Calorieën tellen is out, meent professor Marion Nestle, voedingsexperte aan de New York University. De reden is simpel: "Je kan het gewoon niet correct doen." Wat op de verpakking staat, klopt nagenoeg nooit. "Er is immers een foutmarge toegelaten. Wat je denkt dat je eet, kan dus erg verschillen van het aantal calorieën dat je effectief naar binnen speelt."

Daarnaast is de term 'calorie' intussen zo vaak verkeerd gebruikt dat niemand nog precies weet wat het wil zeggen. "We denken allemaal dat de kwantiteit van calorieën telt. Hoe meer we er eten, hoe dikker we worden. Onzin, want niet alle calorieën zijn gelijk: we negeren biochemie en het feit dat we niet alles op dezelfde manier metaboliseren. Voeding wordt op verschillende manieren in energie en vet omgezet."

Met andere woorden: wat we eten is minstens zo belangrijk als hoeveel we eten. "Als je gewicht toeneemt, wil dat zeggen dat iets je vetcellen heeft getriggerd om meer energie op te slaan. Vaak is dat insuline. Als je dan minder calorieën gaat eten, maak je het probleem dan erger." De truc is dus om voedsel te vermijden dat je insuline laat pieken. "En dat betekent minder kant-en-klare verakkingen en meer zaken als olijfolie, noten, avocado, chocolade... Vezelrijk voedsel verteert traag en houdt je suikerspiegel laag. Dat is de weg naar een gezond lichaam." (br.hln)