Slachtoffer zuurgooier praat voor het eerst: in spiegel kijken lukt nog niet

Hoe een handvol seconden een leven totaal kan omgooien. Het zuur dat Marina Tijssen twee maanden geleden over zich heen kreeg, brandt nog steeds - op haar huid en op haar ziel. Moedig doet ze voor het eerst haar verhaal. "Gelukkig heb ik een gezin uit de duizend. Anders had ik dit niet volgehouden."
"Dag mevrouw. Dit is voor u." Zo klonk de stem van een onbekende man op 20 februari om halfacht 's morgens aan de Delhaize in de Antwerpse Museumstraat. Benieuwd wat dat wel mocht zijn, draaide Marina Tijssen (52) - al een halfuur de winkel aan het poetsen - zich om. Het was helemaal geen onverwacht presentje. Het was een blauwe thermosfles vol bijtend zuur. Het deksel was opengeschroefd en in één beweging kreeg Marina de volledige inhoud over zich. En nooit zou haar leven nog hetzelfde zijn.
Twee maanden later is Marina thuis bij haar man Frank Van der Putten (54), die haar zo goed en zo kwaad als het kan met de beste zorgen omringt. Haar elke dag weer verse moed geeft en samen met z'n vrouw hoopt dat het allemaal toch nog enigszins goed komt.
Marina, een fiere vrouw, is zwaar verminkt. Haar halflange blonde haren zijn alleen vanachter nog wat zichtbaar. Een drukmasker hoeft ze enkel nog 's nachts te dragen, zodat de getransplanteerde huid - het resultaat van tal van operaties - vrijer kan ademen en zich goed kan zetten. Hoe zwaar de littekens zullen zijn, is nog niet duidelijk: de wondes zijn nog te vers, het herstel te pril. Op dit moment is Marina's gezicht nog vuurrood en opgezwollen - ook dat zal nog veranderen, zeggen de dokters. "En dus wil ik ook liever niet in de spiegel kijken. Niemand mag nu een foto van me nemen. Niet in deze toestand. Ik blijf toch nog een beetje ijdel. Het is zo zwaar..." Marina pinkt een traan weg. "Gelukkig komt mijn dochter elke dag al vroeg langs", zegt ze zacht. "Dan kan ik niet meer te veel nadenken. Alleen dan gaat het beter." (br.hln)
|