Opgelet dames: hang bordje in wc of je man wast nooit zijn handen
Vergeet jouw man wel eens zijn handen te wassen na het plassen? Dan hang je maar beter een bordje in het toilet. Zo blijkt uit een test van verschillende Amerikaanse universiteiten dat mannen pas geneigd zijn om na een plaspauze hun handen te wassen als ze hieraan herinnerd worden via een aparte boodschap.
De wetenschappers hingen posters op in de mannentoiletten op de campus van enkele universiteiten met de tekst: "Vier op de vijf studenten wassen ALTIJD hun handen nadat ze naar het toilet zijn geweest". Voor de studenten die hierbij wat extra hulp konden gebruiken, was er onder de boodschap nog een speciale handleiding voorzien waarin stap voor stap werd uitgelegd hoe je op een correcte manier je handen kan wassen.
En de herinneringsbordjes hadden succes. Terwijl vooraf 75 procent van de 252 ondervraagde mannelijke studenten aangaf zijn handen te wassen na een toiletbezoek, steeg dat aantal na het ophangen van de posters met meer dan tien procent tot 86 procent. De studenten werden uiteraard niet op hun woord geloofd, de onderzoekers hielden immers ook rekening met hoelang er water uit de kraan stroomde. Ook dat aantal was opmerkelijk toegenomen.
Uit eerder onderzoek kon al afgeleid worden dat het aantal keren dat mannen hun handen wassen niet optimaal is. Terwijl 93 procent van de vrouwen na ieder toiletbezoek haar handen wast, is dit bij mannen slechts 77 procent. "Oké, dit klopt waarschijnlijk wel. Ik was bijna nooit mijn handen na het plassen. Maar met mijn gekke brein geloof ik zo sterker bestand te zijn tegen bacteriën", zo reageerde een man op het onderzoek.
Nochtans is het belangrijk voor onze gezondheid dat we onze handen wel wassen. "Vanuit het standpunt van de openbare gezondheid, is het belangrijk dat iedereen zijn handen wast nadat hij of zij naar het toilet is geweest. Een nauwkeurige poetsbeurt kan immers de overdracht van verschillende ziektes tegenhouden. Jammer genoeg doen mensen dit niet zo vaak als ze zouden moeten doen", zo besluit hoofdonderzoekster Maria Lapinski. (br.hln)
|