Wie 's nachts moet plassen, werkt minder goed overdag
We kennen allemaal het ergerlijke gevoel van een overvolle blaas die ons in het midden van de nacht verplicht om ons heerlijk warm bedje te verlaten. Blijkt nu dat zo'n nachtelijk uitje naar het toilet niet alleen super irritant is, maar er bovendien voor zorgt dat we maar liefst een vierde minder productief zijn op het werk, zo stelden Nederlandse wetenschappers van de Universiteit van Maastricht vast.
Voor hun studie, die werd gepresenteerd op het congres van de European Association of Urology in Milaan, onderzochten de wetenschappers 261 vrouwen en 385 mannen die lijden aan 'nycturie'. Dit is een moeilijk woord om de aandoening te beschrijven waarbij je één keer of meer per nacht moet opstaan om een plasje te doen. De proefpersonen moesten een formulier invullen waarin werd gepeild naar hun werkproductiviteit en activiteit. Zo onderzochten ze de effecten van gezondheidsproblemen op de werkprestaties van de deelnemers, evenals op hun gebruikelijke activiteiten.
De resultaten waren verrassend. Zo stelden de wetenschappers vast dat de productiviteit van personen die 's nachts moeten opstaan om naar toilet te gaan maar liefst een vierde lager ligt dan collega's die rustig kunnen doorslapen. Hiermee zijn personen die kampen met 'nycturie' zelfs nog minder productief dan astmapatiënten of mensen met een chronisch obstructieve longziekte (COPD).
"Nycturie is een gangbaar probleem dat ongeveer een derde van de volwassenen treft", verklaart Philip Van Kerrebroeck, urologieprofessor aan de Universiteit van Maastricht. "De last wordt echter vaak onderschat. Zo wordt het foutief beoordeeld als minder ernstig dan andere chronische ziektes in termen van de impact die het kan hebben op de levenskwaliteit. Nochtans blijkt uit onze gegevens dat nycturie een negatieve impact heeft op zowel onze slaap als op onze activiteiten overdag. Bijgevolg is het uiterst belangrijk dat patiënten die eraan lijden hiervoor de juiste behandeling krijgen om hun situatie in de hand te houden", besluit Van Kerrebroeck.
|