Morgenochtend is de grootste supermaan sinds 1948 te zien (al blijkt dat vooral psychologie)
Er wordt al lang over gesproken en geschreven, maar morgenochtend is het zover. Dan kan u - als de bewolking wat meezit - een supermaan zien. En die supermaan wordt niet zomaar een supermaan, het wordt de grootste sinds 1948. Bovendien krijgen we eenzelfde groot fenomeen niet meer te zien tot november 2034. En toch is de impact van het verschijnsel vooral psychologisch.
Eerst de feiten. Morgenochtend krijgen we een zogenaamde supermaan te zien. Daarbij staat de maan ruim 48.000 kilometer dichter bij de aarde, dan op het verste punt. Bovendien gaat het om een volle maan, waardoor de maan in totaal 30 procent helderder en de maanschijf 12 procent groter zal zijn.
Een supermaan komt wel vaker voor, vorige maand op 16 oktober nog, maar een dergelijke grote en heldere maan is heel zeldzaam. Zo zeldzaam dat het sinds 1948 geleden is dat de maneschijn dergelijke proporties aannam. En de volgende keer dat het gebeurt zal pas in november 2036 zijn.
Verschil in werkelijkheid niet te zien
Behoorlijk indrukwekkend, toch? De Amerikaanse astronoom Neil deGrasse Tyson plaatst het enthousiasme rond de supermaan echter in perspectief. Want de cijfers lijken dan wel indrukwekkend, in werkelijkheid kunnen wij mensen het verschil tussen een gewone (super)maan en de supermaan van morgenochtend helemaal niet zien.
De maan aan de hemel is namelijk ongeveer zo groot als een euromunt op twee meter afstand. Zo klein dat een klein verschil niet opvalt. "Zelfs het verschil tussen een pizza van 14 inch en een van 15 inch merk je niet", zegt deGrasse Tyson daarover. "En die ligt dan nog op je bord." De opwinding rond de supermaan is dan ook vooral psychologisch van aard. "Als we iets moois en spectaculairs verwachten, zien we dat vanzelf", zo klinkt het in de Volkskrant.
Maar hoe komt het dan dat we telkens bij een supermaan prachtige foto's te zien krijgen van een enorme maan aan de horizon? Opnieuw psychologie, zo luidt het antwoord. Ons brein ziet vooral verhoudingen, waardoor een verre wolk schijnbaar in het niets valt met een enorme maanschijf. (br.hln)
|