Hepatitis C vormt wereldwijde tijdbom
Onder druggebruikers woedt al een felle epidemie van hepatitis C, en als regeringen hun beleid niet aanpassen, dreigen miljoenen mensen over de hele wereld slachtoffer te worden, zeggen gezondheidsexperts.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie sterven nu al jaarlijks minstens 350.000 mensen aan de gevolgen van hepatitis C, dat chronische leverschade veroorzaakt. De Global Commission on Drug Policy, die onder meer voormalige presidenten, VN-toplui en mensenrechtenactivisten verenigt, waarschuwt dat harde antidrugswetgeving wereldwijd helpt om de epidemie te verspreiden.
In een nieuw rapport schat de commissie dat van de 16 miljoen mensen wereldwijd die drugs injecteren, er 10 miljoen besmet zijn met de ziekte. In landen met de hardste drugswetgeving is meer dan 90 procent besmet.
Landen als China (1,6 miljoen), Rusland (1,3 miljoen) en de VS (1,5 miljoen) tellen de hoogste concentraties onder druggebruikers.
"We hebben een nieuw drugsbeleid nodig", zegt Michel Kazatchkine, speciale VN-gezant voor hiv/aids in Oost-Europa en Centraal-Azië. "Geldstromen moeten van de strijd tegen drugs naar volksgezondheid en preventie gestuurd worden. De hoogdringendheid van de situatie kan niet genoeg benadrukt worden. Dit moet even ernstig genomen worden als de hiv/aids-epidemie."
De commissie en andere organisaties pleiten al langer voor een einde van de "oorlog tegen drugs". Ze voeren aan dat die alleen maar grote sommen geld gekost heeft en ontelbare levens heeft geëist, maar ook gemeenschappen heeft ontwricht. Hij is vooral mislukt in zijn opzet: een einde maken aan de drugshandel van miljarden dollars.
Vorig jaar al toonde de commissie aan hoe de marginalisering van druggebruikers de verspreiding van hiv/aids in de hand werkt. Het fenomeen is vooral duidelijk in Oost-Europa en Centraal-Azië, de enige regio in de wereld waar het aantal hiv-infecties blijft stijgen, hoofdzakelijk door het delen van naalden onder druggebruikers.
Net als hiv/aids wordt ook hepatitis C overgedragen via contact met bloed en dus ook via besmette naalden. Maar in tegenstelling tot hiv/aids heeft de ziekte veel minder aandacht gekregen. "Ik haat het om de twee ziektes te vergelijken en te zeggen dat de ene erger is dan de andere", zegt Kazatchkine. "Maar als je naar de absolute cijfers kijkt, zoals besmetting onder druggebruikers, dan liggen die hoger. Men is er zich op alle niveaus te weinig van bewust, van de overheid over de gezondheidszorg tot de druggebruikers zelf."
Het rapport toont aan hoe zogenaamde 'harm reduction'-programma's in Schotland succesvol blijken om de ziekte terug te dringen. De programma's zijn niet repressief, maar proberen de schade te beperken die met druggebruik gepaard gaat, zoals criminaliteit en gezondheidsproblemen. Maar die programma's moeten wel erg toegankelijk zijn, benadrukt het rapport. Gelijkaardige programma's in Litouwen bereiken bijvoorbeeld maar een klein aantal druggebruikers.
Eerstelijnsmedewerkers in Oost-Europa, dat een van de hoogste concentraties van besmettingen heeft in de wereld, zijn pessimistisch over de strijd tegen de ziekte. "Het zal zeker nog erger worden voor het weer beter wordt", zegt Dasha Ocheret van het Eurasian Harm Reduction Network. "Meer dan 95 procent van de druggebruikers in de regio zijn besmet, de epidemie is er al tien jaar en er zijn bijna geen vooruitzichten op behandeling." (br.hln)
|
