Kleuters verkiezen dieren boven speelgoed
Jonge kinderen verkiezen omgaan met dieren boven spelen met hun poppen of autootjes. En dat is maar goed ook, want dieren helpen bij de ontwikkeling van een kind. Experten raden kersverse ouders dan ook aan om een hond, kat of hamster in huis te nemen.
Want zelfs kinderen die slechts 11 maanden oud zijn, tonen meer interesse in dieren dan in speelgoed, zelfs als het gaat om elektronische 'replica's'. Bovendien zijn ze van nature uit helemaal niet bang van spinnen en slangen. Dat is een gedrag dat ze in de loop van hun leven aanleren.
Deze vaststellingen komen van een groep Amerikaanse wetenschappers. Zij voerden een reeks experimenten uit, waarmee ze de omgang van kinderen tussen 11 maanden en 3 jaar met dieren en speelgoed onderzochten.
In het eerste werden de kinderen en een ouder in een kamer gezet met zowel een levende hamster en vis als met 14 populaire speeltjes, zoals een pop en blokken. In een tweede experiment kwamen er ook een Tarantula-spin en een slang in de kamer (uiteraard buiten het bereik van de kinderen), samen met vier stukken speelgoed.
Het derde experiment zette de kinderen en ouders samen met drie levende dieren, een groene gekko, hamster en vis, en een speelgoedversie van dezelfde dieren. Ook die werden allemaal buiten het bereik van de kinderen gehouden, zodat ze hen niet konden aanraken.
Bij alle scenario's toonden de peuters en kleuters meer interesse in de dieren dan in het speelgoed, zowel als het om goedaardige (hamster) als enge (spinnen) ging. Bovendien praatten ze meer over de dieren dan over het speelgoed en stelden ze hun ouders ook meer vragen.
|