Taboe bij jonge vrouwen: urineverlies
Huisartsen en verpleegkundigen zouden bij hun vrouwelijke patiënten vaker moeten informeren naar eventuele incontinentieproblemen, zelfs bij jonge vrouwen. Bij een bevraging onder 725 vrouwen ouder dan 25 jaar bleek immers iets meer dan de helft van de respondentes op zijn minst occasioneel last te hebben van een vorm van ongewild urineverlies.
Ongewild urineverlies, gaande van enkele druppels tot een volledige plas, komt vooral bij oudere vrouwen voor. Toch blijkt volgens de enquête ook 31 procent van de vrouwen tussen 25 en 35 jaar er al eens mee te maken te krijgen. Maar liefst 20 procent van de vrouwen legt zich onder meer omwille van de taboesfeer neer bij het probleem in plaats van (professionele) hulp te zoeken.
"Toch zijn er vaak eenvoudige oplossingen voor dit ongemak", klinkt het bij VIVA-SVV provincie Antwerpen, de Antwerpse vrouwenwerking van de socialistische mutualiteit De VoorZorg. "Een arts kan hierover gepast advies geven." De vrouwenorganisatie pleit er verder voor om hulpmiddeltjes zoals opvangmateriaal slechts als noodoplossing te gebruiken en veeleer de bekkenbodemspieren te trainen.
Incontinentie is volgens VIVA-SVV vooral een sociaal probleem, omdat wie ermee kampt zich vaak ongerust maakt over geurtjes en zich beschaamd voelt. "Dit kan ernstige proporties aannemen en zelfs tot vermijdingsgedrag leiden", luidt het.
Naast de sensibiliserings- en informatietaak voor artsen en verpleegkundigen, pleit de vrouwenorganisatie op basis van de bevraging ook voor meer (en propere) openbare toiletten en vrije toegang tot toiletten in handelszaken. (br.hln)
|