De Siamese walvistweeling was al dood toen vissers ze zondag ontdekten in de Ojo de Liebre lagune bij het schiereiland Baja California. Die staat in verbinding met de Stille Oceaan en trekt elke winter honderden grijze walvissen die vanuit de Beringstraat naar het warme water migreren. 

Deskundigen van de Nationale Commissie voor Beschermde Natuurgebieden (Conanp) in Mexico verifieerden de bijzondere ontdekking gisteren. De Siamese walvistweeling kwam vermoedelijk ter wereld via een miskraam die het gevolg was van hun misvormdheid. De onderzoekers leiden dat af uit de omvang van de dieren. Normale grijze walviskalveren meten bij hun geboorte tussen de drie en vijf meter.

De zo'n halve ton zware dieren waren bij hun middel met elkaar vergroeid en hadden twee volgroeide hoofden en staartvinnen, zo verklaarde Conanp-regiomanager en zeebioloog Benito Bermudez tegenover Mexicaanse media. Hij bestempelt de ontdekking als "buitengewoon zeldzaam en ongekend in het bewuste gebied".    

De carcassen van de Siamese walvistweeling zijn in beslag genomen voor wetenschappelijk onderzoek. Misvormingen zoals deze zijn wel al bekend bij vinvissen, meer bepaald bij de gewone - , dwerg- en arctische vinvis.

Volgens deskundige Alisa Schulman-Janiger, wetenschapper bij het Amerikaanse Genootschap voor walvisachtigen, is de Siamese grijze walvistweeling zwaar onderontwikkeld. Ze vraagt zich ernstig af of het moederdier de miskraam of doodgeboorte wel overleefde, zo meldt de nieuwssite Mail Online.       

De walvissen in de wateren bij het schiereiland Baja California trekken ieder jaar massa's toeristen die een glimp van de dieren hopen op te vangen. In het seizoen 2012-2013 werden er zo'n 1.200 grijze walvissen gespot. (br.hln)