Vrouwen slimmer dan mannen (volgens IQ-testen)
Vrouwen in ontwikkelde landen zijn op dit moment slimmer dan mannen. Dat zegt psycholoog James Flynn na het vergelijken van IQ-testscors uit West-Europese landen, de Verenigde Staten, Canada, Nieuw-Zeeland, Argentinië en Estland. De vrouwen lopen een beetje voor op mannen, al is de kloof eigenlijk verwaarloosbaar. Ander probleem: IQ-testen meten maar een bepaald soort intelligentie en kunnen gemakkelijk beïnvloed worden.
IQ-testen worden nu iets meer dan een eeuw afgenomen. In het begin lagen vrouwen zo'n vijf punten 'achter' op mannen. Toen werd niet alleen geargumenteerd dat vrouwen 'duidelijk' dommer waren, maar ook dat dit verschil 'erfelijk' was.
"In de afgelopen honderd jaar stegen zowel de IQ-scores van mannen als vrouwen, maar van vrouw en steeg die sneller", aldus Flynn. Een verklaring heeft hij ook klaar:
"Dat is een gevolg van de vooruitgang. De hersenen passen zich aan de complexiteit van de moderne wereld: ze groeien anders en werken anders. Dat verschil meet je bij IQ-testen. De stijging is duidelijker bij vrouwen dan bij mannen omdat ze in het verleden benadeeld waren."
Andere mogelijke verklaringen voor de 'opkomst van de vrouwelijke intelligentie' is de groeiende druk op vrouwen: multitasken tussen werk en gezin bijvoorbeeld. Of: 'vrouwen hadden altijd een hoger IQ-potentieel, maar kunnen dit nu pas realiseren'.
Beetje vreemd is dat wordt voorbijgegaan aan de meest duidelijke verandering van de afgelopen 100 jaar: educatie en emancipatie van vrouwen.
Vrouwen in ontwikkelde landen gaan even lang naar school als mannen, gemiddeld doen ze het zelfs beter: betere punten, minder zittenblijven. Er zijn momenteel ook meer vrouwen ingeschreven aan het hoger onderwijs dan mannen, en ze studeren ook vaker en sneller af. Alleen al dat effect kan de grootste stijging in het IQ bij vrouwen verklaren.
Dat ze een voorsprong hebben op mannen, IQ-scoregewijs dan toch, kan even goed liggen aan het feit dat ze meer tijd nemen om de test af te werken en dus minder denkfouten maken. Ook een teken van slimheid, jazeker, maar geen absoluut verschil. Of ze vullen gewoon vaker IQ-testen in online: wie er vaak afneemt, scoort vanzelf hoger.
Flynn concludeert dan ook terecht dat meer analyse nodig is om het effect te onderzoeken en te verklaren.
Hoewel IQ een correcte voorspeller is voor een bepaald soort intelligentie, dringen psychologen er al decennia op aan de scores niet te verwarren met 'slimheid'. Een combinatie van vaardigheden is nodig om succesvol te worden.
IQ is ook een controversiële maat: hij meet consequent verschillen in geslachten, klassen en rassen. De reden daarvoor is ook bekend: de IQ-score is enorm beïnvloedbaar. Woordgebruik, formulering en vragen zijn afgestemd op dat van blanke middenklassefamilies. De reden dat in de States zwarten consequent lager scoren is ondere andere te wijten aan het feit dat ze met een andere woordenschat zijn opgegroeid.
Flynn benadrukt dat meer onderzoek nodig is om het effect te verklaren. De psycholoog geldt als wereldautoriteit op vlak van IQ, wat te wijten is aan de ontdekking van het "Flynn-effect". Dat houdt in dat het IQ van de mens gemiddeld steeg met drie punten per decennium, oftewel 30 punten over een eeuw. Tegelijk werd aangetoond dat IQ niet erfelijk bepaald is en verbeterd kan worden. (br.hln)
|
