De herkomst van paaseieren
Reeds bij onze verre voorvaderen was het ei
al het symbool van de opstanding. Bij de Joden was het de gewoonte
eieren te eten als maaltijd op de begrafenis als symbool van de
wedergeboorte na de dood. Germanen aten eieren bij de offermaaltijden
van Ostara, de godin van lente en vruchtbaarheid. Werd in het oude
Hoog-Duits Eástr Ostara genoemd, en ter ere van haar werd ieder jaar een
tweedaags feest gevierd.
Eieren staat niet alleen symbool voor het nieuwe leven, maar ook voor de vier elementen:
1) De schaal staat voor de aarde 2) Het membraan staat voor de lucht 3) Het eiwit staat voor het water 4) Het eigeel staat voor het vuur
Ontstaan
in de middeleeuwen, doordat in de vastentijd een kerkelijk verbod was
ingesteld voor het eten van eieren en vlees. In deze periode echter
legden de kippen bijzonder veel eieren. De eieren werden gekookt, om
langer goed te blijven, versierd, en met Pasen veelvuldig gegeten of
cadeau gedaan.
Ook dit is een gebruik
waar onze voorouders zich al aan over gaven. In Christelijke landen
werden de eieren beschilderd in de kleuren van het altaar, waarna men ze
de kerk inbracht om te laten wijden en te offeren. Niet Christelijke
streken beschilderden hun eieren in heldere kleuren, welke een
weerspiegeling waren van het zonlicht in de lente.
Vroeger
waren boeren gewoon om met Pasen eieren in de akkers te begraven om
vruchtbaarheid over hun akkers af te dwingen. Dit is waarschijnlijk de
voorloper van het verstoppen van de eieren, welke kinderen met veel
plezier gaan zoeken.
|