Steeds meer medicijnresten in water: factuur dreigt duurder te worden

De drinkwatersector moet steeds meer resten van genees- en bestrijdingsmiddelen uit het water halen. Dat blijkt uit een artikel van het wetenschappelijke magazine Eos. Die ‘nieuwe’ vorm van verontreiniging betekent geen gevaar voor de volksgezondheid, maar zorgt er wel voor dat de drinkwatermaatschappijen extra inspanningen moeten leveren. En die kunnen de waterfactuur mogelijk verder de hoogte injagen.
Eos schrijft dat drinkwaterbedrijven steeds meer geconfronteerd worden met nieuwe chemicaliën in het water. Naast de ‘traditionele’ vormen van vervuiling - zoals stikstof, fosfaten, zware metalen, pcb’s en dioxinen - bevat het water ook een hele reeks nieuwe stoffen. Vooral medicijnresten en bestrijdingsmiddelen (bijvoorbeeld pesticiden; nvdr) worden vaker dan voorheen aangetroffen.
De vervuiling vormt geen probleem voor de volksgezondheid, beklemtoont Aquaflanders, de koepelvereniging van de Vlaamse water- en rioleringsbedrijven. “Technisch is het perfect mogelijk om die stoffen uit het drinkwater te zuiveren. Maar daar is wel een kostenplaatje aan verbonden”, zegt algemeen directeur Carl Heyrman.
“Pak probleem bij de bron aan” Daardoor dreigt de waterfactuur van de consument dus opnieuw te verhogen, zo waarschuwen waterbedrijven. Hoe groot de kostprijs zou bedragen, is niet meteen duidelijk.
“We pleiten ervoor dat de overheid initiatieven neemt om het probleem bij de bron aan te pakken. Om het water betaalbaar te houden, moet zo veel mogelijk vermeden worden dat er medicijnen in het afvalwater terechtkomen”, zegt Heyrman nog. “Dat kan bijvoorbeeld door mensen via een sensibiliseringsactie erop te wijzen dat ze medicijnen niet door het toilet mogen spoelen. Er kunnen ook afspraken met de ziekenhuizen gemaakt worden.” (br.hln)
|