Nutteloos: de 'ontdekking' van de G-plek
Olé! De G-plek is na decennialang zoeken (zogezegd) eindelijk gevonden, maar wat zijn we er nu eigenlijk mee? Vermoedelijk niets, want een moeilijk vindbaar hoopje zenuwen, kleiner dan een halve vingernagel, zal je seksleven allicht niet opeens magisch veranderen. Volgens gynaecoloog en 'G-plekontdekker' Adam Ostrzenski gaat de vrouwelijke sekservaring nochtans geen geheimen meer hebben in de toekomst en alleen maar verbeterd worden. Eerst zien en dan geloven...
De G-plek wordt al van in de jaren '40 achtervolgd, nadat de Duitse gynaecoloog Ernst Grafenberg de biologische aanwezigheid ervan voor het eerst onder de aandacht bracht. Sindsdien is de fascinatie en de ontdekkingsdrang alleen maar gegroeid. Toch is er tot op vandaag nog maar bitterweinig medisch bewijs.
Wat zeker is, is dat het debat rond de G-plek onlosmakelijk verbonden is met de opkomst van het feminisme. Na de Tweede Wereldoorlog ging de emancipatie van de vrouw gepaard met het accepteren van seksueel genot. Tegen de jaren '70 werd een orgasme dan ook een vrouwenrecht.
In 1981 volgde de publicatie van het boek 'The G-spot And Other Discoveries About Human Sexuality' van seksuologe Beverley Whipple. Ze bestudeerde 400 vrouwen en claimde dat elk van hen een G-plek had. Zij was echter niet de enige die rotsvast geloofde in deze heilige graal van genot. Zo wakkerde een nieuwe golf tijdschriften, met koppen als 'Find your G-spot', de razernij alleen maar aan. Vermoeiend moet dat geweest zijn, je constant afvragen waar die van jou is. Ook voor bedpartners waren het ongetwijfeld stressvolle tijden (en eindeloze zoektochten). Onzekerheid misbruiken als grote marketingtool is doeltreffend blijkbaar...
Verschillende wetenschappelijke onderzoeken toonden al aan dat ongeveer 15 procent van alle vrouwen nooit of zelden een orgasme krijgt, terwijl nog eens 15 procent dat wel (bijna) altijd mag ervaren. Orgasmes zijn, los van de G-plek, dus altijd al veranderlijk. Als we dan kijken naar orgasmes gekoppeld aan de G-plek, blijkt uit de meeste onderzoeken dat gemiddeld 75 procent ze nooit heeft. Toch is het zoeken ernaar niet helemaal tevergeefs. Zo is wel bewezen dat koppels nieuwe, stimulerende zones en houdingen kunnen ontdekken tijdens hun 'quest for the holy grail'.
Wat nu met Ostrzenski's 'revelatie'? Om te beginnen even zijn geloofwaardigheid aankaarten. Voor dit anatomisch bewijs baseert hij zich op een autopsie, uitgevoerd op een bejaarde, Poolse vrouw die stierf aan een hoofdwonde. Aan de voorkant van haar vaginale wand ontdekte hij een klein stukje weefsel, rijk aan zenuwuiteinden en hupla, de G-plek is een feit? Voor zover ik weet kunnen doden geen feedback meer geven over de kwaliteit van hun orgasmes. Klinisch getest? Tuurlijk...
Het enige dat zijn 'ontdekking' met zekerherheid doet, is nog meer voer geven aan de seksindustrie en de farmaceutische wereld. Alsof er nog niet genoeg op de markt is: speeltjes en gadgets om je G-plek te stimuleren of injecties en operatieve vergrotingen voor een maximaal effect.
Het ding waar niets van deze 'bewijzen' en uitvindingen rekening mee houden, is dat seksuele opwinding en bevrediging bij vrouwen niet puur iets mechanisch is. Of er nu een G-plek bestaat of niet, als ons hoofd niet wil meewerken, zal het orgasme wellicht niet komen.
|