4 op 5 Belgen maken zich zorgen over slechtziendheid
Twee Belgen op drie beschouwen blindheid als een sterk belemmerende handicap voor het dagelijkse leven. Dat blijkt uit een enquête over visuele beperkingen, uitgevoerd door Dedicated Research in opdracht van de Franstalige vzw ONA (Oeuvre Nationale des Aveugles). Vier op de vijf Belgen zegt zich ook zorgen te maken over slechtziendheid, aldus de enquête die vandaag, op de Werelddag van het Zicht, werd voorgesteld.
Uit de resultaten blijkt verder dat een derde van de ondervraagden blindheid en slechtziendheid door elkaar haalt. Het betreft de eerste landelijke enquête over visuele beperkingen. Ze werd via internet afgenomen bij 602 volwassenen.
Meer dan de helft is van mening dat slechtziendheid de zelfstandigheid in het dagelijks leven belemmert. Twee op drie vinden visueel gehandicapten ook niet voldoende geïntegreerd in onze samenleving en denken zelf een beroep te doen op een vereniging voor visueel gehandicapten mochten ze blind of slechtziend worden.
"Meer en meer Belgen lijden aan een visuele beperking", zegt Jean-Marie Dumont, algemeen directeur van ONA. "Dat is simpelweg het gevolg van de vergrijzing", legt hij uit. De hoge mate van ongerustheid over slechtziendheid verklaart Dumont door te verwijzen naar "het vele contact dat we hebben met mensen in onze omgeving, zoals grootouders, die slechtziend zijn".
Dat één op drie slechtziendheid verwart met blindheid noemt Dumont "verontrustend" en bewijst volgens hem het belang van sensibilisering en voorlichting rond het thema.
Deze week, van 5 tot 12 oktober, staat in Vlaanderen in het teken van slechtziendheid in het verkeer en is tot 'Week van het Zien' gedoopt. Mensen kunnen deze week ook gratis een oogtest laten uitvoeren bij een opticien. (br.hln)
|