Welk water past bij welk gerecht?
In trendy restaurants in New-York
bestaan ze al langer, watersommeliers die de klanten een waterkaart
voorschotelen, hen begeleiden bij de keuze en hen informatie geven over
de smaak en de oorsprong van het water. In België is dat nog niet het
geval. Wel is het handig te weten wat watersommeliers aanraden bij welk
gerecht.
Geen plat water Volgens
watersommelier Peter De Vos drink je beter geen plat water bij de
maaltijd. Plat water gaat de maag snel vullen. Net daarom is de platte
variant uiterst geschikt voor als we willen afvallen. Anders is het bij
de maaltijd. Is het water zeer koud, kan het zelfs als een baksteen op
je maag liggen. Plat water drink je de hele dag door, maar niet bij de
maaltijd.
Als aperitief is schuimwater ideaal.
Dat is koolzuurhoudend water waaraan sap van muscaatdruiven is
toegevoegd. Het opent de eetlust en is zoet van zichzelf zonder
toegevoegde suiker. Merken: Souverain Renard en World Domaine.
Bij het voorgerecht:
kies slechts voor één glas sterk bruisend water, bijvoorbeeld Perrier,
Spa Rood, Taunus Quelle. Een geweldige prikkel om de maag in werking te
stellen zonder ze te vullen.
Bij het hoofdgerecht is
zachtbruisend water zoals Bru, Voss, San Pellegrino, zachte Acqua
Sorgente Fresca, Spa Groen, Llanllyr, Apollinaris of Elzenham ideaal.
De smaak van het water blijft liefst zo neutraal mogelijk zodat hij
niet gaat concurreren met het gerecht. Een uitzondering vormen
visgerechten en gerechten met fluweelzachte sauzen zoals roomsaus of
waterzooi. Hier zijn sterk gemineraliseerde tafelwater als Badoit,
Stiftsquelle of Tönissteiner een goede keuze.
Bij het dessert is plat bron- of mineraalwater aangewezen. Het zal de laatste gaatjes vullen.
Lichte bruis Wil
je maar één type serveren, kies je beter voor water met bruis. Bij
gerechten met een zeer uitgesproken, pikantere smaak, hoort een sterker
bruisend water. Alle andere gerechten zijn beter af met lichte bruis.
(br.hln)
|