Wetenschappers maken muziek voor katten, maar waarom?
"Katten zijn geen mensen en het is belangrijk dat mensen, als dienaars van katten, rekening houden met dat verschil". Aan het woord is dokter Charles Snowdon, psycholoog aan de universiteit van Wisconsin. Snowdon heeft een missie: muziek maken voor poezen. Geen kattengejank maar miauw-ziek als het ware. Waarom?
"Om twee redenen", verklaart Snowdon aan Huffington Post. "Vooreerst laten veel mensen de radio spelen voor hun poes als ze uit werken zijn, en wij vroegen ons af of dat zin heeft. Ten tweede hebben we een theorie ontwikkeld die stelt dat dieren van muziek kunnen genieten. Alleen moet die muziek binnen het frequentiebereik liggen dat die dieren gebruiken om met elkaar te communiceren en moet de muziek het tempo aanhouden dat de dieren gebruiken".
Slepend en hoog Om hun kattenmuziek te maken, probeerden Snowdon en zijn collega-wetenschappers kattengeluiden na te bootsen met slepende noten en hoge tonen. De 'stem' van een kat ligt gemiddeld een octaaf hoger dan die van de mens. Het tempo van hun kattenmuziek baseerden ze op het spinnen en de zuiggeluiden die katten maken.
Hun composities testten de onderzoekers vervolgens op 47 huiskatten, katers en katinnen, in hun vertrouwde omgeving. Daarbij vergeleken ze hun reacties op twee stukken 'mensenmuziek', 'Elegie' van Gabriel Fauré en 'Air uit suite 3' van Johann Sebastian Bach, en op de kattencomposities 'Cosmo's Air' en 'Rusty's Ballad'.
Wat er gebeurde? Bij het horen van de kattenmuziek, was de kans aanzienlijk groter dan bij de mensenmuziek dat de katten hun kop naar de muziek richtten, naar de luidspreker liepen en zich tegen de luidspreker vleiden. "Dat is een indicatie dat de katten een voorkeur tonen", aldus Snowdon.
Verlatingsangst Maar waarom houden ze zich daarmee bezig, horen we u vragen. Wel, om met de muziek gestresseerde katten tot rust te brengen, bijvoorbeeld in opvangcentra.
"We zien katten als heel onafhankelijk van hun menselijke dienaars, maar onderzoek toont aan dat katten verlatingsangst hebben. Die komt vaker voor bij katten die door mensen zijn opgevoed dan bij straatkatten". Het onderzoek wordt gepubliceerd in het vakblad Applied Animal Behavioral Science. (br.hln)
|