Steeds minder kinderen sterven aan kanker
De laatste decennia zijn de mortaliteitscijfers voor kinderen en jongeren met kanker spectaculair verbeterd. Dat blijkt uit een gedetailleerd meerjarenoverzicht van de kankergevallen bij Belgische kinderen en jongeren die de Artsenkrant kon inkijken. In de jaren 60 overleden jaarlijks, op 1 miljoen jongens tussen 0 en 19 jaar, 90 jongens aan kanker. Voor de meisjes lag dat destijds op 70 meisjes die per jaar aan kanker overleden. "Vandaag ligt die voor beide geslachten jaarlijks op 25 à 30 overlijdens ten gevolge van kanker, per miljoen jongens of meisjes."
Uit de cijfers, die van het Kankerregister en de Belgian Society of Paediatric Haematology Oncology (BSPHO) komen, blijkt dat in België per jaar bij goed 320 kinderen (tussen 0 en 14 jaar) en 180 adolescenten (tussen 15 en 19 jaar) kanker wordt vastgesteld. Bij kinderen is leukemie de vaakst voorkomende vorm van kanker (26 procent), gevolgd door hersentumoren (25 procent) en lymfoom (12 procent). Jongeren worden dan weer het vaakst getroffen door lymfomen (25 procent) en carcinomen (22 procent).
Er is de laatste decennia echter een forse vooruitgang geboekt. De mortaliteit bedraagt nu nog een derde van wat die in de jaren 60 was. Voor de overlevingskansen kan niet met de jaren 60 vergeleken worden, maar ook daar wordt nog altijd vooruitgang gemaakt. Dat blijkt uit Vlaamse cijfers. Het aantal kinderen dat tien jaar nadat de kanker werd vastgesteld nog leeft, ligt momenteel op 85 procent. Bij kankers die tussen 1999 en 2003 werden vastgesteld, lag dat nog op 80 procent.
De onderzoekers zien verschillende verklaringen: "de mogelijkheid om tumoren genetisch te karakteriseren, een effectievere inzet van geneesmiddelen, de opvang van patiënten in een hooggespecialiseerde, universitaire setting, maar ook de betere levenshygiëne." (br.hln)
|