Toen ze grond aan het ophogen waren op een Normandisch landgoed, troffen de mannen 16 goudstaven van één kilogram en 600 dollarmunten aan. De schat, die onder de bodem verborgen zat in glazen bokalen, was daar wellicht verstopt tijdens de tweede wereldoorlog.

In plaats van de eigenaar van het landgoed te verwittigen, besloten de arbeiders (respectievelijk 20, 33 en 40 jaar oud) om de schat te stelen en grotendeels te verkopen aan een verzamelaar van oude munten. Belastinginspecteurs roken echter onraad toen één van de mannen twee cheques met een zeer hoog bedrag kwam deponeren bij zijn bank.

Na een ondervraging door het gerecht bekenden ze hun misdaad. Eerstdaags moeten ze voor de rechtbank van Evreux verschijnen, net zoals de verzamelaar die beschuldigd wordt van handel in gestolen goederen.

Volgens de lokale politie leidden de drie arbeiders een liederlijk leven na de vondst van hun schat. Ze kochten dure wagens, levensverzekeringen en investeerden in hun huizen.

De rechtmatige eigenaar van de goudstaven, die in een klein dorpje woont in het departement Eure, wenste anoniem te blijven. "Niemand kent dit verhaal, zelfs mijn kinderen niet ... Sinds de politie me op de hoogte gebracht heeft, doe ik geen oog meer dicht", liet de vrouw optekenen. Bij de start van de werken zou ze nog tegen de arbeiders gegrapt hebben: "Indien jullie een schat moesten vinden, moet je het me zeker laten weten."

Eerlijk duurt nu eenmaal het langst. (br.hln)