Wildstropers doden 86 olifanten in een week
In Tsjaad hebben stropers in minder dan een week 86 olifanten gedood, waaronder 33 drachtige olifantenkoeien. De slagtanden werden afgehakt. Dat meldt de internationale dierenbeschermingsorganisatie IFAW (International Fund for Animal Welfare) in een persmededeling. Het bloedbad aan de grens met Kameroen is het zwaarste geval van olifantenstroperij sinds de slachting van 650 dieren in het Kameroense nationale park Bouba Ndjida begin 2012.
"Dit is absoluut aanstootgevend", zei Céline Sissler-Bienvenu, directrice van de IFAW in Frankrijk en Franstalig Afrika. "De slachting van 86 olifanten, drachtige olifantenkoeien inbegrepen, is een bewijs voor de harteloze meedogenloosheid, die vereist is om de honger naar de ivoorhandel te stillen." Volgens de IFAW had de lokale bevolking de regering de afgelopen twee jaar herhaaldelijk om hulp gevraagd bij conflicten met olifanten. De olifanten hadden de akkers van verschillende landbouwers immers vertrappeld. Maar de steun van de overheid bleef uit. Daarom is het goed mogelijk dat de boeren de slachting van de dieren door wildstropers vergemakkelijkt hebben, schrijft de IFAW.
Pas vorige week had de biodiversiteitsconferentie Cites beslist om strengere straffen uit te vaardigen tegen wildstropers. Wildstroperij zal voortaan niet enkel meer als een overtreding, maar als een ernstig misdrijf ingeschaald worden. De landen wisselen nu meer en sneller informatie uit over stropers en bendes en moeten de internethandel controleren.
|
