geschreven door overweg13  


>> Reageer (0)


E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Blog als favoriet !

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 


Zoeken in blog


Laatste commentaren
  • bus 13 (Vic)
        op 18 juli 2024 - Kanne - Visé (GR5)
  • Bus 13 (Etienne Tas)
        op 18 juli 2024 - Kanne - Visé (GR5)
  • Lijnen 712/714 (Etienne Tas)
        op 17 augustus 2023 Herne - Bever (Voettocht in Pajottenland)
  • Inhoud blog
  • Veldegem - Gits (Via Brugensis)
  • 8 oktober 2024 - Sint-Joris-Weert - Tervuren (GR Dijleland)
  • 19 september 2024 - Marneffe - Warnant-Dreye (GR412)
  • 30 augustus 2024 - Grobbendonk - Herentals - Vorselaar - Grobbendonk
  • 26 augustus 2024 Sart-lez-Spa - Spa GR573

    Archief per maand
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 08-2024
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!