Canadese bosbizons nemen het vliegtuig
Vorige week zijn dertig Canadese bosbizons met het vliegtuig vertrokken naar het Russische Sacha, meldt het federale agentschap Parcs Canada. De deelrepubliek in het noordoosten van Siberiƫ, beter bekend onder de naam Jakoetiƫ, strekt zich uit over meer dan drie miljoen vierkante kilometer.
De dieren komen van het nationale park Elk Island, gelegen nabij Fort Saskatchewan, in Alberta, de rijke olieprovincie in het westen van Canada.
Het gaat om de derde transfer van dit soort. De kolonie van Canadese bizons in Jakoetiƫ wordt hierdoor uitgebreid tot 120. De nieuwkomers zullen in het natuurpark van Lenskjie Stolby kunnen grazen, voornamelijk bekend om zijn rotspilaren langs de rivier Lena.
De operatie past in het internationale project "om het overleven en het welzijn van dit majestueuze dier te verzekeren", verklaarde de Canadese minister van Milieu, Peter Kent.
De bosbizon is minder bekend dan de prairie- of steppebizon en is een bedreigde ondersoort. Het dier is groter en heeft een donkerder vacht. De hele soort was bijna uitgestorven aan het begin van de twintigste eeuw, ten gevolge van de jacht en de uitbreiding van de landbouw.
Het Elk park heeft een belangrijke rol gespeeld bij zijn redding. In 1906 werd de grootste troep van wilde bizons gekocht van een particulier in de Verenigde Staten door de Canadese regering. Zowat tweehonderd dieren werden toen verscheept van Montana naar Alberta en uiteindelijk naar het park Elk gebracht. De meeste levende prairiebizons stammen af van deze troep.
|